Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 1029 van 1112

...  1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023 - 1024 - 1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040 - 1041 - 1042  ...
[13] Laten we nu weer ruime een mijl landinwaarts gaan. Hier zien we geen gebouwen, maar een meer dan een Duitse mijl brede groeve, die tot helemaal bovenaan met water gevuld is. Over dit water loopt geen brug, maar men kan er alleen overheen komen met sierlijke bootjes, die in bijna ontelbare aantallen langs de oever aanwezig zijn. De groeve mag evenwel nooit dieper zijn dan dat het water een man overal tot de kin reikt.
Hoofdstuk 48: Een tempelcomplex op het zesde gordelpaar. De voorhoven van de tempel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[21] Nu zouden jullie willen vragen: Stikken de arbeiders dan niet, wanneer ze zo lang onder water moeten werken? - Nee, dat komt daar niet gauw voor. Ten eerste omdat er tussen de zonnelucht van deze gordel en de wateren niet zoveel verschil is als bij jullie. De lucht is daar namelijk veel intensiever, maar daardoor is het water ook veel subtieler. En zo kan een geoefend mens ook onder water heel goed ademhalen, terwijl hij in plaats van lucht, water in zijn krachtige longen krijgt. Als dat niet zo is, komt de mens onder water natuurlijk ook door verstikking om. Daarom worden er ook altijd verscheidene net zo aan het water gewend als bij jullie sommige scheepsmatrozen, die ook niet zelden een half tot bijna een vol uur in goede toestand onder water kunnen leven.
Hoofdstuk 47: De grote ringweg op het zesde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[25] Zo’n schip wordt ten eerste van de meest kolossale boomstammen gemaakt en lijkt eigenlijk meer op een enorme korf dan een schip. Zo’n drijvende korf is dan gewoonlijk een Duitse mijl lang en minstens vijfhonderd klafter breed. De wanden van de drijvende korven zijn gewoonlijk driehonderd klafter hoog, en de schepen zijn van het ene boord naar het andere met zeer massieve ijzeren stangen en haken als het ware voor eeuwig aan elkaar vastgemaakt. De bodem van zo’n schip, die gewoonlijk gebouwd is van de allermassiefste bomen, in drie lagen op elkaar, is bovendien nog beslagen met een soort dikke metalen platen. Dit hout versteent in water. Boven water wordt het geïmpregneerd met een speciaal materiaal, zodat het daardoor dan ook voor eeuwig onverwoestbaar is. En bij een dergelijke schipbrug sluit het ene schip ook stevig tegen het andere, terwijl de schepen met buitengewoon sterke metalen klemmen zo stevig aan elkaar bevestigd zijn, dat deze grote drijvende korven tenslotte één ononderbroken lijn over de hele inham heen vormen.
Hoofdstuk 47: De grote ringweg op het zesde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[8] Verder naar binnen, ongeveer een Duitse mijl bij de torens vandaan, verheft zich een groot rond gebouw tot een hoogte van duizend klafter. Dit ronde gebouw heeft geen verdiepingen, maar bestaat enkel uit bogen, waar overheen een meer dan tweeduizend klafter brede weg loopt. Deze weg is zowel aan de binnen- als aan de buitenzijde omgeven door de prachtigste en mooi versierde balustraden. Overal waar een boogpijler op de grond staat is er boven de weg nog een soort geweldige triomfboog opgericht, die nog eens een hoogte van vijfhonderd klafter boven de weg heeft.- Door iedere pijler kan men via een wenteltrap in het midden ervan op de weg komen. Vanaf de weg leidt er dan weer in de zijmuur van een triomfboog een tweede wenteltrap naar de hoge galerij van de triomfboog zelf, die van boven plat is en ook daar weer omgeven is door stevige, metalen balustraden.
Hoofdstuk 48: Een tempelcomplex op het zesde gordelpaar. De voorhoven van de tempel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[11] Op de grond zien jullie even hoge, kegelvormige voetstukken van deze reusachtige obelisken, en elk van deze voetstukken heeft al een hoogte van tweeduizend klafter. Boven deze voetstukken verheffen zich dan de reusachtige obelisken, die evenwel niet vierhoekig maar kegelvormig rond zijn en vanaf de voetstukken een hoogte van vierduizend klafter hebben. Deze ronde obelisken lopen echter niet glad omhoog, zoals een kegel, maar trapsgewijs, en wel zo, dat men vanaf de met sterke balustraden omgeven sokkels langs de buitenkant tot aan de top van de obelisken kan komen. Om te zorgen dat zulke obelisken ook vanaf de grond beklommen kunnen worden, loopt er door ieder voetstuk aan één zijde een wenteltrap tot aan de voet van de obelisk, die op dit voetstuk rust.
Hoofdstuk 48: Een tempelcomplex op het zesde gordelpaar. De voorhoven van de tempel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[14] Laten we nu dit water oversteken en een Duitse mijl verder gaan! - Kijk, hier komt ons met een huiveringwekkende hoogte reeds de eerste voorhof van de eigenlijke tempel tegemoet. - Een achtduizend klafter hoge muur, helemaal glad en zonder ramen naar buiten toe, staart ons aan. Boven deze muur zien we nog in een blauwige verte regelmatige, witte spitsen als naalden; dit zijn echter eveneens ronde sierzuilen van de bovenste rand van deze muur, die ieder nog tweeduizend klafter hoog zijn en een omtrek van duizend klafter hebben.
Hoofdstuk 48: Een tempelcomplex op het zesde gordelpaar. De voorhoven van de tempel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[2] Wat zien we aan de andere kant van het water? - Laten we weer met bootjes oversteken en nog een stuk over een gladde vlakte van ongeveer een Duitse mijl lopen!
