Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 1022 van 1110

...  1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023 - 1024 - 1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035  ...
[1] PETRUS zegt: 'Nu, luister dan. Wij allen, zoals je ons hier ziet, zijn op de eerste plaats kinderen van God, dat wil zeggen naar jullie voorstelling kinderen van de allerhoogste Geest. Maar ten tweede zijn enkelen van ons ook de eerste belangrijkste dienaren van de Allerhoogste en juist de Allerhoogste Zelf heeft hen tot een steunpilaar van Zijn kerk in de gehele oneindigheid aangesteld. Weliswaar eerst alleen maar op aarde, dat is op die planeet, die jullie de Heilige Planeet noemen. Toen ze daar hun opgave met vreugde en toewijding hadden vervuld, werden ze, nadat hun het lichaam op smartelijke wijze was afgenomen, meteen tot Hem in de hoogste van alle hemelen verheven, om van Hem alles te krijgen wat Hij Zelf heeft en dus de hoogste van alle zaligheden voor eeuwig ongestoord te kunnen genieten. Maar ook om in een dergelijke zaligheid die taak in de meest uitgebreide zin uit te voeren, die ze op aarde - weliswaar in zeer beperkte omvang - hebben verricht. En weet dus dat ik, Petrus, en de derde daar, Johannes, zulke dienaren zijn. Maar de anderen zijn allemaal min of meer beginnelingen in deze wereld en in de eerder genoemde werkzaamheden.
Hoofdstuk 163: Petrus geeft informatie over het gezelschap dat is aangekomen en over het doel van zijn bezoek - Bedenkingen van de wijze over de zichtbaarheid van God - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] DE WIJZE zegt: 'Beste vriend, die zal het toch niet zijn, die daar tussen twee vrouwen wandelt? Voor hen uit lopen - zoals het mij voorkomt - die drie dochters van dit huis, die wij eerder naar de plek hadden gezonden waar jullie waren en niet verder wilden of mochten gaan?
Hoofdstuk 164: Logische uiteenzetting van Petrus en het opheffen van de twijfel van de oudste der zon aangaande de zichtbaar aanwezige Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] Vrees dus niet, doch verheug je mateloos, omdat jou en deze wereld nu zo'n onbegrensde genade ten deel valt! Dan zal ook Hij vreugde aan jou en aan jullie allen hebben en zal jullie helpen, daar jullie het meeste Zijn hulp nodig hebben. Maar breng nu je hart op orde, vriend, want nog maar enkele stappen en Hij is in ons midden!'
Hoofdstuk 164: Logische uiteenzetting van Petrus en het opheffen van de twijfel van de oudste der zon aangaande de zichtbaar aanwezige Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Waar is de Schepper als eeuwig Een en Dezelfde méér Schepper: in Zich Zelf of in het schepsel? Wat is hier ouder: het schepsel als identiek wezen met en in de Schepper - of de Schepper als identiek wezen in het schepsel? Want Hij Zelf spreekt: 'Jullie zijn in Mij en Ik in jullie!'
Hoofdstuk 165: Johannes in tweegesprek met de wijze van de zon - De verhouding tussen Schepper en schepsel - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Kijk, wij zien vanaf onze wereld een zon, waarvan de afmetingen, volgens onze berekeningen, de grootte van onze planeet ettelijke duizenden malen zal overtreffen. Maar daar ik heel dikwijls heb waargenomen, hoe zelfs de kleinste dauwdruppeltjes het beeld van dat grote hemellichaam volkomen opnemen, lijdt het geen twijfel dat wij schepselen op eendere wijze de Schepper wel in ons opnemen, in zoverre Hij door ons tot onze voleinding kán worden opgenomen.
Hoofdstuk 165: Johannes in tweegesprek met de wijze van de zon - De verhouding tussen Schepper en schepsel - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] IK zeg: 'Nu goed, Mijn Martinus, ook jij hebt goed gesproken. Maar neem nu deze wijze en draag hem op jullie handen voor Mij uit het huis binnen. Zo geschiede het!'
Hoofdstuk 167: De Heer en Uhron, de wijze van de zon - Bekering van Uhron en diens goede antwoord - Martinus' instemmende woorden over de toespraak van Uhron - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Daarop zeggen ENKELEN, die de dragers op de voet volgen: 'Hebben jullie dan niet gehoord, dat deze geest de allerhoogste Geest Gods moet zijn? Wij zijn daar van onze kant nu bijna zeker van; maar hoe zoiets aan jullie is ontgaan, is voor ons een raadsel!
Hoofdstuk 168: Uitwerking van Uhrons bekering op diens huisbewoners – De intrede in het zonnehuis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Hebben jullie dan niet gehoord, hoe onze hoogste wijze met Hem heeft gesproken en Hem heeft erkend als de enige Huisvader en dus de Alleroudste van dit en ook van elk ander huis?
