Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 1031 van 1037

...  1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023 - 1024 - 1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037
[40] Zoals Michaël is geschapen naar het voorbeeld van de eigenschappen, wijze en aard van God den Vader, alzo werd ook Lucifer geschapen naar het voorbeeld van de eigenschappen, de wijze en de schoonheid van God den Zoon en hij is met Hem in liefde verbonden geweest als een ge­liefde zoon en zijn hart heeft in het centrum van het Licht gestaan, juist, alsof hij zelf God ware. Zijn schoonheid was bovenmatig groot, Gods Zoon heeft hem gans en al omvat en hij is geweest als een koning. Zijn gebied, zijn plaats en de ruimte, die hij met zijn gehele legermacht inneemt, en waarin hij ook tot aanzijn kwam en die ook zijn koninkrijk is geweest, deze ruimte is de Hemel en deze wereld, waarin wij met onzen Koning Jezus Christus wonen. Want onze Koning zit in goddelijke almacht, zoals eens koning Lucifer zat, op de koninklijke zetel van de verstoten Lucifer en het rijk van koning Lucifer is nu Zijn Rijk ge­worden.
Hoofdstuk 12: Over de geboorte der Heilige Engelen. Over de heerschappij en ordening der Engelen en over het Hemelse vreugdeleven. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[43] Deze lieflijke vorst en koning ontleent zijn naam aan het Licht, of van de bliksem of van oorsprong des Lichts; dit beduidt God de Heilige Geest. Zoals de Heilige Geest uitgaat van het Licht en alles vormt en in alles heerst, alzo is ook de macht en de lieflijkheid van een Cherubijn; deze is de koning en het Hart van al zijne Engelen. D.w.z.. wanneer zijne Engelen hem slechts aanzien, zo worden zij aangedaan met ede wil van hunne koning. Zoals des harten wil alle ledematen des lichaams aan­steekt, zodat het lichaam doet, hetgeen het hart heeft besloten, of zoals de Heilige Geest in het centrum van het hart ontstoken wordt, en alle leden van het gehele lichaam verlicht, zo doet ook de Cherubijn met zijn glans en zijn wil al zijne Engelen aan en doorlicht hen en maakt hen alle tezamen tot één lichaam en de koning is het hart in het midden van hen. Deze heerlijke en schone vorst nu is gevormd naar het voorbeeld van den Heiligen Geest en hij is een heerlijke en schone Vorst Gods, en hij is met de andere vorsten in liefde verbonden.
Hoofdstuk 12: Over de geboorte der Heilige Engelen. Over de heerschappij en ordening der Engelen en over het Hemelse vreugdeleven. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[46] Dewijl dan de geest het aanzien des Hemels kan onderscheiden, zo kan ik het niet nalaten, dit alles te beschrijven en ik laat Hem besturen, die dit alles zo wenst. Hoewel de duivel spotters en verachters kan oproepen, die dit alles versmaden, zo vraag ik hiernaar niet; ik heb genoeg aan de volzalige openbaring Gods. Dat zij spotten, totdat zij met eeuwige schande beladen zijn; alsdan zal het berouw aan hen knagen. Ik ben ook niet in de Hemel opgestegen en heb het niet met mijn lichamelijke ogen gezien; nog minder heeft iemand het mij gezegd. Want ál zou er een Engel komen en het mij mededelen, zo zou ik het toch, zonder Gods Licht, niet verstaan, nog minder geloven. Want ik zou steeds in twijfel zijn, of het ook een goede zou zijn, die het bevel Gods zou uit­voeren, nademaal zich ook de duivel in de gestalte van -een Engel kan voordoen, ten einde de mensen te verleiden (2 Cor. 11 : 14). Dewijl echter het Licht helder schijnt en de Heilige Geest opvaart met vurige drang, zo kan ik aan dit alles niet weerstaan; de wereld moge mijnentwege spotten. De Geest betuigt, dat het nog slechts een kleine wijl zal duren, voordat de bliksem of het Licht in deze wereld zal opgaan. De Geest is een verkondiger of boodschapper hiervan. De mens, die op dat moment dan niet door den Heiligen Geest is wedergeboren, zal ook in eeuwigheid niet meer naar de Geest herboren kunnen worden; hij blijft in de duisternis, als een dode, harde vuursteen, in welke de boos­heid en het verderf eeuwigdurend stand houden, hij zal eeuwig spotten temidden van de helse gruwelen, want zoals de boom is, zo ook zijn zijne vruchten Gij leeft tussen Hemel en hel; in welke van de twee gij zaait, zult ge ook oogsten en dat zal uw spijze in eeuwigheid zijn. Zo ge spot en verachting zaait, zo zult ge ook spot en verachting oogsten, en dat zal dan uwe spijze zijn.
