Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 1018 van 1110

...  1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023 - 1024 - 1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031  ...
[2] Wij weten door onze wijzen en de geesten van onze grote wereld, evenzo door de geesten van vele andere planeten die ons vaak bezoeken en wij weten het ook uit de mond van niet zelden tot ons komende engelen van de allerhoogste Geest; dat wij bewoners van deze wereld niet alleen uiterlijk heel mooi zijn, maar ook zedelijk zo rein, dat zelfs de zuiverste lichtwezens aan ons geen gebreken kunnen ontdekken. En dat zij ons steeds hun bezoek waard vinden, zich met ons in alle reinheid goed vermaken en ons in kennis stellen van de wonderbaarlijke werken, die plaats vinden in de oneindige engelen - en wereldrijken van de allerhoogste Geest die jullie God en Vader noemen, en van de steeds grotere en nog meer onbegrijpelijke wonderwerken die er nog steeds van ogenblik tot ogenblik bij worden geschapen.
Hoofdstuk 151: Vraag van de drie schoonheden aan de Heer, waarom Hij en de Zijnen niet in hun woningen zijn gekomen - Het wijze antwoord van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] IK zeg: 'Moreel heeft niemand van jullie daar schuld aan. Ik weet wel het beste, hoe het met jullie gesteld is en ken jullie uiterlijk, jullie zuivere zeden en jullie woningen. Maar evenals jullie, zijn ook wij vrij en doen wat we willen. Niemand heeft het recht van ons rekenschap te eisen en tegen ons te zeggen: 'Waarom doen jullie dit en dat?', want wij zijn volkomen vrij en doen wat we willen.
Hoofdstuk 151: Vraag van de drie schoonheden aan de Heer, waarom Hij en de Zijnen niet in hun woningen zijn gekomen - Het wijze antwoord van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Maar dit moeten jullie bij al je wijsheid toch ook weten, dat wij door wijsheid alleen helemaal niet worden aangetrokken, maar slechts door de juiste, levende liefde! Als men ons op juiste wijze lief heeft, dan zullen wij de drang van jullie hart wel volgen. Maar jullie vermeende grote wijsheid zal ons nooit ook maar een halve stap verder brengen!
Hoofdstuk 151: Vraag van de drie schoonheden aan de Heer, waarom Hij en de Zijnen niet in hun woningen zijn gekomen - Het wijze antwoord van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] O jullie ijdele, domme ganzen, O jullie schandvlekken van de mensheid: geloven jullie dan dat de Heer jullie voor de ijdelheid of als een versiering van de hemel heeft geschapen? Geloven jullie dan altijd het recht te hebben, ons mannelijke wezens met al jullie domheid tot een bijna ondraaglijke last te worden? Sta op en gedraag jullie in het vervolg wijzer, anders laten wij jullie allemaal in de steek en jullie kunnen dan alleen voor jullie afschuwelijke domheden leven!
Hoofdstuk 152: Verdeemoedigende werking van de lichamelijke schoonheid van de drie zonnemeisjes op de andere vrouwen - Martinus' donderpreek en de raad van de Heer aan de geërgerde vrouwen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Als echter alle engelen en geesten ons een dergelijk getuigenis geven en bij ons helemaal niet terughoudend zijn, dan begrijpen wij niet wat jullie dan toch wel bij ons ontdekken, waarom jullie je zo weinig tot ons voelt aangetrokken. Wij vragen de andere geesten nooit om bij ons te komen. Maar toch komen ze graag, omdat ze bij ons steeds datgene vinden, wat hun groot plezier doet en vreugde geeft. Maar jullie nodigden wij dringend uit zo goed we maar konden langs de zuivere weg van de wijsheid van onze hoogste wijzen. Maar op jullie lijkt dat weinig of helemaal geen uitwerking te hebben gehad. Zeg ons toch, jij verhevene, wat daarvan nu de werkelijke oorzaak kan zijn. Zeg ons waarom jullie nog niet in onze woningen zijn gekomen, waar duizenden op jullie wachten!'
Hoofdstuk 151: Vraag van de drie schoonheden aan de Heer, waarom Hij en de Zijnen niet in hun woningen zijn gekomen - Het wijze antwoord van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Ik heb echter wel gemerkt, dat jullie je eerder tot Mij gerichte wijze woorden alleen maar als een dekmantel gebruikten, om jullie werkelijke liefde voor Mij te verbergen. Maar Ik ben geen vriend van dergelijke verhullingen, maar alleen van de volledige openheid van het hart! Willen jullie dus Mij en al de Mijnen hier in jullie woningen brengen, dan moeten jullie uiterlijk niet anders willen lijken, dan zoals het innerlijk met jullie is gesteld; want Ik doorzie elke allergeheimste vezel van jullie leven. Wat Ik echter zie, dat zien al de Mijnen hier en nog talloze anderen, die evenals dezen hier volkomen en voor eeuwig de Mijnen zijn!'
Hoofdstuk 151: Vraag van de drie schoonheden aan de Heer, waarom Hij en de Zijnen niet in hun woningen zijn gekomen - Het wijze antwoord van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Uit louter heimelijke gal, omdat deze zonnemeisjes inderdaad oneindig veel mooier en wijzer zijn dan zij, vallen deze zottinnen als gevulde strozakken op de grond en roepen: 'O wee, wee, wij lelijkerds.', alleen omdat hun onverdraaglijke ijdelheid gekrenkt werd. 0 jullie ganzen, willen jullie dan soms vanuit je onnozelheid nog mooier zijn dan deze dochters van de hemelse wijsheid, die zo hoog is, dat ze ons mannelijke geesten de zeer terechte bewondering afdwingt? Ik zeg jullie, dat je er nog lang niet bent!