Hoofdstuk 168: Uitwerking van Uhrons bekering op diens huisbewoners – De intrede in het zonnehuis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Keer daarom in jezelf en bedenk, welk een genade nu dit huis, ja deze hele wereld ten deel valt, nu jullie Schepper ze met Zijn allerheiligste voeten voor het eerst zichtbaar voor onze zintuigen betreedt! Snellen jullie vooruit en reinig de kostbare zetel van de oudste van dit huis, opdat de echte eigenaar voor de eerste keer de plaats zal kunnen innemen die van oudsher Zijn rechtmatig eigendom is.
Hoofdstuk 168: Uitwerking van Uhrons bekering op diens huisbewoners – De intrede in het zonnehuis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Wel genieten wij op dit hemellichaam grote voordelen. Wij zijn, wat het uiterlijk betreft, erg mooi en volgens de norm van onze samenleving, ook wijs genoeg. Wij werken meer met de wil dan met de handen. Nog nooit zijn wij geplaagd door zorgen om voedsel, wat op andere planeten zeer dikwijls het geval moet zijn! Ook kennen wij geen lichamelijke ziekten, alhoewel ons vlees overgevoelig is; ook kunnen wij zo lang leven als wij willen. Als wij echter instemmen met de door hogere geesten verlangde verandering, dan zal deze ons tot grootste vreugde worden!
Hoofdstuk 169: Uhrons goede begroetingstoespraak - Genadevolle mededeling van de Heer aan Uhron - De zonnemensen geroepen tot het kindschap Gods - Een treurig getuigenis over de mensen op aarde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Op deze manier kan Ik bijna geen volmaakte kinderen van de aarde meer krijgen. De besten zijn erger dan de ergsten hier, zoals jullie zelf waren. En dus wil Ik hier een nieuwe kweekplaats voor Mijn toekomstige kinderen oprichten, de aarde echter zo reinigen, dat de beteren die zijn overgebleven, dagenlange reizen zullen maken, om een gelijkgezind wezen te kunnen ontmoeten.
Hoofdstuk 169: Uhrons goede begroetingstoespraak - Genadevolle mededeling van de Heer aan Uhron - De zonnemensen geroepen tot het kindschap Gods - Een treurig getuigenis over de mensen op aarde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Omdat Ik dat wil doen, moet Ik jullie nu ook de wegen wijzen, waarop jullie tot Mijn ware kindschap kunnen komen, als jullie dat willen! Doch als de aarde gereinigd wordt, dan wil Ik van haar naar jullie een brug bouwen voor de geest, waarover jullie met hen als het ware hand in hand zullen wandelen!
Hoofdstuk 169: Uhrons goede begroetingstoespraak - Genadevolle mededeling van de Heer aan Uhron - De zonnemensen geroepen tot het kindschap Gods - Een treurig getuigenis over de mensen op aarde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Als er geen vreemdeling is, dan zal ik met jullie heel direct en kort spreken. Maar is er een ongenode hier, die mogelijkerwijs als een rover, dief en moordenaar naar binnen is geslopen om hier tijdens mijn toespraak de gemoederen van deze zeer vele toehoorders te verstoren en in beroering te brengen, wijs hem mij dan aan, zodat ik hem voor jullie aller ogen hier voor me neer kan zetten!'
Hoofdstuk 171: Gedragswenken van de Heer aan Martinus - Over de cursus in toorn - Hoe Satan moet worden aangepakt - Martinus' omzichtigheid voor het begin van de prediking - Geweldige bedreigingen van de vijand - Martinus' geruststellende woorden tot de angstige menigte - Troostrijke woorden van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Na deze woorden keert MARTINUS zich tot de gemeente en zegt: 'Laat allen die hier bij deze buitengewone gelegenheid bijeen zijn om woorden van leven uit mijn en tenslotte zelfs uit de mond van de Heer Zelf te vernemen, vooral gezegd zijn, dat jullie je niet moeten laten storen, als een onheil jullie zal bedreigen. Want zie, het is immers God, de allerhoogste, almachtigste Geest Zelf, die hier zichtbaar aanwezig is en dat is diegene met wie jullie allen mij zojuist hebben zien praten, hoewel jullie dat niet hebben kunnen horen.
Hoofdstuk 172: Martinus' prediking tot de vergadering van de zonnemensen - Beproevingen op aarde als voorwaarde voor het kindschap Gods - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Deze ene ware, eeuwige Heer en Schepper van alle oneindigheid heeft mij voor jullie allen de absolute verzekering gegeven, dat Hij de Boze voor jullie ogen geweldig zal tuchtigen, als hij het zou wagen zijn slechte spel nog verder door te drijven. Daar wij die verzekering van Hem Zelf hebben, willen wij ook zonder vrees in alle geduld wachten op wat de Heer voor genade over ons zal laten komen.
Hoofdstuk 172: Martinus' prediking tot de vergadering van de zonnemensen - Beproevingen op aarde als voorwaarde voor het kindschap Gods - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  1010 - 1011 - 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023 - 1024 - 1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035  ...