Hoofdstuk 12: Over de geboorte der Heilige Engelen. Over de heerschappij en ordening der Engelen en over het Hemelse vreugdeleven. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[48] Waarlik, men moet uit de Geest geboren worden, den Heiligen Geest, die opgaat in het zoete bronwater des harten, in het Licht. Daarom ook heeft Christus de Doop, of de wedergeboorte in den Heiligen Geest in het water, ingesteld. Hetgeen een groot geheimenis is en ook aan alle mensen is verborgen gebleven van voor de grondlegging der wereld tot nu toe, hetgeen ik ter plaatse duidelijk wil beschrijven en bewijzen. Wanneer ge deze wereldruimte aanziet, zo kunt ge hiermee een verge­lijking trekken met de Hemel. De sterren beduiden de Engelen; want zoals de sterren tot aan het einde van deze bedeling onveranderd door blijven staan, evenzo moeten de Engelen in de Hemel eeuwig onveranderd blijven. De elementen beduiden de verhoudingen en veranderingen van het aanzicht des Hemels. Want zoals de ruimte tussen sterren en de aarde immer verandert naar de uiterlijke verschijningsvorm; nu eens is deze ruimte heerlik licht, dan weer donker; nu weer is er wind, dan weer regen of sneeuw, soms is de ruimte blauw, dan weer groenachtig of wit, dan weer donker, zo ook verandert de Hemel van uiterlijk en van kleur. Echter niet op dezelfde wijze als in deze wereld, want alles is onder­hevig aan verandering, die ontstaat door de invloed van het opstijgen der Goddelijke Geesten.
Hoofdstuk 12: Over de geboorte der Heilige Engelen. Over de heerschappij en ordening der Engelen en over het Hemelse vreugdeleven. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[50] Dit moet ge weten, want de geest betuigt, dat er in de Hemel, evenals op de aarde allerlei vormen en verschijningen voorkomen, zoals de vogels, de vissen en de andere dieren dezer wereld, maar zij komen voor naar Hemelse uitbeeldingsvorm en op Hemelse wijze. Evenzo ook komen voor allerlei bomen, kruiden en bloemen. Maar evenzo alles bloeit, evenzo vergaat het ook weer, want het wordt niet tot een lichaam gemaakt, zoals bij de Engelen, maar dit alles ontstaat door de opstijgende eigen­schappen in de natuurgeest. Wanneer een bepaalde vorm door de Geest geschapen wordt en wanneer dan een andere Geest met deze eerste Geest strijdt en hem overwint, zo verandert deze vorm of ze verdeelt zich, al naar gelang der verschillende hoedanigheden. Dit is als een heilig spel Gods. Daarom ook zijn schepselen als de dieren, de vogels, de vissen en de wormen in deze wereld niet geschapen ten eeuwigen leven, maar ze zijn vergankelijk, zoals de Hemelse uitbeeldingsvormen ook vergankelijk zijn. Dit schrijf ik ter inleiding hier neer; bij de behandeling van de schepping dezer wereld zult ge het uitvoerig beschreven vinden.
