Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 104 van 1112

...  92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117  ...
[11] Na deze woorden van Jezus vertrok men dan ook meteen, want Hij zei: 'Laten we gaan, nu wil Ik het, en daarom zie Ik ook dat, en waar, zeshonderd op Mij afgestuurde Herodiaanse moordapostelen zich hier reeds heel dichtbij bevinden, daarom gaan we nu ook meteen hier weg!' -Toen gingen al Zijn en Johannes' leerlingen weg in de richting van Sibarah en zij zullen zich nu al in volle zee bevinden!"
Hoofdstuk 91: De dreiging van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Men kan daarom ook nooit een speciale vriendschapsband met hem sluiten, omdat hij die beslist niet houdt, -dat is Herodes! En onze verheven Heiland Jezus zal dat net zo goed weten als één van ons, en is daarom volkomen terecht uitgeweken, want ook al had Herodes zich honderd keer van de onkwetsbaarheid van Jezus overtuigd, dan zou dat voor Herodes toch zoveel als niets bewijzen. Voor hem levert dat wat vandaag plaats vond, zeker geen bewijs voor morgen; want deze mens heeft hetzij geen herinnering, of hij leeft volgens principes waarmee alleen hij, maar naast hem geen ander mens bestaan kan!
Hoofdstuk 92: De vrijheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Toen de overste glimlachend deze opmerking geplaatst had, brachten een paar burgers uit de stad een zieke, die al vele jaren bezeten was. Omdat hij echter arm was, durfden zijn familieleden niet voor hulp bij een dokter aan te kloppen en zij durfden hem ook niet bij Mij te brengen, omdat bij een aantal burgers het boze gerucht de ronde deed dat wie zich door Mij liet genezen, zijn ziel aan Beëlzebub verkocht! Ook over Borus vertelde men iets dergelijks, want van hem zei men dat hij zijn duivelskunsten van Mij had geleerd!
Hoofdstuk 94: Borus geneest een bezetene. In de omgeving van Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] BORUS zegt met een glimlach: "Ik begrijp het! Maar wat moet ik nu dan met deze bezetene doen? Want zijn kwaal heeft zich tengevolge van jullie domheid in hem verhard, en nu zal het gezien jullie zwakke geloof moeilijk zijn om deze mens te helpen!"
Hoofdstuk 94: Borus geneest een bezetene. In de omgeving van Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Toen kwam de OVERSTE naar Borus toe en zei: "Dat zou ik echt niet achter jou gezocht hebben! Dat de naam van Jezus een bijzondere kracht heeft, waarvoor, zoals ik duidelijk heb ondervonden, zelfs de machten der onderwereld heel veel eerbied hebben, heb ik vandaag in de synagoge gezien; maar dat ook lichamelijke ziekten, van welke aard dan ook, zich voor deze naam moeten buigen, dat zagen mijn ogen nu pas hier. Heus, achter deze J ezus moet nog veel meer steken dan alleen maar een op Elia lijkende profeet, want door diens naam is zover ik weet nog nooit een zieke genezen! Over deze naam, beste vrienden, zullen wij met elkaar nog veel te bespreken hebben!"
Hoofdstuk 94: Borus geneest een bezetene. In de omgeving van Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Na deze woorden ging de overste naar de genezen man en vroeg hem of hij zich nu wel helemaal beter voelde!?
Hoofdstuk 94: Borus geneest een bezetene. In de omgeving van Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[19] Na dit voorval in het huis van Borus praat men nog lang na, en het gezelschap gaat pas na middernacht uit elkaar. Moeder Maria blijft nog te gast bij Borus, waar ze goed verzorgd wordt en veel troost ondervindt. Mijn twee oudste broers, die thuis gebleven zijn, zorgen voor het hele huishouden en Borus verschaft ze alles wat ze ook maar nodig hebben. En zo leven Mijn vrienden in Nazareth in goede eendracht tesamen tijdens Mijn persoonlijke afwezigheid, en houden zich overdag bezig met Mij, Mijn leer en Mijn daden, waarvan ze zelf getuige waren geweest.
