17481 resultaten - Pagina 1011 van 1166
... 999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023 - 1024 ...
[15] Bruno doet al het mogelijke om zijn wat opgewonden gemoed tot bedaren te brengen, maar de lomperd wil niet geheel uit zijn hart wijken. Nadat hij zijn innerlijk geleidelijk aan tot rust heeft gebracht, zegt Bruno tot de lomperd: 'Vriend, uit jouw opzettelijk beledigende tegenwerping heb ik duidelijk opgemaakt, dat je mijn woorden niet in het minst hebt begrepen. Ik heb jullie om te beginnen tot oprecht geduld gemaand, want zonder dat kan geen mens ooit iets waardevols bereiken. Daarna heb ik jullie laten zien hoe een mens slechts vooruit komt en zijn gewenste doel bereikt, wanneer hij zijn eigen, onbeduidende wil zo beteugelt, dat hij daarmee de wil van een wijze in zich kan opnemen en dan niet meer de verkeerde eigen, maar uitsluitend de betere, vreemde wil daadkrachtig in zich laat werken.Hoofdstuk 112: Bruno onderricht zijn pupillen. Bedenkingen tegen weder geboorte en vrije wil. Bruno geeft hun opheldering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[19] De lomperd zegt: 'Zou je eerder zo verstandig met ons hebben gesproken, dan zou ik je ook anders tegemoet zijn getreden. Je hebt echter voordien alleen maar zeer geleerd en orthodox tegen ons geredeneerd, zodat we je zelfs met de beste wil van de wereld niet anders hadden kunnen begrijpen. Het voor jou onaangename gevolg daarvan was, dat ik je daarom namens mijn talrijke broeders enkele 'complimenten' heb moeten maken. Ik neem ze echter weer terug, omdat ik uit jouw laatste corrigerende woorden heb begrepen, dat je toch niet zo simpel bent als ik dacht. Na jouw laatste toelichting staan de effecten er heel wat beter voor en we zien nu allemaal de noodzakelijkheid in van wat je hebt verteld over het geduld en het vervangen van de menselijke wil. Ja, ja, op deze manier zou het ook kunnen, al is het ook met veel moeite, want een oud paard laat zich niet zo goed dresseren als een jong paard, maar dat doet niets ter zake wanneer juffrouw geduld maar op de juiste plek zit!'
Hoofdstuk 112: Bruno onderricht zijn pupillen. Bedenkingen tegen weder geboorte en vrije wil. Bruno geeft hun opheldering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] De lomperd zegt verder: 'Dat wij mensen nu echter zo ongelooflijk dom zijn, vooral wat het christelijk geloof betreft, kan geen God ons kwalijk nemen! Want de hogere en de lagere geestelijkheid heeft met de lieve leer van Christus toch zo huisgehouden, dat het tenslotte zelfs de domste varkenshoeder moest opvallen hoe de dienaren van de heilige godsdienst, zelf in overvloed levend, de gedoopte aanhangers van de alleenzaligmakende rooms-katholieke kerk niets zozeer op het hart hebben gebonden als de lieve, hemelse armoede, liefde en geduld, en een onvoorwaardelijke gehoorzaamheid, in de eerste plaats ten opzichte van de kerk en haar zogenaamde goddelijke dienaren, en vervolgens ook ten opzichte van de staat, voorzover deze de belangen van de alleenzaligmakende kerk diende!
Hoofdstuk 113: Rede van de lomperd over de misvorming van de religie door de priesters - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] De goddelijke leer is zo gegeven, dat iedere geest daaruit dat voedsel kan halen, dat het beste bij hem past, zich daarmee kan voeden, daardoor kan groeien en tot volmaaktheid kan komen.
Hoofdstuk 114: Bruno's door de Heer ingegeven antwoord. Bewijs van de Goddelijkheid van Jezus' leer. Haar onuitputtelijke rijkdom en veelzijdigheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Zoals op de aardbodem twee verschillende planten heel goed naast elkaar kunnen opgroeien en tot rijpheid komen, zo kunnen ook uit dezelfde goddelijke leer verscheidene, confessioneel nog zo verschillend ingestelde geesten geheel ongehinderd hun geestelijke volmaaktheid bereiken.