Hoofdstuk 12: Over de geboorte der Heilige Engelen. Over de heerschappij en ordening der Engelen en over het Hemelse vreugdeleven. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[9] Dit schrijf ik niet tot eigen lof, maar omdat het u mogelijk ook zo zou gaan en ge dus, nu ge dit weet, niet behoeft te wanhopen. Want dit alles kost veel arbeidens; hij, die tussen Hemel en hel met de duivel vechten wil, wete dit wel. De duivel is een machtige vorst. Zie daarom toe, dat ge het pantser des geestes aandoet, kom anders niet naar mijn koophuis, of ge zult verkeerdelijk handelen met mijne koopwaar. Ge moet de duivel en de wereld versagen, wilt ge een waar strijder zijn, anders zult ge niet overwinnen; zo ge echter niet overwint, laat mijn boek met rust en blijf bij het oude of ge zult het loon des bozen ontvangen. Dwaalt niet; God laat zich niet bespotten (Gal. 6:7). Het is voorwaar een enge weg, die door de hellepoorten tot God voert, menige benauwing en druk moet worden verdragen; het menselijke vlees is teder en jong en de duivel is ruw en hard en daarbij duister, vol van hitte, bitterheid, zuurheid en koude.
Hoofdstuk 13: Over de verschrikkelijke, bedroevende en ellendige val van het Koninkrijk van Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[11] Merk nu op: Iedere Engel is geschapen in de zevende oergeest, dat is de natuur; daaruit is zijn lichaam gevormd, en hem is zijn lichaam tot een eigendom gegeven en hij is vrij, evenals God vrij is. Buiten zijn lichaam heeft een Engel geen stuwkracht; zijn stuwkracht en zijn beweeglijkheid komt tot uiting in zijn lichaam; dit lichaam is gevormd op de wijze, zoals ook God toegerust is. Zijn licht en zijn inzicht, ja zijn hele leven is geschapen naar het voorbeeld van het Wezen Gods. Want het lichaam is de lichamelijk gemanifesteerde natuurgeest en omsluit de andere zes geesten, welke zich in het lichaam van de Engel gedragen als in de godheid. Lucifer nu heeft het allerschoonste en krachtigste lichaam van alle vorsten Gods, die in de Hemel zijn, gehad. En het licht, dat hij in zijn wezen had, vormde met het Hart Gods of de Zoon Gods één geheel. Toen hij echter had gezien, dat hij zo schoon was, en had ondervonden, dat hij zoveel macht had, zo heeft zijn geest, die in zijn lichaam woonde, en die als ‘t ware zijn hart of zoon was, zich verheven, ten einde over God te triomferen, omdat hij van goddelijke geboorte was. In de middelste oerbron, wat het hart is, heeft de geboorte haar oor­sprong; de wrange eigenschap komt in botsing met de bittere eigen­schap en met de hitte, waardoor het Licht verstoken wordt; dit is de Zoon, die altijd in hem woont, en hem verlicht en levend maakt. Dat zelfde licht in Lucifer is nu zó schoon geweest, dat het de Hemelse Gestalte overtroffen heeft en in ditzelfde licht is het volkomen verstand geweest, want al de zeven oerbronnen brengen hetzelfde licht voort. Nu zijn echter de zeven Oergeesten de vader van het Licht en zij doen zoveel licht te voorschijn breken, als zij maar willen en het Licht kan niet groter zijn dan de Oergeesten toelaten, dat het is. Wanneer het licht ge­boren is, verlicht het alle Oergeesten, zodat zij zelfstandig zijn en zij allen willen ook het Licht tot aanzijn brengen.
