Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 1020 van 1166

...  1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023 - 1024 - 1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033  ...
[6] De graaf zegt: 'Dat is allemaal heel mooi, goed en waar, maar het is en blijft zeer mysterieus!' De franciscaan valt hem in de rede: 'Ja, ja, mysterieus en nog eens mysterieus! Wij moeten blij zijn, dat deze vriend ons zo veel opheldering geeft, maar niet zijn voortreffelijke woorden nog bekritiseren. Ik heb niet de minste moeite met het tweede antwoord, maar u, heer graaf, zou wel weer de hele hand willen, waar u een vinger wordt toegestoken. Ik zie daarin werkelijk niet de hoffelijkheid, die u toch anders zo eigen was!' De graaf zegt: 'Vriend, dat gaat u niets aan. Als u traag van geest bent, blijft u dat dan maar, maar van mijn geest hoeft u geen traagheid te verwachten!'
Hoofdstuk 140: Verdere vragen aan de vreemdeling over Jezus. Raadselachtig antwoord - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] De vreemdeling zegt: 'Ja, mijn beste Bathianyi, kijk, zo is het hier nu eenmaal. Hier hoeft het iemand niet allemaal in één keer duidelijk te zijn. Zie je dan niet hoe deze omgeving niet in één keer vrij van nevel wil worden? Zo gaat het ook met menig antwoord. Een volledig antwoord maakt de geest traag, omdat hij verder niets meer te vragen heeft. Is echter het antwoord wat duister, dan wordt de geest uitermate ijverig om zich daarin weer meer duidelijkheid te verschaffen. Kijk, over het uiterlijk van Jezus heb je geen verdere bezwaren geopperd. Jouw geest viel na dit duidelijke antwoord meteen weer terug in zijn trage rust en vroeg niet verder, maar de vaagheid van het tweede antwoord wekte hem weer en dwong je toen verder te vragen. En dat is goed! Heb daarom in het vervolg maar geen scrupules over eventueel opkomende twijfels, want op het juiste moment zal alles je duidelijk worden.'
Hoofdstuk 140: Verdere vragen aan de vreemdeling over Jezus. Raadselachtig antwoord - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Beste vriend, hoe zou u een rangorde, die de Godheid toch Zelf heeft ingesteld, in één keer willen opheffen! Heeft de Godheid het niet zo beschikt, dat mijn stam in het grafelijke patriarchaat moest worden opgenomen? Als God echter eenmaal iets heeft bepaald, mogen mensen dat dan naar eigen goeddunken weer opheffen? Ik ben graaf van Godswege en daarom kan mij dit eervolle voorrecht niet worden ontzegd door een jaloerse franciscaan!'
Hoofdstuk 141: De franciscaan over de liefde. Hij bekritiseert de graaf. Diens aristocratisch antwoord. De bemiddeling van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] De graaf zegt: 'O, daar heb ik niets tegen in te brengen, maar naar mijn mening hebben wij geen scheidsrechter nodig, want u hebt gelijk op uw manier en ik op de mijne. Ik wil uw toekomstige zaligheid niets in de weg leggen en u laat mij van nu af aan naar de mijne toegaan. Zo spelen wij beiden zonder scheidsrechter op een gemakkelijke manier quitte.' De franciscaan zegt: 'Bij Hem halen doop en zalfolie niets uit! Iedereen kan gewonnen worden, zelfs een Judas Iskariot, maar bij een Hongaarse edelman is iedere nog zo goed bedoelde poging tevergeefs. Daarom: 'requiescat in pace!'
Hoofdstuk 141: De franciscaan over de liefde. Hij bekritiseert de graaf. Diens aristocratisch antwoord. De bemiddeling van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[14] Beste vriend Cyprianus, jouw redenering was weliswaar heel evangelisch christelijk en zou op aarde misschien veel goede uitwerking hebben gehad, maar welk effect heeft zij bij mijn vriend Bathianyi teweeggebracht? Juist het tegendeel van wat je wilde bereiken. Wat is daarvan de oorzaak? Niets anders dan datgene wat de Heer eens tot de Farizeeërs heeft gezegd, namelijk dat een blinde een andere blinde niet kan leiden!
