17481 resultaten - Pagina 1026 van 1166
... 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023 - 1024 - 1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 ...
[2] Zou de mens ook dan vanuit de hemelen niet het recht hebben om zich te ontdoen van de moordenaars van de geest? Is zo'n handelwijze ook tegen de orde van de hemelen, dan moet men daaruit afleiden dat het de Heer om het even is of de mens op aarde een fetisj dienaar, een duistere heiden of een zuivere christen is. Wanneer dat echter het geval is, begrijp ik de hele verlossingsgeschiedenis, alle waarheden van de profeten en de zuivere wonderleer van het leven uit de mond van God niet. Dan had de mensheid beter in haar oernacht kunnen blijven. Miljoenen mensen die zich christenen noemen hebben van Christus de Heer en van Zijn leer niet het flauwste idee. De paus is hun god en de vorst zijn handlanger. Beiden zorgen er naar beste vermogen voor om de mensen dom te houden om iedere geestvonk in hun onderdanen te verstikken. Zeg eens, vriend, hebben de nog ergens voorkomende, meer verlichte genootschappen ook dan niet het minste recht om zich tegen zo'n geestelijke tirannie te verheffen en haar te vernietigen?'Hoofdstuk 140: Roberts politieke ijver. Petrus over de zelfhulp van een volk en over Gods hulp. De Vader weet wanneer het tijd is. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Robert zegt: 'O ja, je hebt volkomen gelijk. Ieder mens op zich doet er goed aan als hij de boven hem geplaatste overheid gehoorzaamt in wereldlijke aangelegenheden en zich vreedzaam gedraagt onder alle omstandigheden van het aardse leven. Maar wat moeten de arme mensen doen als hun vorsten uit angst troon en luister te verliezen bij hun onderdanen ook de sfeer van de geest aantasten? Als zij haar ketenen en het zicht van ziel en geest verduisteren, de zuivere leer van de Heer op aarde veranderen in afgoderij en de mensheid daardoor met algehele blindheid treffen? Wat moeten zulke geknechte mensen dan doen als de heerszuchtige dragers van de kroon brandstapels, galgen of op z'n minst strenge kerkers bouwen voor de door de Heer zelf gewekte profeten?
Hoofdstuk 140: Roberts politieke ijver. Petrus over de zelfhulp van een volk en over Gods hulp. De Vader weet wanneer het tijd is. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Zo heb ik mij al vaker afgevraagd wat ik eigenlijk met de Rooms-Duitse en Oostenrijkse keizers te maken heb. Hoe kom ik in hun en zij in mijn gezelschap? Ik kan mij voor mijn gemeenschap wel geesten voorstellen, die of tot mijn aardse levensperiode behoorden of in de Oostenrijkse staten mijn denkwijze erop na hielden en in dezelfde tijd dat ik in Wenen hierheen werd geholpen, in de geestenwereld aankwamen. Maar hoe de vorsten van Oostenrijk, benevens verscheidene roomse bisschoppen, in mijn gezelschap komen, is mij een raadsel; ik heb met hen toch nooit enige verbinding gehad, omdat zij hun heerschappij op aarde lang vóór mijn tijd hebben uitgeoefend. Als zij mij eventueel in hun gemeenschap hadden opgenomen, zou dat te verklaren zijn. Maar dat ik hen in mijn gemeenschap opneem en dat zij in zekere zin naar mij toe kwamen, is voor mij een raadsel! Begrijp jij misschien de reden, lieve vriend en broeder?'
Hoofdstuk 139: Roberts persoonlijke verhouding tot de Habsburgse keizers. Geërfde of gekozen troonopvolging. Staatspolitieke wenken van Petrus. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Petrus zegt: 'Je vergist je, broeder, als je van mij zou denken dat de gewoonte deze werken voor mij alledaags en minder achtenswaardig zou hebben gemaakt! Integendeel! Ik bekijk echter alles met een zekere gemoedsrust en verkondig de lof van de Heer in mijn hart. Jij bent hier nog een nieuweling, kent de juiste gebruiken van het huis nog niet en hebt bovendien een zeer levendige en vurige geest. Daarom sta jij ook meteen in vuur en vlam. Als jij mettertijd het grote huis van de eeuwige Vader en diens liefdevolle huisregels nader hebt leren kennen, zul je mijn gedrag zeker helemaal goed vinden.
Hoofdstuk 138: Heerlijkheid van Gods kinderen. De eetzaal van de Heer. De grote oertuin van de schepping. De activiteit van de volmaakte geesten in het groeiende besef van de liefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Ik zeg: 'Vanzelfsprekend! Alle bewoners van Mijn allerhoogste hemel hebben dezelfde allerhoogste bestemming. Wel hebben zij die in Mijn naaste omgeving in Mijn eigen huis wonen het meeste te doen, zoals ook de levenszenuwen van een mens, die het dichtst bij het hart liggen, voortdurend het meest actief moeten zijn.'
