15542 resultaten - Pagina 1028 van 1037
... 1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023 - 1024 - 1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037
[7] Merk op: Deze eigenschap of kern in de goddelijke kracht is de samentrekking of vorming of inkrimping, want zij is de koude, die men ziet wanneer het water bevriest. De zachte hoedanigheid, het milde is de warmte, waardoor de koude wordt omgezet. Het water heeft hierin zijn oorsprong. De wrange, zure scherpe eigenschap heet dus: Hart en de andere, tegenovergesteld daaraan, heet warmte, verzachting, mildheid en het zijn twee eigenschappen, waaruit de Zoon Gods geboren wordt. Want wanneer de eigenschap scherpheid, wrangheid in eigen kracht werkt, is zij naar haar kern duisternis, en de eigenschap warmte is in eigen kracht gelijk een opborrelend en verwarmend omhoog strevend licht; een bron van zachtmoedigheid en weldadigheid. Omdat ze echter in God den Vader in elkander overvloeien als waren zij slechts één krachtuiting, zo ontstaat daardoor een lieflijke, barmhartige werking. En zij zijn twee geesten Gods te midden van de zeven Oergeesten in de goddelijke kracht; hiervan geeft de openbaring van Johannes een duidelijk beeld. (Hoofdstuk 1). Hij ziet zeven gouden kandelaars voor den Zoon van God, die betekenen de zeven Geesten Gods, die in volle klaarheid lichten vóór den Zoon van God, en waaruit van eeuwigheid tot eeuwigheid de geboorte van Gods Zoon voltrokken wordt, en Hij is het Hart van deze zeven geesten.Hoofdstuk 8: Over de hoedanigheid van een koninkrijk der Engelen. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[13] Als gij, nu naar de sterren, de diepte, alsmede de aarde kijkt, dan ziet gij met uw stoffelijke ogen niets dan het oude lichaam in de toornige dood; de Hemel kunt gij met uw stoffelijke ogen niet zien, want die blauwe koepel, die gij in de hoogte ziet, is niet de Hemel, doch slechts het oude lichaam, dat men zinnebeeldig de verdorven natuur noemt.
Hoofdstuk 25: Van het gehele sterrenlichaam, dat is de gehele astrologie of het gehele lichaam dezer wereld. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[15] Hoe diep en hoe groot de ruimte dezer wereld is, weet niemand, en als er soms al natuurkundigen of astrologen het ondernomen hebben de diepte met een passer te meten, dan is hun meten toch maar verdichtsel of een meten naar stoffelijke begrenzing, precies als iemand, die de wind zou willen grijpen.
Hoofdstuk 25: Van het gehele sterrenlichaam, dat is de gehele astrologie of het gehele lichaam dezer wereld. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[21] In die zure zelfstandigheid, die het leven omvat en omsloten had gehouden, waakte nu de hitte op, die door de liefde Gods werd aangevuurd. Die hitte drong de zure substantie uit het dode lichaam naar buiten, terwijl zij toch haar standplaats behield in het midden van het lichaam.
Hoofdstuk 25: Van het gehele sterrenlichaam, dat is de gehele astrologie of het gehele lichaam dezer wereld. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[27] Hier zal ik bestrijders genoeg hebben, die zullen weten af te keuren; want zij zullen niet letten op de Geest, maar op hun tijdperk en zeggen, dat de astrologen het veel beter weten en het beschreven hebben, en dat zij naar die geopende poort Gods zullen kijken als een koe naar een nieuwe deur.
