Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 1011 van 1110

...  999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023 - 1024  ...
[10] Wij zijn nu immers, God zij dank, toch zeker ook hemels mooi. Alle mannen die hier in grote aantallen aanwezig zijn, hebben ons al met veel welgevallen bekeken, alhoewel wij ons daarop niet laten voorstaan - want wij weten immers, dat alle uiterlijke schoonheid een geschenk van de Heer is. Maar dat juist Martinus en die machtige vriend van jullie bij ons helemaal niets vinden wat hun welgevallig zou kunnen zijn, is toch wel beledigend voor ons.
Hoofdstuk 125: Borem en de nonnen, die ziek van hart zijn - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] BOREM zegt: 'Ja, mijn zeer geliefde zusters, jullie verlangen is terecht. Heb slechts een klein beetje geduld en jullie hart zal al gauw overvloedig worden verzadigd. - Jullie weten immers, dat een goede arts eerst de zieken geneest en dan pas bij de gezonden een bezoek aflegt.
Hoofdstuk 125: Borem en de nonnen, die ziek van hart zijn - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] Zo gebeurt het hier ook. Als die beide patiënten volledig hersteld zullen zijn, dan zal die arts ook naar jullie toe komen. Heb daarom nog een beetje geduld en volg mij - ik zal jullie allen iets wonderbaarlijks laten zien!'
Hoofdstuk 125: Borem en de nonnen, die ziek van hart zijn - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[20] BOREM zegt: 'Lieve zusters, jullie verlangen is heel goed en terecht. Maar jullie delen mij dit mee, voordat jullie hebben ervaren wat ik jullie wil tonen. Weten jullie dan of dat niet juist voor jullie hart is bedoeld? Weten jullie dan al van tevoren, waaruit het wonderbaarlijke bestaat, dat ik jullie wil laten zien? Is het wonderbaarlijke dan alleen voor de ogen? Kan er ook niet iets zeer wonderbaarlijks zijn, dat alleen voor het hart bestemd is?
Hoofdstuk 125: Borem en de nonnen, die ziek van hart zijn - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[22] Als dat zo is, hoe kunnen jullie, lieve zusters, dan denken, dat ik jullie hier, in het rijk van het hart van God, ergens naar toe zou willen brengen, waar er alleen maar voor de ogen wonderbaarlijk lijkende dingen zijn?
Hoofdstuk 125: Borem en de nonnen, die ziek van hart zijn - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[23] Ik zeg jullie: hier is alles slechts voor het hart bedoeld! Het oog getuigt alleen maar door het licht van alles wat er in het hart gebeurt en wat er van hart tot hart gebeurt. Zo is ook het wonderbaarlijke wat ik jullie wil laten zien, niet voor jullie ogen doch alleen voor jullie hart bedoeld.
Hoofdstuk 125: Borem en de nonnen, die ziek van hart zijn - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[24] Maar omdat hier in het Godsrijk niemand blind is en ieder zijn gezichtsvermogen heeft dat net zo krachtig is als het hart -, is het oog inderdaad ook altijd getuige van datgene wat er voor het hart gebeurt en uit het hart komt. En zo zullen jullie datgene wat er voor jullie hart gebeuren zal, ook met jullie ogen zien. Volg mij daarom nu!'
Hoofdstuk 125: Borem en de nonnen, die ziek van hart zijn - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] IK zeg: 'Jullie hebben wel gelijk, dat jullie hart met afschuw wordt vervuld door zo'n ergerlijk gejoel. Maar daarbij moeten jullie toch alleen naar Mij en niet naar jullie zelf kijken, anders werpen jullie jezelf tot rechters op. Dat zou dan erger zijn dan al dat loze gescheld van deze nog zeer slechte badgasten.
Hoofdstuk 126: Lastertaal van de badende aanhang van de draak – Geruststellende uiteenzetting van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Zie, lieve vrienden en broeders, jullie ergeren je nu aan het loze schelden en lasteren van deze badgasten. En het is juist, dat jullie daar in je hart heel ontstemd over zijn. Maar Ik zie daarnaast in jullie allen ook een gloed, die als ze machtig genoeg zou zijn, deze badgasten voor eeuwig van kant zou maken. En deze gloed is erger dan dat zinloze, machteloze schelden.
