Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1010 van 1490

...  998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023  ...
[9] Zoals jullie zien, komt er uit het midden van het gezelschap een knokige en uitgeteerde mannelijke gestalte, die zich naar ons paar begeeft. De vrouw ontvangt hem bijzonder liefdevol en welwillend. Ook de man van de vrouw maakt een diepe buiging voor deze mannelijke gestalte.
Hoofdstuk 36: Het echtpaar en een leugengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Zij zegt: mijn hooggewaardeerde en bovenal zeer geëerde vriend, ziet u, deze man hier aan mijn zijde is mijn teder geliefde aardse echtgenoot. Hij heeft zich op aarde bij al zijn handelwijzen buitengewoon rechtvaardig, goed en profijtelijk gedragen, zodat ik in alle ernst moet bekennen dat ons huwelijk heel gelukkig was. Want wat kan een vrouw zich voor een gelukkiger huwelijk wensen, dan wanneer ze een man heeft die aan alle verlangens van het vrouwelijk hart tegemoet komt? Wat dat betreft zou ik, op enkele onbeduidende kleinigheden na, niets aan te merken hebben.
Hoofdstuk 36: Het echtpaar en een leugengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Maar nu komt er een belangrijke kwestie waarover we het nooit eens konden worden en waardoor er dan ook regelmatig enige ergernis tussen ons beiden was. Ik zal u de reden van deze ergernis zo goed als het voor een vrouw maar mogelijk is uitleggen en u, mijn zeer geëerde vriend, zult dan zeker zo goed willen zijn om mijn man daarover een paar woordjes toe te fluisteren die hem beslist volkomen zullen genezen.
Hoofdstuk 36: Het echtpaar en een leugengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] De gestalte zegt: ik smeek u mijn zeer geachte dame, u bent veel te goed! Ik geef u de verzekering dat het voor mij een grote eer en een heel bijzondere gelukzaligheid zal zijn als ik tot mezelf zal kunnen zeggen dat ik een zo lieftallige dame met mijn persoontje heb mogen dienen. Daarom vraag ik u mij de kwestie die u op uw hart hebt toe te vertrouwen. Zij zegt: ach, mijn zeer gewaardeerde vriend, u bent veel te goed en te bescheiden en juist deze grote goedheid en bescheidenheid boezemen mij zoveel vertrouwen in, dat ik niets voor u achter zal houden; wees dus zo goed om naar mij te luisteren.
Hoofdstuk 36: Het echtpaar en een leugengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[16] De man zegt: geachte vriend, ik moet u eerlijk bekennen dat ik beslist niet geloof dat wij het, hoe bijzonder lief en dierbaar mijn echtgenote me ook is, over deze kwestie ooit eens zullen worden. Want hoe het ook moge gaan, ik ben vast besloten om eeuwig aan mijn geloof in Christus vast te houden! En ik ben er ook vast van overtuigd dat deze naam mij steeds veel troost heeft gegeven en ook steeds mijn onfeilbare, gelukkige en leidende ster was. Ben ik ooit op een dwaalweg geraakt, dan zeker alleen doordat ik me niet standvastig aan Christus heb gehouden. Als ik me dan echter weer tot Christus had gewend, werd ik vaak weer als bij toverslag geholpen!
Hoofdstuk 36: Het echtpaar en een leugengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] Ziet u, wat deze fatale kwestie betreft kan ik ronduit zeggen, dat mijn overigens brave, goede en beminnelijke man een bijbel- en dus ook een Christusfanaat is. De reden echter waarom hij zich in de armen van deze belachelijke sekte heeft geworpen is, dat hij van arme afkomst is. Daarom werd hem, zoals het in het algemeen bij de arme klasse het geval is, deze oude bedelfilosofie reeds vanaf de wieg ingeprent. Maar hoe moeilijk het naderhand is zo'n met de moedermelk ingezogen en dus tot eigen vlees geworden onzin eruit te krijgen, weet u, zeer geëerde vriend, zeker beter dan ik. Met deze bedelfilosofie is mijn trouwens zeer gewaardeerde man nu ook hier beland in het rijk waar de oerkrachten van de natuur heersen, zoals u ons al vaak allervriendelijkst hebt uitgelegd. Maar dat wil er bij hem niet in! Hij is nog verknocht aan zijn Christus en wil zich zelfs van mij losmaken om deze zeker nergens aanwezige Christus op te zoeken. Nu heb ik u, mijn geleerde en zeer geëerde vriend, heel in het kort mijn probleem voorgelegd, en daarom vraag ik u of u zich over mijn in dit opzicht arme man zou willen ontfermen.