Hoofdstuk 25: Van het gehele sterrenlichaam, dat is de gehele astrologie of het gehele lichaam dezer wereld. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[10] De derde eigenschap of de derde uiting van de Goddelijke Geest die in den Vader is, noemt men de bittere eigenschap. Deze dringt door in de beide andere eigenschappen; ze werkt er in door; zij is een sidderende, en omhoog strevende eigenschap. Ze triomfeert over de beide anderen. Ze is de oorzaak en vreugdebron der dingen; de oorzaak der lachende, verheffende vreugde, door haar beeft en jubelt alles; de Hemelse vreugde vindt hierin haar oorsprong. Door haar ontstaan veelsoortige rode kleuren; zij geeft daar als 't ware vorm aan; door de zoete eigenschap worden witte en blauwe kleuren en door de wrange, zure of scherpe worden allerlei groene en donkere en gemengde kleuren in verschillende verschijningsvormen en geuren gevormd. Het bittere is de eerste geest, die het leven beweeglijk maakt; door deze geest is het heugelijke geschapen; zijn naam is 't Hart, want Hij is de sidderende, morrende, doordringende, verheffende geest, een vreugdevol triomferende geest, een belangrijke bron van het lachen. Door de eigenschap “zoetheid” wordt de eigenschap bitterheid opgelost, verzacht, zodat zij geheel lieflijk en vreugdevol wordt. Wanneer zij echter te veel naar voren treedt en zich te veel doet gelden, zo ontsteekt zij het zoete en het zure en is gelijk een bijtend, verscheurend en brandend vergif. Het is er evenzo mee, als wanneer een mens een verscheurende wond heeft, die hem ach en wee doet roepen. Deze eigenschap is in de goddelijke kracht, wanneer zij ontstoken wordt, de Geest van een toornig en naijverig God; zij is onuitblusbaar, hetgeen te zien is bij de legioenen van Lucifer. Wat meer zegt: deze eigenschap is, als zij ontstoken wordt, als een hels vuur, dat het licht uitdooft; het maakt het zoete onwelriekend, het zure snijdend., hard en kond, brengt een stank, een ellende, een treurnis teweeg, veroorzaakt een huis der duisternis, des doods en der hel en het einde der vreugden, want niets is in staat dit tegen te honden en ook niets is in staat deze duisternis weer opnieuw te doorlichten, want deze duistere, bittere, grimmige bron welt in alle eeuwigheid.
Hoofdstuk 8: Over de hoedanigheid van een koninkrijk der Engelen. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[11] Merk nu op: In deze drie hoedanigheden ligt het lichamelijke bestaan besloten, of het nu geldt de lichamelijkheid van de Engel, van de mens, of van het vee, de vogels of het gewas. Al het geschapene, in de Hemel en op deze aarde is hieraan onderworpen, zowel wat betreft de Hemelse, alsook de aardse vormen, soorten, zo ook alle kleuren. Tenslotte: alles, wat vorm heeft aangenomen, is afhankelijk van deze drie hoofdeigenschappen; door hun kracht en gezag komt alles tot stand en geformeerd. Ten eerste is de scherpe eigenschap en de zure een bron of lichaam. Zij doet de kracht der zoetheid samentrekken en de koude in deze scherpte maakt, dat zij droog wordt. Want het zoete is als 't ware het hart, de kern van het hart, want het maakt soepel en licht en is met de Hemel te vergelijken; de bittere eigenschap maakt, dat het deelbaar is, zodat de krachten als aparte leden gevormd worden en in het gehele lichaam beweeglijkheid veroorzaken. En wanneer dan deze zoete eigenschap op de hierboven beschreven wijze droog is geworden, zo is zij als een volmaakt lichaam, maar met dit verschil, dat zij zonder verstand is. De bittere eigenschap dringt door in het lichaam, dwars door de wrangheid, zuurheid en zoetheid heen en brengt allerlei kleuren teweeg. De eigenschap, die de boventoon voert in een bepaald lichaam, of die eigenschap, die met het lichaam de meeste affiniteit vertoont, deze is het ook, die door de bittere eigenschap het lichaam met zijn bepaalde kleur vormt en naar deze eigenschap heeft het schepsel zijn grootste hang en neiging, zijn willen en streven.
Hoofdstuk 8: Over de hoedanigheid van een koninkrijk der Engelen. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[13] De vierde eigenschap of de vierde oergeest in de kracht van God den Vader is de hitte; deze is het ware levensbegin en ook de rechte levensgeest. De wrange, zure en zoete kwaliteit is de kracht, die behoort bij het lichaam en deze heeft ook het lichaam gevormd. Want in het lichaam is de samentrekking en verdroging, de wrangheid, de koude en de hardheid, en in het water wordt de zoete hoedanigheid weerspiegeld en het licht en de gehele stoffelijke substantie van het lichaam. De bittere hoedanigheid brengt de scheiding of de vormgeving tot stand; de hitte is de geest of ontsteker des levens; door de hitte wordt de geest in het lichaam vaardig, en de geest werkt in het gehele lichaam en straalt uit het lichaam naar buiten en maakt alle hoedanigheden van het lichaam levend en bewegend. Men moet echter in het bijzonder op twee dingen in deze eigenschappen het oog vestigen. Wanneer men een bepaald lichaam beschouwt, zo ziet men allereerst de kern van alle hoedanigheden en die gevormd uit al de verschillende eigenschappen, als daar zijn: wrangheid, zuurheid, zoetheid, bitterheid en warmte; deze eigenschappen zijn alle tezamen verdroogd en zij maken het lichaam uit; de stam, de kern, waarom 't gaat.
