Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1019 van 1490

...  1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023 - 1024 - 1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032  ...
[8] Als het hele gezelschap op deze manier wat is bijgekomen, gaat de stoet weer verder. Maar daar de geestelijke aan zijn eigen voeten merkt dat hij bij eventueel verdere heuvels niet zo gemakkelijk meer een mars zonder te rusten zal kunnen volhouden, kondigt hij nu meteen aan dat bij het beklimmen van elke volgende hoogte een 'kruiswegstatie' wordt gebeden. Bij die gelegenheden ritst hij dan zelf uit. Wanneer de twaalf of in het ongunstigste geval de veertien staties ten einde zijn en de elkaar opvolgende, steeds iets steiler wordende hoogten nog niet ophouden, wordt na de laatste statie gelast de rozenkrans te nemen en deze eveneens op de eventuele nog volgende hoogten in gedeelten te bidden. Is de rozenkrans op deze manier ook uitgebeden en komt er nog steeds geen einde aan de alsmaar steiler wordende hoogten, dan wenden allen zich tot de priester en vragen hem wat het toch betekent dat er met al zijn verordeningen toch geen eind komt aan deze hoogten.
Hoofdstuk 48: Processie bij een zogenaamde hemelbestijging - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[15] Wat moet hij nu doen? Hij wordt hierover door zijn medehemelbestijgers met vragen bestormd; tevens wordt hem ook gevraagd waar dan de treden naar de hemel zijn. En de priester zegt: ik denk dat deze geweldige bergterrassen de treden zijn, vandaar dat jullie nu zelf ervaren hoe gezuiverd van elke zonde men moet zijn, wil men er op deze enorme hemeltreden niet door belast worden. Verder zegt hij nog: we zullen ons hier moeten opsplitsen, want het zou wel eens kunnen zijn, dat we op de volgende trede, omdat de ruimte steeds krapper lijkt te worden, niet meer allemaal een plaats kunnen vinden om daar tijdens het lof voor de Heer en de goddelijke drie-eenheid uit te rusten. Daarom gaan jullie, die het dapperst zijn, vooruit. Rust boven zolang uit totdat jullie zien dat wij hier opbreken en beklim dan onmiddellijk de volgende trap, als er nog een mocht zijn.
Hoofdstuk 48: Processie bij een zogenaamde hemelbestijging - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[18] Eindelijk na veel moeite en inspanning hebben gelukkig allen deze laatste hoogte beklommen, loven nu de geestelijke en zeggen: dit is toch een duidelijk bewijs dat niemand zonder zo'n geestelijke leidsman in de hemel kan komen. Maar de geestelijke zegt: ja, geliefde kinderen, dat is wel waar omdat God het Zelf zo heeft bepaald, maar niet mij, alleen God komt de eer toe! Want als ik naar mezelf kijk dan heb ik jullie in zekere zin eerder door vroom bedrog dan door mijn inzicht naar hier gebracht. Daar echter de Heer Zijn apostelen zelfs heeft aangeraden om slim te zijn, ben ik daardoor voor jullie gerechtvaardigd en het welslagen van mijn leiding toont jullie nu aan, dat ik jullie volgens de leer van onze alleenzaligmakende kerk volkomen redelijk en getrouw heb geleid. Laten we ons hier dus weer in de bekende volgorde opstellen en op weg gaan naar het eeuwige doel.
Hoofdstuk 48: Processie bij een zogenaamde hemelbestijging - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[21] Jullie zouden graag willen weten of het werkelijk Petrus en de aartsengel Michaël zijn? Ik zeg jullie: dit alles is slechts een verschijningsvorm die in naam van de Heer door engelgeesten tot stand wordt gebracht. Zo is ook deze hele hemel ontstaan en dat moet allemaal ook zo zijn, want anders zou het niet mogelijk zijn om vat te krijgen op geesten die zich hebben gebaseerd op iets dat onjuist is.
Hoofdstuk 48: Processie bij een zogenaamde hemelbestijging - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[23] Jullie vragen nu: hoezo dan? Dat is toch gemakkelijk te begrijpen! Het leven van de geest bestaat immers enkel en alleen bij de gratie van de daarin aanwezige liefde en de juist met deze liefde overeenkomende werkzaamheid.
Hoofdstuk 48: Processie bij een zogenaamde hemelbestijging - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[22] Daarom treft iedereen de geestelijke wereld en de hemel aan, zoals hij zich deze, gebaseerd op zijn geloof, in de geest heeft geschapen, met als enige uitzondering het vagevuur. Dit laat de Heer niet toe omdat daardoor grote schade toegebracht zou kunnen worden aan de geesten, als deze zich in zo'n beklagenswaardige toestand dan in plaats van tot de Heer slechts des te krachtiger tot de heiligen zouden wenden, of hulp van misoffers op aarde zouden verwachten. Dit alles zou de geest mettertijd geheel en al doden omdat de geest in dit opzicht helemaal zou afzien van eigen werkzaamheid en zijn zaligheid slechts zou zoeken in de directe of indirecte barmhartigheid van God, hetgeen met andere woorden gezegd niets anders zou betekenen dan het begaan van een geestelijke moord aan zichzelf!
