Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 1029 van 1110

...  1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023 - 1024 - 1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040 - 1041 - 1042  ...
[11] Volg daarom in de liefde tot Mij het voorbeeld van deze drie, dan zal ook jullie verandering een zelfde zijn! Want waarlijk, Ik zeg jullie, wie Mij zo waarachtig lief heeft, dat hij uit liefde tot Mij alles verlaat, die zal precies zo veranderd worden als deze drie!'
Hoofdstuk 188: Over de eeuwige zegen aan de tafel van de Heer – Plotselinge verandering van de drie zonnedochters - Wenk over de macht van de liefde en haar wonderen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] Maar nu niet meer hierover. Wij hebben nu heel wat anders te doen. Ik zeg jullie, we zullen nu nog iets belangrijks te doen krijgen, want onze vijand heeft al weer wat uitgevoerd. Wees dus voorbereid!'
Hoofdstuk 188: Over de eeuwige zegen aan de tafel van de Heer – Plotselinge verandering van de drie zonnedochters - Wenk over de macht van de liefde en haar wonderen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] Als Martinus dat ziet, zegt hij: 'Broeders, niettegenstaande zijn slechtheid van oudsher heb ik nu toch vreselijk medelijden met hem, de arme duivel. Hoe zou het zijn, als we hem nu eens bij ons riepen en hem dan de weg zouden wijzen die hij zou moeten bewandelen, zodat het dan beter met hem zou gaan? Want aan intelligentie ontbreekt het hem zeker niet, wel echter aan wil. En ik denk dat die toch met behulp van zijn eigen intelligentie ooit om te buigen zal zijn?! Wat denken jullie hierover, lieve broeders?'
Hoofdstuk 190: Martinus met zijn hemelse begeleiders op de plaats van de verwoesting - De door Martinus veroordeelde Satan - Martinus' medelijden met de huilende Satan en diens bevrijding - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] En dus is de volgens jou oneindige liefde van God voor eindige wezens meer dan voldoende groot, om ze allemaal voor eeuwig te verzadigen. Maar voor een gelijkwaardige, oneindige geest zou ze alleen dan maar voldoende zijn, als ze alleen hem maar zou hebben te verzadigen!
Hoofdstuk 192: Martinus' verstandige antwoord aan Satan - Satan antwoordt op Martinus' voorstellen vanuit zijn grootheidswaan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[21] Ik zeg jou en ook jullie allen die hier zijn: Ik keer terwille van jullie niet terug. Want als ik terug keer, gaan jullie ten onder en te gronde! Ik alleen weet hoe groot God is, hoeveel Hij heeft en wat Hij kan geven. Ik zie in, dat Hij mij en jullie onmogelijk tegelijk kan behouden. Daarom blijf ik liever voor eeuwig ellendig, opdat jullie als mijn kinderen de alleen mij toekomende heerlijkheid kunt genieten - wat ik jullie ook van ganser harte gun!
Hoofdstuk 192: Martinus' verstandige antwoord aan Satan - Satan antwoordt op Martinus' voorstellen vanuit zijn grootheidswaan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[22] Ik zie wel in, dat God oneindig goed is, maar juist Zijn al te oneindige goedheid maakt Hem tot verkwister. Zou ik uit liefde tot jullie, mijn kinderen, het niet voor Hem opnemen, wat weliswaar heel moeilijk is, en Hem soms beperken in zijn al te enorme grootmoedigheid, dan zou Hij spoedig weer naar de aarde kunnen gaan om daar bij Zijn gevoelloze schepselen om brood te vragen!
Hoofdstuk 192: Martinus' verstandige antwoord aan Satan - Satan antwoordt op Martinus' voorstellen vanuit zijn grootheidswaan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Maar als ik nu volgens jouw advies terug zou keren naar de Godheid en daardoor met Haar één positieve kracht zou worden - zeg mij, zouden dan niet alle scheppingen tot nu toe vanuit God en vanuit mij, zich in het niets moeten oplossen? En alles in ons oer-zijn als enkel idee terugkeren en dus het wezen, het bestaan en het bewustzijn opgeven?
Hoofdstuk 193: Martinus' verdere goede voorstellen voor het heil van Satan - Diens verdere bedenkingen - De scheppingsorde voor en na de menswording van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] Deze natuur is nu juist datgene in God, wat jij Zijn oneindige liefde hebt genoemd! Doch deze - zoals ik al eerder tegen je heb gezegd - kan wel voor jullie eindige wezens genoeg zijn. Maar niet voor mij, omdat ik zelf oneindig en eeuwig ben. En nu al helemaal niet, nu er nog zo veel myriaden zonnen en aarden zijn die nog helemaal mijn wezen uitmaken!
