17481 resultaten - Pagina 1021 van 1166
... 1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023 - 1024 - 1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 ...
[20] De vreemdeling zegt: 'Wanneer jij met je hart in het reine bent, dan ben je het ook met God. Heb je aldus al je vijanden vanuit het diepst van je hart vergeven, dan zijn daardoor ook jouw schulden voor God uitgewist. Je kunt dan met een heel rustig hart en geweten tot God bidden: 'Vader, vergeef mij al mijn zonden, zoals ik nu allen heb vergeven die tegen mij gezondigd hebben!' En de Vader zal je alles vergeven en heeft je al vergeven, nog voordat je Hem daarom hebt gevraagd.'Hoofdstuk 142: Preek van de vreemdeling tegen de neiging tot oordelen. Tegenwerping van de franciscaan. De vreemdeling over de ordening van het hart - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Een ander uit het gezelschap treedt naar voren en zegt: '0, ik vraag u ook slechts eenmaal Christus te mogen zien, en als het mogelijk is ook de heilige Jozef, omdat hij mijn naamheilige is! Maar als dat niet kan, dan hoeft het niet; als ik Christus maar mag zien!'
Hoofdstuk 144: Heerlijkheid en grootte van het huis. Woont hier Jezus Christus? Vurig verlangen van de zielen naar de Heer. Het juiste vermoeden van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] De Vreemdeling zegt: 'Wel, dan zie ik nu al, dat jij Christus heel graag mag! Maar wat zou je doen, als Christus jou niet zo graag zou mogen als jij Hem?' De aangesprokene zegt: 'O, dat doet er niet toe; al ben ik niet veel waard, Christus heeft me toch graag. Daarover maak ik me geen zorgen.' De Vreemdeling zegt: 'Mijn beste, ga nu maar weer terug naar je kameraden met de verzekering, dat de Heer Christus jou misschien toch nog meer zal liefhebben dan jij Hem.'
Hoofdstuk 144: Heerlijkheid en grootte van het huis. Woont hier Jezus Christus? Vurig verlangen van de zielen naar de Heer. Het juiste vermoeden van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] De franciscaan zegt: 'Al goed, beste vriend, dat was reeds lang mijn wens, maar nu ter zake! Jij hebt gelijk. Ik heb toch de Sint Pieterskerk in Rome en het Vaticaan met zijn duizend kamers gezien, maar dat alles is nauwelijks een slakkenhuis vergeleken bij dit paleis! Op het eerste gezicht zou naar mijn schatting in dit reusachtige paleis gemakkelijk plaats zijn voor honderd keer de gehele bevolking van de aarde. Zowel links als rechts loopt het bijna tot in het oneindige door. En wat de hoogte betreft lijkt het mij, dat de gevel van het huis bijna aan de maan moet grenzen, want zo'n hoogte is alleen in mijlen uit te drukken. O, dat is iets enorms, iets om je verstand bij te verliezen!
Hoofdstuk 144: Heerlijkheid en grootte van het huis. Woont hier Jezus Christus? Vurig verlangen van de zielen naar de Heer. Het juiste vermoeden van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[15] Miklosch zegt: 'Ja, mijn beste vrienden, mijn vermoeden is werkelijk vreemd, maar ik kan het jullie niet beschrijven. Het komt mij hier bijna zo voor, als het de twee naar EmmaĆ¼s wandelende leerlingen moet zijn voorgekomen, toen de Heer Zelf in hun midden liep en zij Hem niet herkenden, alhoewel Hij hun wijs over allerlei dingen onderrichtte. Ik zou bijna willen wedden, dat dit vermoeden dat mij zalig stemt, meer is dan alleen maar een strohalm! Komt tijd, komt raad! Tenslotte zal de waarheid wel aan het licht komen.'
