17481 resultaten - Pagina 1036 van 1166
... 1024 - 1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040 - 1041 - 1042 - 1043 - 1044 - 1045 - 1046 - 1047 - 1048 - 1049 ...
[4] Ik zeg: 'Goed, goed, Mijn broeder, Mijn zoon! Wat de liefde doet is, welgedaan; laat je daarom steeds alleen maar door de liefde leiden! Waarheen deze je ook zal voeren, je zult steeds op de juiste plaats aankomen; Mijn rijk bestaat alleen uit liefde en waar liefde heerst, daar ben ook Ik thuis. Daarom komt er ook niemand zonder liefde ooit in Mijn rijk en nog minder rechtstreeks tot Mij. Het licht van Mijn ogen doorstroomt weliswaar de oneindigheid en dat is de eeuwig stralende diamant van Mijn wijsheid, maar de liefde is slechts daar, waar Ikzelf onmiskenbaar thuis ben, lichamelijk en zeer wezenlijk herkenbaar.Hoofdstuk 103: Wat de liefde doet is welgedaan. Laat je alleen door haar leiden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Kijk, Mijn lieve broeder, precies zo is het nu ook bij Mij. Wat Mijn orde en wijsheid betreft blijft weliswaar ieder woord van Mij eeuwig onveranderlijk, maar wie door de liefde tot Mij komt, wordt alles kwijtgescholden. Ben Ik in de wijsheid al een diamant, in de liefde echter ben Ik weker dan was en valt er heel goed met Mij te praten.'
Hoofdstuk 102: Gelijkenis van de strenge, rechtvaardige koning, die door de liefde wordt overwonnen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Nu staat de koning op, strekt zijn armen uit en zegt: 'Mijn zoon! In jouw mond beweegt zich geen slangentong. De zachtmoedige blik in jouw ogen is voor mij een waarborg, dat je mij met je gehele hart liefhebt. Kom in mijn armen! De liefde bedekt alle zonden! Mijn hart is vol vreugde, omdat ik onder mijn vele kinderen er één heb gevonden, dat de liefhebbende vader in mij heeft herkend. Omdat jij mij met liefde hebt bejegend, zul jij ook bij mij liefde vinden. In plaats van de straf te ondergaan, zul je in een koninklijk gewaad worden gestoken en aan mijn zijde gaan!'
Hoofdstuk 102: Gelijkenis van de strenge, rechtvaardige koning, die door de liefde wordt overwonnen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Zich tot de koning wendend: 'Goede, wijze vader van uw volkeren, u dank ik met een van liefde vervuld hart voor deze rechtvaardige straf. Sta mij toe om, voordat ik de kerker binnenga en de verdiende tuchtroede op mijn schouders voel, de zoom van uw gewaad met mijn lippen aan te raken en het met de tranen van mijn grote liefde voor u te bevochtigen!'
Hoofdstuk 102: Gelijkenis van de strenge, rechtvaardige koning, die door de liefde wordt overwonnen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Toen stond de eenvoudige, tot straf veroordeelde man op en sprak: 'Grote, rechtvaardige koning, veroorloof mij enkele woorden te richten tot uw opgewonden volk, voordat ik voor het ondergaan van mijn welverdiende straf word weggeleid.'
Hoofdstuk 102: Gelijkenis van de strenge, rechtvaardige koning, die door de liefde wordt overwonnen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Nu is Peter niet meer tegen te houden, valt in Mijn armen en weent van overgrote liefde. Ik omarm hem ook en zeg: 'Mijn broeder, jij houdt erg veel van Mij, maar Ik houd nog veel meer van jou! Kijk naar deze wederliefde van Mij en zeg Me, of je daarmee tevreden bent?'
Hoofdstuk 101: Peters uiting van vurige liefde voor de Vader. Afscheid van het droomgezicht van de stad Wenen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Ondertussen roep Ik de officier bij Mij en vraag hem: 'Hoe is het jou nu te moede?' De officier antwoordt: 'Heilige Vader, oerbron van de zuiverste liefde! Ik voel mij buitengewoon hemels en kan het van liefde voor U niet meer uithouden! O, laat U ook door mij omarmen; ik word machtig naar U toe gedreven! O Vader, doe met mij wat U wilt, maar belet mij niet om U, liefde van alle liefde, te omarmen, want mijn hart dringt mij daartoe!'
Hoofdstuk 101: Peters uiting van vurige liefde voor de Vader. Afscheid van het droomgezicht van de stad Wenen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] De koning stond de veroordeelde dit verzoek toe en deze sprak tot het volk: 'Beste vrienden en broeders! Mor niet over jullie vader, die bezorgd is om jullie eigen bestwil. Als jullie denken dat hij om mijnentwil zo streng en rechtvaardig is, dan vergissen jullie je deerlijk! Uit grote liefde voor jullie is hij in alles zo streng. Ik heb jullie weliswaar goede diensten bewezen, maar ik had jullie ook knollen voor citroenen kunnen verkopen. Al was het in mijn geval geen kwade opzet om de heilzame wet van de koning te overtreden, toch was het een strafbare nalatigheid van mij om te weinig naar de wetten te informeren, waardoor ik geen acht heb geslagen op de liefde en de zorg van onze wijze vader. Daarom krijg ik deze straf heel terecht. Prijs en bemin daarom de wijze koning als een om jullie welzijn bekommerde vader, dan zullen jullie hem daardoor in je hart de beste tol betalen!'
