Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 1020 van 1110

...  1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023 - 1024 - 1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033  ...
[6] Maar welke overwinning is door de nietszeggende wetten van jullie hoogste wijsheid te behalen? Ik zeg jullie, geen enkele! Want waar geen strijd is, daar is ook geen overwinning. En waar geen overwinning is, daar is ook geen prijs! Doch wat is een mens die geen prijs heeft behaald? Zie, hij is minder waard dan de gewoonste plant die hij met zijn voeten vertrapt; want deze heeft op de grote ladder van de omhoog klimmende wezens haar doel bereikt. Maar de mens die geen prijs heeft behaald, leefde zonder doel. Hij leefde alleen, omdat hij leefde; maar zijn leven was doelloos en kan daarom ook nooit het een of ander bereiken - wat juist met jullie het geval is.
Hoofdstuk 155: Wijze toespraak van Chanchah - Slechte wetten en goede wetten - Zonder strijd geen overwinning - Waarom de Heer nu pas bij de zonnedochters komt - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Daarom komt nu de Heer Zelf om jullie, kinderen van de lichtgeefster (de zon) een waar licht te geven en een nieuwe weg te tonen, waarop jullie ook in alle waarheid tot ons kunnen komen. Zie, zo luidt onze ware wijsheid. Willen jullie echter volmaakt worden, dan moet die waarheid ook bij jullie krachtdadig zijn, anders zijn jullie naast al je schoonheid de armzaligs te wezens in de totale scheppingsruimte van God, mijn Vader!'
Hoofdstuk 155: Wijze toespraak van Chanchah - Slechte wetten en goede wetten - Zonder strijd geen overwinning - Waarom de Heer nu pas bij de zonnedochters komt - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] HET DRIETAL beeft nu helemaal voor de wijsheid van Chanchah en zegt na een poosje: 'O jij heerlijke, als het werkelijk zo zal zijn als jij de zaak voor ons nader hebt verklaard, omdat onze wetten werkelijk van dien aard zijn zoals jij ze ons hebt beschreven, waarom liet jullie Heer en Meester als grootste afgezant van de Allerhoogste ons dan zo lang in een dergelijke verwarring en kwam hij niet eerder om ons te helpen?'
Hoofdstuk 155: Wijze toespraak van Chanchah - Slechte wetten en goede wetten - Zonder strijd geen overwinning - Waarom de Heer nu pas bij de zonnedochters komt - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] CHANCHAH zegt: 'Liefste zusters, de Heer weet het beste, wanneer de vrucht volledig rijp is! Want Hij heeft het zaad gemaakt en daarin de levende kiem gelegd en in de kiem de vrucht gegeven, haar tijd en haar rijpheid. Zo is het ook bij jullie nu het geval. Jullie zijn rijp geworden, maar niet in het ware, doch in het valse. Opdat jullie echter vanuit het valse niet in het slechte zult overgaan, komt Hij Zelf om jullie te redden!'
Hoofdstuk 155: Wijze toespraak van Chanchah - Slechte wetten en goede wetten - Zonder strijd geen overwinning - Waarom de Heer nu pas bij de zonnedochters komt - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] CHANCHAH zegt: 'Lieve zusters, het komt mij niet toe daarover te spreken, maar alleen mijn Heer en Vader. Maar wij zijn toch niet meer ver van jullie woning, daar zullen jullie alles horen, waarnaar je verlangt. Heb daarom zolang een beetje geduld!'
Hoofdstuk 156: Het juiste vermoeden van de zonnedochters over het wezen van de Heer - Aankomst in het paleis van de zonnebewoners - Bewonderende woorden van Chanchah en Gella - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] (CHANCHAH EN GELLA:) 'Maar om' s Heren wil! Bewonen jullie zulke huizen? Wij zien immers niets anders dan goud en de allermooiste edelstenen! En wat een originele bouw, wat een kunstzinnige architectuur! Ja, wonen in zulke woningen in het volste bewustzijn, dat men niet hoeft te sterven zolang iemand dit leven vreugde geeft, moet zeker iets heel zaligs zijn!
Hoofdstuk 156: Het juiste vermoeden van de zonnedochters over het wezen van de Heer - Aankomst in het paleis van de zonnebewoners - Bewonderende woorden van Chanchah en Gella - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] HET DRIETAL zegt: 'O lieve zusters, als deze uiterlijke eenvoud jullie al zo in vervoering brengt, wat zullen jullie dan wel zeggen als jullie het binnenste van onze woning zullen betreden? Want wij besteden juist aan het inwendige van onze woonhuizen al onze zorg en aandacht. Wij geloven daardoor de grote Oergeest de grootste eer bijzonder te bewijzen, dat we de ons geschonken talenten daadwerkelijk voor alles gebruiken, wat met de waardigheid van onze geest overeenstemt.
Hoofdstuk 157: Ernstige bedenkingen van Chanchah bij het zien van de pracht en praal - Over de van liefde vlammende pracht des harten - Allerlei tegenwerpingen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Wij menen dat elke grote pracht, wanneer ze ter ere van de hoogste Geest door ons als verstandige wezens tot stand wordt gebracht, juist daarin haar volledige rechtvaardiging vindt. Want als de grote Geest een dergelijke aard in ons heeft gelegd die voor onze geest als wet geldt: waarom moeten wij dan Let nederige tot stand brengen in plaats van het verhevene? Zou dat niet betekenen, dat wij onze geest op een andere wijze gestalte willen geven dan de Schepper hem heeft ingericht? Storen jullie je daarom niet aan de pracht van onze huizen, want wij bouwen ze niet uit pronkzucht, doch zuiver en alleen naar de wijze behoefte van onze geest!'
