Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 103 van 1166

...  91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116  ...
[2] Want net zoals Ik in Mij de van de Vader uitgaande macht heb, om aan iedereen die een wil heeft, het eeuwige leven al of niet te geven, zo heeft Mijn woord dat ook; want Mijn woord is altijd de almachtige en voor alle eeuwigheid durende uiting van Mijn wil!
Hoofdstuk 83: De macht van het woord. De reis naar Galilea. Reis naar Kana in Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Wie dus Mijn woord geheel in zich opneemt en in zijn handel en wandel daar niet van afwijkt, die neemt daardoor Mij Zelf met al Mijn liefde, wijsheid en kracht in zich op en is daardoor een echt Godskind geworden, aan wien de Vader in de hemel niets van wat Hij heeft zal onthouden!
Hoofdstuk 83: De macht van het woord. De reis naar Galilea. Reis naar Kana in Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Voor jullie is de wereld ook een werktuig, waarmee, als je het heel doelbewust gebruikt, buitengewoon veel goeds en heerlijks gemaakt kan worden! Maar nu je Mijn leerlingen bent moeten jullie dit werktuig zó gebruiken, zoals Ik, jullie enige waarachtige Meester, het je nu gedurende drie en een halve dag geleerd heb!
Hoofdstuk 83: De macht van het woord. De reis naar Galilea. Reis naar Kana in Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Ontvang met deze woorden ook Mijn gehele zegen en deel deze woorden ook mee aan al degenen, die ze nu niet hebben kunnen horen; opdat zich later niemand kan verschuilen achter onwetendheid!
Hoofdstuk 83: De macht van het woord. De reis naar Galilea. Reis naar Kana in Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] En nu, Mijn kleine groep leerlingen en jullie allen, die vanaf Galiléa en Jeruzalem hierheen meegegaan zijn, maak je klaar voor de reis, en wel naar Galiléa, waar jullie weer kunt gaan zorgen voor het bebouwen van je velden!'
Hoofdstuk 83: De macht van het woord. De reis naar Galilea. Reis naar Kana in Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Iedereen is vol van het heerlijke uitzicht en de schrijver Matthéus zegt: 'Heer als de mensen in al hun doen en laten doordrongen waren van Uw leer, dan zou een land als dit werkelijk mooi genoeg zijn om als hemel voor de mensen te worden aangemerkt! Maar als ik bedenk dat de mensen voor het grootste deel nog erger zijn dan de verscheurendste en bloeddorstigste beesten, dan zou ik hier juist God de Heer een verwijt maken, omdat Hij deze aarde zo heerlijk gevormd heeft voor zulk slecht volk!'
Hoofdstuk 84: Naar Galilea. De zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Matthéus beeft van angst en zegt: 'Heer, Almachtige! Wie kan er naast U bestaan, als Uw goddelijke arm in één ogenblik zo eindeloos ver reikt?!' -Nauwelijks heeft Matthéus deze paar woorden uitgesproken, of de zon schijnt alweer in haar volle glans, en Mijn Matthéus ademt weer vrijer, -kan echter van verbazing geen woord meer uitbrengen. Pas na geruime tijd krijgt hij een beetje moed en zegt: 'Nee Heer, dat begrijp ik niet! Uw macht moet oneindig zijn! Maar bespaar ons, o Heer, in de toekomst zulke verschrikkelijke bewijzen van Uw almacht; want daarbij zou al gauw iedereen wegteren en te gronde gaan!'
Hoofdstuk 84: Naar Galilea. De zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Toen deze Galileeërs Mij door hun dorp zagen wandelen, kwamen ze direkt uit alle huizen de straat op, begroetten Mij vriendelijk en kwamen lovende woorden te kort voor Mijn naar hun mening bijzonder gewaagde daad in de tempel. En hun vreugde om Mij weer te zien was des te groter, omdat ze bijna allemaal gedacht hadden dat de Farizeeën Mij heimelijk uit de wereld geholpen konden hebben! Want deze Galileeërs wisten niet veel meer van Mij, dan dat Ik de zoon van de vrome Jozef was en dat God met Mij was net zoals Hij met Jozef geweest was. De hele dag en vervolgens ook de hele nacht moest Ik met Mijn gezelschap bij hen blijven. Ze verzorgden ons zo goed mogelijk, en er waren veel vragen te beantwoorden en er werd veel raad gegeven, en men vroeg ook over de Messias; en velen zagen en herkenden Deze in Mij.