Hoofdstuk 102: Gelijkenis van de strenge, rechtvaardige koning, die door de liefde wordt overwonnen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Ik zeg: 'Maak je over hen geen zorgen! Ik heb heel veel dienaren die deze schapen moeten hoeden en leiden. Daarom is het ook niet nodig dat juist wij allen moeten leiden, maar alleen diegenen die zich tijdens hun leven op aarde hoofdzakelijk om Mijn naam hebben bekommerd op de verkeerde of op de juiste manier, dat maakt hier niets uit. Als er maar een geloof aanwezig was, dan kunnen we dit altijd in orde brengen en hun liefde opwekken. Maar waar helemaal geen geloof of een te hardnekkig bijgeloof aanwezig is, mogen wij aanvankelijk niet openlijk de rol van leider of opwekker vervullen. Daarvoor heb Ik miljoenen dienaren, aan wie zulke zaken worden toevertrouwd. Er is echter wel degelijk verschil tussen degenen die Ik Zelf persoonlijk opwek en leid, en die velen die door Mijn engelen en dienaren worden opgewekt en geleid. Hier geldt het woord: 'Velen zijn geroepen, maar slechts weinigen uitverkoren!'
Hoofdstuk 101: Peters uiting van vurige liefde voor de Vader. Afscheid van het droomgezicht van de stad Wenen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Daarom is het ook billijk dat ieder hart U boven alles liefheeft, want U alleen bent goed en meer dan heilig; alle andere wezens zijn echter slechts goed door de liefde voor U. Als een wezen iets anders meer liefheeft dan U, heilige Vader, dan is het al slecht, want alle liefde moet gericht zijn op U. Heb ik een schepsel lief omwille van het schepsel, dan is mijn liefde al een zonde, maar heb ik het enkel lief omwille van U, dan is mijn liefde een deugd en geeft zij het hart blijvende zaligheid. U alleen bent liefde en hebt ons uit liefde en voor de liefde geschapen. Daarom komt U alleen al onze liefde toe en wie U lief heeft, aanbidt U ook echt.
Hoofdstuk 101: Peters uiting van vurige liefde voor de Vader. Afscheid van het droomgezicht van de stad Wenen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] De officier zegt: 'Ja, dat is wel op haar van toepassing, maar nu nog één vraag! Ik houd zo machtig veel van Jezus vanwege Zijn onbegrijpelijke liefde voor ons, Zijn schepselen. Deze liefde brengt mij erg in beroering. Wat moet ik doen om mijn hart tot rust te brengen?' Robert zegt: 'Laat je hart maar breken van liefde, daardoor zal je geest, die nu nog bekneld zit in je hart, vrij worden. Dan word je ook vrij in jouw gehele wezen, hetgeen de eerste voorwaarde is als je de Heer volledig nabij wilt komen.
Hoofdstuk 100: Robert beleert Peter over het echte rijpingsproces van de liefde. Voorbeelden van de feniks en van de wijnpers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[19] Mathilde zegt: 'Je hebt werkelijk gelijk en bent al heel wijs geworden. Ik hoop dat ook ik spoedig zo wijs mag worden, maar nu is mijn hart te vol van liefde voor de Heer en daarom kan de wijsheid wat mij betreft nu even rusten.'
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[17] Eens was ik zelf zo dom en geloofde ik dat een priester iemand in de hemel kon brengen. Toen ik mij er later echter van overtuigde wat voor mentaliteit de priesters hebben, is mijn denken ook veranderd. In 1848 stond ikzelf goedbewapend op de barricaden tegenover de vijanden van de waarheid en de vrijheid en vond daar ook de lichamelijke dood.
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[18] Dus, mijn lieflijke zuster, het is heel terecht dat je God de Heer, onze heiligste Vader, nu zo liefhebt dat je daardoor gespeend bent van alle liefde voor de schepselen, maar je moet je er daarbij toch wel van bewust blijven, dat je naast zo'n liefde ook je arme broeders en Zusters niet mag vergeten, die nog lang niet het geluk hebben aan de bron van liefde de leven schenkende zaligheid te genieten.'
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[15] Helena zegt: 'Dus niets meer voor jouw Peter? Wat zal hij daar wel van vinden? Of zouden op dit punt bij God soms ook alle dingen mogelijk zijn?' Mathilde zegt: 'Maar mooie zuster, waarom moet jij toch steeds nog wat steken onder water geven; heb je daar plezier in? Ik hoop dat Peter mijn voorbeeld zal volgen, want hij zal zeker inzien dat men God, de enige ware Vader, meer moet liefhebben dan alle nog zo volmaakte schepselen. Heeft men de ware, eeuwige oorsprong van de liefde, ja de zuiverste en waarachtigste Liefde Zelf gevonden, dan is het voor eeuwig gedaan met de liefde voor de schepselen! Begrijp je mij?'
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)