Hoofdstuk 8: Over de hoedanigheid van een koninkrijk der Engelen. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[31] De mens haakt hier steeds naar heerlijke dagen des vlezes, naar rijkdom en schoonheid en hij weet niet, dat hij daarmede in de kamer des doods vastzit en de angel des toorns op hem is gericht.
Hoofdstuk 25: Van het gehele sterrenlichaam, dat is de gehele astrologie of het gehele lichaam dezer wereld. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[32] Zie, ik zeg u dit als een woord des levens, door middel waarvan ik de erkenning des geestes aanneem te midden van de geboorte van het nieuwe lichaam dezer wereld, waarover de mens Jezus Christus, een heerser en koning tezamen met zijn eeuwige Vader is; voor de stoel van Zijn troon staan alle heilige zielen der mensen en zij verheugen zich. De begeerte des vlezes naar zoete welvaart, rijkdom en macht is een toornbad, waarin gij loopt en elkander verdringt, alsof gij erin gezogen werd. Er is daarin een groot gevaar.
Hoofdstuk 25: Van het gehele sterrenlichaam, dat is de gehele astrologie of het gehele lichaam dezer wereld. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[33] Wilt ge weten hoe het is, dan zal ik het u door een gelijkenis zeggen. Wanneer gij u naar hartelust baadt in rijkdom en macht, dan is het met u gesteld als met iemand, die in het water staat, maar geen grond onder de voeten voelt, en het water tot aan de mond voelt komen. Gij zwemt met de handen en houdt u in evenwicht, nu eens in de diepte dan weer minder diep en u hebt toch steeds een grote angst om de grond te raken, want dan komt het water zo dikwijls in de mond, dat de dood te wachten staat.
Hoofdstuk 25: Van het gehele sterrenlichaam, dat is de gehele astrologie of het gehele lichaam dezer wereld. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[45] Toen de zon zich had ontstoken, is de afgrijselijke vuurschrik uit de plaats van de zon naar buiten gevlogen, als een wrede, ongebreidelde bliksemstraal en heeft in zijn lichamelijk wezen de grimmigheid van het vuur, waardoor het water zo bitter is geworden, meegenomen, en het water is de kern of oorsprong van de schrik.
Hoofdstuk 25: Van het gehele sterrenlichaam, dat is de gehele astrologie of het gehele lichaam dezer wereld. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[36] Ge moet hem niet met het Hart of het Licht van God vergelijken, dat Licht, dat in den Vader woont, hetwelk noch begin, noch einde heeft, zoals God de Vader zelf. Want deze vorst is een schepsel en heeft een begin; hij is echter in God den Vader en is met Hem in liefde verbonden, als zijn geliefde Zoon, dien Hij uit zich zelven geschapen heeft. Daarom heeft God hem de kroon van ere, macht en heerschappij op het hoofd gezet, dewijl in de Hemel niets hogers en schoners en ook niets machtigers is, behalve God zelf in Zijn Drievuldigheid, dan hij. Hiermede is een der Engelenkoningen naar het inzicht van de Geest juist beschreven.
