17481 resultaten - Pagina 1010 van 1166
... 998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023 ...
[13] Nu staan de mopperaars raar te kijken en weten niet, wat ze daarop moeten antwoorden. Maar Bruno gaat verder en zegt: 'Vrienden, heb ik jullie soms ook de raad gegeven om gezamenlijk dertigduizend gulden in een kelder te laten inmetselen? Toen in Wenen echter het standrecht werd geproclameerd, waarbij soldaten tijdens een huiszoeking de holklinkende plek in de muur openbraken en zich de voor hen heugelijke vondst tot op de laatste penning toeƫigenden... ik denk dat mijn zwart-voor-wit daartoe niets heeft bijgedragen! Kortom, jullie hadden er altijd zelf schuld aan dat jullie verloren en menen onterecht dat ik van jullie speculatiegeheimen op de hoogte was en jullie zou hebben verraden. Hoe zou zoiets mogelijk zijn geweest, daar ik jullie, behalve op de beurs, nooit met mijn aanwezigheid heb lastig gevallen? Ik heb niet de minste schuld aan jullie ongeluk, daar kunnen jullie absoluut van verzekerd zijn! God is mijn getuige! Zijn jullie nog van mening dat ik jullie ongelukkig heb gemaakt, bewijs het mij dan voor God, dan zal ik alles doen om mijn schuld tegenover jullie honderdvoudig te vergoeden.'Hoofdstuk 108: De liefdesheld door vijanden omringd. Christus' liefde overwint alles - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[22] Bruno zegt: 'Vrienden, het rooms-katholieke geloof is weliswaar in veel opzichten dom en oppervlakkig, maar het nieuw-katholicisme is nog honderd keer dommer. Ontkent het niet het leven van de ziel na de dood van het lichaam? En toch leven jullie nu verder na de dood van jullie lichamen! Deze situatie bewijst immers al ten overvloede wiens geesteskind het nieuw-katholicisme is. Verder ontkent het niet alleen de overduidelijke godheid van Christus, maar volgens Strausz en Hegel zonder meer elke godheid. Wie echter kan, vooral hier in de eeuwige geestenwereld, zo'n leer aanhangen, die wat betreft het voortleven van de ziel zo'n enorm verkeerde conclusie heeft getrokken? Zo'n leer zal echter wat al haar principes betreft niet geloofwaardiger zijn dan op het punt van haar snode aanvaarding van de sterfelijkheid van de menselijke ziel. Is echter in een leer een hoofdleerstelling totaal verkeerd, dan kunnen de andere daarvan afgeleide stellingen onmogelijk anders dan eveneens totaal verkeerd zijn! Gooi daarom jullie hele nieuw-katholieke leer bij de vodden en volg mij naar waar ik jullie heen wil brengen! Ik sta er voor in, dat het binnenkort beter zal gaan met jullie.
Hoofdstuk 108: De liefdesheld door vijanden omringd. Christus' liefde overwint alles - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Toen ik op aarde als zachtaardige en godvruchtige jongen nog in het huis van mijn vrome ouders woonde, had ik allerlei heerlijke visioenen. Ja, het was soms, wanneer ik mijn morgen- of avondgebed deed, alsof engelachtige gestalten om me heen zweefden, die me sterkten en een hemels gevoel in mijn borst opriepen, waarbij het mij niet zelden voorkwam alsof ik me reeds in een of ander goddelijk paradijs bevond. Ook had ik in die levensperiode vaak heel prachtige en betekenisvolle dromen, waaruit ik soms zelfs toekomstige gebeurtenissen voor onze familiekring voorspelde. Toen ik echter naderhand als opgroeiende jongeman mijn ouderlijk huis verliet en steeds meer genoegen beleefde aan het wereldse leven, was het spoedig gedaan met mijn hemelse visioenen. Mijn vrolijke vrienden praatten mij alles grondig uit het hoofd en maakten voor mij mijn jeugd belachelijk en saai, zodat ik me er tenslotte gewoonweg voor begon te schamen. Zo ging ik met reuzen schreden over naar de vrolijke wereld, werd tenslotte heel grof- materialistisch en zinnelijk en hield aan al mijn heerlijke kindervisioenen nauwelijks meer een herinnering over. Pas in mijn laatste levensjaren kreeg ik soms bepaalde waarschuwingen, waaraan ik echter helaas ook niet eerder aandacht besteedde dan toen het werkelijk te laat was. Nu pas zie ik ten volle in, hoe en waarom al deze gebeurtenissen zich aan mij hebben voltrokken. Daar is hier echter nog maar heel weinig of misschien helemaal niets meer aan te doen, want het komt er hier alleen nog maar op aan welke geaardheid het arme hart van de ziel nog in staat is aan te nemen. Is het nog tot een zuiverder inzicht en een betere wil in staat, dan is dat goed voor ons. Is het hart echter, zoals men pleegt te zeggen, verdorven, dan is ook alles verdorven. Uit deze waarheidsgetrouwe beschrijving van mijn eigen, miserabele leven, hoe het zich ontwikkelde en vormde, kunnen jullie allen nu overduidelijk opmaken hoe het eigenlijk komt, dat jullie hier op geestelijk gebied nog totaal blind zijn. Wendt je nu in alle ernst in je hart tot de Heer Jezus en vraag Hem om het juiste licht en het zal en moet licht voor jullie worden!'
