Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 1036 van 1088

...  1024 - 1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040 - 1041 - 1042 - 1043 - 1044 - 1045 - 1046 - 1047 - 1048 - 1049  ...
[15] Evenzo heeft iedere bewoner de plicht om n verloop van tien sterrentijden, die elk gewoonlijk iets langer dan negenentwintig dagen van jullie tijdrekening duren, een bepaald deel van de voornaamste vruchten van zijn drie belangrijkste bomen naar de tempel te brengen.
Hoofdstuk 51: Huisregels, maatschappelijke en religieuze instellingen op het zesde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[19] Wie moet er nu voor deze wagens zorgen? - In de eerste plaats de bouwleiders van de tempel; in de tweede plaats hebben we echter al gehoord, dat er langs de weg overal kleine woonhuizen staan, waarvan de bewoners voortdurend de weg moeten bewaken. Iedere bewoner van zo’n huis aan de weg moet dan ook voortdurend voorzien zijn van een flink aantal van zulke wagens, die steeds klaar moeten staan om eventuele reizigers op te nemen en naar het volgende station te vervoeren. - Ook dat behoort, aangezien het van de tempel uitgaat, tot het materiële gedeelte van de religie. De volgende keer gaan we verder.
Hoofdstuk 51: Huisregels, maatschappelijke en religieuze instellingen op het zesde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[1] Verder bestaat er vanwege de tempel een regel, op grond waarvan alle zijwegen zich met de hoofdweg moeten verenigen. Tevens moet er vanaf ieder woonhuis een goede, berijdbare weg zowel naar de tempel als naar de hoofdweg aangelegd zijn, en iedere weg moet recht zijn.
Hoofdstuk 52: Meer over de religie van de bewoners van het zesde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[21] Woonhuizen en tempels worden altijd op zulke plaatsen gebouwd, die voor het overige noch voor de ene noch voor de nadere soort vrucht geschikt zijn; gewoonlijk worden daar zeer steenachtige stukken land voor gebruikt. Langs de hoofdweg staan ook wel kleine huizen, in ieder waarvan slechts honderd mensen kunnen wonen; daarom zijn deze huizen ook steeds op korte afstanden van elkaar gebouwd. De afstanden bedragen, al naargelang de verschillende gesteldheid van het land, hoogstens tien, twintig tot dertig mijl. De bewoners van deze huizen houden toezicht op de weg en moeten ook kleine gebreken ervan herstellen. Als er ergens grotere schade optreedt, dan moet dat aan de bouwlieden van de tempel gemeld worden.
Hoofdstuk 50: De hogeschool voor geestelijke kennis en de binnenste hoofdtempel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[8] Wanneer de jonge mannen weer van de tempelscholen naar huis terugkeren, moeten ze tegenover de zittende patriarchen examens afleggen over de bekwaamheid, die zij zich in de tempelscholen eigen hebben gemaakt. - Als volmaakt bevonden worden, kunnen ze direct trouwen en een woning voor zichzelf betrekken, waarvan er voor zulke doeleinden in zo’n groot woongebouw natuurlijk een groot aantal in voorraad zijn. - Als ze niet volmaakt worden bevonden, moeten ze het zich weer laten welgevallen om nog een keer een niet zo heel welkom bezoek te brengen aan de behoorlijk strenge leraren in de tempel. Dat bezoek staat noch de leraren noch de terugkomende leerlingen aan, omdat vooral de leraren zich bekritiseerd voelen, wanneer patriarchen niet tevreden zijn over hun leerlingen. Om die reden worden de leerlingen dan ook niet op de meest voortreffelijke wijze door de leraren ontvangen en wordt het herhalingsonderwijs ook altijd aanzienlijk onbarmhartiger gegeven dan het eerste. - Maar omdat zulke leerlingen dan gewoonlijk aanzienlijk vlijtiger zijn dan diegenen, die voor de eerste keer op de tempelschool zijn, gebeurt het niet zelden dat zulke zeer bekwame recidivisten metertijd zelf aanstaande tempelleraren worden en er zodoende dus met een niet al te bezwaard hart het beste van maken. Want de bewoners van de tempel, en met name de leraren, genieten een buitengewoon groot aanzien, om welke reden zo iemand dan ook liever in een klein huisje in de reeds bekende tuin van de tempel woont dan dat hij een vooraanstaande patriarch in een woonhuis is.