Hoofdstuk 13: Over de verschrikkelijke, bedroevende en ellendige val van het Koninkrijk van Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[21] Ziet, de geboorte Gods, naar Zijn innerlijkste Wezen, is alzo scherp. Ge moet dit echter goed verstaan. Zo ik u de Godheid juist beschrijven wil, zo is het daarmee gesteld, als met een wiel. Dit bestaat uit b.v. zeven wielen, waarvan het één in het andere is geplaatst. Deze kunnen alle kanten uit, voor- en achteruit en dwars daarop en zij behoeven in hun verschillende bewegingen niet iedere maal opnieuw gesteld te worden. Eén wiel bracht steeds in zijn omwending, het andere in beweging; geen gaat verloren; alle zeven blijven zichtbaar. En de zeven naven komen als 't ware voort uit de zeven raderen; in hun omwenteling zo, dat de naven vrij -en zelfstandig zijn. En uit de naven ontspringen de spaken, die in hun omwenteling geheel recht zijn. Geen van hen gaat verloren; zij allen draaien met elkander rond, zoals de wind hen dat laat doen. De zeven raderen nu zijn de zeven geesten Gods, die allen uit elkaar zijn ontstaan. De ene heeft een andere omwenteling dan de andere. Zij zijn in elkander gevoegd als een ronde kogel. Men ziet alle zeven raderen, en elks ommegang en alles wat bij hen behoort. En de zeven naven zijn als één naaf, die in zijn omwenteling alle kanten uit draait; de raderen hebben steeds dezelfde naven en uit de naven ontstaan steeds de zeven spaken. Geen rad, naaf of spaak gaat verloren. En het rad draait, zoals de wind het drijft. En dat is het hart, die éne naaf, of het binnenste der wielen.
Hoofdstuk 13: Over de verschrikkelijke, bedroevende en ellendige val van het Koninkrijk van Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[25] Deze schrik of de aanblik van het Licht nu stijgt op in de wrange kwali­teit. Deze schrik of bliksem stijgt in alle kwaliteiten op, evenals in het bovengenoemde rad, dat zich omwentelt. Het Licht gaat schijnen temidden der zeven Oergeesten en zij verheugen zich in het Licht. En wanneer de geesten vol Licht in elkander werken en opstijgen, wordt het leven ge­boren, want allen geven zij elkander van hun eigenschappen. De ene geest voelt en proeft de anderen, de ene toont de anderen, en de klank stijgt op naar het hart; dan opent zich het vreugderijk van de Zoon van God en alle zeven geesten zegevieren en verheugen zich in het hart van God; een ieder naar zijn eigen hoedanigheid. Zoals een zure en groene appel door de zon smakelijk gemaakt wordt, zodat zij heerlijk is om te eten en men proeft haar goede kwaliteiten, zo ook behoudt de Godheid haar eigenschappen, maar er is in de Godheid een stille werking, als een lieflijk spel. Wanneer echter de eigenschappen zich zouden verheffen, zo zou, evenals in Lucifer, het vuur in hen worden ontstoken.
Hoofdstuk 13: Over de verschrikkelijke, bedroevende en ellendige val van het Koninkrijk van Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[28] Ziet toe, gij moord- en leugengeest, hier wil ik uw koninklijke geboorte beschrijven, hoe ge geschapen zijt door God; hoe schoon ge geworden zijt en met welk doel God u geschapen heeft. Wanneer ge iets anders zou zeggen, zo zoudt ge liegen, want Hemel, aarde en alle schepselen, ja, de ganse Godheid getuigt tegen u. God heeft u tot Zijn Lof geschapen uit Zichzelve tot een vorst en koning Gods, evenals de vorsten Uriël en Michaël. Toen de Godheid te scheppen aanving, en schepselen maken wilde, zo heeft Hij niet de Oergeesten aangestoken; anders zouden zij eeuwig branden, maar Hij is de wrange kwaliteit aan het bewerken ge­gaan. Deze heeft de Goddelijke Salniter tezamen getrokken en doen verdrogen, en de ganse Goddelijke Kracht van al de zeven Oergeesten is in het Lichaam gevangen en eigendom van het Lichaam geworden, het­geen in de eeuwigheid niet meer kan worden te niet gedaan. De samen­gevoegde kracht van alle zeven Oergeesten is in het Lichaam opgestegen en geschapen naar het voorbeeld van de Godheid. Dit moet ik echter hier melden, dat Lucifer de koning, een belichaming was van zijn koninkrijk; hij is er het hart van, temidden van zijn Engelen; zoals God dat ingesteld had van de aanvang der Schepping af. Zijn gebied, hetwelk hem door God toebedeeld was, omvatte de Hemel en de wereld, alsook de diepte der aarde. Hij had zijn vorsten, die zijn raadgevers zijn; ook had hij zijn Engelen. Zeven van die Engelen hadden alle zeven geesten in zich, maar één onder hen was de voornaamste. Toen nu de koning zodanig was belichaamd, zo is onmiddellijk, op dat zelfde ogenblik, de geboorte der heilige Drievuldigheid van God, tot aanzijn gekomen in hem. Dit is geschied in vrijheid, evenals het vuur het ijzer doorgloeit, terwijl het ijzer toch ijzer blijft of, zoals het licht de duisternis vervult en daardoor vreugdevol wordt. Want in dit samenvoegen tot een Lichaam is de ge­boorte met grote triomf werkelijkheid geworden en alle Oergeesten hebben zich vreugdevol en triomferend betoond. En in hetzelfde ogenblik is het Licht uit de zeven geesten in het hart opgegaan, als een nieuwgeboren Zoon van God, Welke ook terstond het Lichaam van alle zeven Oergeesten uit het middelpunt van het hart heeft verheerlijkt, en het Licht van de Zoon van God heeft ook alles met een bovenaardse glans omschenen.