Hoofdstuk 109: Goede geest van eendracht onder hen die hongeren naar licht. Het leger van wereldverblinden komt bij de Heer. Bruno's levensverhaal - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Kijk Bruno, zo filosoferen heel eenvoudige lieden! Hoe moeten wij, meer ontwikkelde mensen, dan wel niet oordelen over de domheden, leugens en bedriegerijen van de rooms-katholieke kerk? En welk aanzien moet de stichter hebben van zo' n leer, die zich als was of gips op alle mogelijke manieren laat misvormen?
Hoofdstuk 113: Rede van de lomperd over de misvorming van de religie door de priesters - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Als de mens op deze manier noodzakelijkerwijs een afkeer moet krijgen van zo'n leer, is het dan zo verwonderlijk dat vervolgens ieder verstandig mens vanuit zijn natuurlijke levensbehoeften leefregels opstelt, daarnaar leeft en van alles wat de lieve Godheid hem als vanzelfsprekend aanreikt, welbewust en met mate geniet?
Hoofdstuk 113: Rede van de lomperd over de misvorming van de religie door de priesters - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Ik zeg: 'Jouw grote deemoed en nuchterheid bevallen Mij buitengewoon. Desondanks moet je toch doen wat Ik je nu heb aanbevolen. Kijk, ook Mijn Petrus wilde eens niet toestaan dat Ik hem de voeten zou wassen. Toen hem echter door Mij de reden werd genoemd, wilde hij helemaal gewassen worden, wat echter ook weer teveel zou zijn geweest. En kijk, zo is dat nu ook hier met jou het geval. Daarom moet jij eerst door brood en wijn gesterkt en door het hemelse erekleed gelouterd worden, opdat dan deze visjes vanuit jouw sfeer gesterkt worden en tot waarlijk leven komen. Zou jij daar echter niet van te voren voor zijn toegerust, dan zou het ook met deze visjes van jou, beslist niet vooruit kunnen gaan. De reden hiervan zul je pas later volkomen inzien. Doe daarom wat Ik je heb aangeraden en daarna zal het werken aan deze vissen meteen goed op gang komen.'
Hoofdstuk 110: De Heer over zielen-visvangst. Brood, wijn en hemelse kleding - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Bruno begeeft zich dadelijk naar Mij toe, nu gekleed in een witte, geplooide toga, met rode biezen afgezet en zegt: 'Heer, ik arme zondaar dank U voor deze onschatbare genade, waartoe U mij onverdiend hebt waardig bevonden. Ik ben nu wat mij betreft overgelukkig, maar ik bespeur nog een beetje honger en nog een klein beetje dorst. Maar dat geeft niets, want de zaligheid die nu, van U uitgaand, mijn hele wezen doorstroomt, maakt dat ik honger noch dorst meer voel. Ik ben nu zalig en mijn hart voelt voor de eerste keer een echte, zuivere, hemelse liefde voor U, o Heer, en ook voor al deze arme broeders en zusters. 0, dat is een liefde waarvan de zwakke stervelingen zich zeker hoogst zelden bewust zullen worden. Zelfs de beste mensen op aarde houden meer van zichzelf dan van hun beste vrienden; hoeveel minder zullen zij dan wel hun vijanden liefhebben? Wat heet op aarde echter nog liefde? 0, jij vervloekte liefde!
Hoofdstuk 111: Bruno heeft nog steeds honger en dorst. Wenken over de hemelse ordening - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Hoe machtig mijn hart nu ook met zuivere, hemelse liefde is vervuld en hoe zeer ik ook alle arme zondaars en zondaressen van ganser harte de volledige vergeving van hun zonden toewens, toch voel ik ten opzichte van gewetenloze bokken niet het minste medelijden en zou ik er echt plezier in hebben ze zo lang in de hel te zien branden, totdat zij voor hun geilheid tot het uiterste hebben geboet. Ik wens zeker niemand iets kwaads toe, maar de boosdoeners wens ik ook niets goeds toe, zolang ze zich daarvoor niet door een volledige boetedoening waardig hebben getoond. Onder deze vissen die ik hier heb gebracht, zullen zich ook wel enkele valse adders en slangen bevinden, die zich op aarde erg hebben beziggehouden met geraffineerde ontucht; ik vraag U desondanks om genade en erbarmen voor hen, want de meesten van hen wisten niet wat ze deden. Maar elders zijn er velen, die heel goed weten waar ze eigenlijk mee bezig zijn. Voor deze schoften bid ik niet. Zij moeten maar de volle scherpte van Uw gericht ondergaan!'
