Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1028 van 1490

...  1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023 - 1024 - 1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040 - 1041  ...
[9] Kijk nu, door de woorden van de overste is onze arme vraagster als door duizend bliksems tegelijk getroffen. Zij valt voor haar neer en smeekt haar om een gepaste kastijding, waarop de overste zegt: ja, een gepaste kastijding heb je verdiend, maar ik zal je voor deze keer alleen maar met een tik op je wang en een dag vasten terechtwijzen. Toch mag je niet verzuimen om onmiddellijk de biechtvader te laten roepen en hem de duivelse en voor God hoogst verwerpelijke woorden die je tot mij gericht hebt, nauwkeurig en heel berouwvol op te biechten. Dan moet je de penitentie, die hij je zal opleggen ter ere van de heilige drie-eenheid, ter ere van de vijf wonden van Jezus Christus, ter ere van Zijn bittere lijden en sterven, ter ere van Zijn allerheiligste maagd en moeder Maria, ter ere van de heilige Jozef en ter ere van de heilige Theresia, tienmaal verrichten. Sta nu op om mijn tik op je wang in ontvangst te nemen.
Hoofdstuk 62: Bezoek aan de karmelietessen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] De biechtvader komt, gaat zitten en legt zijn oor tegen het rooster. Nu heeft zij gebiecht en hij zegt tegen haar: luister mijn lieve biechtelinge, met de regel van de orde zoals deze op aarde bestond, heb je door jouw uitlating kennelijk gezondigd, maar niet tegen Gods orde, want die liet jou immers zo denken; maar wel tegen de orde van het klooster, die jou verbiedt zoiets te denken. Voor de fout die je tegen de orde van het klooster beging heb je dan ook van de overste een gepaste kastijding gekregen en je hebt je daarna naar de verdere verordeningen gevoegd. Hier gaat het om vergeving van jouw zonden van goddelijke zijde. Maar God heeft in Zijn woord zo'n kloosterverordening nooit tot wet gemaakt. Menselijke bepalingen, al waren ze ook duizenden jaren in gebruik, heeft God nooit als de Zijne bekrachtigd. Hij kijkt er niet naar of iemand in zekere zin noodgedwongen de wereldse bepalingen heeft overtreden en daarom heb ik jou hier van goddelijke zijde ook niets te vergeven.
Hoofdstuk 63: De biechtende non en de ware biechtvader - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Kijk, door die uitspraak werden onze Farizeeën en schriftgeleerden als door de bliksem getroffen, want er bestond nog een andere wet, volgens welke het hoogste priesterschap vrij van zonden zou moeten zijn. De Farizeeën en schriftgeleerden wisten net zo goed van deze wet als van de wet tegen overspelige vrouwen, maar tevens wisten deze Farizeeën en schriftgeleerden dat zij de zonde van de echtbreuk in ieder opzicht, zowel geestelijk als lichamelijk, zelf hadden begaan. Daarom schrokken zij ook zozeer van dit buitengewoon indringende antwoord, dat ze allemaal zonder uitzondering onze echtbreekster totaal vergaten en zich vlug uit de voeten hebben gemaakt. Ze wilden Christus deze keer niet verder irriteren omdat zij vreesden dat Hij hun schande bekend zou maken aan de vele gelovige joden, die hen dan zouden grijpen en ook behandelen zoals de wet van Mozes voor dit geval ten scherpste voorschreef. Maar wat gebeurde er niet onze echtbreekster? Zij stond daar nu alleen. Heeft de Heer haar soms veroordeeld? O nee, Hij vroeg haar: hebben zij die jou hier brachten jou dan niet veroordeeld? En onze echtbreekster zegt: o nee Heer, niemand heeft me veroordeeld. En Hij zegt tegen haar: `Ook Ik veroordeel jou niet, maar ga heen en zondig voortaan niet meer!' Wel, wat zeg je van deze handelwijze van de Heer?
