Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5587 resultaten - Pagina 103 van 373

...  91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116  ...
[7] Jullie zeiden nu wel dat het een slechte en zeer kwalijke kant van Mij is dat Ik met heidenen, tollenaars en zondaars omga en dat Ik een sabbatschender ben en Me niet houd aan de wetten van Mozes. Maar hoe houden jullie je aan diens wetten? Ik zegje dat jullie je niet eens schijnbaar aan de wetten van Mozes houden; maar wel hebben jullie zelf een groot aantalonzinnige en waardeloze wetten ingesteld, die jullie houden omdat het jullie materieel voordeel oplevert, en waarmee jullie het arme volk onderdrukken en uitbuiten. Heeft Mozes dat soms ook voorgeschreven? Maar als het volgens Mozes' wetten wel toegestaan en zelfs voorgeschreven is om de ezel, de os en de schapen ook op de sabbat te voeren en te laten drinken, en als er een ezel in een kuil of een put is gevallen, hem eruit te halen, zou het dan niet des te beter en redelijker zijn om een mens in nood ook op een sabbat te helpen? O jullie blinden, doven en dwazen van hart en verstand! Is een mens voor God soms minder waard dan een dier?!
Hoofdstuk 188: De Heer belicht de tegenspraak van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Met een ernstige uitdrukking op Mijn gezicht zei Ik: 'Je durft Mij veel onbillijke en onware dingen recht in Mijn gezicht te zeggen, waar het volk bij is. Als Ik evenzeer tot toorn geneigd zou zijn als jullie joden en Farizeeën, zou Ik je deze brutale, onware, zinloze en hoogmoedige woorden nu zodanig betaald zetten dat al het volk erdoor ontsteld zou zijn, omdat het daardoor snel tot het inzicht zou komen, dat Mij alle macht en zeggenschap in de hemel en op aarde is gegeven; maar Ik ben met heel Mijn hart zachtmoedig, ben Zelf vol deemoed en Ik zal jou ten overstaan van het volk slechts met Mijn woord straffen!
Hoofdstuk 190: Het eeuwige leven van de zielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Als je dit mysterie zou begrijpen, zou je anders spreken en oordelen; maar omdat je ziel blind is en je hart vol duisternis, oordeel je over geestelijke dingen als iemand die vanaf zijn geboorte blind is, oordeelt over de glans van de kleuren.
Hoofdstuk 190: Het eeuwige leven van de zielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Ik zeg jullie dat, omdat Ik het recht en de macht daartoe heb en geen vrees koester voor de mensen van deze wereld, zoals jullie. Want Ik ken God en de macht van Zijn wil, die nu in Mij is en wil en handelt. Maar jullie kennen God niet en Zijn wil is niet in jullie! En daarom vrezen jullie dan ook de wereld en handelen overeenkomstig hetgeen die jullie in je hart voorschrijft. En omdat jullie dat doen, zorgen jullie ook zelf voor jullie eigen gericht, jullie verdoemenis en daarmee de ware, eeuwige dood. En die bestaat eruit dat jullie voortdurend slaven blijven van jullie almaar groeiende traagheid en zinnelijkheid en de snode en vreselijke vruchten daarvan zullen plukken.'
Hoofdstuk 192: De Farizeeën proberen de Heer te vangen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Ik zei: 'Het belangrijkste en alles omvattende gebod luidt: Je zult God de Heer liefhebben met heel je hart, heel je ziel en met je hele gemoed. Zie, dat is het belangrijkste en grootste gebod! Het andere is hieraan gelijk en luidt: Je zult ook je naaste liefhebben als jezelf, dat wil zeggen, doe altijd met vreugde datgene voor hem, waarvan jij zou willen dat hij het voor jou doet, als jij dat nodig zou hebben en het in zijn vermogen zou liggen. De hele wet en alle profeten berusten op deze twee geboden. Of kennen jullie soms een gebod dat nog belangrijker is?'
Hoofdstuk 198: De Heer vraagt aan de Farizeeën wat ze van Christus vinden Het wezen van de mens. Over het drie-enige wezen van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Jullie dwazen van hart en verstand! Wanneer je zelf God je vader noemt en zegt dat men Gods naam niet mag lasteren, - hoe kunnen jullie dan God gelijk stellen aan de mens?! Wat is dan het verschil als jullie God jullie vader noemen, maar ook degene die jullie verwekt heeft in de schoot van een vrouw?
