17481 resultaten - Pagina 1017 van 1166
... 1005 - 1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023 - 1024 - 1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 ...
[6] Johan Kernbeiss zegt: 'Je hebt gelijk en ik ben geheel jouw mening toegedaan, maar de zaak blijft toch nog altijd verrassend wonderbaarlijk.' De generaal zegt: 'Zeer zeker, dat zal ook geen engel betwisten; maar wij zijn er niet om haar te doorgronden, maar om haar te bewonderen en er dankbaar van te genieten!'Hoofdstuk 131: De grote maaltijd. De generaal en zijn vriend Kernbeiss. Thomas dankt hen voor de eerdere kuur. Blik op de aardse hel - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Hoeveel onzin heb ik jullie op aarde voorgezwetst, zodat zelfs hier nog sommigen met een of andere domheid, die ik jullie als priester aanpreekte, opgescheept zitten. Maar dit alles zal hier door mij aan jullie weer goedgemaakt worden. Domheden moeten opgeruimd worden en in plaats daarvan moeten, voorzover het in mijn vermogen ligt, wijze lessen komen. Hij, die mij dit zuiver hemelse ambt heeft gegeven, moge jullie en ook mij voor dit doel sterken!
Hoofdstuk 131: De grote maaltijd. De generaal en zijn vriend Kernbeiss. Thomas dankt hen voor de eerdere kuur. Blik op de aardse hel - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Ik zeg: 'Ja, Mijn beste broeder Thomas, als je Mij met zulke aangelegenheden van je hart begint aan te komen, zul je inderdaad gauw moeten uitroepen: 'Vader, hou op met zegenen!' Kijk, met deze hartewens heb je zelf in één keer al je schulden tegenover Mij gedelgd. Jij moet daarom meteen met een nieuw stralenkleed en een als de zon stralende wijsheidshoed worden gekleed. Robert, daar aan de zuidkant zie je een kast van puur goud, ga daarheen en haal een gewaad en een hoed, want dat is de ware kledij voor allen bij wie de wijsheid en de liefde in gelijke mate samengaan!'
Hoofdstuk 128: Thomas' bede voor de nog in de voorzaal verblijvende schare van zijn voormalige vijanden. Hij wordt met een eregewaad en een wijsheidshoed gekleed. Zijn eerste opdracht - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Als hij daar nu zo in nieuwe kleren staat, zeg Ik tegen hem: 'Wel broeder, je bent nu volmaakt en verzadigd van Mijn genade, liefde en wijsheid. De maaltijd hier is bereid en het ontbreekt ook niet aan gasten die voor deelname waardig zijn gemaakt. Zoals je echter daarnet zelf hebt aangegeven, bevinden zich buiten in de voorzaal ongeveer drieduizend nog heel arme geesten onder leiding van een generaal die jij goed kent. Deze man heeft een goed en verstandig hart en zijn woord heeft grote invloed op zijn aanhang. Ga jij nu met broeder Dismas, die de generaal op aarde heel goed heeft gekend, naar de voorzaal en probeer die rechtschapen man, met behoud van de vrijheid van zijn hart, voor Mij te winnen, en via hem ook het hele grote gezelschap. Heb je je eerste missie in dit rijk van het ware leven goed volbracht, dan zul je na de maaltijd voor grote taken gesteld worden. Want Ik zeg je: in Mijn rijk zijn er vele en door jou nog nooit vermoede grote taken van allerlei soort. Ga daarom nu vlug; aan Dismas zul je een buitengewoon wijze helper hebben.' Thomas zegt: 'O goede, heilige Vader, hoe goed zorgt U toch voor het verloren schaapje, voor de verloren stuiver en voor de verloren zoon! U zij eeuwig alle eer en roem, liefde en aanbidding!'