Hoofdstuk 193: Martinus' verdere goede voorstellen voor het heil van Satan - Diens verdere bedenkingen - De scheppingsorde voor en na de menswording van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[20] Dan zal ik kleiner worden, dan ik nu ben. En ik zal voor mijn onderhoud niet veel meer nodig hebben, dan jij nu en zal jullie gelukzaligheid nooit meer in gevaar kunnen brengen. Nu zou het jullie echter allemaal nog heel slecht vergaan, als ik met jou meteen mij helemaal tot de Heer zou keren. Ik zal daarom nog wel enkele aeonen van aardejaren zo als ik nu ben moeten wachten, voor ik jouw wens zonder gevaar voor jullie allen zal kunnen opvolgen.
Hoofdstuk 193: Martinus' verdere goede voorstellen voor het heil van Satan - Diens verdere bedenkingen - De scheppingsorde voor en na de menswording van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[23] Jullie moesten nu liever je blik maar eens naar de aarde wenden, waar het er nu heel erg aan toegaat. Daar zouden jullie beter aan doen, dan te vroegtijdig het nu nog puur onmogelijke mogelijk te willen maken! - Wat denk je daarvan, mijn beste zoon Martinus?'
Hoofdstuk 193: Martinus' verdere goede voorstellen voor het heil van Satan - Diens verdere bedenkingen - De scheppingsorde voor en na de menswording van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Als je eenmaal voleindigd bent - wat louter en alleen van jouw wil afhangt -, dan is de hele materie immers totaal overbodig! Deze wordt - omdat ze niets anders is dan jouw gerichte stijfkoppigheid - door jouw ommekeer en voleinding volgens de wens van de Heer meteen ontbonden en voleindigd in haar zuiver geestelijke essentie, die nu nog in haar gekneveld en gevangen is door jouw gerichte starheid!
Hoofdstuk 194: Nogmaals een poging van Martinus, om Satan het verkeerde van zijn stijfkoppigheid duidelijk te maken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] MARTINUS schrikt erg bij deze woorden van Satan en dat te meer, omdat hij zich daardoor werkelijk een beetje getroffen voelt. Hij keert zich daarom, als zijn gemoed weer wat rustiger wordt, tot Johannes en zegt: 'Lieve broeder, daar jij als geen ander vervuld bent van de wijsheid van de Heer, wat heb jij hierop dan te zeggen? Moet ik dan op dit ene punt de Satan geloven? Volgens mijn innerlijk gevoel heeft hij toch niet helemaal ongelijk!'
Hoofdstuk 196: Martinus, Johannes en Satan - Martinus' eerlijkheid en de wijsheid en vastbeslotenheid van Johannes - Satans geest van tegenspraak en verwijt aan Johannes - Het antwoord van Johannes - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] SATAN zegt: 'En juist, omdat je aan mijn Martinus zo'n advies hebt gegeven, zal ik mij door hem geen rust laten gebieden. Ik zal Martinus de eer aandoen en met hem voor de Heer treden, om daar de zaak die jullie allen niet kunt begrijpen, met Hem Zelf af te wikkelen. Ga nu naar huis, ik zal jullie vrijwillig volgen naar de Heer!'
Hoofdstuk 196: Martinus, Johannes en Satan - Martinus' eerlijkheid en de wijsheid en vastbeslotenheid van Johannes - Satans geest van tegenspraak en verwijt aan Johannes - Het antwoord van Johannes - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Treffend heeft de Heer Zelf geschetst, hoe het met jullie gesteld is, toen Hij in de gelijkenis van de verloren zoon een groot feest bereidde en de andere zonen en kinderen van de vader vernamen, dat het in het huis van de vader vrolijk toeging; ze kwamen aanlopen en zeiden geërgerd: 'Voor ons die jou steeds trouw waren, heb je nog nooit een feest gegeven. Maar nu deze verworpene terug komt die je zo heeft beledigd, dat hemel en aarde er van beefden en star werden van ontzetting, geef je hem een zegelring en bereid je een groot feestmaal!'
Hoofdstuk 196: Martinus, Johannes en Satan - Martinus' eerlijkheid en de wijsheid en vastbeslotenheid van Johannes - Satans geest van tegenspraak en verwijt aan Johannes - Het antwoord van Johannes - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Maar voor Martinus maak ik een uitzondering. Hij was weliswaar onder jullie leiding een tijdje heel grof. Maar hij heeft zich gebeterd en zijn gesprek met mij was sedert aeonen van ondenkbare lange tijden het eerste gelukkige ogenblik voor mijn hart. Daarom zal hij door mij ook voor eeuwig hoog geacht blijven! En als er ooit iemand met mij iets zal kunnen beginnen, dan zal het Martinus zijn; maar jullie anderen kunnen je allemaal voor eeuwig de moeite besparen! Ga nu, ik zal echter blijven!'
Hoofdstuk 196: Martinus, Johannes en Satan - Martinus' eerlijkheid en de wijsheid en vastbeslotenheid van Johannes - Satans geest van tegenspraak en verwijt aan Johannes - Het antwoord van Johannes - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023 - 1024 - 1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040 - 1041 - 1042  ...