Hoofdstuk 200: De Heer hekelt de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Was ook hier niet weer de kwade wil van de mensen die satan die hen in een vaak ondraaglijke ellende heeft gestort? God heeft de men;en in de meest uiteenlopende delen van de wereld er vaak lang genoeg voor gewaarschuwd een mens als koning te kiezen en die met alle aardse macht uit te rusten. Hij liet hun alle slechte gevolgen zien die eruit zouden voortkomen; maar de mensen sloten hun hart en hun oren voor de stem van God en hebben alleen zelf hun ellende veroorzaakt! En wat ze zelf veroorzaakt hebben, moeten ze nu dan ook op zich nemen!
Hoofdstuk 203: De toekomst van Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Hierop zei Lazarus dan ook: 'Heer en Meester, het verheugt mij nu weliswaar onbeschrijflijk, dat ik mij met heel mijn hart een vriend van U mag noemen; maar ik zou nog gelukkiger zijn als ik Jacobus was, die U gewoonweg uit de geopende hemelen naar de aarde heeft zien komen en steeds aan Uw zijde was. Als ik toch ook Jacobus was geweest!'
Hoofdstuk 205: Jozef weigert een Griek zijn diensten aan te bieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] jij wilt graag dat Mijn pleegvader een nieuw huis en een grote varkensstal voor je bouwt. Dat moet hij ook doen! Want wat in Mijn ogen goed is, is ook voor God geen zonde. Het is voor de joden nooit verboden geweest om op een goede manier met eerlijke heidenen zaken te doen; maar het was en is voor de joden alleen verboden om, als ze met de heidenen omgaan, hun afgoderij over te nemen en hun slechte leer, zeden en gewoonten, en handelingen. Maar als een heiden het geloof der joden heeft aangenomen en derhalve door zijn geloof aan de ene, alleen ware God waarachtig besneden is in zijn hart en zijn ziel, kan men wel met hem omgaan!'
Hoofdstuk 206: De houding van de Heer als jongeling tegenover de priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Sluit maar rustig een bouwcontract af met deze achtenswaardige man, en laat de rest aan Mij over! We zullen dan geen enkele moeite hebben met de bouw; want Hij die in staat was om hemel en aarde te bouwen, zal immers ook gemakkelijk in staat zijn om voor een brave Griek, die in zijn hart een volkomen jood is, een goed woonhuis en een varkensstal te bouwen!
Hoofdstuk 207: De Heer geeft als jongeling enkele proeven van Zijn almacht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Maar daar kan een mens pas een duidelijke voorstelling van krijgen als hij dat van Gods geest in het hart van zijn ziel verneemt en is overgegaan tot een meer omvattend schouwen.
Hoofdstuk 209: Onderricht op de top van de berg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Jozef maakte een diepe buiging en zei: 'Eerbiedwaardige, het is een te grote eer die u ons, arme timmerlieden uit Nazareth, hebt bewezen door zelf naar ons toe te komen, terwijl u toch maar hoefde te gebieden dat wij naar u moesten komen! Maar nu u al hier bent, zeg ik u met mijn hart vol dankbaarheid voor al het goede, dat u mij en mijn gezin inderdaad ongeveer twintig jaar geleden, reeds hier en later in Egypte, hebt bewezen, dat ik werkelijk diezelfde timmerman jozef ben en dat ook deze nu volwassen jongeman, nu ook timmerman, precies dezelfde is die u toen als een wonderbaarlijk jongetje hebt leren kennen.'
Hoofdstuk 211: Het weerzien met Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Nemen jullie nu een voorbeeld aan Mij! Zoals Ik ben, is er zeker geen tweede in de wereld! Hemel en aarde staan onder Mijn macht en Mijn gezag, en toch ben Ik met heel Mijn hart zachtmoedig en deemoedig en ben Ik hier om jullie allen, hoog en laag, te dienen. Doen jullie hetzelfde, dan zullen jullie Mij daardoor het beste eren!"
Hoofdstuk 213: Hoe men God waarlijk vereert. Jezus als voorbeeld voor de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Laat vooral de volle waarheid in het hart van de mensen doordringen en laat ons zien, hoe we van de ergste plaag voor onze zielen op deze wereld af kunnen komen!
Hoofdstuk 214: De vrije wil van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Daarop zei mijn vriend: 'Wat maakt het ons uit, hoeveel jaar er op aarde voorbij zijn gegaan! Zo'n tijd bestaat hier niet, want hier heerst een en dezelfde eeuwige dag, en onze tijd ligt in onze wil. En deze poel is slechts een noodzakelijke uitbeelding van de onzuiverheid, die zich nog binnen in je hart bevindt, en hier is het vooral jouw taak om je daarvan te zuiveren door een ernstige wil en door geduld, wat je op aarde totaal vreemd was. Maar ik zal je helpen, dan zal ook deze vreselijke poel gauw en zonder al te veel moeite in een vruchtbaar stuk land veranderd worden!'
Hoofdstuk 219: Het leven van Julius Caesar aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  91 - 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116  ...