Hoofdstuk 114: Bruno's door de Heer ingegeven antwoord. Bewijs van de Goddelijkheid van Jezus' leer. Haar onuitputtelijke rijkdom en veelzijdigheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[17] Dat is niet het geval met de goddelijke leer van Christus. Iedere verplante twijg krijgt wortels, groeit verder, groeit al spoedig uit tot een levensboom en draagt vruchten. Dat is dan het belangrijkste verschil tussen een werk van God en het dode werk van een mens. Het is tevens ook het grootste bewijs voor de onloochenbare goddelijkheid van een leer, die onder de meest verschillende vormen van eredienst bij een goede en gewetensvolle verzorging steeds dezelfde levensvruchten draagt.
Hoofdstuk 114: Bruno's door de Heer ingegeven antwoord. Bewijs van de Goddelijkheid van Jezus' leer. Haar onuitputtelijke rijkdom en veelzijdigheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] De spreker zegt: 'Vriend, je hebt die zaak met verbazingwekkende logica uiteengezet en ik moet je daarvoor uit naam van alle gasten danken! Maar nu komt er nog een belangrijke vraag; als je ook die overtuigend juist beantwoordt, dan heb je ons allen voor je gewonnen en we zullen je tot leider van ons gezelschap maken. De vraag luidt als volgt:
Hoofdstuk 115: Kritiek op Rome. Deze wordt door Bruno belicht. Over het nut van de nacht - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Zo zal de Heer dan Zijn leer te rechter tijd zuiveren op een manier, die iedereen de schellen van de ogen zal doen vallen! Alles bij elkaar genomen schaadt het echter niemand, wanneer hij in naam nog bij de Roomse hoort, want ik kan jullie allemaal verzekeren, dat de Heer de roomse lammeren zeer liefheeft. Maar wat tot nu toe nog niet gebeurde, staat nu voor de deur!
Hoofdstuk 116: Misvorming van de zuivere leer van God tengevolge van de vrije wil van de mens. Het einde van de lankmoedigheid van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Zelf ben ik vaak daarover in gesprek geraakt met heel eenvoudige lieden, die zulke gemene streken net zo beoordeelden en zeiden: 'De religie is niets anders dan een al in vroeger tijden slim bedacht middel om de arme mensen zand in de ogen te strooien en ze door het voorspiegelen van hemel en hel en fraai ogende bedriegerijen zo in toom te houden, dat deze dan uit vrees voor de hel of uit verlangen naar de hemel de arbeidsschuwe priesterkaste de beste hapjes moeten brengen, maar zelf armzaliger moeten leven dan de gemeenste kettinghond; natuurlijk alles 'tot meerdere glorie van God'! Waaruit dan overduidelijk zou blijken, dat er ofwel nooit een Jezus zou hebben bestaan, of dat hij toch onmogelijk Gods Zoon kan zijn geweest! Wanneer men de inrichting van de wereld, die zo ongeëvenaard wijs geschapen is, beschouwt en daarnaast de loffelijke grondbeginselen van de alleenzaligmakende rooms-katholieke godsdienst, volgens welke men helemaal zonder nadenken alles moet geloven, al is het nog zo dom en onlogisch, en als men daarbij nog moet beamen dat alleen de roomse leer de zuiver christelijke is, dan moet men toch inzien dat dezelfde God, die alles zo uiterst wijs heeft geschapen, onmogelijk zo'n leer kan hebben gegeven ter opwekking van de mens.
Hoofdstuk 113: Rede van de lomperd over de misvorming van de religie door de priesters - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Ik ben van mening dat ieder mens toch voor een zuiver goddelijke leer, evenals voor een opgaande zon, in hoge mate achting en ontzag zou moeten hebben, het allermeest de verkondiger van zo'n leer die enig is in zijn soort. Maar wat echter, als juist de papen de zuivere leer van Christus het allerminst respecteren en haar als puur mensenwerk voor hun heers- en zelfzuchtige doeleinden omvormen? Ja, als ze zo langzamerhand alleen nog maar in schril contrast staat met wat de oorspronkelijke leer voorschrijft, moet dan niet ieder dieper nadenkend mens voor zichzelf tot de volgende slotsom komen: een leer, die zelfs door de priesters niet daadwerkelijk wordt geacht, maar slechts door uiterlijke, nietszeggende ceremoniën wordt beoefend, kan niet goddelijk zijn! Indien voor zuiver goddelijke dingen zelfs het vee nog respect heeft, hoeveel te meer zou dan de met gezond verstand begiftigde mens dat moeten hebben.
