Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 102 van 1110

...  90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115  ...
[14] IK zeg: "Geen van beide! Want wie, zoals jullie, in het hart besneden is. door het geloof aan en de liefde tot God, heeft verder niets nodig; want dat is ruimschoots voldoende om het eeuwige leven te bereiken. Over een aantal jaren zullen Mijn met Gods geest vervulde leerlingen bij jullie komen en jullie dopen met de geest van God, en je zult daardoor alles krijgen wat je nodig hebt. - Nu weten jullie alles. De avond valt en wij zullen ons terwille van de Joden, omdat het vóórsabbat is, wat vroeger ter ruste begeven dan op andere dagen. Na het avondmaal zullen wij vandaag dan geen verdere dingen bespreken."
Hoofdstuk 47: Voorstel aan Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] En IK antwoord luid: "Van oudsher zijn jullie volkomen vrij, doe dus wat Je goed dunkt, maar vergeet daarbij niet welk werk je te doen hebt! De middenzonnen hebben veel verzorging nodig, en je weet hoeveel er daarvan in de oneindige ruimte van God zijn!"
Hoofdstuk 47: Voorstel aan Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[18] IK zeg: " Ja, ja, dat weet Ik, daarom mag je ook volgens je wens hier blijven, want de minste van deze mensen die hier bij Mij zijn, is meer dan talloze midden -, bij en planetaire zonnen! Maar de zonnen zijn terwille van de mensen gemaakt en moeten daarom ook steeds zeer zorgvuldig verzorgd worden!" - De engelen buigen heel gelukzalig en gaan weer naar Mijn leerlingen, waarmee zij verder praten en die zij over heel veel wereldse zaken zeer belangrijke inlichtingen geven.
Hoofdstuk 47: Voorstel aan Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Nadat Ik dat gezegd heb gaat iedereen slapen, alleen Mijn broeders, moeder Maria en Borus zijn nog in de keuken bezig om voor de komende sabbat al het noodzakelijke voor te bereiden. Ook Sarah en Lydia helpen Maria en werken zeer ijverig in de keuken mee. Wanneer zij alles in orde hebben gaan ook zij slapen. Zoals gewoonlijk is Maria 's morgens weer het eerst op de been en wekt haar helpers allang voor zonsopgang, om alles, wat wij gedurende de dag nodig zullen hebben, volgens Joods gebruik nog vóór het begin van de sabbat op orde en gereed te hebben. Borus is ook druk bezig, en als wij uit bed stappen staan alle tafels voor het morgenmaal al klaar .
Hoofdstuk 49: Verdeeldheid in de synagoge. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] IK zeg tegen Cyrenius:"Houd maar op, want voorlopig weet Ik zo al van alpha tot omega wat er nu in de stad voor en tegen ons gezegd wordt. Over het geheel genomen is het zeker niet gevaarlijk, want dit volk is voor bepaalde boosaardigheden veel te blind en te dom. Houd er dus maar over op! Vanuit Nazareth zal nooit een opstand beginnen, daar kunnen jullie van verzekerd zijn. Overigens is Mijn vriend Borus steeds de betrouwbaarste geheime politie; hem ontgaat letterlijk niets, -hetgeen in de niet zo grote stad niet zo moeilijk is. Bovendien zou Ik Mijn engelen kunnen opdragen om te spioneren, en dan zouden jullie in één ogenblik meer kunnen ontdekken dan wanneer jullie tien jaar lang 4e pienterste spionnen zouden gebruiken. Maar zoals gezegd, hier is zowel het ene als het andere niet nodig, -en daarom gaan wij helemaal onbezorgd slapen. Alleen Jaïrus zal nog een bode naar Jeruzalem sturen en hem het bericht moeten meegeven van de ambtsafstand. Morgen zullen wij geheel andere zaken te behandelen krijgen."