Hoofdstuk 94: Borus geneest een bezetene. In de omgeving van Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Ik was dan ook nog geen dag in deze woestenij toen al uit alle steden, markten en dorpen veel volk toestroomde behalve de meer dan achthonderd leerlingen die zich al eerder in de steden en markten bij Mij hadden aangesloten en op de ochtend van de voorgaande dag door Mij naar hun huizen terug waren gestuurd. (Matth. 14:13)
Hoofdstuk 95: Spijziging van vijfduizend mensen in de woestenij. Op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] De verblijfplaats die Ik in de woestenij had uitgekozen was een ruime grot zonder geheime uitgangen. Deze grot lag tamelijk hoog en het geboomte stond er dicht omheen. Voor de grot was ook een heel ruim vrij plateau, waarop voor enige duizenden mensen meer dan genoeg plaats was, en op dit plateau hadden zich dan ook de mensen met hun zieken een plaats gezocht.
Hoofdstuk 95: Spijziging van vijfduizend mensen in de woestenij. Op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Omdat de leerlingen, die wel wisten waar Ik Mij ophield, zagen dat er van alle kanten massa 's mensen naar boven gingen en Mijn verblijfplaats steeds meer belegerden, maakten zij zich zorgen over Mij. Zij lieten het schip aan hun acht schippersknechten over en klommen naar Mij toe om Mij te zeggen hoe groot de massa mensen was die daar samenkwam, en dat ze er echt niet voor in konden staan dat er zich geen Herodianen onder bevonden.
Hoofdstuk 95: Spijziging van vijfduizend mensen in de woestenij. Op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Toen het echter avond begon te worden kwamen de LEERLINGEN naar Mij toe en zeiden: "Heer, het is hier een woestenij, de nacht begint al te vallen, en voor zover wij zien kunnen heeft niemand iets eetbaars bij zich! Stuur het volk daarom weg om voor zichzelf in de dichtstbijzijnde markten brood en eten te kopen!" (Matth. 14:15)
Hoofdstuk 95: Spijziging van vijfduizend mensen in de woestenij. Op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] IK zei tegen de leerlingen: "Daarvoor hoeven de mensen niet naar de markten te gaan; geven jullie hen maar te eten! (Matth. 14:16) Om te drinken hebben ze slechts water nodig, en daarvoor zijn hier rijke bronnen genoeg. "
Hoofdstuk 95: Spijziging van vijfduizend mensen in de woestenij. Op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[18] Met het onmiddellijke wegsturen van de leerlingen nam Ik het volk dus het heft uit handen, en toen de leerlingen zich na Mijn opdracht snel inscheepten in de maanlichte nacht, liet het volk weldra zijn plan varen. Na het vertrek van de leerlingen, toen deze reeds enige tientallen meters op zee waren, beval Ik het volk naar huis te gaan, waarop men ook meteen gewillig wegging.
Hoofdstuk 95: Spijziging van vijfduizend mensen in de woestenij. Op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] JOHANNES, de lievelingsapostel, zegt: "Nee, dat doet Hij nooit! Daarvoor ken ik Hem te lang en te goed! Dat zou Hij zelfs niet als mens doen, laat staan als Gods zoon, die Hij nu ongetwijfeld is, daar Hij de goddelijke geest volledig in zich heeft! Wat Hij doet, heeft zeker -net als alles wat tot nog toe gebeurd is -een heel goede reden, en dus zal dit ook wel zijn reden hebben! En ik voel heel duidelijk in mij, dat wij dat al gauw zullen merken!
Hoofdstuk 96: De leerlingen op de stormachtige zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] JUDAS Iskariot bromt daar tussendoor: "Hij zal jullie in het vervolg waarschijnlijk niets meer geven! De uurzandloper is intussen al viermaal omgedraaid, terwijl wij hier nog steeds tussen lucht en water zweven, ofwel tussen leven en dood, en ik ontdek nog altijd geen vaartuig dat ons zou volgen!"
Hoofdstuk 96: De leerlingen op de stormachtige zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117  ...