Hoofdstuk 113: Rede van de lomperd over de misvorming van de religie door de priesters - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Waarom knoeien de mensen dan met de verheven schepping van God en tonen zij de Godheid metterdaad, dat ze met de oorspronkelijke, door de Schepper ingestelde orde helemaal niet tevreden zijn? Een geluk voor de hemellichamen, dat ze niet door mensenhand kunnen worden bereikt, anders zouden ze allang een andere orde hebben gekregen. Wat laat de mens eigenlijk onaangetast van datgene wat hij met zijn zinnen en handen kan bereiken? Ik zeg je, niets! Zouden alle dingen op aarde daarom niet door God moeten zijn geschapen, omdat de onvoldane mens zijn hand ernaar heeft uitgestoken en veel dingen zelfs heeft veranderd? Vriend, geef me nu eerst antwoord op deze vraag, dan zullen we verstandig en wijs verder praten over de goddelijke leer!'
Hoofdstuk 114: Bruno's door de Heer ingegeven antwoord. Bewijs van de Goddelijkheid van Jezus' leer. Haar onuitputtelijke rijkdom en veelzijdigheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Met de leer van God is het net zo gesteld als met de overige schepping. Zij is voor het oog van het wereldse verstand een zeer wanordelijke dwaasheid, en het zoekt daarin tevergeefs die vaste ordening, die het 'natuurlijke logica' noemt. Wonderdaden en morele leerstellingen, meestal in mystieke beelden, worden ogenschijnlijk ordeloos met elkaar vermengd. Hier leest men een wondersprookje, daar een vermaning. Op een andere bladzijde een op zichzelf voortreffelijke moraal, die echter voor het wereldse verstand met de andere gelijkenissen en gebeurtenissen nog minder samenhang heeft dan de meest ongeordende plantengroei in een boerenweiland. In de leer van God aan de mensen is dit toch allerminst in tegenspraak met de goddelijke ordening, maar bekrachtigt deze veeleer, want juist daardoor dwingt de Godheid de trage natuur van de mens tot aanhoudend nadenken en veelvoudig zoeken om behoorlijk wegwijs te worden in datgene, wat haar aanvankelijk in de buitenkant van de leer toch zo wanordelijk en zonder enige logica voorkomt.
Hoofdstuk 114: Bruno's door de Heer ingegeven antwoord. Bewijs van de Goddelijkheid van Jezus' leer. Haar onuitputtelijke rijkdom en veelzijdigheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] De tweede spreker zegt: 'Hoe kom je daar nu weer bij? Geloof jij dan werkelijk nog in hel of vagevuur? Nee, daar zou ik zelfs in mijn droom niet aan denken. Christus zal toch een heel stuk wijzer en ook beter zijn dan wij beiden. Zeg mij eens, zou jij met jouw kille hart, in staat zijn om iemand naar de jezuïetenhel te verdoemen en dat voor eeuwig, áls er al een zou zijn? Ik zeg je, dan zou men ronduit een duivel moeten zijn. Hoe stel jij je Christus dan eigenlijk voor, als je Hem tot zoiets in staat acht?'
Hoofdstuk 117: De twijfelaars geloven nu, maar sommigen zijn bang om naar de Heer te gaan. Tweespraak tussen een kerksgezinde en een vrijdenker. Humor in het geestenrijk - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Het hele gezelschap schiet daarop in de lach en de eerste spreker zegt: 'Vriend Bruno, ik vraag je ook deze spreker zijn mond wat te snoeren, want hij bekladt mijn goede naam. Wat gaat het hem eigenlijk aan, dat ik een vriend was van Gods dienaren? Laat hem toch niet zulke toespelingen maken, waardoor iedereen mij begint uit te lachen!'
Hoofdstuk 117: De twijfelaars geloven nu, maar sommigen zijn bang om naar de Heer te gaan. Tweespraak tussen een kerksgezinde en een vrijdenker. Humor in het geestenrijk - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Op dit moment komt ook Bruno vol eerbied naar Mij toe en zegt: '0 Heer, U alleen zij alle liefde, eer en aanbidding! Als een onnutte knecht draag ik deze schare aan U over, die U volgens mijn overtuiging nu geheel van ganser harte toebehoort.'
Hoofdstuk 118: Bardo's eigenzinnigheid; Niklas' terechtwijzing. De duizendkoppige menigte, in de geest verenigd, mag de genade van de Heer ervaren - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)