Hoofdstuk 111: Bruno heeft nog steeds honger en dorst. Wenken over de hemelse ordening - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Zie, dat is de ware, hemelse ordening van de zuivere liefde van Mijn hart! Deze ordening moet ook helemaal de jouwe worden, dan zul je zo volmaakt zijn als Ikzelf en zul je nooit een knagende leegte in je ingewanden voelen. Op deze wijze verzadigd en verlicht, zal het gemakkelijk voor je zijn al diegenen, die door jou hierheen zijn gebracht, uit eigen overvloed met alles te helpen waarbij zij ook maar een of andere hulp behoeven. Jij zult hen verzadigen en hun dorst lessen. De naakten zul je kleden, de gevangenen vrij maken. De treurigen zul je troosten en de armzaligen genezen; de blinden zul je zelf de ogen openen en de doven het woord des levens laten horen. Wend je nu weer tot je visjes en open voor eeuwig de ogen en oren van hun hart!'
Hoofdstuk 111: Bruno heeft nog steeds honger en dorst. Wenken over de hemelse ordening - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Ik heb niets tegen de grondregels van de zuivere leer van Christus in te brengen; deze zijn goed en geheel volgens de wetmatigheid van de natuur aan de behoeften van de mensheid aangepast. Maar wat baat het, als men, om een goed katholiek te zijn, deze regels niet kan of mag toepassen? Zou het voor de Godheid, die toch verder alles leidt, niet ook mogelijk zijn haar eigen leer voor zo'n aantasting te behoeden? Waar is een dergelijke bescherming echter te zien? Vriend, voorzover mij bekend is, nergens op de hele aarde!
Hoofdstuk 113: Rede van de lomperd over de misvorming van de religie door de priesters - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Wanneer de zaken er echter inderdaad zo voorstaan, vragen wij allen jou om ons uit te leggen hoe het toch komt, dat, wanneer de leer van Christus dan toch goddelijk zou zijn, deze in de eerste plaats juist door hen, die haar goddelijkheid het diepst zouden moeten voelen, als van nul en generwaarde wordt beschouwd en op alle mogelijke manieren wordt misbruikt; waarop deze leer dan natuurlijk ook bij alle mensen die wat dieper nadenken, in diskrediet geraakt.
Hoofdstuk 113: Rede van de lomperd over de misvorming van de religie door de priesters - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Toon ons de goddelijkheid van de leer van Christus aan, dan zullen we onvoorwaardelijk geloven wat je ons zult zeggen over de plichten, die God door Zijn leer voor hun besrwil van de mensen verlangt. Hebben we daar ooit tegen gezondigd, dan willen we onze zonden graag berouwen en er zo mogelijk voor boeten!
Hoofdstuk 113: Rede van de lomperd over de misvorming van de religie door de priesters - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Bruno zegt: 'Heel goed beste vrienden, mijn verhaal zal kort en bondig zijn. Luister dus naar mij.
Hoofdstuk 114: Bruno's door de Heer ingegeven antwoord. Bewijs van de Goddelijkheid van Jezus' leer. Haar onuitputtelijke rijkdom en veelzijdigheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Bruno gaat verder: 'Goed, omdat jullie instemmen met hetgeen ik gezegd heb, zal ik jullie in naam van de Heer de leer van God verder bekendmaken.
Hoofdstuk 114: Bruno's door de Heer ingegeven antwoord. Bewijs van de Goddelijkheid van Jezus' leer. Haar onuitputtelijke rijkdom en veelzijdigheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Zeg eens, wie kan er dan zijn eigen wil uitbannen en daarvoor in de plaats een vreemde wil in zijn ziel stoppen? Het is merkwaardig dat jij, als een ziende, niet inziet dat ik de wil van een vreemde onmogelijk anders dan alleen door mijn hoogst eigen wil tot de mijne kan maken. Zou ik echter helemaal geen eigen wil hebben, dan zou ik toch wel eens willen weten met welke wil ik datgene zou kunnen willen, wat een ander, wie dan ook, mij zou opleggen om te willen. Ik heb je altijd al voor een beetje dom gehouden, maar dat je zo ontzettend dom zou zijn, had ik nooit kunnen dromen! Nee, geen wil hebben en daarbij dan toch vastberaden willen wat een ander wil! Dat is nog erger dan iemand een landgoed schenken, terwijl men zelf niet eens de eigenaar van een slakkenhuisje is! Vertel me toch alsjeblieft, heb je deze wijsheid misschien opgedaan bij de H.Ignatius van Loyola, of heb je ooit je hersens bedorven met slecht gebakken schapenvlees?
Hoofdstuk 112: Bruno onderricht zijn pupillen. Bedenkingen tegen weder geboorte en vrije wil. Bruno geeft hun opheldering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)