Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1021 van 1490

...  1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023 - 1024 - 1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034  ...
[11] Beste vriend, ik kan van je gezicht aflezen dat je iets anders in petto hebt. Daarom vragen we je allemaal dringend, hou ons niet langer in onzekerheid en zeg ons, wat de waarachtige wil van God is. We willen immers alles doen en ons in alles schikken, maar breng ons niet meer terug naar deze, in de letterlijke zin van liet woord, lange en daardoor ook bijzonder saaie tafel; want werkelijk, ikzelf zou als het mogelijk was liever sterven en dus ophouden te bestaan, dan me een vraatzuchtige poliep te wanen op de bodem van deze onmetelijke lichtzee!
Hoofdstuk 51: De ware drie-eenheid. De zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] Hoe hebben jullie ooit kunnen denken dat drie goden tenslotte toch één God kunnen zijne Dat elk van deze drie goden iets anders zou verrichten en deze drie toch volkomen één in wezen en natuur zouden zijn? Voorts, hoe hebben jullie je een nietsdoende God kunnen voorstellen, terwijl Hij toch in alle eeuwigheid het meest actieve wezen is? Kijk, op grond hiervan hebben jullie je dan ook een eeuwig werkeloos leven voorgesteld zonder te bedenken dat het leven een energie is, die God vanuit Zijn eeuwige energie al Zijn levende schepselen heeft ingeblazen.
Hoofdstuk 51: De ware drie-eenheid. De zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[20] Deze (onjuiste) drie-eenheid echter moet in jullie ten onder gaan, opdat jullie de ware drie-eenheid, die de liefde, de wijsheid en de daaruit voortkomende daadkracht in de enige Heer Jezus is, mogen leren kennen.
Hoofdstuk 51: De ware drie-eenheid. De zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Ik zeg jullie, daar is vaak maar één reden voor aan te wijzen: al deze katholieke hemelhelden zijn in wezen niets anders dan blinde sceptici. Scepsis is echter voor de mens wat de houtkever is voor de bomen: er hoeft maar één enkel puntje niet helemaal steekhoudend te zijn of het zal zich ontwikkelen tot een zich rijkelijk reproducerend, schadelijk waarheidsinsect, dat tenslotte grote bossen met bomen vol van leven en kennis te gronde richt.
Hoofdstuk 52: De ware armoede van de geest. Het gevaar van de blinde twijfelzucht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] De volmaakte geest heeft het volmaakt goede en ware in eindeloos grote overvloed in zich; daarom kan hij het geestelijk reëel ware en goede zo ongelooflijk snel opnemen. De meer onvolmaakte geest heeft echter niets anders dan misvattingen in zich. Als hij nu met het goede en volkomen ware vooruitgang wil boeken, dan moet hij eerst zijn misvattingen als zodanig erkennen, deze uit zichzelf verwijderen en daardoor in grote armoede vervallen, opdat hij een waarachtig arme van geest wordt. Pas door deze armoede of volslagen geestelijke leegte komt de goddelijke vonk, die het liefdevolle goede is, dan vrij, begint zich steeds meer uit te breiden en vult dientengevolge de vroegere geestelijke leegte met nieuw licht op. Pas in dit licht wordt het opnamevermogen van de geest steeds volmaakter. En zo zien jullie dat het ons gezelschap nogal wat moeite kost om dit aanschouwelijk voorgestelde beeld van de hemel kwijt te raken.
Hoofdstuk 52: De ware armoede van de geest. Het gevaar van de blinde twijfelzucht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] De oorzaak is te vinden in het feit dat deze sceptici met hun verstandelijke microscoop steeds op dit onbeduidende punt gefixeerd blijven, waarbij geen van hen op het idee komt om de microscoop van hun verstand over de grenzen van dit punt heen te richten, waardoor zij zouden zien, hoe dit hun zo oneffen voorkomende punt met het andere levenshout verbonden is.
