17481 resultaten - Pagina 1019 van 1166
... 1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023 - 1024 - 1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 ...
[14] De graaf zegt: 'Mijn beste vriend, het is heel merkwaardig dat in deze schimmige geestenwereld alle radicalen zwart-geel worden! Straks is de Godheid Zelf nog helemaal zwart-geel!'Hoofdstuk 138: De graaf en de franciscaan over de pas vernomen stemmen. De graaf heeft nog steeds bedenkingen. Een man uit het volk roept Jezus aan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] Kijk vriend, ofschoon wij ons hier in een volledige duisternis bevinden, wordt het mij in mijn hart toch steeds lichter. Ik zie nu heel duidelijk in dat de mens niet voor de aarde, waarop hij slechts een voorbereidingsleven door moet maken, maar voor een eeuwigdurende geestenwereld is geschapen, waarin de hoogste zaligheid zich heel gemakkelijk kan manifesteren.
Hoofdstuk 138: De graaf en de franciscaan over de pas vernomen stemmen. De graaf heeft nog steeds bedenkingen. Een man uit het volk roept Jezus aan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] De graaf zegt: 'Bravo, vriend Miklosch, uw taal bevalt mij honderd keer beter dan die van pater Cyprianus. Werkelijk, een paap blijft toch eeuwig een gevoelloos wezen! Maar alles zij hem vergeven! Van nu af aan zal ik mij nooit meer boven iemand plaatsen, ook niet boven mijn ergste vijand. God geve ons allen een juist inzicht en een wederzijds, standvastig geduld. Zijn wil zij met ons allen!'
Hoofdstuk 139: Het begint bij de graaf te dagen. Een hooggebergte en een paleis worden zichtbaar. Liefdevolle lessen over de ordening in het hiernamaals - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] De franciscaan zegt: 'Heer graaf, u benadert deze kwestie wat al te behoedzaam. Ik zeg u, men moet de woorden van God niet zo letterlijk nemen, daar de hele Schrift toch enkel een zinnebeeldige voorstelling is van de hogere moraal, zoals een volmaakt mens die zou moeten hebben. Onder de lampolie wordt hoofdzakelijk de ware liefde tot God verstaan en onder het licht van de lamp de uit de liefde voortvloeiende wijsheid. De dwaze maagden hadden echter geen liefde en wilden ook de anderen hun liefde ontnemen, maar deze waren verstandiger en lieten zich niet misleiden. Zij gelastten de liefdelozen om de wereld in te gaan opdat zij daar de liefdesolie zouden kunnen halen. De liefdelozen gingen en vulden hun lampen, of beter gezegd hun harten, vol wereldse liefdesolie. Toen zij met de wereldse liefde in het huis van de bruidegom wilden terugkeren (waarin wij ons hier, zoals ik mij niet zonder reden voorstel, reeds geruime tijd bevinden), of beter gezegd: toen zij zonder ware liefde bij God aankwamen en toegang tot het hemelrijk verlangden, kon de Godheid toch nauwelijks iets anders tot hen zeggen dan: 'Ik ken jullie niet met die liefde van jullie, die Ik nooit als de Mijne heb voorbestemd! Ga dus daarheen, waar je liefde van afkomstig is!' Ziet u, heer graaf, zo begrijp ik deze en nog veel andere teksten, en zo is het ook bedoeld. Daarom meen ik dan ook, dat u de Godheid van al te veel hardheid beschuldigt. Laten wij ons nu eens allen daaroverheen zetten en de geboden hulp aangrijpen! Werkelijk, het kan ons niet zo slecht vergaan, dat zegt mijn hart me!'
Hoofdstuk 136: Gesprekken over Jezus. De religieuze ervaringen van de franciscaan. De graaf als bijbelkenner. Het eindvoorstel van de franciscaan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[19] De franciscaan zegt: 'Recht uit mijn hart gesproken! Zo is het! De genade en erbarming van God, Jezus Christus... of wij zijn allen aan de duivel overgeleverd! Dat waren wij immers al op aarde, vooral de laatste tijd; wij hadden bitter weinig medelijden met de honderdvoudige ellende van onze medemensen. Wij dreven hen als kalveren voor ons uit en schopten hen het slagveld op. Onze vijanden verging het jammerlijk wanneer zij door ons gevangen genomen werden. Om kort te gaan, als wij nog wraakgevoelens koesteren ten opzichte van diegenen door wier handen wij zijn gevallen, hoe groot zal dan de wraak zijn die wij hebben te verwachten van de vele duizenden, die door onze handen zijn gevallen en die even goede, sommigen misschien wel honderd keer betere mensen waren dan wij!
