15542 resultaten - Pagina 1018 van 1037
... 1006 - 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023 - 1024 - 1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 ...
[4] Stel je de oneindigheid voor, of een ruimte, waarin zich een middelpunt bevindt, van waaruit naar alle kanten stralen uitlopen, waarvan het begin weliswaar het middelpunt is, maar waarvan het einde nergens meer is te vinden.Hoofdstuk 21: De vlieg als verzamelpunt van het leven - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[7] En Ik zeg daarop: Dit is natuurlijk onmogelijk, zolang Hij in Zichzelf verblijft en geen schepsels uit Zich wil scheppen en vormen. Wanneer Hij tengevolge van Zijn oneindige liefde sinds eeuwigheden schepsels van de meest uiteenlopende soort heeft geschapen -vanaf de meest volmaakte geest tot aan de onbeduidendste atoomachtige diertjes toe -en aan die talloze wezens het leven gaf, ieder naar zijn aard, door welk leven heeft de Schepper dan wel deze talloze wezens bezield, bezielt Hij ze nu nog en zal Hij ze eeuwig beziel en? !
Hoofdstuk 21: De vlieg als verzamelpunt van het leven - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[12] Dat een komeet iets dergelijks doet, bewijst de hem omgevende vaak zeer uitgestrekte dampkring, welke zich gewoonlijk aan de van de zon afgewende kant uitstrekt in een lange staart. Deze staart is niets anders dan een vertraging van de van de zon uitgaande stralen. Ze worden door de negatieve polariteit in hun oorspronkelijke snelheid geremd en worden, doordat ze terug gaan naar het lichaam dat hen aantrekt, als een buitengewoon tere damp zichtbaar.
Hoofdstuk 22: De vlieg en het ontstaan van de kometen - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[13] Kijk, hiermee heeft de zon een nieuwe kostganger erbij gekregen die vele van haar stralen zal verteren, totdat hij tenslotte een planetaire dichtheid krijgt. Wanneer hij die eenmaal heeft bereikt, dan geeft hij, doordat zijn centrum zwaar is geworden, zonder schade aan eigen vastheid aan de zon haar stralen overvloedig terug. Want hij neemt tijdens zijn planetaire reis niet alleen de stralen van de zon, in wiens gebied hij zich bevindt op, maar zuigt ook de stralen van andere zonnelichamen in massa's aan en leidt ze dan in zekere zin naar zijn moeder toe.
Hoofdstuk 22: De vlieg en het ontstaan van de kometen - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[18] Wanneer het dierlijk leven zich begint te vormen kan het nergens meer blijven steken, maar begint geleidelijk aan zijn terugweg naar het oercentrum van alle leven!
Hoofdstuk 22: De vlieg en het ontstaan van de kometen - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[21] Daarom zal het ook niet moeilijk te begrijpen zijn waarom Ik, als het oerleven van alle leven, als Vader en Verlosser naar de aarde ben gekomen en daar de mensen tot Mijn kinderen heb gemaakt en hun een weg heb bereid naar Mijn hart.
Hoofdstuk 22: De vlieg en het ontstaan van de kometen - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[6] Omdat de geest een positie -polaire kracht is, streeft hij voortdurend naar de meest ongebonden vrijheid en is hij in gebonden toestand slechts zo lang rustig als hij van de hem omgevende negatieve polariteit -dus van zij n eigen omhulsel -geen ongewone belemmering ondervindt. Ondergaat deze van buitenaf een of andere druk, dan wordt de geest spoedig in zijn beklemming gewekt en reageert hij door uitzetting, die zich door het fenomeen van het lichten kenbaar maakt.
Hoofdstuk 23: Oorzaak en wezen van het licht - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[8] Men behoeft slechts naar een vechtend leger te kijken en het kan iemand onmogelijk ontgaan, hoe deze woede-uitstraling duizenden en nog eens duizenden pakt en meesleurt in de bloedige strijd. Door dit voorbeeld is ook het lichten verklaard, want de positief polaire geest, die door de negatieve polariteit is ingesloten, raakt door een flinke klap ook in woede, wat eigenlijk het zich bewustworden van zijn gevangenschap is.
Hoofdstuk 23: Oorzaak en wezen van het licht - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[1] Kijk eens opmerkzaam naar de zon. Wie kan er bepalen hoe ver haarstralen uiteindelijk reiken? Stel de leeftijd van de zon op meer dan honderdduizend deciljoen jaren. In deze voor jullie onvoorstelbaar lange periode heeft de zon haar stralen voortdurend in de oneindige ruimte gezonden, zodat er nu nog stralen, die het eerst van haar uitgingen, op weg zijn in de verre oneindigheid. Maar er zijn ook ontelbare stralen tot haar teruggekeerd vanaf de punten waar ze opgevangen werden. Het fenomeen van de verzamelpunten is beter te begrijpen, wanneer men inziet, dat de dagelijks schijnende zon steeds verkondigt: 'Zie, zo lang al zend ik mijn stralen uit in de oneindigheid en toch is mijn licht gedurende deze voor mensen onvoorstelbaar lange tijd niet zwakker geworden!'