Hoofdstuk 36: Het echtpaar en een leugengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[17] U als denkend en wijs man zult dus zelf inzien dat het van mijn kant zeer onbillijk zou zijn, mij van ver zo'n weldoener te verwijderen, vooral nu ik Hem, naar het mij voorkomt, het meest nodig heb. Daarom geachte vriend, doet u voor mij in dit opzicht vooral geen moeite, want ik geef u openhartig de verzekering dat u bij mij niets zult bereiken. Ik was lang genoeg een dwaze slaaf van de charmes van mijn vrouw. Ik heb na haar overlijden in Christus mijn Heer geleerd om deze te kunnen ontberen en ik hoop dat ze me hier niet meer zullen beïnvloeden, vooral omdat door de dood van mijn lichaam de huwelijksband met mijn vroegere vrouw heeft opgehouden te bestaan. Wil zij mij echter volgen dan zal ze mij ook altijd waardevol en dierbaar zijn. Maar mijn Christus opgeven voor haar zal ik nooit doen, al trok ze me ook met alle geweld naar het middelpunt van een of andere hel! Is ze ermee tevreden dat ik tenminste ongehinderd met mijn Christus bij haar kan zijn, dan wil ik mijn oude liefdesbanden met haar niet verbreken, maar is ze dat niet, dan heb ik bij deze mijn laatste woord in haar aanwezigheid gesproken.
Hoofdstuk 36: Het echtpaar en een leugengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[18] De gestalte zegt tegen de man: beste vriend, ik heb u van begin tot eind geduldig aangehoord en kan over uw uitlatingen alleen maar in alle ernst zeggen dat ik deze ten zeerste betreur. Opdat u evenwel weet met wie u te doen hebt (nu neemt de gestalte zijn toevlucht tot een leugen) zeg ik u dat ik de grote leraar Melanchthon ben, over wie u op aarde zeker wel iets hebt gehoord. De man zegt: o ja, maar wat wilt u daarmee zeggen? De gestalte zegt: geachte vriend, niets anders dan dat ik zeker beter weet wat Christus is dan u, want ik heb tot aan het laatste uur van mijn aardse bestaan met uitzonderlijke ijver in de zogenaamde christelijke wijngaard gewerkt en ik zou voorwaar zelfs zonodig voor Christus de dood zijn ingegaan. Ik heb niet alleen de roomse maar ook de meer zuivere leer van Luther van alle overbodige ballast gezuiverd; ik leefde letterlijk volgens de zin van deze leer en wat was het gevolg? Dat hoef ik u, geachte vriend, niet met veel woorden uit te leggen, want één blik van u op mijn hele wezen zal u het resultaat van mijn leven volgens de zogenaamde kwintessens van het christendom laten zien. Meer hoef ik u niet te zeggen. Laat het dus maar op het oude 'experientia docet' ( Al doende leert men.) aankomen, dan ben ik ervan overtuigd dat we elkaar, als alles goed gaat, na verloop van honderd jaar precies zoals we nu tegenover elkaar staan weer zullen ontmoeten. U mijn vriend, bent hier nog een volslagen nieuweling en weet niet hoe men leeft in het rijk van de centrale oerkrachten. Wanneer u echter enkele tientallen jaren door deze eeuwige nacht zult zijn opgejaagd en daardoor danig uitgehongerd zult zijn, zullen zeker ook meer solide en praktische inzichten in uw, van alle wereldse dwaasheden bevrijde hoofd, een ruimere plaats vinden dan nu.
Hoofdstuk 36: Het echtpaar en een leugengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[20] De gestalte zegt: goed mijn vriend, ik wil u er eerst eens opmerkzaam op maken, wat voor vruchten het christendom welbeschouwd op aarde heeft afgeworpen. De Romeinen waren een groot volk zolang ze bij hun goddelijke verstandsleer bleven. Al hun werken waren groots en vol wijze betekenis. Hun rechtsprincipes zijn tot nu toe nog de basis voor alle staats- en volkenrechtelijke wetten. Maar toen het christendom was binnengeslopen, sloop ook de dood voor het grote Romeinse volk binnen. Nu verblijven op de plaats waar eens het grootste en heldhaftigste volk woonde, luie, nietsdoende priesters, een hoeveelheid ellendig gepeupel, en een groot aantal dieven en rovers liggen met de rozenkrans in de hand langs de wegen op de loer, waardoor geen voetreiziger meer zeker is van zijn leven. Ziet u, dat is een vrucht uit de tuin van het christendom! Reis eens door het prachtige Spanje, bekijk deze natie uit oude tijden en ga daarna naar de christelijke Middeleeuwen; dan zal het aan uw blikken niet ontgaan hoe door louter christelijke zegen duizenden en nog eens duizenden bloeden, en duizenden en nog eens duizenden boven vlammende brandstapels tot as verbrandend, vertwijfeld hun laatste adem uitblazen! Kijk eens naar de aandoenlijke invoering van het christendom onder Karel de Grote, hoe hij met deze zegen duizenden en nog eens duizenden over de kling heeft laten jagen! Reis van daar naar Amerika; sla de geschiedenis er op na en ze zal u talloze meest beklagenswaardige en jammerlijke voorbeelden tonen van de christelijke zegeningen die daar hebben plaatsgevonden! Ga van daar naar mijn tijd en bekijk de zegenbrengende gruwelen van de dertigjarige godsdienstoorlog. U kunt de oergeschiedenis van alle volkeren kritisch bekijken, en mocht u in staat zijn mij daarin gelijksoortige gruwelscènes aan te tonen, dan verplicht ik mij u eeuwig in mijn armen rond te dragen.