Hoofdstuk 141: De franciscaan over de liefde. Hij bekritiseert de graaf. Diens aristocratisch antwoord. De bemiddeling van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Ziet u, waarde vriend, dat is nu juist de heilige Godsliefde, het geheim van al wat leeft en waarvan wij beiden nog nooit hebben gedroomd. Als ik mij niet vergis, heeft onze nog onbekende vriend juist deze liefde bedoeld, toen hij zei: 'Moge de liefde jullie leiden'. Hoe zal dat echter mogelijk zijn, als wij niet veel beter dan als kat en hond met elkaar omgaan? Eerlijk gezegd, heer graaf, wat mij het meest aan u ergert, is dat u niet eens uw titel wilt afleggen. Ik heb allang afstand gedaan van mijn pater franciscaan. Waarom hebt u dit niet allang gedaan met uw 'heer graaf? Geloof me maar op mijn woord, ik zou u als mens en broeder nooit met één woord hebben beledigd, als die 'graaf in u, die in dit geestenrijk slaat als een tang op een varken, mij niet steeds meer had gehinderd. Ik vraag u nu omwille van uw eigen heil: geef nu zelf voor eeuwig die 'heer graaf een flinke uitbrander! U zult dan nooit meer een woord van mij horen, dat u ook maar in het minst beledigt, en ik wil u ook voor alle beledigingen die ik u heb aangedaan van ganser harte om vergeving vragen. Doe het toch omwille van deze edele vriend, uit wiens mond al zo veel troostvolle woorden voor onze treurige harten zijn gevloeid.'
Hoofdstuk 141: De franciscaan over de liefde. Hij bekritiseert de graaf. Diens aristocratisch antwoord. De bemiddeling van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] De graaf zegt: 'Mijn beste Cyprianus, zo gemakkelijk wordt van 'de graaf’ geen afstand gedaan! Deze vriend, die zeer wijs lijkt te zijn, heeft iets dergelijks nog niet van mij verlangd, en als hij het al verlangd zou hebben, is het de vraag of ik aan zijn verlangen direct tegemoet zou zijn gekomen. Het geslacht Bathianyi is namelijk al heel oud, begrijpt u dat?' De franciscaan zegt: '0 ja!' De graaf zegt: 'Blijft u wat u bent, dan blijf ik wat ik ben! Wat kan het u schelen of ik al of niet een graaf ben? Zijn er dan geen heel vrome graven, vorsten en hertogen geweest? Kan men dan als graaf God niet evengoed liefhebben? Ik denk dat de fijne beschaving van een aristocraat voor een zuivere liefde geschikter zal zijn dan die van een ordinaire boerenpummel! God zou niet volmaakt zijn, als Hij een groter welgevallen zou hebben aan het onvolmaakte. Waarom worden dan zelfs in de hemel de meest volmaakte engelen' aartsengelen' genoemd? Men noemt hen ook wel 'lichtvorsten' en 'herauten van Gods macht'. God Zelf heeft dus al onder de eerstgeschapen geesten een bepaalde rangorde ingesteld, die Hij zelfs nauwgezet in acht neemt bij hemellichamen, bergen, zeeën, planten en dieren. En wel zo, dat alles elkaar moet dienen. Desalniettemin blijft de zon in het vervolg zon en kan niet verlaagd worden tot een gewone planeet. Ook de Chimboradzo blijft Chimboradzo en kan niet verlaagd worden tot een molshoop. Tussen de Amazonerivier en een beekje bestaat toch hopelijk ook een duidelijk waarneembaar verschil.
Hoofdstuk 141: De franciscaan over de liefde. Hij bekritiseert de graaf. Diens aristocratisch antwoord. De bemiddeling van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Zoudt u de Godheid niet willen verzoeken om zulke voorrangsrechten in de grote natuur af te willen schaffen? Waarom heeft Jehova dan destijds alleen een Saul, een David en een Salomo tot koning en heerser over het gehele joodse volk aangesteld? Had Hij naar uw mening niet beter het hele volk tot koning kunnen zalven? Zo heeft God, bij mijn weten, ook David de belofte gedaan, dat Hij uit zijn stam de toekomstige Messias van de wereld zou verwekken en dat zijn stam eeuwig zou blijven bestaan. Waarom moest Jezus dan juist uit Maria, die uit de koninklijke stam van David voortkwam, geboren worden en moest Jozef, die tot dezelfde stam behoorde, zijn pleegvader zijn? Hebt u nooit gelezen hoe, ik geloof in het boek der Kronieken, van Adam af het zuivere eerstgeboorterecht tot aan Jezus toe wordt aangetoond? Waarvoor zou dan zoiets goed zijn? Zouden naar uw mening niet beter alle mensen evenals de mussen aan elkaar gelijk kunnen zijn?