Hoofdstuk 63: De biechtende non en de ware biechtvader - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Onze zuster zegt: ik kan hier onmogelijk wat anders zeggen dan dat de Heer zeker barmhartiger en genadiger is dan alle goede mensen op aarde bij elkaar. De biechtvader zegt: goed, mijn lieve zuster, als je de Heer zo ziet dan zul je ook wel inzien dat mijn raad volkomen deugdelijk is! Als de Heer zich door zijn goedheid in het geval van de echtbreekster al niet aan de wet van Mozes hield, die toch van Hem uitging, hoeveel minder zal Hij zich dan aan een kloosterregel houden. Want zie, de Heer is volkomen vrij en kan doen wat Hij wil. Mocht iemand Hem vragen: Heer, wat doet U?, dan zal Hij hem geen antwoord geven. Ik ben hier als biechtvader geheel in Zijn naam naar jou toegestuurd en draag daarom ook Zijn naam. Wanneer ik handel volgens en in deze naam, zeg mij, wie heb ik dan te vrezen?
Hoofdstuk 63: De biechtende non en de ware biechtvader - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] Onze zuster zegt tegen de waardige vrouw: zeer eerwaarde moeder, u kunt zeggen wat u wilt, maar na de les van deze allereerbiedwaardigste biechtvader hecht ik geen enkel geloof meer aan uw woorden en ben eerder bereid, als het hier nog mogelijk zou zijn, nog eens te sterven dan ook maar de geringste twijfel aan de lering van deze waardige biechtvader in mij te laten opkomen.
Hoofdstuk 63: De biechtende non en de ware biechtvader - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Kijk nu, onze biechtvader laat zich door deze verschrikkelijke, exorcistische banvloek niet in het minst van de wijs brengen en zegt: luister, blinde leidster van deze arme kudde, je noemt mij een duivel en hebt mij bovendien ook nog danig verdoemd; zeg eens of ik, als jouw vermeende duivel, met jou en met deze zuster hier iets dergelijks heb gedaan?
Hoofdstuk 64: Verlossing van de arme gevangenen. Oordeel en jongste dag - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Ik heb deze zuster slechts gezegd wat hier in het rijk der geesten de volle waarheid is, en jou door haar laten roepen om ook jou, als leidinggevende verder in de goddelijke waarheid te onderrichten. In plaats van naar mij te willen luisteren, heb je meteen het gloeiende zwaard van het oordeel gegrepen om deze arme zuster ofwel, als het mogelijk zou zijn, met één slag dood te slaan of haar zelfs dadelijk aan de hel uit te leveren.
Hoofdstuk 64: Verlossing van de arme gevangenen. Oordeel en jongste dag - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Ik, als jouw duivel, ontfermde me over deze arme zuster en redde haar met mijn kracht van jouw woede; maar daarvoor heb jij mij exorcistisch in de helse banvloek gedaan.
Hoofdstuk 64: Verlossing van de arme gevangenen. Oordeel en jongste dag - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Kijk, nu zijn jullie met stomheid geslagen, en weten mij op mijn vraag geen antwoord te geven. Dezelfde vraag heeft deze arme zuster eerder ook aan jou, overste, gesteld. Omdat je haar evenmin als mij een antwoord wist te geven, ontstak je in hevige woede en gaf je de vragenstelster een klinkende oorvijg.
Hoofdstuk 64: Verlossing van de arme gevangenen. Oordeel en jongste dag - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Opdat jij en al deze arme zusters mogen inzien dat ik de volle macht heb om zo te handelen, en die macht heb ik niet van Beëlzebub, die jij, overste, met wijwater heb besprenkeld, maar rechtstreeks van God, kondig ik om te beginnen aan, dat deze door mij geredde zuster, Theresia zelf is, die door mij naar jullie werd toegestuurd om jullie van je waanideeën te bevrijden. Vervolgens kondig Ik jullie aan, dat Ikzelf degene ben die door Theresia zo innig werd bemind! Willen jullie dit niet geloven, leg dan net als Thomas jullie handen op Mijn wondtekenen!