Hoofdstuk 128: Thomas' bede voor de nog in de voorzaal verblijvende schare van zijn voormalige vijanden. Hij wordt met een eregewaad en een wijsheidshoed gekleed. Zijn eerste opdracht - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] De generaal staat verbaasd, als hij achter Dismas de hem bekende monnik Thomas in lichtende kleren en in een vriendelijke houding ziet staan. Hij reikt hun beiden meteen de hand en zegt: 'Gegroet, beste vrienden! Duizend keer welkom! Maar vriend Thomas, hoe ziet u er uit? Toen mijn gezelschap u daarnet tegen mijn eigenlijke wil vastgreep vanwege het mislukken van het 'Onze Vader', de voorgestelde mis en nog menig woord dat niet meer vermeld behoeft te worden, was u zo zwart als een oude moriaan en nu straalt u als een zon! Hoe bent u tot zo'n enorme verheerlijking gekomen? Hebt u dat dan toch door het mislezen en door het latijnse 'Onze Vader' gekregen? Hebt u daardoor misschien zelfs de Godheid gevonden? O zeg mij welke weg u bent ingeslagen, waardoor u zo'n ware staat van zaligheid hebt bereikt?'
Hoofdstuk 129: 129 Thomas en Dismas bij de generaal en zijn drieduizend zielen tellend gezelschap. Uitleg over Jezus en de weg tot het heil. Rede van de generaal. De Heer bij de deur van de zaal des levens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Na deze uitleg krijgt de generaal al spoedig meer moed, nadert Mij met grote eerbied en zegt: '0 Heer, vergeef mij en ons allen onze grote vrijpostigheid, waarmee wij het wagen Uw heiligheid in het aangezicht te zien! Maar wat kunnen wij arme schepselen eraan doen, dat de verhouding tussen ons en de eeuwige Schepper zo ontzettend armzalig is? Wij allen zijn voor U, o Heer, totaal niets en U alleen bent alles in alles. Het is al een ongelooflijke zaligheid dat een schepsel, na het wegvallen van het aardse lichaam, de mogelijkheid wordt gegeven om U te aanschouwen. Wat voor grotere dingen zou ik me hier nog kunnen wensen? O God, Verhevene, welk een gelukzaligheid doorstroomt hier mijn hele wezen, nu ik U eindelijk eens zie en de almachtige stem uit Uw mond verneem!
Hoofdstuk 130: De menigte voor de Heer. Generaal Theowalds levensweg naar God. Wat tijdens het aardse leven een mysterie was, wordt opgehelderd in het hiernamaals. Jezus' woorden over licht en leven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Hoe vaak heb ik op aarde gevraagd: 'Bestaat er een God of niet? Als er een God bestaat, waar is Hij dan, hoe ziet Hij er uit? Is de joodse leraar Jezus soms datgene wat de legenden over Hem zeggen? Hij, een mens zoals wij, zou God zijn, God, die de oneindige ruimte met talloze myriaden schepselen en wezens van allerlei soort uit Zichzelf heeft geschapen?' Maar op al deze belangrijke vragen kreeg ik nooit een bevredigend antwoord, want de hemel was afgesloten en de sterveling vroeg tevergeefs naar de eeuwig Levende. Alleen aardse, sterfelijke mensen deden soms hun best om mij een ander idee over God bij te brengen. Zij vertelden mij over Uw wonderdaden op aarde, die klonken als sprookjes en daardoor ook veel te zwak waren om aan mijn vorsende geest te geven wat hij zocht. Om kort te gaan: ik zocht en vond niets! Ik klopte overal aan, maar er was nergens iemand, die mij naar waarheid zou hebben gezegd: 'Kom binnen vriend, hier zul je vinden wat je zoekt.'
Hoofdstuk 130: De menigte voor de Heer. Generaal Theowalds levensweg naar God. Wat tijdens het aardse leven een mysterie was, wordt opgehelderd in het hiernamaals. Jezus' woorden over licht en leven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] De graaf zegt heel boos: 'Hou nu je grote mond, of ik sla hem dicht, vervloekte galgenbrok! Nu heeft me dit gemene stuk canaille de brutaliteit om mij, eerste edelman van heel Hongarije, te treiteren. De duivel hale je, jij gemeen hondsvod! Als ik wil bidden, dan bid ik, en ik zal het zo'n stuk schoelje zeker niet aan zijn varkens neus hangen! Uit mijn ogen, anders zal ik je de kracht van mijn edelmansarmen eens laten voelen!'