Hoofdstuk 157: Ernstige bedenkingen van Chanchah bij het zien van de pracht en praal - Over de van liefde vlammende pracht des harten - Allerlei tegenwerpingen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Zo'n huis zou zeker nog veel beter zijn dan een keizerrijk in mijn vaderland op aarde. O, hoe arm zijn jullie in deze grote pracht. Zie naar de Heer: Zijn gewaad zal jullie zeggen, welke pracht Hem het dichtst aan het hart ligt. Daaruit zullen jullie gemakkelijk kunnen opmaken of en hoe een dergelijke uiterlijke pracht Hem aangenaam is. Ja, de van liefde vlammende praal van het hart, die is Hem wel boven alles aangenaam, maar al het andere is voor Hem een gruwel!
Hoofdstuk 157: Ernstige bedenkingen van Chanchah bij het zien van de pracht en praal - Over de van liefde vlammende pracht des harten - Allerlei tegenwerpingen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Zou dat niet zo zijn, dan zou Hij al dikwijls bij jullie zijn geweest, zoals Hij op mijn planeet heel vaak juist bij de armsten en onaanzienlijksten komt, ze als liefdevolle Vader Zelf tot Zijn kinderen opvoedt en hun alle volheid van Zijn genade schenkt. Maar bij de groten en aanzienlijken die ook in prachtige paleizen wonen, komt Hij haast nooit en onderwijst ze niet en voedt ze ook niet op tot Zijn kinderen!'
Hoofdstuk 157: Ernstige bedenkingen van Chanchah bij het zien van de pracht en praal - Over de van liefde vlammende pracht des harten - Allerlei tegenwerpingen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] CHANCHAH zegt: 'Ja lieve zusters, uiterlijk schijnbaar wel. Maar deze nabijheid is geen ware en werkelijke nabijheid, wat jullie spoedig maar al te duidelijk zullen inzien, als Hij zal spreken ten overstaan van jullie wijzen. Maar nu staan we al voor de hal van jullie huis. Martinus staat al stil en keert naar ons terug om raad te vragen. Laten we nu ophouden met praten en op alles letten, wat er. zal gaan gebeuren!'
Hoofdstuk 157: Ernstige bedenkingen van Chanchah bij het zien van de pracht en praal - Over de van liefde vlammende pracht des harten - Allerlei tegenwerpingen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Petrus denkt dat we zo lang voor de hal zouden moeten wachten, tot de eersten van het huis ons al met hun ceremoniën tegemoet komen, volgens de zeden en gebruiken van deze wereld. Maar ik, die op de wereld een flinke afkeer van alle ceremonieel heb gekregen, omdat ik daarin totaal begraven werd, denk, dat we deze enorme domheden niet moeten afwachten, doch zonder al te veel aankloppen het huis moeten binnengaan. U zult daarvoor zeker wel voldoende macht hebben?'
Hoofdstuk 158: Martinus' blinde ijver tegen de ceremoniële diensten van de zonnebewoners - De wijze woorden van de Heer over tolerantie Martinus' gesprek met Petrus over de terechtwijzing van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Ik vraag je echter om wille van de Heer, sluit toch eindelijk een verbond met jezelf en begeer voortaan niet meer, wat je geest niet waardig is! Dan zal het inzicht van je geest steeds helderder worden en je zult altijd woorden spreken vanuit de zuiverste wijsheid. Indien je dat echter niet ernstig doet, zul je nooit van je domheid afkomen. En de Heer zal je, in plaats van je hoger te brengen, op de maan van deze aarde plaatsen, 1000 jaren lang - volgens de natuurlijke tijd van de aarde.
Hoofdstuk 159: Muziek van de zonnewereld - Ernstige vermaning van Petrus aan Martinus om zijn zinnelijkheid te overwinnen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Zie Martinus, tot nu toe was je toch bijna altijd zo geaard en was je volgens je eigen herhaaldelijke bekentenissen steeds meer rund dan mens. Nu we echter het doel nabij zijn, leg dan in naam van de Heer het dierlijke eindelijk eens helemaal van je af! Leg de oude Adam volkomen af en trek in alle liefde Christus volkomen tot je, dan word je meteen opgenomen in de ware eigenlijke, vaste hemel, in het Nieuwe Jeruzalem, waar ik, Johannes en talloze anderen al heel lang burgers van zijn. Martinus, heb je me nu begrepen?'
Hoofdstuk 159: Muziek van de zonnewereld - Ernstige vermaning van Petrus aan Martinus om zijn zinnelijkheid te overwinnen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] En bij God, jij zei eerder iets over een kale maan. O zet mij daar maar gauw, maar dan voor eeuwig neer! Daar zal ik gelukkiger zijn dan hier onder deze voortdurende beproevingen, waaruit ik maar al te duidelijk zie dat ik, - hoewel jullie eerste hemelvorsten om mij heen zijn samen met de Heer, - in plaats van naar de hemel naar de hel wordt gebracht!
Hoofdstuk 160: Martinus' neerslachtigheid en vertwijfeling – Bemoedigende woorden en vermaning van Petrus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  1008 - 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023 - 1024 - 1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033  ...