Hoofdstuk 52: De ware armoede van de geest. Het gevaar van de blinde twijfelzucht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Onze spreker heeft hen er meteen heimelijk op gewezen en gezegd: mijn lieve, zalige vrienden, als deze tafelbediende echt thuis zou zijn in de goddelijke waarheid, dan zou hij Paulus toch niet zomaar met Johannes hebben verwisseld. Zo heeft hij kennelijk Johannes iets in de mond gelegd, wat alleen Paulus heeft gezegd, en dat is voor mij genoeg om aan te nemen dat deze dienaar in de eigenlijke goddelijke waarheid niet thuis is. Daarom hoeft alles wat hij heeft gezegd waarschijnlijk niet al te serieus worden genomen.
Hoofdstuk 52: De ware armoede van de geest. Het gevaar van de blinde twijfelzucht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Ik ben van mening dat deze hemel weliswaar een ware en volmaakte hemel is, maar het verhaal en de belering over die tafelgevangenschap berust volgens mij slechts op een vermoeden van de tafeldienaar, die ons daarmee behoorlijk om de tuin heeft geleid. Wij zijn vrij en kunnen aan tafel gaan wanneer wij willen, maar als we willen kunnen we ook in deze grote tuin gaan wandelen. Ik ben ook van mening dat het ons vrij staat om dat grote, prachtige paleis daar achter die grote lange tafel te bezichtigen en misschien zelfs wel te bewonen, want de Heer heeft toch gezegd: `In het Rijk van Mijn Vader zijn vele woningen'! Daarom kunnen er in dit buitengewoon grote paleis immers een heleboel woningen zijn. Het is ook best mogelijk dat er verderop nog een enorm aantal van zulke paleizen voorhanden is. Daarom denk ik dat we niet meer op onze niet bepaald bijbelvaste tafeldienaar moeten wachten, maar ons dadelijk naar eigen goeddunken en genoegen naar het grote paleis kunnen begeven. We zijn hier namelijk niet meer in staat om te zondigen; daarom kunnen we ook doen wat we willen!
Hoofdstuk 52: De ware armoede van de geest. Het gevaar van de blinde twijfelzucht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Het is toch zeker beter om met een helder bewustzijn in de hemel te zijn, dan volgens de wat vergezochte mening van onze tafeldienaar in een waarachtige boerenhemel te komen. Zou dit niet de echte hemel zijn, dan kunnen wij daar ook niets aan doen, aangezien ons op aarde nooit een andere werd voorgehouden. En als het er, zoals we op aarde hebben geleerd, hier uitermate rechtvaardig toegaat, wat ook ongetwijfeld het geval zal zijn, dan zou ik wel eens willen weten waarom wij een tijdlang met een valse hemel moeten worden gefopt. We hebben toch altijd in een echte en waarachtige hemel geloofd maar niet in een fop- of schijnhemel. Het zou toch werkelijk infaam van ons zijn als we God ervan zouden verdenken dat Hij ons met deze hemel slechts voor de gek wil houden. Laten we daarom dapper voorwaarts gaan!
Hoofdstuk 52: De ware armoede van de geest. Het gevaar van de blinde twijfelzucht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] Maar Paulus neemt dit licht, dat bij Johannes de liefde van de Heer is, levendig in zich op. Op grond daarvan zegt Paulus dan ook: `Nu leef ik niet meer, maar Christus leeft in mij!' Daarom is de door de tafeldienaar aangehaalde tekst helemaal van Johannes en kan niet van Paulus zijn, omdat het dit hele gezelschap nog ontbreekt aan het wezenlijke van de liefde voor de Heer. Het verdere verloop van deze belangrijke ontwikkeling zullen we in de nabijheid van dit gezelschap spoedig kunnen aanschouwen.