Hoofdstuk 133: De graaf en de meedogenloze. Beider levensgeschiedenis. Hun eensgezinde, sombere Godsloochening. De trotse koningstroonpretendent en zijn beklagenswaardige einde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Ik denk dat wij ons zonder omhaal gevangen moeten laten nemen en met onze vermeende vijanden gemene zaak moeten maken. Het lijkt mij trouwens dat wij feitelijk helemaal geen vijanden kunnen hebben, want hoe zouden we ons hier vijanden hebben kunnen maken, als we behalve met elkaar nog met geen enkele ziel in aanraking zijn gekomen?'
Hoofdstuk 134: Troost betekent voor de terechtgestelden in de eerste plaats wraakzucht. Uitwerking van de vreemde stemmen. Nood leert bidden. De heilsstem - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Maar het beste zou toch zijn als wij zouden beginnen met bidden. Weliswaar heb ik op aarde nauwelijks iets voor dommer gehouden dan vooral de rozenkrans en de Latijnse gebeden, maar hier komt het mij voor dat het misschien toch goed zou zijn om tot een of andere allerhoogste Godheid te bidden. D, mijn vriend, die op aarde een franciscaan was, zult toch nog wel enkele gebeden kennen, b.v. het 'Onze Vader' in het Latijn, het Duits, Sloveens of Hongaars. Baat het niet, dan zal het ons toch ook niet kunnen schaden. Weest u daarom zo goed om ons iets voor te bidden, al is het maar voor ons plezier.'
Hoofdstuk 134: Troost betekent voor de terechtgestelden in de eerste plaats wraakzucht. Uitwerking van de vreemde stemmen. Nood leert bidden. De heilsstem - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Zo verloor ik tenslotte elk geloof in een God. Alles was volgens mijn denkbeelden toe te schrijven aan het toeval, veroorzaakt door willekeurig werkende krachten der natuur. Daardoor werd ik dan in de maalstroom van de wereldgebeurtenissen meegesleurd; daarin vond ik de smadelijke dood, die mij de poort tot dit leven opende. Nu ben ik hier en zie een ander leven en zie ook U, de enige die mij het leven gaf. Het rijk met de vele vragen is ten einde en in U, 0 Heer, staat nu het levende antwoord voor mij! Ja, zo is het: het leven op aarde is niets anders dan één grote vraag, die hier pas beantwoord wordt. 0, U zij eeuwig dank, omdat U de worm in het stof gedenkt!'
Hoofdstuk 130: De menigte voor de Heer. Generaal Theowalds levensweg naar God. Wat tijdens het aardse leven een mysterie was, wordt opgehelderd in het hiernamaals. Jezus' woorden over licht en leven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Ik zeg: 'Mijn beste Theowald, de levensverhoudingen op aarde zijn anders dan die in de geestelijke, onvergankelijke wereld, maar zij moeten zo zijn, opdat daaruit dit ware, volkomen leven kan ontstaan. Weliswaar is ieder mens al tijdens zijn aardse leven geroepen door het nauwkeurig naleven van Mijn woord, dat hoofdzakelijk in de vier bekende evangeliën geschreven staat, de weg vrij te maken om zich van dit volmaakte leven te verzekeren, maar omdat ieder mens, om een eeuwig levende geest te worden, over zijn volledig vrije wil moet kunnen beschikken, gebeurt het dan ook maar al te vaak, vooral bij het voortschrijden van deze tijden, dat de mensen zich hun oren door de wereldse sirenenstem doof laten maken en hun ogen door het bedrieglijke licht van de glans van de wereld laten verblinden.