Hoofdstuk 13: Over de verschrikkelijke, bedroevende en ellendige val van het Koninkrijk van Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[18] Wat de verborgen zonde is, is van voor de grondlegging der wereld ver­borgen gebleven en in geen mensenhart geheel geopenbaard. Ik zelf verwonder mij er zéér over, nog meer dan de lezer zich er over ver­wonderen zal, dat het mij geopenbaard is. Ik schrijf dit niet tot eigen roem, want mijn roem is mijn hoop op het toekomende; ik ben even zo goed een arme zondaar als alle andere mensen, maar ik verwonder mij er over, dat God zich in zulk een eenvoudig man als ik ben, zo geheel en al wil openbaren en hem er daarna nog toe dringt, dit alles neer te schrijven, wijl er toch veel betere schrijvers zijn dan ik, die slechts door de wereld bespot wordt. Maar ik kan en wil God niet weerstaan. Ik ben nu zo hoog gestegen en mag niet meer omzien, anders zou het mij duizelen. Het is de lust mijns harten de ladder, die ik bestegen heb, tot het einde toe te gaan. Bij het opstijgen, wordt het mij niet bang te moede, slechts bij het terugblikken duizelt het mij en wanneer ik zou willen omkeren vrees ik voor vallen. Daarom verlaat ik mij op den sterken God en ik wil het met Hem wagen. Ik wil zien, wat hieruit worden zal. Ik heb slechts één lichaam, hetwelk bovendien sterfelijk is en licht te ver­storen. Ik wil dat lichaam echter gaarne ervoor geven, dat ik in het licht en de kennis blijve. Dit is mij voor nu en later genoeg. Ook zal ik niet vertoornd zijn jegens God, dewijl ik wellicht terwille van Zijne Naam smaad zal moeten lijden. Hieraan heb ik mij gewend. Ik wil met de profeet David zingen: Bezwijkt mijn vlees en mijn bloed, zo is God de rotssteen mijns harten en mijn deel in eeuwigheid (Psalm 73 : 26). De zonde heeft zeven aanzichten; daaronder zijn vier oerbronnen en het achtste aanzicht is het huis des doods. De zeven vormen of gestalten zijn de zeven Oergeesten van het lichaam; wanneer zij aangestoken zijn, zo spreidt een ieder van hen een buitengewone vijandschap jegens God ten toon. Uit deze zeven komen nu vier anderen naar voren en deze vormen den nieuwen God, die gekeerd is tegen den ouden God, evenals twee verklaarde vijandelijke legers, die elkander eeuwige vijandschap gezworen hebben.