Hoofdstuk 152: Verdeemoedigende werking van de lichamelijke schoonheid van de drie zonnemeisjes op de andere vrouwen - Martinus' donderpreek en de raad van de Heer aan de geërgerde vrouwen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Wanneer jullie zoals tot nu toe in je domheid zulke loffelijke vorderingen zult maken, zouden jullie als gevolg daarvan nog wel eens lelijker kunnen worden dan dezelfde gast, die ik met broeder Borem aan twee kettingen naar mijn woning heb gesleept! Daarom opstaan jullie, als jullie nog langer bij ons willen blijven!'
Hoofdstuk 152: Verdeemoedigende werking van de lichamelijke schoonheid van de drie zonnemeisjes op de andere vrouwen - Martinus' donderpreek en de raad van de Heer aan de geërgerde vrouwen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] IK zeg: 'Jullie hebben toch zelf een mond en een tong; zeg hem dan zelf, wat jullie niet aanstaat. Mij heeft Martinus geen pijn gedaan; want het was goed dat hij jullie door een beetje getier wat wakker heeft gemaakt.'
Hoofdstuk 152: Verdeemoedigende werking van de lichamelijke schoonheid van de drie zonnemeisjes op de andere vrouwen - Martinus' donderpreek en de raad van de Heer aan de geërgerde vrouwen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] IK zeg: 'In jullie echte deemoed, in jullie gehoorzaamheid en in de echte liefde tot Mij! Maar door jullie ijdelheid zullen jullie Mij moeilijk een of andere genade ontlokken. Doe daarom wat Martinus jullie heeft aangeraden, dan zal alles goed komen. Wordt vriendinnen met deze drie en houdt van ze, dan zullen jullie geen last meer hebben van hun schoonheid!'
Hoofdstuk 152: Verdeemoedigende werking van de lichamelijke schoonheid van de drie zonnemeisjes op de andere vrouwen - Martinus' donderpreek en de raad van de Heer aan de geërgerde vrouwen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] DE ZONNEDOCHTERS merkten echter heel goed, in welke verlegenheid de vele vrouwen gebracht werden door hun ontkleding. Daarom naderen ook zij de vrouwen en zeggen: 'Geachte, aan ons geslacht verwante zusters, leg af en werp weg, wat jullie niet waardig is, dan zal onze gestalte jullie niet langer in de war brengen.
Hoofdstuk 153: Geruststellende woorden van de drie zonnekinderen - Martinus opnieuw in verzoeking - De vrouwen van de aarde in harmonie met de vrouwen van de zon - Het bevel van de Heer om in de woningen van de zonnedochters te trekken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Niet wij immers, maar de kracht van de allerhoogste Geest heeft jullie evenals ons zo geschapen, als het in Zijn oneindige wijsheid goed en raadzaam was. Als wij echter werken van een- en dezelfde eeuwige Meester zijn, hoe zouden wij ons dan wederzijds verachtelijk kunnen aankijken en voorrang willen hebben wegens bepaalde eigenschappen, die niet onze verdienste zijn, doch die alleen God ons heeft verleend?
Hoofdstuk 153: Geruststellende woorden van de drie zonnekinderen - Martinus opnieuw in verzoeking - De vrouwen van de aarde in harmonie met de vrouwen van de zon - Het bevel van de Heer om in de woningen van de zonnedochters te trekken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Wees daarom vrolijk, lieve zusters van hetzelfde geslacht! Kijk ons niet langer met scheve ogen aan, dan zullen jullie ons uiterlijk net zo gemakkelijk verdragen als dat van jullie zelf. Zie, zelfs jullie mannen, voor wie wij zeker nog veel aantrekkelijker zijn, verdragen ons immers. Dus denken wij, dat jullie ons als geslachtsverwanten nog des te gemakkelijker zullen kunnen verdragen.'
Hoofdstuk 153: Geruststellende woorden van de drie zonnekinderen - Martinus opnieuw in verzoeking - De vrouwen van de aarde in harmonie met de vrouwen van de zon - Het bevel van de Heer om in de woningen van de zonnedochters te trekken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] MARTINUS zegt bij zichzelf: 'Maar dan wel ternauwernood! Want jullie zijn nu ontzettend bekoorlijk! De lichtste aanraking van een arm zou iemand als ik immers ogenblikkelijk in zo'n grote extase brengen, dat men uit brandende wellust als een opgeblazen kikker meteen uit elkaar zou kunnen springen!
Hoofdstuk 153: Geruststellende woorden van de drie zonnekinderen - Martinus opnieuw in verzoeking - De vrouwen van de aarde in harmonie met de vrouwen van de zon - Het bevel van de Heer om in de woningen van de zonnedochters te trekken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] DE VROUWEN zeggen: 'O heerlijke dochters van deze betere, grote aarde! Het is aan een kant wel waar, dat wij in het begin een beetje ijdel waren en we benijdden jullie zelfs heel erg om jullie schoonheid. Maar nu moeten we bekennen, dat het toch eigenlijk die voor ons onbegrijpelijke schoonheid is, die ons treft. Want onze ogen zijn te ongeoefend om een dergelijke aanblik te verdragen. Daarom vragen wij jullie, engelendochters, toch weer een kleed te willen aantrekken, anders zouden wij vanwege jullie aanblik helemaal moeten vergaan, hoewel wij in zekere zin al zalige geesten zijn en jullie nog wezens van deze aarde, met vlees en bloed omhuld!'
Hoofdstuk 153: Geruststellende woorden van de drie zonnekinderen - Martinus opnieuw in verzoeking - De vrouwen van de aarde in harmonie met de vrouwen van de zon - Het bevel van de Heer om in de woningen van de zonnedochters te trekken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023 - 1024 - 1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031  ...