Hoofdstuk 36: Het echtpaar en een leugengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Kijk, die leer zegt: `Heb God lief boven alles en je naaste als jezelf.' Hebben we dit ooit gedaan? Als ik mijn hart vraag dan antwoordt het mij nu geestelijk oprecht dat de liefde voor God hem volkomen vreemd is gebleven. Maar jij geloofde nooit in een God, dus moet jouw hart nog meer van deze belangrijke liefde verstoken zijn dan het mijne.
Hoofdstuk 37: De zwakheid van de man. De gang van de vrouw naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Verder staat er in het evangelie dat de Heer tegen de rijke jongeling zegt: `Verkoop al je aardse goederen, verdeel de opbrengst onder de armen en volg Mij, clan zul je het eeuwige leven bezitten.' Maar wat zegt de grote Leraar tegen de jongeling of eigenlijk tegen Zijn apostelen toen deze zich na zo'n verkondiging wenend van de Heer verwijderde? Kijk, die woorden waren vol bijzondere betekenis en naar het me voorkomt, ondergaan wij nu juist de treurige betekenis van deze woorden die als volgt luiden: `Het is voor een kameel gemakkelijker om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke door de poort van het hemelrijk.'
Hoofdstuk 37: De zwakheid van de man. De gang van de vrouw naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Verder staat er nog in de Schrift dat de Heer vele gasten voor een feestmaal liet uitnodigen en dat de genodigden vanwege hun wereldse zaken geen tijd hadden om te verschijnen. Zeg eens, zijn wij niet keer op keer uitgenodigd en hebben we gevolg gegeven aan deze uitnodiging? Wel, mijn lieve vrouw, we hebben het geheel en al aan onszelf te danken, dat het ons nu zo vergaat en dat we ons nu op deze plaats van uiterste duisternis bevinden waar gehuil en tandengeknars is en waarvan de Heer eveneens gezegd heeft dat met name mensen zoals wij in die uiterste duisternis zullen worden geworpen.
Hoofdstuk 37: De zwakheid van de man. De gang van de vrouw naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[21] Ik wil u verder niet opmerkzaam maken op de veelvuldige zegeningen van het christendom die elders en op andere tijden plaatsvonden, maar laat u in plaats daarvan slechts de toestand zien van de tegenwoordige volkeren die het christendom nog niet kennen, zoals de bijna eeuwig vreedzame Chinezen en nog andere aanzienlijke volkeren in Azië en die op de nog niet ontdekte eilanden. U moet wel volslagen blind zijn als u nu niet met één oogopslag het verschil ziet tussen het christendom en de ware wijsheid van nog oudere, meer ervaren en vreedzame volkeren. Toch zeg ik u, dat al deze grote, schadelijke gebreken van liet christendom of veeleer van liet nieuwe jodendom nog goed te praten zouden zijn als iemand zou zeggen: deze historische feiten zijn allemaal wel waar, maar Christus heeft ze nooit geleerd en Hij kan dus onmogelijk de schuld dragen van al het onheil dat de verbreiding van Zijn leer met zich mee heeft gebracht, want Zijn leer was immers zuiver en bijzonder menslievend. Beste vriend, dat klinkt allemaal heel mooi en daarom was ikzelf ook tijdens mijn hele leven op aarde een vurig verdediger van het christendom. Pas hier zag ik in deze leer het eigenlijke gif voor de volkeren en dat is de duidelijke verwijzing naar luiheid en nietsdoen. De mens, die toch al een aangeboren neiging tot luiheid heeft, vindt in deze leer de beste verdediger van deze neiging, omdat hem kennelijk gezegd is niets anders te doen dan een zeker geestelijk rijk te zoeken, waardoor de gebraden vogels hem dan zonder meer in de mond zullen vliegen. Ziet u, verscheiden wijze mannen hadden niet veel tijd nodig om zich ervan te overtuigen dat het met deze gebraden vogels op niets zou uitlopen. Daarom grepen ze naar andere middelen, namelijk het oude vertrouwde zwaard, lieten het eenmaal gekerstende volk bij zijn blindheid en verschaften zich dan de gebraden vogels met het zwaard in de hand. Vriend, denk hierover zoals u wilt, toch zult u wat het christendom betreft, onmogelijk tot een andere conclusie komen, ongeacht alle hogere, geestelijke ervaringen die men hier in gelouterde toestand, zoals in mijn geval, na verloop van verscheidene eeuwen heeft opgedaan. Waarde vriend, ik ben nu uitgesproken en u kunt doen wat u wilt. Wees overigens steeds verzekerd van mijn hoogachting en mijn vriendschap; het zal mij ook een groot genoegen zijn als we elkaar over een paar eeuwen weer zullen ont moeten. - Kijk, de ander gaat weg en trekt met zijn hele gezelschap weer verder, ons paar alleen achterlatend. Over het effect van deze `prachtige redevoering' en dit bijzonder mensvriendelijke onderricht zullen we pas de volgende keer meer ervaren. En dus genoeg voor vandaag.