Hoofdstuk 49: Het kunstmuseum van de tempel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[3] Kijk, hier verheft zich een nog kolossaler gebouw dan het voorgaande. Het is weliswaar niet zo breed, maar minstens nog eens zo hoog als het voorgaande gebouw. Naar buiten heeft het ook geen ramen, maar in plaats daarvan des te meer naar binnen toe.
Hoofdstuk 49: Het kunstmuseum van de tempel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[4] Het hele gebouw is hier in slechts zeven verdiepingen verdeeld, die zich zowel aan de binnen- als aan de buitenkant door de kleuren van de regenboog onderscheiden.- Aan de buitenkant vertonen de kleuren van de reusachtige muur zich enkel als ononderbroken doorlopende strepen, die parallel boven elkaar doorlopen. - Van binnen zijn de enorme, kolossale galerijen echter zó geverfd, dat elk daarvan een andere kleur van de regenboog heeft.
Hoofdstuk 49: Het kunstmuseum van de tempel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] Maar nu zullen jullie weer zeggen: De woningen zullen dan wel vochtig zijn, wanneer het hele gebouw zo vol water is! - Maak je daar geen zorgen om! Want dit gebouw is gebouwd met enkel massieve quaderstenen, die zodanig aan elkaar gekit zijn, dat het werkelijk als een buitengewoon stevig scheppingswerk beschouwd kan worden. Door deze muren, die niet zelden honderd klafter dik zijn, dringt geen druppel water heen; en het metselwerk, dat het water onmerkbaar vochtig is geworden, wordt door de flinke warmte van de zon steeds onmiddellijk weer gedroogd, zodat daar in de vertrekken niet het minste spoor van vocht merkbaar is.
Hoofdstuk 50: De hogeschool voor geestelijke kennis en de binnenste hoofdtempel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[12] Kijk, deze tempel ziet er niet uit als een ander gebouw, maar is veeleer een berg met een hoogte van twintig mijl; de omtrek ervan is ongeveer even groot. En zo ziet deze eigenlijke tempel er meer uit als een (beslist niet symmetrisch, maar als het ware willekeurig gebouwde of neergezette) reusachtige gotische toren, waar de ene spits zich na de andere en de tinnen zich boven elkaar verheffen.
Hoofdstuk 50: De hogeschool voor geestelijke kennis en de binnenste hoofdtempel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[13] Deze tempel heeft overal duizenden hoge gewelven, en overal zien jullie zowel aan de binnen- als de buitenzijde trappen lopen. De hoogste spitsen van deze tempel verliezen zich voor het oog van de toeschouwer steeds verder in de lichte dampkring van de zon; alleen zien jullie hier en daar nog enkele spitsen als heldere sterren hun schitterende licht naar beneden zenden.
Hoofdstuk 50: De hogeschool voor geestelijke kennis en de binnenste hoofdtempel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[5] Nu is er nog een vraag: Waar komt het water vandaan? - Via geweldig grote, kunstmatige waterleidingen. De buizen daarvoor worden namelijk van het meer dan honderd mijl hoge ringgebergte tot aan zo’n tempelgebouw gelegd, en daar wordt het water niet zelden bijna duizend mijl ver doorheen geleid. Op deze manier is dit reusachtige trapsgewijze gebouw door allerlei waterleidingen dan ook overal rijkelijk van water voorzien. Ja, op deze treden zijn niet zelden zulke grote waterbassins aangelegd, dat de bewoners daar met sierlijke bootjes wijd en zijd op kunnen rondvaren; en op het plateau van de zeventigste trede zijn er tussen de vruchtbomen en tuinen zelfs een groot aantal fonteinen aangebracht, waar het water uit tamelijk hoge obelisken omhoog spuit en daarna als een flinke regen in een aanzienlijk groot waterbassin valt.
Hoofdstuk 50: De hogeschool voor geestelijke kennis en de binnenste hoofdtempel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[4] Verder is het nog een huisregel, dat de huizen tot aan de zesde verdieping geen waterleiding mogen hebben, omdat ze vanwege de geringe hoogte van het woongebouw het nodige water toch wel gemakkelijk in huis halen. Vanaf de zesde verdieping moet ieder woonhuis echter van waterleidingen voorzien zijn. - Evenzo mogen er ook op de boven gelegen terrassen van de eerste vijf etagegebouwen geen aanplantingen aangelegd worden; op de hoge terrassen van het volgende gebouw kunnen echter wel tuinen aangelegd worden, waarin eetbare planten en wortelvruchten gekweekt worden.
Hoofdstuk 51: Huisregels, maatschappelijke en religieuze instellingen op het zesde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] Deze stamvaders moeten dan ook de binnenin gelegen, grote tuin gebruiken en bewonen dit hoogste gebouw, opdat zij vanaf het hoge terras van dit gebouw alle andere kunnen overzien. Ze plegen ze dit echter niet altijd in eigen persoon te doen, maar hebben in hun plaats steeds enkele wachters op het hoogste terras geplaatst, die bij toerbeurt het hele woonhuis moeten overzien en de patriarchen onmiddellijk op de hoogte moeten stellen, zodra er zich ergens iets voordoet, wat door een kleine onordelijkheid veroorzaakt zou kunnen zijn. Tot dergelijke verschijnselen behoort een ongebruikelijk opstijgende rook of ook een stofwolk. - Voor het overige heeft iedere bewoner van het huis toch ook de onontkoombare verplichting om welke gebeurtenis dan ook onmiddellijk aan de patriarchen te melden.
Hoofdstuk 51: Huisregels, maatschappelijke en religieuze instellingen op het zesde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
...  1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023 - 1024 - 1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040 - 1041 - 1042  ...