Hoofdstuk 126: Lastertaal van de badende aanhang van de draak – Geruststellende uiteenzetting van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Beheers jullie daarom en laat ze allemaal schimpen en schelden. Mettertijd zullen ze uitgescholden zijn en overgaan tot een diep berouw. Ze zullen dan nog heel lieve en trouwe broeders voor ons allen worden en vooral zusters, want het grootste deel is vrouwelijk.
Hoofdstuk 126: Lastertaal van de badende aanhang van de draak – Geruststellende uiteenzetting van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Dat ze volkomen machteloos zijn, kunnen jullie gemakkelijk zien aan het feit, dat ze zich nog geen millimeter boven het bad uit kunnen bewegen. Wat voor eer zou er dan voor ons te behalen zijn, als wij ons nu op hen zouden wreken, omdat wij machtig, zij echter totaal machteloos zijn? Ik denk dat deze roem zou lijken op die van een leeuw die zich tot muggenvanger zou verlagen.
Hoofdstuk 126: Lastertaal van de badende aanhang van de draak – Geruststellende uiteenzetting van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Ik raad jullie allemaal aan, om voortaan altijd naar Mij te kijken en daarbij op te letten wat Ik doe, dan zullen jullie voortaan geen ergernis en geen lust tot oordelen meer in jullie hart bespeuren. Mij gaat dit alles het meeste aan en toch ben Ik rustig. Wees daarom des te meer rustig, daar al deze scheldpartijen jullie niet in het minst betreffen!
Hoofdstuk 126: Lastertaal van de badende aanhang van de draak – Geruststellende uiteenzetting van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] Opdat jullie je echter niet langer ergeren aan dit loze gescheld, gaan jullie nu met Mij mee naar die deur, waar Borem, Martinus en Chorel nu al staan met de vele vrouwen. Deze deur die nu voor jullie ogen nog gesloten is, zal Ik opendoen. Jullie zullen daar ruim gelegenheid krijgen in heel je wezen tot in de laatste vezel van jullie nogal hoogmoedige hart deemoedigheid te betrachten, wat jullie allemaal vooral nodig hebben. Volg Mij daarom nu; zo zij het!'
Hoofdstuk 126: Lastertaal van de badende aanhang van de draak – Geruststellende uiteenzetting van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] Onthoud dit: op de aardbol zijn nu vele maaiers aangesteld; er zal een grote zifting plaats vinden! Ik zal genoodzaakt zijn om veel mensen het stoffelijk lichaam te ontnemen tot uitroeiing van alle hoererij. Ik heb op aarde getuigen laten opstaan, en wat Ik nu met jou hier bespreek, heb besproken en nog zal bespreken en doen, zie, dat alles wordt tegelijkertijd op aarde opgeschreven en aan het vlees bekendgemaakt! Maak je daarom geen zorgen, dat Ik jullie na de opening van deze deur op een of andere manier zou verlaten, maar bedenk: nu pas zal Ik eeuwig en onveranderlijk vast bij jullie blijven!
Hoofdstuk 127: Bij de gesloten zonnedeur - De verhouding van licht tot werkzaamheid - Gedragswenken voor de sfeer van de wijsheid - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] De vrouwen ontdekken zelfs enkele prachtige bloemen en zouden er zelfs graag een paar willen plukken. Maar Borem en Chorel raden hun dat af, omdat het op de zon als een slecht voorteken wordt gezien, als er op een verkeerde tijd aan een gewas iets wordt beschadigd; want alles moet daar volgens de strengste orde geschieden.
Hoofdstuk 128: Op de lichtgevende zon - De Heer als Laatste - Martinus als reisgids - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  999 - 1000 - 1001 - 1002 - 1003 - 1004 - 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023 - 1024  ...