Hoofdstuk 51: Huisregels, maatschappelijke en religieuze instellingen op het zesde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[3] Ook mag geen enkele zijweg in tegengestelde richting met de weg verbonden worden, dus vanuit de richting waarin de sterren opgaan, maar altijd vanuit de richting waarin ze ondergaan, opdat niemand zich van zijn woning naar de hoofdweg in de richting van de ondergang, maar in de richting van de opgang moet bewegen.
Hoofdstuk 52: Meer over de religie van de bewoners van het zesde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] Dat is dus nog een regel. - Verder is er nog een regel, dat alle huizen langs de weg constant rijkelijk van etenswaren voorzien moeten zijn om daarmee de reizende gasten te kunnen verzorgen. Om deze reden heeft ieder woonhuis dan ook de plicht om de huizen langs de weg, die binnen het eigen district vallen, daarvan te voorzien. - Als hier en daar sommige woonhuizen te ver van de weg af liggen, moeten ze hun deel naar de buren brengen, die het dan bij de huizen langs de weg afleveren. - Dat is wel al het wezenlijk belangrijke, wat de uiterlijke, daadwerkelijke gedeelte van de religie uitmaakt.
Hoofdstuk 52: Meer over de religie van de bewoners van het zesde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[12] Daarmee zijn we ook helemaal klaar met deze gordel, en we zullen ons de volgende keer dus voor het eerst naar de zevende en laatste gordel van de zon begeven. - Dat overigens op de zesde zuidelijke gordel alles precies hetzelfde is als op de noordelijke, is bij verschillende gelegenheden al vermeld.
Hoofdstuk 52: Meer over de religie van de bewoners van het zesde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[2] We kunnen ons dus gevoeglijk direct naar de planeet wenden. - Maar om een houvast te hebben waar hij in de reeks planeten zijn plaats heeft, zal het nodig zijn hem eerst een naam te geven. Aangezien deze planeet tot nu toe van jullie geen naam gekregen heeft, is het dus de vraag, welke we hem moeten geven. - Jullie zouden zeggen: Dat is toch onbelangrijk, als hij maar een naam heeft, hoe die ook luidt; men zal zich onder die naam toch altijd hetzelfde voorstellen.
Hoofdstuk 53: Het zevende gordelpaar - overeenkomend met de langdurig onbekende planeet Neptunus (Miron) - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[5] Hoe ver staat hij van de zon af? - Iets meer dan duizend miljoen mijl op zijn grootste afstand tot de zon. - Hoe groot is hij? Qua grootte is het een planeet, die het midden houdt tussen Uranus en Saturnus, dus anderhalf duizend maal zo groot als jullie aarde. - De dampkring ervan is groter dan de dampkring van de planeet Jupiter, en heeft een doorsnede van bijna honderdduizend mijl.
Hoofdstuk 53: Het zevende gordelpaar - overeenkomend met de langdurig onbekende planeet Neptunus (Miron) - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[8] Ook op deze planeet zijn alleen de streken rond de evenaar bewoond; de poolstreken ervan zijn zozeer met eeuwige sneeuw en ijs bedekt, dat daar helemaal niet te denken valt aan bewoonbaarheid van die gebieden.
Hoofdstuk 53: Het zevende gordelpaar - overeenkomend met de langdurig onbekende planeet Neptunus (Miron) - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[12] Het bewoonbare land lijkt zelf op een gordel en is zowel aan de zuid- als aan de noordzijde door vrijwel onbeklimbare bergen omsloten, waarover niemand gemakkelijk naar de zeegebieden kan komen, waar het voortdurend ongeveer even koud is als bij jullie in Noord Siberië. Op de zee drijft voortdurend het zogeheten drijfijs; daarom zou het ook niet erg raadzaam zijn om zich er met schepen op te wagen.