Hoofdstuk 22: De vlieg en het ontstaan van de kometen - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[9] Zijn deze geesten reeds volmaakte geesten? Deze vraag moet volgens zeven verschillende aspecten worden beantwoord, want er zijn zeven verschillende soorten van geesten in de zon, die gezamenlijk het grote licht van de zon veroorzaken. Willen we de innerlijke aard van deze geesten nader Ieren kennen, dan moeten we zien naar de zeven geboden van de naastenliefde en naar de drie, die aan deze zeven ten grondslag liggen, waardoor de mens zijn verhouding tot God'zijn Schepper, kan kennen. Daarmee is de volledige cyclus van de geestenformatie op een zonnelichaam aangegeven. Ook de kleuren van de regenboog Iaat deze orde zien. Wat volgt hieruit? Niets anders dan dat de zon in haar innerlijke sfeer de verzamelplaats van zeven soorten van geesten is. Daaronder zijn er, die door de zon ter beproeving eerst op de planeten geplaatst worden en ook zulke die als voltooid zijn teruggekeerd. De eersten die nog onvolmaakt zijn, vormen de binnenste massa van het zonnelichaam, de tweede reeds voleindigde groep vormt het buitenste lichte omhulsel van het zonnewezen. Het zijn deze geesten, die door hun liefdesvibraties het stralen van de zon bewerkstelligen.
Hoofdstuk 24: Het wezen van de ether en van het zonlicht - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[3] Zo zijn dus deze atomaire wezens feitelijk negatief van aard en kunnen ze slechts zolang ze dit karakter behouden in de zon blijven. Nemen ze echter al te gretig een lichtverzadiging uit het positieve poolgebied van de zonnegeesten aan, zodat ze wat betreft het wezen van het licht zich maar heel weinig van de eigenlijk positiefpolaire geesten onderscheiden, dan worden ze door de positiefpolaire wezens met grote snelheid naar buiten gedreven.
Hoofdstuk 25: De vlieg als verzamelaar van licht en leven - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[5] Wat betreft het negatieve deel zullen de uitgaande atomaire wezens, vooral bij nadering van een hemellichaam, -omdat ze anti polair zijn -weer naar de zon terugkeren. En dit is het terugstralen van het uit de zon afkomstige licht. Omdat deze wezens zich door hungrote snelheid steeds rechtlijnig voortbewegen, wordt het ook begrijpelijk waarom de voorwerpen waar het zonlicht op valt zeer duidelijk te zien zijn.
Hoofdstuk 25: De vlieg als verzamelaar van licht en leven - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[7] Wanneer dus deze snelle lichtdragers uit de zon op een vorm stuiten, dan neemt die vorm -al naar gelang haar innerlijke geaardheid, de deeltjes die hij kan gebruiken tot zich. Wat voor hem onbruikbaar is, stoot hij met de grootste snelheid in alle richtingen terug.
Hoofdstuk 25: De vlieg als verzamelaar van licht en leven - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[4] Met betrekking tot deze eerste mens, formeel materieel bezien, zijn hele hulsglobes vol zonnen en werelden amper zenuwknobbeltjes van zij n wezen te noemen. En als deze mens ook in zijn om vang zich geheel als één leven beschouwt, evenals u zich als één leven beschouwt, bestaat hij daarom werkelijk slechts uit één leven? Om in te zien, dat deze grote wereldmens een zeer veelvoudig leven in zich draagt, behoeft men maar naar een zwerm vliegen te kijken. Ze zullen door hun gezoem bekend maken, dat zelfs zij reeds als eerste diertjes elk een afzonderlijk leven hebben. Hoeveel te meer moet een mens dit bij zichzelf inzien, en meer nog bij een aarde vol met volkeren en andere levende wezens. En nog veel meer bij een zon met haar volmaakte wezens en bij een centraalzon met haar zeer machtige geesten en tenslotte nog meer bij een hulsglobe als zodanig, die toch een nagenoeg onvoorstelbaar aan tal hemellichamen bevat, om niet te spreken van al de wezens die zich daarop bevinden.
Hoofdstuk 26: De vlieg als symbool van de deemoed - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[6] Nu wenden we onze blik naar de hemelmens, tegenover wiens grootte de grote wereldmens zich net zo verhoudt als een triljoenste deel van een atoom tot de grootte van de genoemde wereldmens. De hemel is in zijn menselijk aanzien zo groot, dat de talloze miljarden hulsglobes waaruit de grote wereldmens bestaat, gemakkelijk in de buis van een haartje op zij n lichaam plaats zouden kunnen nemen en daarbij nog al hun bewegingen daarin zouden kunnen maken, zonder ooit de wanden van dit haartje te raken!
Hoofdstuk 26: De vlieg als symbool van de deemoed - Jakob Lorber - Geheimen der natuur