Hoofdstuk 144: Heerlijkheid en grootte van het huis. Woont hier Jezus Christus? Vurig verlangen van de zielen naar de Heer. Het juiste vermoeden van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[17] Miklosch zegt: 'Je hebt gelijk, maar toch kan ik mijn vermoeden niet van me afzetten. Werkelijk, ik voel mijn hart beven!' De graaf zegt: 'Sukkel, het mijne beeft ook, en hoe! Maar dat komt door de betekenisvolle intrede in dit echte Godshuis en door de onzekerheid over wat ons daar te wachten staat.' Miklosch zegt: 'Ja, jij zult tenslotte toch wel gelijk hebben. Ja, dat zal het zeker zijn!'
Hoofdstuk 144: Heerlijkheid en grootte van het huis. Woont hier Jezus Christus? Vurig verlangen van de zielen naar de Heer. Het juiste vermoeden van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[19] De Vreemdeling zegt: 'Zeer zeker, daar zal nog genoeg gelegenheid voor zijn. Maar nu is het zaak het huis binnen te treden. Daarom open je, jij poort naar het eeuwige leven!'
Hoofdstuk 144: Heerlijkheid en grootte van het huis. Woont hier Jezus Christus? Vurig verlangen van de zielen naar de Heer. Het juiste vermoeden van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Als de graaf de generaal ziet en herkent, vliegt hij zeer verheugd zijn oude vriend om de hals, kust hem en zegt vol vuur: 'Wees duizend keer gegroet in een beslist beter leven, mijn beste, oude, goede vriend en broeder! O, wat ben ik gelukkig je terug te hebben gekregen! Jij bent zeker al overgelukkig en God de Heer zal ook mij niet ongelukkig laten. Alles had ik eerder verwacht dan jou hier terug te zien. Hoe is het jou dan vergaan direct na je aankomst hier, en wat doe je hier eigenlijk precies?'
Hoofdstuk 145: Intrede in het hemelse huis. Ontmoeting met oude bekenden. Het blinde zoeken van de graaf naar Jezus. Eindelijk gevonden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] De graaf zegt: 'Wat weet je van Hem? Heb je misschien al het geluk gehad om Hem, de Allerheiligste, te zien? Is Hij al hier geweest of waar vandaan zal Hij komen? Hoe zal ik Hem meteen herkennen? Weet je, ik houd zo ontzettend veel van Hem, dat zonder Hem al deze pracht mij voor zou komen als een uitgestorven huis. Wees daarom zo goed om me direct op Hem attent te maken! 0 God, wat een aanblik zal dat zijn, als ik mijn Schepper zal aanschouwen!'
Hoofdstuk 145: Intrede in het hemelse huis. Ontmoeting met oude bekenden. Het blinde zoeken van de graaf naar Jezus. Eindelijk gevonden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] De graaf zegt: 'Ach, ga weg, beste vrome dweper! Christus de Heer zal vanuit Zijn hoogste hemel even eenvoudig en zonder enige glorie tot ons grove zondaars neerdalen, als Hij als Mensenzoon tot de hardvochtige joden is neergedaald? Zeg, hoe kom je erbij? Bedenk toch wie Christus is en wat wij tegenover Hem zijn, dan zul je dadelijk tot een ander vermoeden komen. Jouw mooie vermoeden is niets anders dan een leuk Christus-Iuchtkasteeltje, zoals ik er in mijn jeugd ook behoorlijk wat heb gebouwd. Maar wat heeft dat nog met de werkelijkheid te maken? Overigens bevalt jouw luchtkasteeltje mij bijna nog beter dan dit huis. Christus mag nog zo goed en minzaam zijn, maar of Hij het ons zo gemakkelijk zal maken als wij het ons met onze idyllisch-christelijke luchtkastelen voorstellen, zou ik toch sterk willen betwijfelen. Heb ik gelijk of niet?'
