17481 resultaten - Pagina 1027 van 1166
... 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023 - 1024 - 1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040 ...
[9] Nu kijkt Robert naar Helena om haar te vergelijken met de bewoners van Mijn huis. Maar Helena is reeds van de schoonheid van Mijn kinderen voorzien. Robert schrikt er danig van en zegt: 'O Heer, wat is er toch met Helena gebeurd en met Mathilde-Eljah? Zij zijn ook al zo mooi dat ik hen nauwelijks nog durf aan te kijken.'Hoofdstuk 135: Het Vaderhuis in de hemelse stad. De heerlijkheid van zijn ruimten en zijn bewoners. In tegenstelling daarmee de eenvoud van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Nu open Ik de deur en Mijn vrienden vallen op de treden op hun aangezicht neer. Robert zegt met bevend hart: 'O Vader, dat is teveel ineens voor een geschapen geest, voor een nietig levensatoom van Uw oneindigheid! Dit licht, deze heerlijkheid en de bovenmate hemelsmooie engelen, die met vochtige ogen hun oneindig mooie, zachte armen naar U en naar ons uitstrekken! Vergeleken bij hen zijn wij letterlijk vormloos ondanks ons al enigszins hemelse voorkomen!'
Hoofdstuk 135: Het Vaderhuis in de hemelse stad. De heerlijkheid van zijn ruimten en zijn bewoners. In tegenstelling daarmee de eenvoud van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Ik zeg: 'Laat dat maar achterwege, lieve broeders! De bewoners weten heel goed wat zij bij Mijn komst te doen hebben. Jullie zijn op aarde het lawaai maken gewend en denken daarom dat er ook hier bij Mijn komst een enorm lawaai moet worden gemaakt. Dat is echter hier helemaal niet nodig. Wanneer na het een of andere op aarde en in haar geestelijke regionen volbrachte werk de harten van Mijn lieve kinderen bij mijn aankomst in alle stilte vol liefde, dankbaarheid en leven voor Mij kloppen, dan is er voor Mij al feestgedruis in overvloed voorhanden. Zodra wij de vertrekken betreden, zullen zij ons wel tegemoetkomen en ons op de liefelijkste manier van alle hemelen begroeten.'
Hoofdstuk 135: Het Vaderhuis in de hemelse stad. De heerlijkheid van zijn ruimten en zijn bewoners. In tegenstelling daarmee de eenvoud van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Keizer Jozef zegt: 'Wat? Bij U, heiligste Vader, in Uw naaste omgeving zullen wij zijn? Dat zou teveel zaligheid voor ons arme zondaars zijn. Wij zijn reeds met het kleinste hoekje in deze stad geheel en al zalig en tevreden.' Ik zeg: 'Mijn lieve broeder, kijk, er staat toch geschreven: 'Waar Ik ben, daar zullen ook zij zijn, die Mij boven alles liefhebben.' Jullie hebben Mij nu boven alles lief en hebben Mij in jullie harten altijd meer liefgehad dan jullie dachten. Daarom moeten jullie ook daar wonen waar Ikzelf woon en met Mij werken in eeuwige gemeenschap. Jullie zullen velen in Mijn huis aantreffen, want het is heel groot en telt heel veel woningen. Laten we nu naar binnengaan! De drie broeders gaan voorop!'
Hoofdstuk 135: Het Vaderhuis in de hemelse stad. De heerlijkheid van zijn ruimten en zijn bewoners. In tegenstelling daarmee de eenvoud van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Robert zegt verder: 'O Heer en Vader vol liefde, zachtmoedigheid en geduld, wat is dat toch voor een prachtig paleis dat precies tegenover ons naar de morgen toe ligt?' - Ik zeg: 'Dat is Mijn hoogsteigen huis! Maar daarin zijn heel veel woningen waarvan jij er nu ook een voor eeuwig zult betrekken. En jullie allen die nu bij Mij zijn, zullen ook daarin wonen. Deze woningen zullen jullie zeker heel goed bevallen.'
Hoofdstuk 135: Het Vaderhuis in de hemelse stad. De heerlijkheid van zijn ruimten en zijn bewoners. In tegenstelling daarmee de eenvoud van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] O Heer, nu begrijp ik ook waarom geesten van mijn soort hun sterfelijke broeders soms een beetje vergeten en zich maar heel zelden aan hen tonen. Wie zou bij zo'n overvloed aan zaligheid nog aan de slechte aarde denken als hij niet zo nu en dan door U, o Heer en Vader, werd aangespoord om op het juiste moment ook zijn nog sterfelijke broeders op aarde te gedenken!'
Hoofdstuk 134: Rudolf vergelijkt hemelse en aardse omstandigheden. De hemelse stad en haar betekenis als voedingsbron voor de hele oneindigheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Ik zeg: 'Ja, je hebt gelijk; op aarde moeten er verschillen zijn, anders was ze niet wat ze zijn moet. Maar hier is iedereen gelijk. Er bestaat hier geen rang behalve dan, dat jullie allemaal Mijn kinderen zijn en Ik jullie aller Vader en Heer. Desondanks bestaan er hier ook verschillen, want niemand zal iets verliezen van hetgeen hij op aarde eerlijk heeft bezeten. Jij was op aarde een goede keizer. En zie, je zult weer keizer worden maar over een veel groter rijk dan op aarde. Hier zul je gesteld worden over een gehele zon, waarin een' triljoen aarden plaats zouden hebben. In de stad en wel in jouw huis, zul je je toekomstige bestemming nader leren kennen.