Hoofdstuk 48: Jeruzalem, de 'Godsstad'. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] JAÏRUS zegt: "Maar ik ga niet naar binnen, want mij kent iedere knaap; als ik in de synagoge ben, moet ik vooraan bij de raad van oudsten plaats nemen, en dan zouden jullie daardoor verraden zijn!"
Hoofdstuk 49: Verdeeldheid in de synagoge. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] wat hebben we nu aan Mozes en al de profeten, wat zelfs aan Jehova, die met Mozes en de profeten gesproken heeft, maar ons nu al meer dan een eeuw in het diepste moeras laat steken!? Of we nu al roepen tot men ons tot aan de sterren hoort, toch meldt zich geen Jehova, en hij laat ons erger in de schandelijkste narigheid zitten, dan een totaal lichtzinnige bruidegom zijn arme, tienmaal verleide en ongelukkig gemaakte bruid! Daarbij hebben wij nog de eer om 'Gods volk' te heten, terwijl juist de zogenaamde goddeloze heidenen dát hoge aanzien hebben en in het bezit van al die macht en al die rijkdommem der aarde zijn, die Jehova aan Zijn David volgens de Schrift beloofd heeft, -wat echter nooit vervuld werd!
Hoofdstuk 49: Verdeeldheid in de synagoge. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Er staat met goddelijke hoofdletters: 'En jouw rijk zal in eeuwigheid niet ophouden!' Kijken we nu eens naar het eeuwige rijk van David! O schitterende leugen van een profeet die David vleide! Hoe vaak eindigde het rijk van David reeds! Hij zelf heeft al het genoegen gesmaakt om dat aan de zijde van zijn zoon te beleven, en zou de zoon niet door een eik gevangen zijn, dan zou de brave David nog tienduizend psalmen voor zijn lieve Jehova hebben kunnen zingen, maar dan had Absalom toch op de troon gezeten! -Laten wij echter het verleden rusten en het beloofde eeuwige rijk van David in deze tijd beschouwen! O prachtig rijk! Misschien bevindt de ziel van David zich in de keizers van Rome, wier rijk er in ieder geval nu veel beter uitziet om eeuwig voort te duren, dan het slakkenrijk van de grote man naar het hart van God! Broeders, is het voor jullie nog niet zonneklaar dat onze gehele oude leer een pure fabel is, alleen maar bestaande uit verzonnen namen uit de oertijd?! En wij zijn nog steeds de dwazen, en zijn eraan gehecht alsof er werkelijk het een of andere heil te verkrijgen zou zijn! Wat voor ezel of os in mensengedaante zal er nog een oude, gerafelde mantel aan zijn lichaam dulden, als hij voor de oude, tien nieuwe van de beste kwaliteit kan krijgen?!
Hoofdstuk 49: Verdeeldheid in de synagoge. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[18] De SPREKER zegt: "Denken jullie soms dat je mij daarmee straft? Oh, dan vergis je je geweldig! Als jullie dwazen willen blijven en verhongeren, doe dat dan maar en blijf in jullie oude nacht en duisternis! Oude domkoppen, geef mij eens een voorbeeld van een getuige van God, die een dode uit het graf teruggeroepen heeft zoals deze timmerman van ons!"
Hoofdstuk 49: Verdeeldheid in de synagoge. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[20] De SPREKER zegt: " Jullie God zal jullie op de jongste dag zien komen! Geen mens weet er ook maar iets van of God, zoals wij Hem uit de Schrift kennen, ooit een mens uit de dood in het leven teruggeroepen heeft! Omdat geen mens dat ooit heeft beleefd en aan het einde van zijn korte aardse leven alleen maar de zekere dood voor ogen had, werd hij erg bang en begon met een bedroefd gemoed angstig te vragen: 'Wat ben ik, en waar kom ik terecht als dit leven eindigt?' En omdat het aan zogenaamde Godsknechten, die wij de bespottelijk slechte eer hebben om te zijn, nooit heeft ontbroken, moesten die als troost voor de vele vragenden en ten bate van hun eigen belang toch iets uitdenken, dat de vele moeilijke vragenstellers wat rustiger zou maken. Zo ontstond dan de opwekking op de jongste dag, die de hemel waarschijnlijk nooit zal laten aanbreken. Wij denkende dwazen laten ons daarmee ook nog voor de gek houden, en zijn daardoor blind voor de ongelofelijke daden en gebeurtenissen, die voor onze ogen, neuzen en oren plaats vinden! Is het dan werkelijk zoiets groots voor een man, als hij zich als grijsaard nog steeds niet kan losmaken van de reeds geheel beschimmelde kindersprookjes?