Hoofdstuk 136: Gesprekken over Jezus. De religieuze ervaringen van de franciscaan. De graaf als bijbelkenner. Het eindvoorstel van de franciscaan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] De franciscaan zegt: 'Beste heer graaf, u wilt mij plagen als een kwajongen, maar dat doet me niets, want ik weet waarom ik zo heb gesproken. U hebt echter van al mijn woorden helemaal niets begrepen, daarom is het u ook te vergeven dat u zo praat. Prees ik dan de handelwijze van de Oostenrijkse regering? Mijnheer, ik ken de gebreken van Oostenrijk even goed als wie dan ook. De Oostenrijkse keizer is als een soort Vesuvius voor alle gewesten van Oostenrijk, dat weet de Heer Jezus. Wij wilden echter met alle geweld een evenbeeld daarvan worden en dat was nu juist verkeerd. Daarom hebben wij, vanuit Gods standpunt bekeken, het ongelijk aan onze kant!
Hoofdstuk 137: De trots van de graaf komt nog eens boven. Aardse politiek vanuit het perspectief van het hiernamaals. De generaal en Robert over de twist van deze geesten. Het grote geduld van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] De franciscaan zegt: 'Hij, die meer geeft dan hij heeft, is een schelm en een grote schoft. Mijn mening was tenminste eerlijk, al was ik soms wat grof. Daar het hier voor ons allemaal even duister is, is het ook niet te verwonderen, dat onze controversen niet al te helder aan het licht konden komen! In wezen had ik echter toch gelijk, toen ik trachtte u ertoe te bewegen de hulp, die ons door de Heer Jezus werd aangeboden, aan te nemen. Mijnheer de graaf was echter vastbesloten om deze hulp niet aan te nemen, hoogstens onder allerlei belachelijke en ergerlijke voorwaarden. Nu hebt u het met eigen oren gehoord en daarom denk ik, dat u van nu af aan geen bezwaren meer zult maken.
Hoofdstuk 138: De graaf en de franciscaan over de pas vernomen stemmen. De graaf heeft nog steeds bedenkingen. Een man uit het volk roept Jezus aan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] De graaf zegt: 'Wacht toch nog even! Misschien krijgen we nog enkele wenken uit de onzichtbare mond, zodat we weten hoe we deze zaak moeten aanpakken. Men kan bij de allerhoogste Heer toch niet zomaar met de deur in huis vallen. U hebt werkelijk een helder verstand, ondanks de duisternis die ons omgeeft, maar u maakt de fout, dat u de hoogst mystieke levensverhoudingen van deze wereld met al te natuurlijke ogen bekijkt en hier net zo wilt handelen als op aarde in het huis van uw ouders. Weet u dan, wat zich hier boven en onder ons bevindt? Dat wil zeggen dat men zich hier nauwkeurig moet laten informeren, voordat men ook maar de eerste stap waagt.
Hoofdstuk 138: De graaf en de franciscaan over de pas vernomen stemmen. De graaf heeft nog steeds bedenkingen. Een man uit het volk roept Jezus aan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Miklosch zegt: 'Ja, zo denk ik er ook over! Wij zijn hier weliswaar geesten en daardoor heel wat lichter dan op aarde, maar van zo'n hoogte zou ik toch ook niet graag een salto mortale wagen. Laten we daarom nog een tijdje hier blijven totdat het wat lichter wordt; dan zal wel blijken wat ons verder te doen staat. Het komt mij in de geest voor, alsof wij hier binnenkort heel bijzonder bezoek zullen krijgen, en als mijn gevoel me niet bedriegt, komt daar juist vanuit het oosten al iemand recht op ons af.'
Hoofdstuk 139: Het begint bij de graaf te dagen. Een hooggebergte en een paleis worden zichtbaar. Liefdevolle lessen over de ordening in het hiernamaals - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[15] Miklosch zegt: 'Ik geloof dat we hem helemaal niet hoeven te roepen, hij komt toch al recht op ons af. Zijn nadering maakt een goede, zelfs weldadige indruk op mijn innerlijk. Dat moet een goed mens of een goede geest zijn. Het wordt nu ook lichter naarmate hij dichterbij komt en dat is iets heel merkwaardigs. Kijk daar eens naar het oosten; ergens achter die man ontwaar ik opeens door de nog dichte nevel heel duidelijk de omtrekken van een ongelooflijk groot paleis.'
Hoofdstuk 139: Het begint bij de graaf te dagen. Een hooggebergte en een paleis worden zichtbaar. Liefdevolle lessen over de ordening in het hiernamaals - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] De graaf zegt: 'Ja, zo min of meer, maar dat je je daarbij wat onbegrijpelijk hebt uitgelaten over het 'waar', zal ieder van ons wel hebben gemerkt. Hoe dan jouw persoonlijke gelijkenis met Jezus en Zijn werkelijke 'waar' tenslotte op een en hetzelfde kunnen neerkomen, dat, beste vriend, gaat me een beetje te ver. Want wat heeft jouw toevallige gelijkenis met het werkelijke 'waar' van de Heer Jezus te maken? Hoe kan dat samenvallen? Je moet je in je ijver misschien toch een beetje versproken hebben. Wees dus zo goed om ons deze zaak wat duidelijker uit te leggen.'