Hoofdstuk 130: De menigte voor de Heer. Generaal Theowalds levensweg naar God. Wat tijdens het aardse leven een mysterie was, wordt opgehelderd in het hiernamaals. Jezus' woorden over licht en leven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Ik zeg: 'Mijn lieve kinderen, Ik moet jullie openlijk bekennen dat jullie, ofschoon jullie bijna allemaal kinderen van de wereld zijn, toch in veel dingen verstandiger zijn dan de kinderen van het licht. Jullie hebben je daardoor heel wat bespaard, wat jullie anders nog hadden moeten doormaken. Omdat jullie echter zo verstandig van hart zijn en zoveel liefde voor en vertrouwen in Mij in je gemoed laten ontkiemen, zal jullie dan ook veel worden kwijtgescholden. Wees maar blij dat jullie op aarde geen dictators waren, want deze zullen Mij van een heel andere kant te zien krijgen! Verhef je nu allen en luister naar wat Ik jullie ga zeggen:
Hoofdstuk 130: De menigte voor de Heer. Generaal Theowalds levensweg naar God. Wat tijdens het aardse leven een mysterie was, wordt opgehelderd in het hiernamaals. Jezus' woorden over licht en leven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] De nieuwe gasten kunnen zich er maar niet genoeg over verbazen hoe het toch mogelijk was, dat zij allen zo vlug werden bediend. Een naaste vriend van generaal Theowald zegt daarop het volgende: 'Beste vriend, wat voor een indruk krijg jij ervan dat wij allen, zeker meer dan drieduizend in getal, slechts door twee broeders, namelijk de voormalige monnik en de ons bekende Dismas, eensklaps rijkelijk van brood en wijn konden worden voorzien? Daarvóór bracht slechts, als ik me niet vergis, de beruchte Robert Blum met een paar dozijn ongelofelijk mooie meisjes enkele flessen wijn en ook enkele broden. Toen de beide broeders begonnen uit te delen, dacht ik bij mezelf: nou, voordat die twee dit geringe aantal flessen en broden aan allen mathematisch nauwkeurig hebben uitgedeeld zoals in het leger, zullen de eersten wel weer honger en dorst hebben voordat de laatsten aan de beurt komen! Maar het ging heel anders. Als bij toverslag had iedereen een beker wijn en een respectabel stuk goed smakend hemelbrood in zijn handen; de ongeveer dertig flessen wijn waren helemaal leeg en van het brood was het laatste stuk tot op de laatste kruimel verdeeld. Zeg mij nu eens, hoe deze zaak op een ook maar enigszins begrijpelijke, natuurlijke wijze mogelijk kon zijn. Voor mij is dat een volslagen raadsel!'
Hoofdstuk 131: De grote maaltijd. De generaal en zijn vriend Kernbeiss. Thomas dankt hen voor de eerdere kuur. Blik op de aardse hel - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Thomas zegt: 'Vanzelfsprekend; wanneer de mensen zich tegenover elkaar gedragen zoals het behoort, dan doen zij dat ook tegenover God, want God de Heer wil immers van de mensen niets anders dan dat niemand zich hoger acht dan een ander en niemand rechter speelt over een ander. Wij beiden hebben toch nooit iets tegen elkaar gehad en hebben elkaar daarom ook niets te vergeven. Dat jij hier echter in deze geestenwereld een beetje meehielp om mij eruit te gooien, heeft met onze aardse vriendschap toch niets te maken. Dat geldt des te minder, omdat je mij daardoor een uitstekende dienst hebt bewezen. Zonder deze gebeurtenis zou ik misschien tot op heden nog in mijn monnikendomheid zijn blijven steken, terwijl ik nu de tegenover jullie begane domheden door de genade van de Heer weer ruimschoots kan goedmaken.
Hoofdstuk 131: De grote maaltijd. De generaal en zijn vriend Kernbeiss. Thomas dankt hen voor de eerdere kuur. Blik op de aardse hel - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)