10915 resultaten - Pagina 104 van 728
... 92 - 93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 ...
[4] In deze maand wordt in Boven-Egypte de hitte het hevigst en ondraaglijkst en dat drijft de leeuw vaak noordwaarts tot aan de Middellandse zee, waar het aanmerkelijk koeler is dan in de omgeving van de gloeiend hete zandwoestijnen. De bewoners van Egypte krijgen kort na het begin van deze periode altijd bezoek van deze gevreesde gasten en zij moeten zich behoorlijk wapenen om ze van de kudden weg te houden. Omdat de zon in deze tijd juist onder een sterrenbeeld ging staan dat net als bij de Stier, met zijn sterren iets uitbeeldt, namelijk zo ongeveer de vorm van een woedende leeuw, noemden de ouden dit gesternte de 'Leeuw', en men noemde in Egypte deze tijd ook de 'Leeuw' (LEOW A), LE = de boze of de afstammeling van de boze, in tegenstelling tot EL = de goede of de zoon van de goede, O = Gods zon, W A, of ook wel W AI = vlucht. LE OW AI betekent dus: De boze vlucht voor de zon.Hoofdstuk 104: Het zevende, achtste en negende teken van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Maar na de Leeuw zien wij de 'Maagd' komen, dat lijkt toch niet zo erg bij het vorige te passen?! O ja, het hoort er vanzelfsprekend helemaal bij! Als de leeuwentijd voorbij was, waren de voornaamste jaarlijkse ongemakken in zekere zin ten einde en men liet de teugels wat vieren. Men organiseerde feesten, die vooral gericht waren op het geven van geschenken aan rechtschapen, zedelijk reine maagden, om ze daardoor aan te sporen op deze weg verder te gaan. Ook werden in deze tijd de huwelijken gesloten, waarbij slechts rein bevonden maagden als vrouw genomen konden worden. Een jonge vrouw, die haar maagdelijkheid niet goed bewaard had, werd van het huwelijk uitgesloten en kon in het gunstigste geval slechts een concubine worden van een man, die al één of meer wettige vrouwen had, -anders bleef er voor haar slechts de verachte en nederige slavenstand over. Daardoor kreeg deze periode ook weer een belangrijke betekenis, en omdat er omstreeks deze tijd weer een aardig sterrenbeeld van de zodiak boven de zon kwam te staan, noemde men dat de 'Maagd'. Maar een paar jaar geleden gaven de ijdele Romeinen ter ere van hun keizer Augustus deze periode ook de naam van de keizer. -En zo weet je, lieve Helena, nu ook hoe er na de Leeuw een Maagd tussen de sterren terecht kwam. -Maar nu verder!
Hoofdstuk 104: Het zevende, achtste en negende teken van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Kijk, na de tijd van de maagdentest en de huwelijken, waardoor de voorgaande periode voornamelijk en volgens de gewoonte werd gekenmerkt, kwam de tijd van het afwegen van het grootste deel van de oogst, van het koren -dat de oudste inwoners van dit land al veel verbouwd hebben, natuurlijk naast het fokken van het vee -en van de vruchten zoals vijgen, dadels, olijven, granaatappels, sinaasappels en dergelijke.
Hoofdstuk 104: Het zevende, achtste en negende teken van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Uit deze ware geschiedkundige beschrijving zien we nu wel dat de periode volgend op die van de Maagd, hoofdzakelijk bestemd was voor het afwegen van de tiende gaven voor het priesterdom. Omdat in deze periode de zon weer onder een nieuw teken ging staan, noemde men dit teken in de zodiak de 'Weegschaal'. Iedereen, die maar enigermate met de zeden en gewoonten van de oude Egyptenaren vertrouwd is, zal dat begrijpen.
Hoofdstuk 104: Het zevende, achtste en negende teken van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] "Na de tijd van de Weegschaal kwam er een, zeg maar, heel inactieve periode. De kudden gingen meer en meer rusten, dat wil zeggen, ze weidden wel, maar sprongen op de weideplaatsen niet meer zo dartel rond als in het voorjaar. Ook de vruchtbomen vertoonden niet zo'n groei meer als in het voorjaar het geval was. De akkers lagen braak, en dus hadden de mensen ook een zekere rustperiode. Zij zouden nog meer van het prettige nietsdoen genoten hebben, als de Heer van hemel en aarde hen niet juist in deze rusttijd wat geprikkeld had met een uiterst lastig insect, dat voornamelijk in Egypte leeft.
Hoofdstuk 105: Verklaring van de drie laatste tekens van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Direkt als deze periode begon, zag men overal de schorpioenen te voorschijn komen en tegen het midden van deze gezapige tijd vermeerderden zij zich als vliegen in een eetzaal. Zoals bekend is een steek van de staart van dit insekt niet alleen heel pijnlijk, maar ook erg gevaarlijk als men niet di rekt na de steek het juiste tegengif bij de hand heeft.
Hoofdstuk 105: Verklaring van de drie laatste tekens van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Als de schorpioenen verdelgd waren liep de periode van nietsdoen ten einde en daarbij kwam ook een eind aan de in deze tijd in Egypte veel voorkomende onweders, waarvoor de Egyptenaren altijd veel respect hadden. Zij zeiden dan ook: 'De pijl van Zeus is sneller en treft zekerder dan de miserabele pijlen der mensen!'