Hoofdstuk 137: De drie keizers ontvangen hun rijkswaardigheidstekenen. Hun betekenis. Grote bestemming van de burgers van de hoogste hemel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Rudolf zegt: 'O Heer en Vader vol goedheid, liefde en erbarming! Wij drieën zijn nu zo onderscheiden dat wij U eeuwig nooit genoeg kunnen danken. Maar mijn overige aardse kinderen, hoewel opgenomen in deze hoogste hemel, zijn toch buiten deze stad geplaatst en kunnen onmogelijk even gelukkig zijn als wij. Zou het niet mogelijk zijn dat ook zij hierheen mogen komen en aan ons worden gelijkgesteld?'
Hoofdstuk 137: De drie keizers ontvangen hun rijkswaardigheidstekenen. Hun betekenis. Grote bestemming van de burgers van de hoogste hemel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Bij missies op aarde, waar Mijn kinderen worden opgevoed, is dat uiteraard niet nodig. Zij moeten namelijk in de grootst mogelijke eenvoud worden opgevoed; daarom mogen zij van hieruit niet door pracht en praal uit hun toch al moeizaam te bewaren deemoed worden gewekt. Heel anders ligt dat bij geesten, die bewoners zijn van grote middenzonnen en reeds temidden van het grootste licht en de hoogste luister geboren worden en in woningen leven, waarbij alles wat jullie zelfs hier zien er uitziet als een armoedige hut. Daar moet men dan ook, als het nodig is, met de grootste pracht en de hoogste luister optreden.
Hoofdstuk 137: De drie keizers ontvangen hun rijkswaardigheidstekenen. Hun betekenis. Grote bestemming van de burgers van de hoogste hemel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Onmiddellijk worden de keizerlijke waardigheidstekenen aangedragen. Op roodstralende kussens worden ze de drie aangeboden, opdat zij deze zullen aannemen als teken van verheerlijking van datgene waartoe zij op aarde geroepen waren. Maar ook de keizers weigeren beslist om in Mijn huis en aan Mijn zijde waardigheidstekenen te dragen, daar Ik toch als Koning van alle koningen en als volmaakte Heer van alle heerlijkheden, kroon noch scepter en nog minder zwaard en purper draag.
Hoofdstuk 137: De drie keizers ontvangen hun rijkswaardigheidstekenen. Hun betekenis. Grote bestemming van de burgers van de hoogste hemel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Robert-Uraniël vraagt of hij zijn vriend Peter en de beide vrouwen ook mee mag nemen. Ik zeg: 'Heb je voorheen dan niet vernomen dat er hier voor iedereen volledige vrijheid heerst? Waarom dan nog zulke vragen? Hier kun je doen, wat je maar wilt, het is allemaal goed. Want er komt hier niemand, behalve diegene die zijn aardse wereldwil helemaal uit zichzelf heeft uitgebannen en in plaats daarvan de Mijne voor eeuwig volkomen in zich heeft opgenomen. Daar jij dit hebt gedaan, ben je hier en kun je onmogelijk iets anders willen dan wat Ikzelf wil. Er bestaat echter nergens en nimmer een hogere en meer volkomen vrijheid dan die van Mijn eigen wil. Waarom zou jij dan nog in een of andere handeling beknot kunnen worden nu jij deze volledig in je hebt?
Hoofdstuk 138: Heerlijkheid van Gods kinderen. De eetzaal van de Heer. De grote oertuin van de schepping. De activiteit van de volmaakte geesten in het groeiende besef van de liefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Ik zeg: 'Mijn broeder, jouw bezorgdheid komt iets te laat. Kijk maar eens achterom naar de deur waardoor wij binnen zijn gekomen en je zult hen allen zien, bekleed met dezelfde onderscheidingstekenen! Vol verrukking komen zij Mij daarvoor danken. Tussen hen en jullie drieën bestaat alleen het verschil, dat zij deze tekenen wat eerder dan jullie in hun majestueuze woningen hebben gekregen. Vandaar dat zij deze ook reeds dragen, terwijl jullie ze nog niet hebben aangenomen. Hoe bevalt jullie dat?' Rudolf zegt: 'O Heer en Vader, ik vind geen woorden om U mijn dank uit te drukken! Zij hebben dus ook dezelfde bestemming als wij!’