Hoofdstuk 140: Verdere vragen aan de vreemdeling over Jezus. Raadselachtig antwoord - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Na een tijdje vruchteloos wachten, komt er een uit het gezelschap naar de graaf toe en zegt: 'Vriend, ik was steeds een Magyaar naar lichaam en ziel en vreesde dood noch duivel. Mijn hele leven was gewijd aan de zware dienst voor Hongarije. Geen God had mij tot iets anders kunnen bewegen dan tot het dienen van het heil voor ons vaderland, maar ons aller inzicht was een hersenschim. Want wat wij ook deden in de vaste veronderstelling het vaderland te dienen, dat deden wij zonder God. Wel spraken wij gebeden uit voor het oor van het volk om het te bekoren, maar waar was toen ons hart, waar ons geloof, waar onze echte liefde voor God en voor het volk?
Hoofdstuk 138: De graaf en de franciscaan over de pas vernomen stemmen. De graaf heeft nog steeds bedenkingen. Een man uit het volk roept Jezus aan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] De spreker vervolgt: 'Beste vrienden en broeders, er is een goed idee in mijn ziel opgekomen en dat wil ik jullie meedelen. Kijk, wij zijn allen even ongelukkig geworden en niemand heeft iets voor op de ander. Hoe zou het zijn, als wij eens in echte broederliefde en vriendschap bij elkaar bleven en, zonder elkaar verwijten te maken, afwachtten hoe Gods almacht over ons zal beschikken? Het is toch al erg genoeg, dat we voor God zo bang zijn als een duif voor de klauwen van een arend. Denken jullie dan dat Gods oordeel over ons daardoor milder zal uitVallen? God doet wat Hij wil en geen eeuwigheid brengt Hem van Zijn eens genomen besluit af. Laten wij daarom tenminste onder elkaar vriendelijk zijn, mocht de Godheid ons misschien niet al te vriendelijk tegemoet treden! Het wordt nu werkelijk steeds lichter en daar boven lijkt de hemel me ook al echt blauw, maar sterren kan ik nog niet waarnemen. Waarschijnlijk zullen er hier ook geen zijn.'
Hoofdstuk 139: Het begint bij de graaf te dagen. Een hooggebergte en een paleis worden zichtbaar. Liefdevolle lessen over de ordening in het hiernamaals - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[25] De graaf zegt: 'Geachte beste vriend, dat is vanzelfsprekend, want ik zou veel liever helemaal niet bestaan, dan van iemand iets aan te nemen dat ik hem niet op de een of andere manier weer terug zou kunnen geven. Zo is ook mijn gehele gezelschap; daarvoor durf ik naar eer en geweten borg te staan. Maar, beste vriend, daar u vast al langer in deze streek woont en wel overal goed van op de hoogte zult zijn, zeg ons allen eens, hoe wij ons om hulp tot de enige God van hemel en aarde, dus tot Jezus de Gekruisigde, moeten wenden. Waar is Hij, en zullen onze zondige ogen ooit Zijn heilige aangezicht te zien krijgen?
Hoofdstuk 139: Het begint bij de graaf te dagen. Een hooggebergte en een paleis worden zichtbaar. Liefdevolle lessen over de ordening in het hiernamaals - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[27] De vreemdeling zegt: 'Heel goed, mijn beste vrienden! In deze wereld ben Ik, om zo te zeggen, overal volkomen thuis. Wat jullie verzoek betreft: jullie hebben je immers al tot de Heer Jezus gewend, waardoor het ook meteen lichter om jullie heen is geworden. Ik hoef jullie daarom over deze kwestie verder niets meer uit te leggen. Bewaar alleen Jezus in jullie harten, dan zullen jullie heel spoedig de beste hulp krijgen. Alleen moeten jullie al je van de wereld meegebrachte hoogmoed, trots en eigenwaan, ieder wraakgevoel en de vervelende zinnelijkheid jegens het vrouwelijk geslacht voor eeuwig verbannen en alles aan Jezus de Heer overlaten. Dan zullen jullie voor eeuwig bij Hem, om Hem en in Hem zijn! Want zijn goedheid is onmetelijk!'
Hoofdstuk 139: Het begint bij de graaf te dagen. Een hooggebergte en een paleis worden zichtbaar. Liefdevolle lessen over de ordening in het hiernamaals - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)