Hoofdstuk 52: De ware armoede van de geest. Het gevaar van de blinde twijfelzucht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Zie, het gezelschap komt op de bewuste plaats aan; de welbespraakte aanvoerder als eerste. Nog enkele schreden en hij deinst al terug en schreeuwt: maar in godsnaam, wat is dat nu?! Hier, kont eens kijken, dat is een afgrond die lijnrecht de hel in lijkt te gaan! Nee, als ik onze tafeldienaar weer eens tegenkom, zal ik hem toch eens duidelijk te verstaan geven hoe grondig hij thuis is in deze hemelse geografie. Heeft hij eerder niet gezegd, toen hij aan tafel achter mij de wolkenbodem iets heeft losgewoeld, dat de grond van deze grote tuin overal even stevig is? En nu zien we hier tot onze grootste verbazing deze verschrikkelijke klooft
Hoofdstuk 53: Verrassingen in de schijnhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Een ander uit het gezelschap gaat naar de spreker toe en zegt heel gewichtig: broeder, niet zo luid, want anders zou de tafeldienaar ook wel eens tegen jou kunnen zeggen dat jij niet goed thuis bent in de Heilige Schrift. Kijk, nu weet ik toch beter raad te verschaffen. Dit is zeker de kloof waardoor indertijd de rijke vrek in de hel met Abraham in de hemel heeft gesproken en hem om een druppel water en nog meer heeft gesmeekt. Deze kloof is daarom zeker als eeuwig gedenkteken bewaard gebleven. En aangezien we niet over de kloof heen kunnen, wat voor ons `zalige geesten' wel wat zonderling klinkt, gaan we maar weer onze weg terug en sluipen heel ongemerkt weer aan tafel.
Hoofdstuk 53: Verrassingen in de schijnhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Kijk, na deze woorden gaat iedereen vlug naar de muur. De muur is bereikt, maar deze is helaas wat te hoog om er op te kunnen klimmen. Daarom vormt ons gezelschap nu levende ladders en neemt de muur als het ware stormenderhand.
Hoofdstuk 53: Verrassingen in de schijnhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Ze hebben zich uiteindelijk naar boven gewerkt, maar als de laatste man naar boven getrokken is, begint de muur om te buigen en onze eerste woordvoerder zegt: beste vrienden, de moed niet verliezen! God de Heer zij alle eer; nu maar zien waar we terechtkomen! Het is me allemaal om het even, want het is nu duidelijk dat, met uitzondering van de goddelijke drie-eenheid, die we nog steeds zien, deze hemel puur bedrog is. Onze achtenswaardige tafeldienaar laat zich helemaal niet meer zien en hoewel hij ons stellig heeft beloofd terug te komen, laat hij ons in deze allerhoogste hemelse nood lelijk zitten. En kijk nu, ons halfhangende stuk muur is nu afgebroken en wij gaan mee omlaag, God weet waarheen!
Hoofdstuk 53: Verrassingen in de schijnhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Maar luister nu naar wat onze woordvoerder zegt als hij de tweede kloof ziet. Zijn woorden luiden: oho, om 's Heren wil! Wat is dat voor een hemelse schurkenstreek? Gaat het zo toe in de hemel? Dit is toch niets anders dan een stiekeme streek van onze lofwaardige tafeldienaar. Die zal vanuit een of andere geheime schuilplaats ons gesprek hebben afgeluisterd, en heeft toen door middel van de hem ten dienste staande geestelijke tovermiddelen deze afgronden gevormd, en nu staan wij hier ten einde raad. Hij laat zich ook helemaal niet zien; ik denk dat hij wat onze toestand betreft, toch al van verre lont moet ruiken. Werkelijk, als die lummel nu zou komen opdagen, zou ik mij zelfs met mijn hemelse armen aan hem kunnen vergrijpen. Deze twee afgronden hier; het is toch iets verschrikkelijks. Als we niet zo voorzichtig waren, dan zou de een of ander zeker al God weet waar daar beneden liggen! Hij zegt verder: lieve vrienden, en nu mijn hemelse broeders en zusters, ik heb aanvankelijk gezegd, en ik blijf erbij, dat deze hele hemel niets anders is dan fopperij. De tafeldienaar heeft ons allemaal bedot; niet onze wandeltocht zijn we beetgenomen en daardoor zijn al onze aardse verwachtingen van de hemel in rook vervlogen. Het enige dat nog ontbreekt is nog zo'n kleine afgrond overdwars en we zitten allemaal mooi hemels in de knoei!
Hoofdstuk 53: Verrassingen in de schijnhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  1009 - 1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023 - 1024 - 1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034  ...