Hoofdstuk 141: De franciscaan over de liefde. Hij bekritiseert de graaf. Diens aristocratisch antwoord. De bemiddeling van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Och, mijn beste heer graaf, u kunt mij met nog zoveel bewijzen aankomen, toch zal ik steeds bij deze uitspraak van Christus blijven: 'Wat voor de wereld groot, hoog en vol luister is, is voor God een gruwel!' Ik zou willen wedden, dat wij in het hemelrijk noch een David, noch een Salomo als koning, en geen keizer Karel de Grote, geen heilige koning Stefanus van Hongarije en dus ook geen vorsten en graven zullen tegenkomen, maar als zij al in het hemelrijk verblijven, dan zijn het louter aardige, elkaar dienende broeders, die allemaal slechts één God, één Heer en één Vader hebben. In de hel daarentegen zouden best nog heel wat van die hardnekkige aartsaristocraten kunnen zijn, die elkaar nog steeds eer bewijzen! Ja, onze edele vriend daar mag me een muilpeer geven, als ik iets onwaars gezegd heb. Ik wil u hiermee alleen maar zeggen, hoe ik uw woorden heb begrepen. Onze edele vriend mag als scheidsrechter tussen ons beiden optreden, als u er niets op tegen hebt!'
Hoofdstuk 141: De franciscaan over de liefde. Hij bekritiseert de graaf. Diens aristocratisch antwoord. De bemiddeling van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[17] Een ware leer moet van een zachtmoedig, zuiver en verlicht hart uitgaan en er mogen geen satirische frasen in voorkomen, dan zal ze steeds de beste uitwerking hebben. Maar indien een nog zo zuivere leer duidelijk met ironie doorspekt is, sticht zij meer kwaad dan goed. Als ik me moet beteren, mag ik niet beledigd, maar alleen zachtmoedig en broederlijk overtuigd worden. Vriend Cyprianus bijt met zijn leer meer dan de scherpste paprika, maar jouw voorstel, broeder Miklosch, is iets anders. Daar kan men zich wel aan houden en ik zal mij er ook aan houden!'
Hoofdstuk 141: De franciscaan over de liefde. Hij bekritiseert de graaf. Diens aristocratisch antwoord. De bemiddeling van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[18] De franciscaan zegt: 'Ja, als jullie allen datgene willen, wat allang mijn vurigste wens was, zijn wij het allen met elkaar eens. Laten wij daarom deze lieve vriend vragen, of Hij ons de goede weg zou willen wijzen, die wij dan ook onverwijld zullen bewandelen!'
Hoofdstuk 141: De franciscaan over de liefde. Hij bekritiseert de graaf. Diens aristocratisch antwoord. De bemiddeling van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Bathianyi zegt: 'Vriend, jouw woorden zijn weliswaar als scherpe pijlen en treffen precies het centrum, maar toch verwonden ze geen enkel hart. Want volgens de enige ordening waarin een gemeenschap gelukkig kan leven, zijn ze volkomen waar. Ik en hopelijk wij allen nemen deze dankbaar aan. Naar aanleiding van jouw woorden vergeef ik ook van ganser harte al mijn aardse vijanden, want zij handelden werkelijk alleen maar in blinde overwinningsroes tegenover ons, hun vermeende grootste vijanden. God de Heer vergeve het hun; wat mij betreft hebben zij ten opzichte van mij geen schuld meer.
Hoofdstuk 142: Preek van de vreemdeling tegen de neiging tot oordelen. Tegenwerping van de franciscaan. De vreemdeling over de ordening van het hart - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Alleen zou ik de Heer van hemel en aarde willen vragen of Hij mijn vrouwen kinderen zou willen gedenken en hen zo zou willen leiden, dat zij eens langs een betere weg tot God komen dan bij mij het geval was!'
Hoofdstuk 142: Preek van de vreemdeling tegen de neiging tot oordelen. Tegenwerping van de franciscaan. De vreemdeling over de ordening van het hart - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[15] De franciscaan zegt: 'Vriend, ik ben het er wel volkomen mee eens wat mijn lotgenoten hier betreft, maar met de onbarmhartige duivels op aarde ben ik zeker niet zo snel klaar als vriend Bathianyi. De hoogst wijze Godheid moet toch immers wel inzien, dat het geen kleinigheid is om op aarde als een straatrover terechtgesteld te worden. Voor een dergelijk misdrijf verlang ik van God voor onze rechters een terechte straf, die bestaat uit een soortgelijke tuchtiging, anders zal mijn hart niet gemakkelijk rust vinden.'
Hoofdstuk 142: Preek van de vreemdeling tegen de neiging tot oordelen. Tegenwerping van de franciscaan. De vreemdeling over de ordening van het hart - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[19] Verlegen zegt de franciscaan: 'Ja, dan natuurlijk niet meer! Dan zeg ik zonder meer ook in godsnaam: 'wat God de Heer goed vindt, zal voortaan voor mij ook goed zijn! Ik hoop echter, dat de lieve Godheid mij mijn door treurige omstandigheden veroorzaakte gezindheid niet als fout zal aanrekenen.'
Hoofdstuk 142: Preek van de vreemdeling tegen de neiging tot oordelen. Tegenwerping van de franciscaan. De vreemdeling over de ordening van het hart - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023 - 1024 - 1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033  ...