Hoofdstuk 48: Processie bij een zogenaamde hemelbestijging - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[26] Wat echter deze (katholieke) hemel betreft, hij is geen belemmering voor het leven van de geest en kan hier als een goede, levendige school worden beschouwd waarin de geesten de ware hemel pas beginnen te herkennen. Hoe dat echter in deze hemel in zijn werk gaat, zullen we bij de volgende gelegenheid zo grondig mogelijk in de geest beschouwen. Hiermee genoeg voor vandaag.
Hoofdstuk 48: Processie bij een zogenaamde hemelbestijging - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Omdat ons gehele gezelschap al werd binnengelaten, proberen ook wij door deze gouden poort te komen. Om die reden hebben `Petrus' en 'Michaël' de poort ook opengelaten want ze weten wel, wat wij hier komen doen.
Hoofdstuk 49: Aan Abrahams tafel bij het aanschouwen van de heilige drievuldigheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Het is werkelijk wonderbaarlijk; we zien een bijna onafzienbare tafel die van de meest kostelijke spijzen voorzien lijkt te zijn en als we goed kijken, ontdekken we aan beide zijden een groot aantal gasten, die zich al flink tegoed doen. Ook zien we een heleboel bedrijvige wezens die de gasten ijverig bedienen, en ook nog dat menige gast zich heel belangstellend met deze dienende geesten over het een of andere onderwerp onderhoudt.
Hoofdstuk 49: Aan Abrahams tafel bij het aanschouwen van de heilige drievuldigheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Ik zeg jullie: dat zien jullie heel goed. Daarom zullen we ons terstond met ons gezelschap, dat juist op de tafel afstevent, in deze tuin begeven en alles wat er bij de tafel gebeurt in ogenschouw nemen.
Hoofdstuk 49: Aan Abrahams tafel bij het aanschouwen van de heilige drievuldigheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Kijk, ginds aan het eind van deze bijna onafzienbaar lange tafel zitten in volle glorie Abraham, Isaäk en Jacob en daar vlak voor ons is een gast met een hemelse tafeldienaar in gesprek. Wat zouden die met elkaar bespreken? Laten we wat dichterbij gaan dan zullen we het wel horen.
Hoofdstuk 49: Aan Abrahams tafel bij het aanschouwen van de heilige drievuldigheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Hoor maar, daar vraagt een reeds oververzadigde gast, die volgens jullie tijdrekening al ongeveer vier weken aan deze tafel zit te eten, aan de tafeldienaar: beste vriend, hoe lang zal deze heerlijke maaltijd nog duren? Waarop de bediende aan de gast vraagt: allerbeste vriend, waarom vraag je me dat? De gast zegt wat verlegen: goede vriend, ik zou het je niet vragen - ja, als ik op aarde zou zijn, dan zou ik zeker denken dat ik met zo'n vraag een zonde zou begaan, maar omdat ik nu in de hemel ben, waar men niet meer kan zondigen, weet ik ook dat zo'n vraag geen zonde is.
Hoofdstuk 49: Aan Abrahams tafel bij het aanschouwen van de heilige drievuldigheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] De eigenlijke reden voor mijn vraag is deze: kijk, voor God altijd alle lof en eer! Het is weliswaar onbeschrijfelijk heerlijk om hier te zijn en de spijzen en dranken smaken werkelijk hemels voortreffelijk, maar desondanks moet ik je eerlijk bekennen dat deze voortdurende eentonigheid me wat begint te vervelen. Daarom heb ik je gevraagd hoelang deze maaltijd nog zal duren.
Hoofdstuk 49: Aan Abrahams tafel bij het aanschouwen van de heilige drievuldigheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] De tafeldienaar zegt: wel beste vriend, heb je op aarde dan nooit gehoord dat de hemelse vreugden eeuwig en onveranderlijk voortduren? Hoe kun je mij dan vragen hoelang deze maaltijd nog zal duren? Kijk, zo'n maaltijd duurt toch eeuwig.
Hoofdstuk 49: Aan Abrahams tafel bij het aanschouwen van de heilige drievuldigheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] Onze gast zegt: o beste vriend, ik zeg je, geenszins; ik ben volkomen tevreden als ik tenminste maar een dienaar zoals jij zou mogen zijn, om op die manier toch wat beweging te hebben. Of als het geoorloofd zou zijn om tenminste zo nu en dan in deze mooie tuin wat rond te wandelen; dat zou dan naar mijn mening deze hemelse zaligheid aanzienlijk verhogen!
Hoofdstuk 49: Aan Abrahams tafel bij het aanschouwen van de heilige drievuldigheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  1007 - 1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023 - 1024 - 1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032  ...