Hoofdstuk 12: Over de geboorte der Heilige Engelen. Over de heerschappij en ordening der Engelen en over het Hemelse vreugdeleven. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[15] Deze eigenschappen nu zijn in het lichaam vermengd, als waren zij alle tezamen slechts één eigenschap; toch borrelt ieder van hen in zijn eigen kracht omhoog en werkt naar buiten toe. Een ieder dezer kwaliteiten gaat over in alle andere en brengt deze in beweging, dat wil zeggen: zij doet de andere aan, en daardoor bekomen de andere hoedanigheden de wil, van de bepaalde hoedanigheden, die zich met hen heeft verweven. Zij erkennen haar scherpte en haar geesten vermengen zich steeds met haar. Nu veroorzaakt wrange, scherpe en zure eigenschap altijd, dat de andere eigenschappen zich samentrekken. Deze wrangheid, scherpheid doet het lichaam verdrogen; alle andere krachten verdrogen erdoor, en door haar aanraking komen de andere hoedanigheden niet tot hun recht. De zoete kwaliteit verzacht en bevochtigt alle andere, ze matigt de andere en daardoor worden zij lieflijk en zacht. De bittere maakt alle andere levend en bewegend en deelbaar in onderdelen, zodat ieder apart deel ook deel ontvangt van de krachten der oerbron, waardoor de beweeglijkheid ontstaat. De hitte ontsteekt alle eigenschappen, het licht verheft zich hieruit, zodat de ene eigenschap de andere kan opmerken, want wanneer de hitte in de zoete vochtigheid werkzaam is, zo doet zij het licht in alle eigenschappen geboren worden. Daaruit ontstaan de meningen en gedachten, zodat de ene hoedanigheid de andere ziet en erkent, die ook in haar aanwezig is, opdat zij beide als één worden, één wil, die in het lichaam opstijgt vanuit de eerste bronwel in de bittere kwaliteit. Dan doordringt de bittere kwaliteit de hitte, door de zuurheid heen, en de zoetheid in het water laat haar rustig er doorheen dringen, dan vaart het bittere in de hitte door het zoete water uit het lichaam en geeft het lichaam twee open poorten; dat zijn de ogen, de eerste uiting van lichamelijkheid.
Hoofdstuk 8: Over de hoedanigheid van een koninkrijk der Engelen. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[16] Hiervan hebt ge een voorbeeld in deze wereld, deze aarde. Allerlei gestalten nemen vorm aan in de aarde. Ten eerste bevindt zich in de aarde de zure, scherpe eigenschap, die de salniter samentrekt en de aarde vastheid geeft, zodat zij één geheel is en niet uit elkaar valt. Allerlei voorwerpen bevat zij, naar hun eigen aard en substantie, zoals stenen, ertsen en allerlei wortelen. Wanneer deze nu gevormd is, zo ligt ze daar als stoffelijke en bewegende substantie als in een eigengevormd lichaam; zij heeft echter nog geen leven, waardoor zij kan groeien en zich kan uitbreiden, wanneer de warmte er niet is, deze is de natuurgeest. Wanneer de warmte der zon de aardbodem verlicht, groeien in de aarde allerlei vormen van ertsen, kruiden, wortelen en al wat daar nog meer is. Versta dit goed: De warmte van de zon doet in de aarde de zoete eigenschap van het water in alle gestalten, die gevormd zijn, ontstaan; nu ontstaat door de hitte in het zoete water het licht, dat verlicht, de zure, bittere en wrange eigenschap, opdat zij in het licht zullen kunnen zien en terwijl zij zien vloeit de ene eigenschap in de andere over en erkent de andere, d.w.z. zij proeft, terwijl zij ziet de scherpheid van de andere; daaruit komt de smaak voort. En wanneer de zoete eigenschap de smaak van de bittere proeft, wijkt zij uiteen evenals het gaat bij een mens wanneer hij bittere of wrange gal proeft; dan verwijdt zich in zijn mond zijn geHemelte en dit wordt als 't ware breder, dan waarmee hij geboren is; alzo is het gesteld met de zoete eigenschap ten opzichte van de bittere. En wanneer het zoete zich op deze wijze uitzet en- wijkt voor het bittere, zo probeert het wrange nader te komen en wil ook gaarne van het zoete proeven en maakt het lichaam droog. Want het zoete is de moeder van het water en zeer zacht. Wanneer nu het wrange, zure en bittere door de hitte hun licht ontvangen, zo zien zij het zoete en proeven zij zoet water, dan jagen zij het zoete water voortdurend na en drinken er van, want zij zijn hard, ruw en dorstig en de hitte doet hen te enen male verdrogen. En het zoete vlucht altijd voor het bittere en het zure en wijkt steeds daarvoor en het bittere en het zure jagen altijd het zoete na en laven zich aan het zoete en doen het lichaam verdrogen.
Hoofdstuk 8: Over de hoedanigheid van een koninkrijk der Engelen. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang