Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1027 van 1490

...  1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023 - 1024 - 1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040  ...
[19] Kijk, hoe door de poort van de heilige stad Gods een grote menigte de Heer, dit. de stad nadert, tegenloet snelt! Voorop zien jullie de welbekende vrienden van de Heer, namelijk Zijn apostelen, en vanaf Abraham ook alle aartsvaders en profeten! Hoor het luide gejubel dat vanuit deze zalige schare de Heer tegemoet klinkt en zie, hoe allen overgelukkig hun armen uitstrekken om de Heer met vurige liefde te ontvangen; wat een vreugde over de nieuwgewonnen schare is er op ieders gezicht te zien.
Hoofdstuk 61: De maaltijd bij de Vader aan tafel. Lam, brood en wijn - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[20] De scharen hebben elkaar bereikt en worden nu gezamenlijk door een grote glorie omgeven. Deze glorie gaat van de Heer uit en deelt zich aan allen mee. -
Hoofdstuk 61: De maaltijd bij de Vader aan tafel. Lam, brood en wijn - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[21] Wat vinden jullie van deze scène? Maar laten we nu verder gaan. Kijk, de Heer laat nu iedereen voor zich uit de stad binnengaan en Hij volgt Zijn kinderen als een eenvoudige herder zijn lammeren! Nu zijn ook wij in de stad. Zie nu eens de oneindige, met geen menselijke woorden te beschrijven majesteit en heerlijkheid die we hier links en rechts langs deze straat aanschouwen. Alles wordt door de glorie van de Heer omgeven. Heilige lucht waait door de straten en stegen en deze lucht is het leven dat hier in eindeloze overvloed van de Heer uitgaat!
Hoofdstuk 61: De maaltijd bij de Vader aan tafel. Lam, brood en wijn - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[27] Hoe het echter zo menig ander vergaat, zullen we, volgens de wil van de Heer, met eigen ogen aanschouwen en daarom verlaten we nu deze heilige stad en begeven ons snelreizend weer naar de rooms-katholieke, geestelijke, kerkelijke staat.
Hoofdstuk 61: De maaltijd bij de Vader aan tafel. Lam, brood en wijn - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Jullie vragen: zullen we wel worden binnengelaten? Want als het in deze orde hier net zo toegaat als op aarde, dan zullen we niet veel bijzonders aan ervaring opdoen. Lieve vrienden en broeders, het gaat hier nog precies zo als op aarde, maar dat zal ons niet van de wijs brengen, want in dit opzicht winnen we het nog van de parasietvliegen en kan niets ons tegenhouden om zonder meer overal in de diepste geheimen onze neus te steken. En zo zullen we het hier ook doen: we sluipen onzichtbaar dit klooster binnen en snuffelen overal rond. Kom maar met me mee en maak je nergens zorgen over.
Hoofdstuk 62: Bezoek aan de karmelietessen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[28] Kijk, nauwelijks heb ik het uitgesproken of we staan alweer vlak bij een klooster. Jullie zeggen: lieve vriend, hoewel het ons verschrikkelijk spijt dat we zo plotseling die prachtige stad Gods moesten verlaten, zouden we, daar we ons nu alweer hier bevinden, toch willen vragen welke orde er in dit klooster thuis hoort. Geliefde vrienden en broeders, hier zullen we eerst een vrouwenklooster leren kennen en wel een van de karmelietessen. Hier zullen jullie heel levendig ervaren hoe het met zo'n klooster gesteld is. Denken jullie van tevoren echter zelf eens na over deze orde, zodat jullie dan des te gemakkelijker inzien in hoeverre deze orde de Heer welgevallig of onwelgevallig is. En zodoende laten we het hierbij voor vandaag.
Hoofdstuk 61: De maaltijd bij de Vader aan tafel. Lam, brood en wijn - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Voor deze wezens zullen we nog lang volkomen onzichtbaar blijven. Want jullie moeten weten dat engelengeesten, of deze nu uit de derde hemel zelf zijn of dat hun wil overeenstemt met die van de derde hemel, voor geesten van lagere hemelen zolang volkomen onzichtbaar blijven, totdat de geesten van de lagere hemelen zelf innerlijk het wezenlijke van de liefde tot de Heer hebben opgenomen, en wel eerst met betrekking tot het inzicht en dan tot het werken uit liefde. Daarom kunnen ook wij zonder meer dit klooster binnengaan zonder dat iemand ons zal zien. Mij niet, omdat ik een burger van de heilige stad ben en jullie niet, omdat jullie in mijn sfeer zijn en derhalve overeenstemmen met de wil van de opperste hemel, welke de wil van de Heer is.
Hoofdstuk 62: Bezoek aan de karmelietessen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Kijk, nu beginnen zij met het tafelgebed. Waaruit bestaat dat eigenlijk? Zoals jullie duidelijk kunnen horen, uit een gehele rozenkrans en bovendien uit enkele daarop volgende Latijnse uitspraken uit de psalmen en van de kerkvaders, die echter door geen van deze zusters worden begrepen. Kijk, de overste gaat aan tafel zitten. De anderen maken voor haar een buiging tot aan de grond, staan dan weer op en gaan naast hun stoelen staan. De overste geeft het teken om te gaan zitten. Kijk, ze heeft een belletje naast zich waarmee ze rinkelt en dat is het teken dat de zusters nu mogen toetasten.
Hoofdstuk 62: Bezoek aan de karmelietessen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Kijk, onze zuster staat op, keert terstond deemoedig de overste haar wang toe en, zoals jullie zien, geeft deze haar om de duivel te verdrijven geen kinderachtige, maar een geduchte, bijna duizeligmakende oorvijg. Onze dame begint daarop bitter te huilen, dankt de overste voor deze kastijding en begeeft zich met de andere zusters vanuit de refter naar haar cel. Wat er verder gaat gebeuren, zullen we de volgende keer in ogenschouw nemen.
Hoofdstuk 62: Bezoek aan de karmelietessen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Zodra zij (de non) in haar cel aankomt, geeft zij de portierster met een belletje het teken om naar haar cel te komen. Wat mag ze haar wel te vertellen hebben? Het gaat hier slechts om het ontbieden van de biechtvader, zodat ze zich nog voor het koorgebed kan zuiveren van de zonde die zij tegenover de overste heeft begaan. De portierster regelt deze zaak meteen en onze non begeeft zich naar beneden naar de biechtstoel, knielt voor het rooster van de biechtstoel en wacht op de biechtvader. Nu gaan wij erheen en zullen eens naar zo'n biecht luisteren. Wat zij zal biechten, weten we, maar wat de biechtvader haar zal antwoorden, weten we nog niet, maar we willen het graag horen.
Hoofdstuk 63: De biechtende non en de ware biechtvader - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Maar daar vooraan zien jullie nog iemand staan. Zij mag nu niet eten maar moet voor de anderen de lijdensgeschiedenis van de Heer voorlezen. Nu hebben onze dames hun maaltijd beëindigd en de overste luidt het belletje weer. Dat betekent dat ze nu allemaal weer moeten opstaan. Ze staan op, buigen andermaal tot op de grond voor de overste en knielen dan neer. Het dankgebed wordt uitgesproken, dat bestaat weer uit een complete rozenkrans, die wordt gevolgd door honderd stille weesgegroetjes. Zijn ook deze na verloop van zo'n drie kwartier afgeraffeld, dan worden weer de Latijnse gebeden opgezegd. Zijn ze daarmee klaar, dan gaan ze naar het kruisbeeld en gaan ervoor op de grond liggen. Dan gaan ze naar de beeltenis van Maria, doen daar hetzelfde; dan naar de beeltenis van Jozef, doen weer hetzelfde; daarop naar het beeld van hun stichteres Theresia, doen nog eens hetzelfde en pas dan gaan ze naar de overste als de belichaming van Theresia en doen nogmaals hetzelfde.
Hoofdstuk 62: Bezoek aan de karmelietessen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Maar een van de zusters vraagt de overste nu toestemming om een woordje te mogen spreken en omdat er juist nu geen groot silentium is voorgeschreven, staat de overste het haar toe. (Vragen betekent in dit klooster echter zoveel als iets vrijmoedig verzoeken.) Wat zal deze zuster wel vragen? Luister, ze zegt: zeer eerwaarde bruid van Christus, zolang we lichamelijk op aarde leefden, was het strenge kloosterleven wel dragelijk voor ons omdat dat nodig was om na de dood de hemel te verdienen. Omdat we nu echter al geruime tijd geleden het aardse met het eeuwige hebben verwisseld en wij ook in dit `eeuwige leven' nog steeds het buitengewoon strenge kloosterleven verder leiden en van de hemel werkelijk nog niets merken, is het de vraag of er hier aan dit kloosterleven ooit een einde zal komen. Het zou toch iets verschrikkelijks zijn als we voor altijd in deze strenge clausuur verblijven moesten.
Hoofdstuk 62: Bezoek aan de karmelietessen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] De biechtvader zegt: luister mijn lieve zuster, wie Christus de Heer als de enig ware God van hemel en aarde boven alles liefheeft, is niet bang voor een excommunicatie noch voor een kerkelijke ban. Kijk, de mensen op aarde die aan het wereldse hangen en van Christus nog weinig of helemaal niets afweten, lachen tegenwoordig om zo'n kerkelijke eigenmachtigheid. Waarom lachen ze dan? Omdat zij in deze eigenmachtigheid geen schade voor hun beroepsleven zien. Waarom zouden zij die Christus waarachtig liefhebben dan niet lachen? Zij hebben toch immers nog veel minder schade van deze eigenmachtigheid te duchten.
Hoofdstuk 63: De biechtende non en de ware biechtvader - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Ik wil daarmee niets anders zeggen, zegt de biechtvader, dan dat Christus in Zijn oordeel heel wat milder is dan Zijn priesters en schriftgeleerden. Deze hebben onze echtbreekster zonder de geringste genade en barmhartigheid zonder meer tot een openbare steniging veroordeeld; maar Christus zei tegen hen: `Wie van jullie zonder zonde is, werpe de eerste steen op haar!'
Hoofdstuk 63: De biechtende non en de ware biechtvader - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Je zegt: de Heer zeker niet, wanneer u helemaal in Zijn naam handelt! Welnu, als ik Hem niet hoef te vrezen, moet ik dan soms jouw klooster of de kerkelijke eigenmachtigheid vrezen? O kijk, dat is bij mij geenszins het geval; daarom zeg ik je dan ook: als je de Heer waarachtig liefhebt dan moetje ook vanuit deze liefde iets wagen, namelijk dat je nu naar jouw overste gaat en haar vertelt wat ik je gezegd heb. Zeg haar dan ook, dat ik wil dat zij zich met jou dadelijk hierheen begeeft.
Hoofdstuk 63: De biechtende non en de ware biechtvader - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023 - 1024 - 1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040  ...