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[21] De eerste geest is de wrange, zure kwaliteit; deze wordt gebruikt voor de vorming. Alhoewel zij iets te scherp is, zo wordt dit gematigd door het zoete water, zodat zij zeer zacht, lieflijk en vreugdevol is. Zij ont­leent aan de andere Oergeesten haar liefde. Zij bemint haar kinderen zeer; alle zes andere Oergeesten zijn haar kinderen. De geesten hadden het inzicht, de wetenschap en eeuwige wet Gods in zich en wisten, wat uit de godheid voortkwam. Zo ook wisten zij, dat het Hart van God het eerste in de gehele Godheid was; ook wisten zij dat zij niets meer be­zaten om mee te doen of te laten, dan hun eigen lichaam, want zij zagen wel, dat de Godheid zich openbaarde buiten hun lichaam, zoals de God­heid van eeuwigheid af gedaan had. Zij wisten ook wel, dat zij niet alles in alles waren; wel moesten zij de vreugde vermeerderen en vriendelijk verkeren met de eigenschappen buiten hun lichaam. Zij hadden ook alle macht, met de gewassen, figuren en gestalten te doen, hetgeen zij wilden; het was alles een hartelijk spel van liefde in God. Zij zouden God, hunne Schepper niet hebben kunnen ontstemmen, al hadden zij alle Hemelse gestalten en gewassen te niet gedaan. Hij zou steeds weder nieuwe hebben doen groeien, want alles was slechts een goddelijk spel. Daartoe waren zij ook geschapen, dat zij met de gewassen en de ge­stalten en figuren spelen zouden en ze gebruiken, al naar hun welgevallen. Zo zijn van eeuwigheid af, de vormen gemaakt, zij zijn door de Oergeesten veranderd en vervormd en weer vergaan. Dit is het eeuwige spel Gods geweest van de tijd van de schepping der Engelen af.
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[33] Ge dient te weten, dat er tussen God en Lucifer geen ander onderscheid is geweest, als dat hetwelk er is tussen de ouders en hun kinderen. Want zoals de ouders het kind uit hun eigen lichaam voortbrengen, naar hun gelijkenis en het in hun huis als een natuurlijke lichamelijke erfenis laten wonen en het verzorgen, zo nabij is ook het lichaam van Lucifer aan God. Want God heeft hem uit Zijn Wezen voortgebracht; daarom heeft Hij hem ook tot een erfgenaam zijner goederen gemaakt en heng de ge­hele ruimte, waarbinnen hij werd geschapen, tot een bezit gegeven. Nu moet ge weten, waarmede Lucifer tegen God gestreden en God ver­toornd heeft: met zijn lichaam heeft hij het niet kunnen doen, want zijn lichaam strekte zich niet verder uit dan de plaats die hem toebehoorde. Het is iets anders. De geest, welke in het midden, in het hart van alle zeven Oergeesten geboren werd, is ook (omdat hij nog in het lichaam is, wanneer hij geboren is) als één met God. Er is geen onderscheid. Er is geen onderscheid tussen beiden. Wanneer dezelfde geest, welke in het lichaam geboren wordt, door de ogen iets aanschouwt, of door de oren iets hoort, of door de neus ruikt, zo leeft hij daarin en hij werkt temidden daarvan als in zijn eigendom. En wanneer het hem behaagt, zo eet hij daarvan en wordt er door aangestoken, hij voert een strijd mee, veroorzaakt een matiging; laat iets bepaalds zijn zo groot en zo wijd het maar wil: zo ver als zijn oorspronkelijk koninkrijk in God reikt, zo ver kan de geest regeren en hij wordt door niets tegengehouden. Want er is in deze geen onderscheid tussen God den Heiligen Geest en de Geest des lichaams. Slechts dit, dat de Heilige Geest van God de ganse volheid is en een andere geest slechts een gedeelte, en waar hij komt, daar heerst hij tezamen met God. Want hij is uit God en in God en kan niet tegen­gehouden worden, dan alleen door de zeven natuurgeesten des lichaams, die den Geest voortbrengen; zij hebben de teugels in handen. Gods Geest heeft in zich alle bronnen, maar er zijn drie grondprincipes. De ene bron (1e principe) is in het vuur, de tweede in het licht en de derde is in de geest dezer wereld, in de lucht en de sterren. Als de wrange kwaliteit, als de Vader, het Woord of den Zoon of Geest formeert, zo staat hij in het midden van het Hart en wordt door de andere geesten beproefd, of hij goed is. Wanneer hij nu aan het vuur welge­vallig is, zo laat het vuur de straal (de bliksem, waarin de geest der bitterheid woont), door het zoete water heen gaan; aldaar ontvangt het de liefde en vaart met hem in de wrange kwaliteit. Wanneer deze in de wrange, zure kwaliteit woning hebben gemaakt, met de nieuwgeboren geest of de Wil, zo verheugt zich de wrange kwaliteit van den nieuwen jongen Zoon en verheft zich. Daar wordt hij gegrepen door de toon, het geluid en dat gaat van zijn mond uit, ook de ogen, de oren en de neus doen datgene, wat door de raad der zeven geesten besloten is. Deze raad kan de geest veranderen, zoals hij wil. Daarom is de oor­sprong van alles het hart; de raad der zeven geesten, zoals zij den Geest voortbrengen, zo is hij ook.