Hoofdstuk 134: Rudolf vergelijkt hemelse en aardse omstandigheden. De hemelse stad en haar betekenis als voedingsbron voor de hele oneindigheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Hoe lang was ik, zelfs na het afleggen van mijn lichaam nog van mijn aardse eigenwaan vervuld! Aan een in waarheid vrije geest was het voorbehouden de reeds broos geworden rots uit zijn vaste slaap wakker te schudden. De rots verstoof en ik sta hier nu in heel mijn nietigheid voor U, o Heer, als een pasgeboren kind en kijk verbaasd naar een nieuwe wereld in haar heilige omstandigheden. Maar hoeveel heeft dit kind voor op alle nog zo wijze en machtige heersers op aarde! Alles komt me hier zo groots en verheven en uitermate veelzeggend voor. 0 heerlijkheden zonder naam en zonder tal! O Vader, hoe groot en heilig bent U toch!'
Hoofdstuk 134: Rudolf vergelijkt hemelse en aardse omstandigheden. De hemelse stad en haar betekenis als voedingsbron voor de hele oneindigheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Ik wijs hem de streek naar de middag aan en zeg: 'Daar zul je hen allemaal aantreffen, want ook zij wonen in jouw huis. De aartsvaders wonen echter in eigen grote huizen, die je mettertijd allemaal zult leren kennen, want huizen zoals het nieuwe van jou, zijn er oneindig veel in Mijn rijk. Je zult het in geen eeuwigheid voor elkaar krijgen deze allemaal te leren kennen, maar in Mijn grote huis zul je ze te zien krijgen naar de mate van de hemelse behoeften. Ken je trouwens de geest, die ons nu over de straat tegemoet snelt?'
Hoofdstuk 133: De bereikte hoogste hemelsfeer. Robert, Peter en drie vrienden begeleiden de Heer naar het heilige Jeruzalem; de stad der steden en de zon der zonnen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Op hetzelfde moment staat Cado al voor ons en zegt: 'Heer, ik heb al vernomen wat mijn bestemming is en haast me haar getrouw na te streven!' Robert kust hem en zegt: 'Wees goed, rechtvaardig en streng, want het is slecht met de aarde gesteld.' Cado buigt en haast zich naar de plaats van zijn eerste bestemming.
Hoofdstuk 133: De bereikte hoogste hemelsfeer. Robert, Peter en drie vrienden begeleiden de Heer naar het heilige Jeruzalem; de stad der steden en de zon der zonnen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] De reis begint en weldra bereiken we de poort. Daar wachten vele duizenden op ons en prijzen Mij om Mijn grote goedheid, genade, liefde en erbarming en om Mijn rechtvaardige oordeel, volgens welk door het woord van de eeuwige ordening de rechter in ieders eigen hart is gelegd.
Hoofdstuk 132: Roberts verbazing over het nieuwe hemelgebied. Zijn toekomstige opdracht. Genadebrug en genadeheuvel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Stel je nu op volgens Mijn aanwijzing en betreedt de nieuwe weg die Ik eerst voor jullie en voor velen na jullie heb gebouwd. Onze zegen zij met de goeden van deze aarde! - En nu voorwaarts, het zij zo!'
Hoofdstuk 131: Vertrek naar het hemelrijk uit het gerijpte hart van Robert. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Ik zeg: 'Ja, zo is het! Tevens is het echter ook de derde verdieping van jouw huis, dat je direct bij het begin van jouw ontwikkeling in dit rijk eerst van buiten zag en spoedig daarna als je eigendom in bezit hebt genomen. Eveneens stelt deze streek de vereniging voor, die jij vanuit jouw welwillende hart hebt gegrondvest en volgens Mijn ordening hebt vormgegeven. Hierin zul je nu eeuwig als leider werken en zorgen dat daar alles in beste orde verloopt. Tegelijkertijd zul je echter ook vanuit deze vereniging de onbeperkte macht hebben om toezicht te houden over dat deel van de aarde, waar jij op grond van stamverwantschap de nauwste banden mee hebt. De beide plaatsen die wij nu op aarde hebben betreden, zullen steeds boven alles voor jou een oogappel blijven. Doe in Wenen, waar jou aards kwaad overkwam, wat goed en edel is! Gebruik de tweede landstreek die we het laatst betraden, als zuiveringsinstituut voor onzuivere geesten, waar zij ook maar vandaan mogen komen.
Hoofdstuk 132: Roberts verbazing over het nieuwe hemelgebied. Zijn toekomstige opdracht. Genadebrug en genadeheuvel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Nu komt Robert naar Mij toe en zegt: '0 Heer, wat zullen we nu doen? Alles wat op ons is afgekomen is tot nu toe afgehandeld. De gesterkte voormalige aardse priesters en de lichtblauwe geesten doen al vlijtig wat hun werd opgedragen. Ik zie geen nieuwe scharen meer, die ons willen benaderen. Niets doen is voor mij namelijk bijna ondraaglijk. Daarom vraag ik U, O mijn God en Vader, geef me toch iets te doen.'
Hoofdstuk 131: Vertrek naar het hemelrijk uit het gerijpte hart van Robert. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Ik zeg: 'Er moet nu een ernstige tuchtiging komen over allen die het helemaal hebben verleerd om Mij zowel in de nood als altijd aan te roepen en de waarde van de mens te erkennen, die door Mij niet in de wereld werd gezet om zich omwille van de glorie van een troon te laten doodschieten. Ditmaal zal het volk, wanneer het nuchter handelt, voor alle tijden van de overwinning verzekerd zijn. Dan pas komt Mijn rijk op aarde. Mocht het volk echter wreed handelen, iets dat Ik niet wil voorzien noch voorbestemmen, dan zal het moeilijk tot de uiteindelijke overwinning geraken.'
Hoofdstuk 130: Overeenkomstige betekenis van brood en wijn. Weten en doen. Een opdracht aan de lichtblauwen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)