Hoofdstuk 105: Verklaring van de drie laatste tekens van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Men wees daarvoor de tiende aan, en ieder gemeentelid moest het tiende deel van al wat geoogst werd aan de priesterstand afstaan. Hoe mat men de tiende aft Heel eenvoudig: met de weegschaal! Men beschikte over grote en kleine weegschalen van de soort die eerder al werd genoemd. Iedere gemeente bezat enkele van zulke weegschalen en onder het toeziend oog van de gemeentebestuurder werden alle oogsten precies gewogen. Men woog dan steeds twee gevulde schalen tegen elkaar af. Negenmaal werden de gevulde schalen in de bak van het gemeentelid geleegd, de tiende maal echter in de bak van de priesters. De opperpriester was tevens ook de hoeder of herder van het gehele volk en werd aangeduid met Vara on ('hij hoedt' of 'hij is de beste'). Later werden deze 'Varaonen' echte koningen van het land, waarbij ook het priesterdom onder hun heerschappij stond.
Hoofdstuk 104: Het zevende, achtste en negende teken van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] In deze laatste periode van het jaar zoekt al het wild een keer de dalen op om daar een bepaald soort voedsel te zoeken waar zijn natuur behoefte aan heeft.
Hoofdstuk 105: Verklaring van de drie laatste tekens van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Omdat de steenbok dus bij de Egyptenaren in zo'n groot aanzien stond, waarvan men zich in dit land nog heden ten dage kan overtuigen, is het erg begrijpelijk dat de oude Egyptenaren deze periode waarin zij bezoek van de steenbok kregen, in de eerste plaats opdroegen aan dit kostbare dier en ook daarnaar noemden, evenals het sterrenbeeld waaronder de zon in die periode kwam te staan.
Hoofdstuk 105: Verklaring van de drie laatste tekens van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Het was echter geen gemakkelijk karwei zo'n steenbok te vangen en vaak ging er een steenbokseizoen voorbij zonder dat men er één te pakken kreeg. Als in een gunstig seizoen echter een aantal steenbokken gevangen werd, was dat letterlijk een triomf voor heel Egypte! Want van zo'n steenbok gebruikte men alles als een wonderbaarlijk geneesmiddel, en een minimale hoeveelheid was al voldoende om alle ziekten te genezen. De koning van Egypte beschouwde de horens als de grootste en kostbaarste sieraden, nog waardevoller dan goud en edelgesteente. Ja, in de oertijd werd de rijkdom van een Varaon zelfs afgemeten aan het aantal steenbokhorens. Later droegen ook de opperpriesters vergulde horens als teken van hun buitengewone wijsheid.
Hoofdstuk 105: Verklaring van de drie laatste tekens van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Hiér zijn echter daden te zien en woorden te horen, die niemand eerder heeft beleefd, -en daarmee hebben wij eindelijk een plaats gevonden waar wij de ware God door en door kunnen leren kennen. Helena en ook u, oude Ouran, zeg mij nu eens of mijn uitleg over de zodiak duidelijk was of niet!"
Hoofdstuk 105: Verklaring van de drie laatste tekens van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Je ziet nu wel dat de oorspronkelijke naamgeving alleen maar zo kan zijn gegaan als ik je vertelde en dat mijn verklaring van de Zodiakos (Zodiak) de juiste is! In het begin deelden de ouden de grote kring in volgens hun periodiek optredende werk. Bij de latere nakomelingen bepaalde de reeds ingedeelde kring het werk, want ieder daarin voorkomend sterrenbeeld gaf de Egyptenaren reeds van te voren aan welk werk hen in de komende periode wachtte. En in die geest was de naamgeving ook helemaal logisch, -maar niet volgens de onjuiste uitleg van de Grieken en Romeinen.
Hoofdstuk 107: Herkomst van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Zoals de wijzen deze kring en zijn beelden op juiste wijze benoemden, zo benoemden zij ook vele andere sterrenbeelden, hoewel niet alle, en zij waren ook de eerste ontdekkers van de jou bekende planeten, uitgezonderd de maan en de zon. Deze laatste is, zeker voor onze aarde, natuurlijk geen planeet, omdat de zon niet om de aarde, maar de andere planeten en de aarde zich in verschillende tijdsbestekken om de zon bewegen. Dat heeft echter niets te maken met de dagelijkse, schijnbare omlooptijd, die ontstaat door de eigen draaiing van de aarde om haar as maar het heeft te maken met de omlooptijd van de aarde om de zon in een jaar, terwijl Venus en de zelden zichtbare Mercurius kortere en Mars, Jupiter en Saturnus langere omlooptijden hebben dan de aarde.
Hoofdstuk 107: Herkomst van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Ik zeg je echter: Als jij als duivel met mensen wilt spreken en omgaan, moet je je toch beter in schaapskleren vermommen, zodat men daaronder niet in één oogopslag de verscheurende wolf ontdekt
Hoofdstuk 108: De voorspelling van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)