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[35] En zoals dit in de Engelen plaats vond, zo kan het ook plaats vinden bij mensen. Daarom: bezint u, gij hovaardige, gij gierige, nijdige, toor­nige, lasterlijke, ontuchtige, diefachtige en woekerzuchtige mensen, welk een Zoon of Geest gij naar God uitzendt. (De ziel is oorspronkelijk door het woord: “er zij” (fiat) in de eeuwige natuur te voorschijn geroepen, welke is Gods natuur naar het eerste principe en de eeuwige oertoestand der natuur. En wanneer zij in de oertoestand ontstoken wordt, zo ont­steekt zij daarmee de toorn Gods in de eeuwige natuur.) Ge zegt: wij zenden onze geest niet uit naar God, maar naar onze mede­mensen en hun arbeid, zoals het ons behaagt. Welaan: toon mij één plaats, waar ge uw verlangende geest heen zendt, hetzij dat ge hem zendt naar een mens, een dier, klederen, akkers, geld, of wat ge maar noemen wilt, toon mij één plaats, waar God niet is. Uit Hem is alles en Hij is in allen en Hij is zelf Alles en behoudt en draagt alles. Hij is echter in vele dingen met zijn toorn aanwezig, dewijl vele dingen hard en boos zijn en niet aan de Godheid gelijk. Ja, mensenkind, het is alles waar. In goud, zilver, stenen, akkers, klederen, mensen en dieren is de toorn Gods. Maar weet, dat ook de kern der liefde in alles verborgen is. (God bezit alles, naar de natuur; Hij bezit Zichzelf).
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[12] De zielegeest is veel subtieler en onbegrijpelijker dan het lichaam of de zeven Oergeesten, die het lichaam vormen en bestendigen; want hij gaat uit van de zeven geesten, zoals God de Heilige Geest uitgaat van den Vader en den Zoon. De zeven Oergeesten ontvangen hun lichaam uit de natuur, d.w.z. uit de zevende oergeest in de goddelijke kracht, welke ik in dit boek de Salniter Gods of de “begrijpelijkheid” noem, waarbinnen zich de Hemelse beschrijvingen voltrekken. Dat is een geest, zoals al de zeven geesten, met dit verschil, dat de zes anderen onbegrijpelijk zijn, dewijl de goddelijke kracht juist in die zevende oergeest zich openbaart, hetgeen voor de schepselen verborgen en onbegrijpelijk is. De ziele-geest ontstaat in het hart uit de zeven Oergeesten naar de aard en de wijze, waarop de Zoon Gods geboren wordt en hij behoudt zijn plaats in het hart en vangt van daaruit in de goddelijke kracht zijn werking aan, zoals de Heilige Geest werkt en uitgaat van den Vader en den Zoon; hij heeft dezelfde hoedanigheid als God de Heilige Geest.
Hoofdstuk 15: Over de derde gestalte der zonde in Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
...  1012 - 1013 - 1014 - 1015 - 1016 - 1017 - 1018 - 1019 - 1020 - 1021 - 1022 - 1023 - 1024 - 1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037