Hoofdstuk 85: Het nieuwe en eeuwigdurende rijk. In Kana in Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Bij deze aankondiging verlaat er direkt een grote groep het huis, want de schuldigen worden bang dat Ik ze openlijk verraden zal, en daarom gaan ze er vandoor. Onder hen waren ook enige echtbrekers en bloedschenners, en veel mannen en vrouwen, die zichzelf bevlekten, en zij waren nog blij ook dat ze Mijn blik niet meer behoefden te doorstaan.
Hoofdstuk 86: Kana in Galilea. De verlokking van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Bij velen ging het er echter niet in de eerste plaats om, dat ze niet genezen wilden worden van die hartstocht, maar het ging hen veel meer om de schande! Want verder waren het eerbare, geziene mensen, en het zou erg onaangenaam voor hen zijn geweest, als hun buren op deze manier hadden gehoord, dat hun lichaam zwak was. Maar ze hadden niet in de gaten, dat ze zich door na Mijn meelevende vraag te verdwijnen, wel erg bloot gaven.
Hoofdstuk 86: Kana in Galilea. De verlokking van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Een aantal van hen, die met Mij waren meegegaan, gingen naar hun eigen huis; Mijn leerlingen echter en moeder Maria en Mijn broers, dat wil zeggen de vijf zonen van Jozef, bleven bij Mij.
Hoofdstuk 86: Kana in Galilea. De verlokking van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Daarop antwoord Ik hem: 'U heeft niet helemaal ongelijk, als u dat van ze denkt. Maar toen ze Mij uit Jeruzalem en Judéa volgden, waren ze dat nog niet; maar nu kunnen en zullen enigen van hen dat tot hun eigen grote nadeel worden. Want het tempelgebroed houdt wel van het verraad, maar is banger voor de verrader dan voor de verraden vijand en laat daarom geen verrader zo maar gaan. Bijna ieder moet het vervloekte water drinken, en van de tien komt er nauwelijks één met z'n leven vanaf; degenen, die uit elkaar zijn gebarsten, worden dan gewoonlijk van boosaardig verraad beschuldigd en vervolgens in Josafat waar zich een vervloekte plaats bevindt, in vervloekte aarde begrave; En zo zal ook het lot van enigen zijn, die Mij als verrader bij het tempelgebroed zullen aangeven! Want het is Mijn tijd nog niet!'
Hoofdstuk 87: De Joden verlangen terug naar hun zuurdeeg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] De overste, Cornelius genaamd, die ook een broer van keizer Augustus is, zegt: 'Nu, wel bekome het hun! Want mij ontbreken de woorden om U uit. te leggen hoe erg ik met al dit tempelgebroed in mijn maag zit! Laat Ik U vertellen, goede verheven vriend: Het slechtste van het slechtste op de hele aardbodem is wel een Joodse tempelpriester! Onze, zeg maar Egyptische priesters zijn slecht, maar zo hier en daar zijn ze toch nog een beetje menselijk; men hoort weinig over mogelijke wreedheid en hun taak is, een paar mystieke uitzonderingen daar gelaten, om de mensheid aan te sporen tot menselijkheid en strijdbaarheid.
Hoofdstuk 88: Overste Cornelius en de tempelreiniging. (4.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Ik zeg: 'Laten we er niet meer over praten! Wat de Vader wil, dat zal gebeuren! Eén zucht uit Mijn mond zou voldoende zijn om te maken, dat ze er niet meer waren! Maar dat is niet de wil van de Vader, en daarom laten we ze nog een tijd begaan!'
Hoofdstuk 88: Overste Cornelius en de tempelreiniging. (4.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Ik zeg: 'Nu, dat plezier wil Ik hen nog wel een keer bezorgen; maar daarna, daar kunt u van overtuigd zijn, zal er geen wisselaar en geen verkoper meer in de tempel zijn zaken beginnen! Bij Mijn laatste intocht in Jeruzalem zal Ik de tempel nog een keer net zo moeten reinigen als Ik haar jongstleden gereinigd heb!'
Hoofdstuk 88: Overste Cornelius en de tempelreiniging. (4.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116  ...