Hoofdstuk 36: Het echtpaar en een leugengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Zij zegt: maar beste man, houd je mij, je trouwe vrouw en deze waardige man dan voor leugenaars omdat je zijn overtuigende woorden niet dadelijk wilt geloven? Kijk, mensen zijn pas geneigd te liegen en elkaar te bedriegen als ze daarmee zelf voordeel kunnen behalen. Maar zeg me eens welk voordeel kunnen leugen en bedrog iemand hier opleveren? Hier is immers niets te winnen noch te verliezen; maar één ding is zeker: een gezelschap is er wat de verzadiging van zijn maag betreft altijd slechter aan toe dan iemand die alleen door deze eindeloze streek dwaalt. Een enkeling vindt al gauw nog voldoende eetbaar mos of gras om in geval van nood zijn maag mee te kunnen vullen, maar zijn er meer bij elkaar, dan zijn zij met zo'n plekje mos zeker slechter af dan een enkeling.
Hoofdstuk 37: De zwakheid van de man. De gang van de vrouw naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Je vraagt mij wat ik daarmee wil zeggen? Mijn allerliefste man, niets anders dan dat ik, noch deze verstandige man, jou omwille van eigen voordeel willen overreden om van jouw oude bijbelgeloof af te zien. Want als wij ieder voor onszelf verdergaan, hebben we daar toch beiden profijt van omdat ieder afzonderlijk zich er op deze karige bodem altijd gemakkelijker doorheen kan slaan dan twee of meer bij elkaar. Als we je dus hadden willen beliegen of bedriegen dan hadden we jou toch zeker bij je principes gelaten en je zou als consument ten gevolge van je principes van ons weg zijn gegaan. Wij wilden jou beslist niet beliegen of bedriegen, maar we hebben je alleen de zuivere waarheid getoond, waarvan op aarde geen sterveling zou kunnen dromen, en allerminst zo'n verstokte bijbel- en Christusfanaat als jij. Waar wil) e dan nog over nadenken? Kom toch eens tot bezinning en volg mij, je eeuwig liefhebbende vrouw. Zo je dan op aarde niet naar mij hebt willen luisteren, doe dat dan tenminste hier in het rijk van de naakte waarheid, waar ik nu al zes jaar meer ervaring heb dan jij. Kijk, op aarde is er niets dan bedrog, omdat iedereen daardoor iets wint of tenminste denkt iets te winnen, maar hier is aan al het winnen een einde gekomen; daarom vallen leugen en bedrog vanzelf weg. Geloof me, mij bindt niets anders aan jou dan mijn liefde; dat is nog de enige winst die ik door jou heb. Maar als jij steeds dwaas aan oude, onbeduidende principes vasthoudt, valt voor mij ook dit gewin weg. Wij kunnen daarom alleen maar gelukkig zijn als onze inzichten en ons gevoel volledig met elkaar in overeenstemming zijn. Kunnen we deze harmonie niet tot stand brengen, dan zal ik je eerlijk moeten bekennen dat ik zonder jou, gelukkiger zal zijn dan met jou, leeghoofd, aan mijn zijde. Ik ben nu niet meer in staat nog meer ten gunste van jou aan te voeren, behalve het volgende: omdat ik je oprecht liefheb en altijd heb liefgehad, heb ik hier dan ook al het mogelijke gedaan om je mijn eeuwige, plechtig beloofde liefde en trouw te bewijzen. Maar jij, die mij nooit hebt liefgehad, bent bereid om mij voor altijd uit liefde voor je dwaasheid te verlaten. Oordeel nu, wat je wilt doen.
Hoofdstuk 37: De zwakheid van de man. De gang van de vrouw naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  998 - 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023  ...