Hoofdstuk 53: Het zevende gordelpaar - overeenkomend met de langdurig onbekende planeet Neptunus (Miron) - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[5] Daarom verkeren ze ook in de mening dat de wereld bij deze gebergten ophoudt en dat daarachter eeuwige wateren beginnen. Van hun eigen wereld hebben ze de voorstelling, dat die een grote ring is, die weliswaar rondom boven de grote wateren uitsteekt, maar van binnen hol is en enkel gevuld met de grote wateren. - Dit is dus het denkbeeld van het volk. - De voornaamste wijzen van de tempel weten echter, omdat zij ook contact hebben met de geesten, heel goed hoe het met hun wereld gesteld is, maar dat delen ze het volk niet mee; want zij zeggen: Als ons volk zou weten dat de wereld, waarop wij wonen, nog veel groter is dan het gedeelte, waar wij wonen - dan zou het een tunnel onder de ring van bergen door graven, daar doorheen reusachtige schepen naar de zee aan de andere kant brengen en het land van andere volkeren betreden. Dat is echter niet de goddelijke wil. Het volk moet dus bij zijn onschuldige wereldbeeld blijven en altijd bereid zijn daar te dienen, tot eer van de grote, almachtige God.
Hoofdstuk 52: Meer over de religie van de bewoners van het zesde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[8] God is één enkel wezen en heeft geen ander wezen buiten zich, dat is zoals Hij. - Daarom is Hij als enige boven alles machtig, boven alles verheven, boven alles heilig en vol van de allerhoogste eer. Wat Hij doet is de vrijheid van Zijn wil. En Zijn wijsheid is het in act nemen van Zijn eigen, eeuwige orde. Hij is de Schepper van alle dingen. Alles, wat Hij maakt, maakt Hij vanuit Zijn wil; de elementen zijn Zijn gedachten, en Zijn wil vormt hen tot wezens. Wanneer Hij een wereld bouwt heeft Hij geen materie nodig, maar de materie wordt gevormd door Zijn gedachten, en Zijn wil is de bouwmeester overeenkomstig de eeuwige orde in Hem. Wij kunnen God in eerste instantie niet anders kennen dan uit Zijn werken, die ons Zijn grote macht en Zijn grote eer verkondigen. Daarom kunnen wij God ook niet anders eren dan door Zijn natuur na te bootsen en van de door Hem gegeven materie werken te bouwen, in overeenstemming met de vrijheid van onze kennis. God heeft ons werk weliswaar niet nodig; want Hij schept in één ogenblik grotere dingen dan wij met al onze kracht in vele duizenden jaren. Toch bouwen wij werken, zo groot en verheven wij maar kunnen, om Hem daarmee metterdaad te tonen, dat wij wat in ons hele wezen van Zijn eeuwig oneindige eer doordrongen zijn. Ook al hebben wij nog zoiets groots gebouwd, en daar geen lof van God voor ontvangen, dan moet ons dat er toch niet van weerhouden steeds weer grotere dingen te doen. Want hoe zouden al onze nog zo grote werken zich ook in goddelijke lof kunnen verheugen, aangezien ze allemaal bij elkaar niets zijn in Zijn ogen!? - Maar al kijkt God niet naar onze werken, Hij kijkt toch naar onze wil en onze volharding tot Zijn eer. En zo worden wij niet op grond van onze werken, maar alleen op grond van de standvastigheid van onze wil door Hem gezegend.
Hoofdstuk 52: Meer over de religie van de bewoners van het zesde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[3] In feite hebben jullie natuurlijk wel gelijk. Maar als jullie bedenken dat de naam van een ding niet zo onbelangrijk is als iemand zou denken, zal het ook hier erg van belang zijn dat we deze planeet geen erenaam, maar een echte naam geven. - Maar waar zullen we die vinden? - Op aarde zeker niet; want daar weet men niets van de planeet. - Op de overeenkomstige zonnegordel misschien? - Die kennen we nog niet. - Het zal dus wel het beste zijn deze planeet de naam te geven, die hij van zijn bewoners heeft. - Natuurlijk zullen jullie nu zeggen: Maar die kennen wij toch ook niet. -Maar Ik zeg: Ook al kennen jullie hem niet, Ik ken hem wel en weet heel goed hoe zij hun planeet noemen. - Nu is de vraag: Hoe heet deze planeet dan? De naam ervan is Miron - wat zoveel wil zeggen als: ‘wereld van wonderen’.
Hoofdstuk 53: Het zevende gordelpaar - overeenkomend met de langdurig onbekende planeet Neptunus (Miron) - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
...  1024 - 1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040 - 1041 - 1042 - 1043 - 1044 - 1045 - 1046 - 1047 - 1048 - 1049  ...