Hoofdstuk 144: Heerlijkheid en grootte van het huis. Woont hier Jezus Christus? Vurig verlangen van de zielen naar de Heer. Het juiste vermoeden van Miklosch - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] De generaal beantwoordt de groet en zegt daarop: 'Mijn beste vriend, van iets doen is hier helemaal geen sprake. Alleen maar van genieten van al datgene, wat de grenzeloze goedheid en liefde van de Heer Jezus ons in de grootste overvloed schenkt. Wanneer het genot der gelukzaligheid niet verbonden zou zijn met een wonderbaarlijke verscheidenheid, zou men werkelijk met Job moeten uitroepen: 'O Vader, beste Vader, hou toch eens even op met zegenen!' Ja vriend, hier leert men Christus pas echt kennen! Maar ik hoef je verder niets te vertellen, want het verdere verloop zal je alles duidelijk maken. Wil je iets begrijpen van de wijsheid, almacht en liefde van de Heer, zie dan alleen maar eens naar de pracht van deze zaal en je zult al enigszins een idee krijgen van Christus, de enige Heer van hemel en aarde.'
Hoofdstuk 145: Intrede in het hemelse huis. Ontmoeting met oude bekenden. Het blinde zoeken van de graaf naar Jezus. Eindelijk gevonden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Op een geheime wenk van de Heer verheft de hele groep zich weer. De graaf ontdekt dat zij uit louter vrouwelijke personen bestaat en zegt daarop: 'Beste vriend, bij mijn weten was onze Heiland Jezus op aarde een volmaakte man en Hij zal in Zijn eeuwige Godsrijk zeker geen vrouw geworden zijn! Daarom denk ik dat er hier, wat mijn doel betreft, niet veel te ontdekken valt. Maar nu zou ik graag van hen willen horen, waarom zij daarnet 'Heil zij U' hebben geroepen.' De begeleider zegt: 'Ga erheen en vraag het hun!'
Hoofdstuk 145: Intrede in het hemelse huis. Ontmoeting met oude bekenden. Het blinde zoeken van de graaf naar Jezus. Eindelijk gevonden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[15] De graaf zegt: 'Al goed, maar ons als misdadigers terugwijzen is een beetje vreemd. Maar in godsnaam, het zij zo. Had ik maar vast mijn doel bereikt. Het is mij onverklaarbaar, dat ik hier bijna voor niets anders dan alleen maar voor Jezus de Heer belangstelling heb. Al deze werkelijk hemelse schoonheden zijn voor mij als beelden zonder ziel, zolang die Ene er niet is. Hier, waar men op het punt staat om als geest de volmaakte geest Gods te kunnen zien, wordt voor iemand het bestaan onverdraaglijk wanneer men Hem niet te zien krijgt, die als enige alles in alles is. Als jij, beste vriend, weet waar Hij zich nu bevindt, wijs mij Hem dan aan, zodat ik Hem tenminste van veraf mag zien!'
Hoofdstuk 145: Intrede in het hemelse huis. Ontmoeting met oude bekenden. Het blinde zoeken van de graaf naar Jezus. Eindelijk gevonden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] De begeleider zegt: 'Mijn beste vriend en broeder, het zal wat moeilijk gaan om jou Jezus in de verte aan te wijzen, want wie Jezus niet eerst van heel dichtbij te zien krijgt, kan Hem ook in de verte niet ontwaren. Je moet Jezus alleen in jouw nabijheid wensen te zien, dan zal je wens ook in vervulling gaan.'
Hoofdstuk 145: Intrede in het hemelse huis. Ontmoeting met oude bekenden. Het blinde zoeken van de graaf naar Jezus. Eindelijk gevonden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] De graaf, helemaal buiten zichzelf, deels uit vrees, deels uit vreugdevolle vervoering, deels ook uit angst voor een door hem voor mogelijk gehouden misleiding, kan door Mijn verklaring nauwelijks meer tot zichzelf komen. Pas na een hele tijd van innerlijke strijd om geestelijk te worden wedergeboren waarin zijn geest alle banden verbreekt en zich tot zijn gehele, hem omvattende ziel uitbreidt, stamelt de graaf de woorden:
Hoofdstuk 146: Het grote ogenblik voor de graaf. U bent het! Heerlijke lofrede. De Heer over de verhouding van de Vader tot Zijn kinderen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)