Hoofdstuk 49: Verdeeldheid in de synagoge. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[21] Wat willen jullie dan verder nog met de oude handel van de Joden, die het bij de tegenwoordige verlichting der volkeren geen halve eeuw meer kan uithouden? Zo gek zal ik in ieder geval niet zijn om het eind van deze blinde leer af te wachten, die slechts bestaat uit inhoudsloze geschiedkundige namen, of ook wel namen en sprookjesachtige fabels, die de bakers wel voor de vuist weg aan hun zuigelingen verteld zullen hebben, en waaruit de volgroeide zuigelingen dan een prachtige godsdienst in elkaar geflanst hebben, waarin geen systeem en geen vonk van de een of andere Griekse logica is te ontdekken!
Hoofdstuk 49: Verdeeldheid in de synagoge. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[23] Maar het is in der eeuwigheid verre van mij om mij Jehova niet wijzer voor te stellen dan een door zijn kinderjuffrouw gevormde profeet, die bij al zijn domheid nog net genoeg gezond verstand over heeft om een zo duistere leer te bedenken, dat hij deze zelf volstrekt niet begrijpt en niet kan begrijpen, wat ook aan zijn bedoeling beantwoordt, omdat die leer dan door elk ander mens nog minder begrepen zal kunnen worden! -Zeg mij maar niets meer over jullie Jehova! Waarlijk, als eerlijk mens moet ik mij nu eerst recht gaan schamen dat ik ooit zo'n onmenselijk domme leer heb kunnen aanhangen!
Hoofdstuk 49: Verdeeldheid in de synagoge. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] De OUDSTEN zeggen, woedend en verbaasd over de spreker: "Godloochenaar! Godslasteraar! Weet je, dat je volgens Mozes nu door je godslasterlijke toespraak verdiend hebt om meteen in de synagoge gestenigd te worden? Hoe durf je het aan, om andere mensen in hun onwankelbare geloof te schokken en aan God en Mozes te laten twijfelen, omdat jij geen geloof hebt?
Hoofdstuk 50: Verdediging der oudsten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] De SPREKER, die tijdens deze ernstige, grondige les zijn stoïcijnse rust geen ogenblik verloren had, zegt: "Beste vrienden en broeders! Dat wat jullie mij nu voorgepreekt hebben, weet ik net zo goed als jullie, maar het doet mij nu voor het eerst gedurende mijn leven temidden van jullie genoegen, dat ik bij deze gelegenheid het geluk heb te ondervinden, dat jullie net als ik niet op je achterhoofd gevallen zijn! Wat jullie gezegd hebben is waar, maar mijn vraag is daardoor toch niet beantwoord.
Hoofdstuk 51: De nagemaakte ark des verbonds. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Het is waar, wat jullie gezegd hebben; dat zie ik zelf heel goed in, hoewel ik jullie met schijnbare tegenargumenten een por tussen de ribben heb willen geven, opdat je nu eindelijk eens dat zwijgen zou verbreken. En zie, het is mij gelukt om jullie voor het eerst, gedurende de twintig jaar dat we samen zijn en samenwerken, heel openlijk met mij te laten spreken!
Hoofdstuk 51: De nagemaakte ark des verbonds. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  90 - 91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115  ...