Hoofdstuk 64: Verlossing van de arme gevangenen. Oordeel en jongste dag - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Omdat de priores dat ziet gebeuren, maakt ze onmiddellijk het ene kruisteken na het andere, neemt haar toevlucht tot een wijwaterbak en sprenkelt ijverig wijwater naar onze biechtvader en onze non. Ook roept ze uit alle macht de zusters om te komen helpen. Die komen ook dadelijk, staren de biechtvader aan, maar kunnen helemaal niets duivels aan hem ontdekken. Nu maakt de overste een groot kruisteken voor zich uit, gaat naar de biechtvader en de non toe, wil zich met geweld van hen meester maken en zegt met een schelle luide stem: jij afschuwelijke helse duivel, jij, die de vervloekte brutaliteit had door leugen en bedrog in de gedaante van een lichtengel in ons heiligdom binnen te sluipen, ik beveel jou in naam van de heilige drieeenheid, de allerzaligste maagd Maria, de heilige Jozef en de heilige Theresia, dat je onmiddellijk van deze heilige plaats verdwijnt en terugkeert naar jouw eeuwige verdoemenis en naar je helse vuur om daar voor eeuwig te branden.
Hoofdstuk 64: Verlossing van de arme gevangenen. Oordeel en jongste dag - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Ik zeg je: nu is het gedaan met jouw heerschappij over deze arme blinde kudde! Theresia heeft op aarde deze orde weliswaar gesticht, maar in haar tijd was waarachtige naastenliefde het fundament, en de belangrijkste kloosterregels die Theresia in de gestichte orde invoerde waren de werken der liefde en de noodzakelijke zuiverheid van het hart. Onder zulke omstandigheden was deze orde de Heer dan ook welgevallig, maar jouw regels, in combinatie met de allerstrengste clausuur en de vele, voor jullie meestal onbegrijpelijke, lippengebeden zijn voor de Heer een gruwel en Hem op geen enkele manier welgevallig, en al helemaal niet wanneer, zoals in jouw geval ware tirannieke, despotische heerszucht, gepaard gaande met blinde waanideeën de orde is binnengeslopen!
Hoofdstuk 64: Verlossing van de arme gevangenen. Oordeel en jongste dag - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Nu zal ik jou eens zeggen waar dit klooster vandaan komt. Het is ontstaan uit jouw heerszuchtige karakter, waardoor jij tengevolge van je blinde waanideeën, door leugen en bedrog geheel alleen voor jou en deze arme zusters ook hier in de geestenwereld zo'n clausuur hebt gesticht. Daarom is deze clausuur ook slechts een waanclausuur, die God de Heer zeker in geen enkel opzicht aangenaam is. Ik heb de macht, alhoewel ik voor jou een ware Beëlzebub moet lijken, deze clausuur voor al deze arme zusters op te heffen en hen allemaal vrij naar buiten te brengen. Jou echter moet ik in deze clausuur achterlaten totdat je je innerlijk berouwvol bewust wordt van je geestelijke dwaling en inziet dat zo'n clausuur een dwaling is van de menselijke geest en niets waars of goeds bevat.
Hoofdstuk 64: Verlossing van de arme gevangenen. Oordeel en jongste dag - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[16] Nu weet je waar je aan toe bent; richt je ernaar, dan zul je jouw jongste dag voor het eeuwige leven hebben bereikt, maar anders zal de zon, die deze dag verlicht, zeker eeuwigheden lang voor jou niet meer opgaan!
Hoofdstuk 64: Verlossing van de arme gevangenen. Oordeel en jongste dag - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[18] De Heer trekt met Zijn onschuldige lammeren naar de eeuwige morgen! Het zal niet lang duren voordat onze lieve leerlinge van de Heer haar nog blinde zuster van haar clausuur bevrijd zal hebben. Toch zal deze niet zo snel naar de morgen, maar naar de middag of naar de tweede hemel worden gebracht.
Hoofdstuk 64: Verlossing van de arme gevangenen. Oordeel en jongste dag - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023 - 1024 - 1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040 - 1041  ...