Hoofdstuk 137: De drie keizers ontvangen hun rijkswaardigheidstekenen. Hun betekenis. Grote bestemming van de burgers van de hoogste hemel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] De kroon is een teken dat jullie wat betreft jullie ziel, die jullie gelouterde lichaam is, Mijn kinderen zijn - en wat betreft jullie geest, die voortkomt uit Mijn hart en Mijn Ik in jullie is, Mijn broeders zijn. De scepter geeft aan dat jullie, omdat jullie Mijn Ik in jullie dragen, voor eeuwig met Mij gelijke regenten van de oneindigheid zijn. Het zwaard echter is een teken van de macht en het gezag dat jullie door Mij voor altijd is verleend. Het purper tenslotte getuigt ervan dat jullie uiterlijk evenals jullie innerlijk louter liefde is, en dat jullie evenals Ik overal slechts door de macht van de liefde alles willen regelen en beheersen. Daarom kunnen jullie nu zonder enig bedenken deze waardigheidstekenen aanvaarden.'
Hoofdstuk 137: De drie keizers ontvangen hun rijkswaardigheidstekenen. Hun betekenis. Grote bestemming van de burgers van de hoogste hemel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Ik zeg echter tegen hen: 'Mijn lieve vrienden, van een voortdurend dragen van deze tekenen is immers geen sprake; maar jullie moeten ze toch aannemen en bezitten. Er zijn hier zeer uiteenlopende levensomstandigheden en opdrachten, vaak de schitterendste bezoeken uit de talloze wereldgebieden en heel veel missies naar verschillende werelden en zonnen. Eveneens naar de twee onmetelijke lagere hemelen en vooral naar hun talloze gemeenschappen, alsook zendingen naar de talloze geestenregionen van werelden in alle soort en maten. Voor zulke gelegenheden moeten de van hier uitgezonden aartsengelen van waardigheidstekenen zijn voorzien en deze dragen als duidelijk bewijs, dat zij zelf de machtigste overwinning op zichzelf hebben behaald en nu met Mij heren zijn over de hele oneindigheid.
Hoofdstuk 137: De drie keizers ontvangen hun rijkswaardigheidstekenen. Hun betekenis. Grote bestemming van de burgers van de hoogste hemel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] De engelen zeggen: 'Vriend, het is de wil van de Heer! Wil jij je daar tegen verzetten?' Terwijl hij op Mij wijst, zegt Robert: 'Mijn Heer en mijn God heeft nog niets gezegd! Als Hij het mij zal zeggen, zal ik het zeker doen, maar zonder Zijn woord niet. Want Hij alleen is alles voor mij, zonder Hem betekenen alle hemelen niets voor mij! Er staat geschreven: 'Jullie moeten allen door God onderricht worden. Wie niet door de Vader wordt opgevoed, deugt niet voor de hemel en komt niet tot de Zoon, die het eeuwige rijk is van de Vader!'
Hoofdstuk 136: Intrede in het binnenste. Robert als nieuwe aartsengel en hemelvorst. Zijn deemoed en wijsheid. Roberts waardigheidstekenen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Robert, totaal verbluft over deze verschijning, zegt met diepe deemoedigheid: 'Mijn lieve hemelse vrienden en vriendinnen, hadden jullie mij in plaats van deze koninklijke waardigheidstekenen die van een schoenpoetser aangeboden, dan zou ik ze met de grootste ontroering hebben aangenomen, maar deze voor geen prijs van de hemelen! Als de Heer en Koning van de hemel en alle werelden geen kroon, scepter of zwaard draagt, waarom dan ik als arme zondaar wel? Kijk daar! Naast mij staan drie keizers, die al op aarde gewend waren kronen te dragen. Reik hun de insignes aan, zij worden daardoor niet verwaand. Maar ik zou er tenslotte verwaand door kunnen worden en dat zou echt geen winst voor mij betekenen, noch voor jullie en de gemeenschap, noch voor het Godsrijk in mijn hart. Dit laatste is mijn echte huis, waar ik leiding moet geven naar de ordening en in naam van de Heer en Vader. Laat daarom achterwege, wat me eeuwig niet toekomt!'
Hoofdstuk 136: Intrede in het binnenste. Robert als nieuwe aartsengel en hemelvorst. Zijn deemoed en wijsheid. Roberts waardigheidstekenen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] De brengers van deze waardigheidstekenen buigen nu voor Robert-Uraniël en zeggen vriendelijk: 'Ziehier, lieve, voortreffelijke broeder, ontvang de rechtmatige beloning, die de Vader jou al vanaf het begin van de wereld heeft bereid! Omwille van de leer van Christus ben je op aarde een martelaar geworden. Je had dat wel kunnen voorkomen, maar je wilde het niet en daarom was je een martelaar vanwege de juiste betekenis van de zuivere leer van Jezus, onze God, onze liefdevolle en heilige Vader van eeuwigheid.
Hoofdstuk 136: Intrede in het binnenste. Robert als nieuwe aartsengel en hemelvorst. Zijn deemoed en wijsheid. Roberts waardigheidstekenen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)