Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 1037 van 1166

...  1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040 - 1041 - 1042 - 1043 - 1044 - 1045 - 1046 - 1047 - 1048 - 1049 - 1050  ...
[14] Mathilde zegt: 'Nee, nee, nu hebben we allebei plaats genoeg. Ik ben je zelfs veel dank verschuldigd, omdat je mij de moed hebt gegeven en de weg hebt gewezen. Ik heb me er nooit een juiste voorstelling van kunnen maken, hoe men God eigenlijk waardig zou moeten liefhebben. Daarom was ik ook zo verbaasd, toen onze Heer en Vader mij riep om aan Zijn zalige borst te komen. Ik kon mij zo'n toenadering nooit ofte nimmer voorstellen, maar nu zie ik duidelijk in hoe bij God dan toch alle dingen mogelijk zijn. Hem zij daarom voor eeuwig al mijn liefde!'
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Helena zegt: 'Doe niet zo poëtisch, lieve zuster. Kijk, ik ben maar een gewoon mens wat mijn aardse afkomst betreft en heb geen verstand van zulke verheven manieren om zich uit te drukken, en de Heer heeft het helemaal niet zo graag. Hoe eenvoudiger, hoe liever het Hem is, omdat aan zo'n verheven taal vaak ook een soort ijdelheid ten grondslag ligt. Doe daarom maar heel gewoon, lieve zuster, dat heeft de Heer het liefst!'
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] Mathilde zegt: 'Ja, je hebt volkomen gelijk, maar geef me alleen iets meer plaats!' Helena zegt: 'Hé, lieve zuster, heb je dan nog geen plaats genoeg? Ik geloof dat je deze hele heilige en zalige borst alleen in bezit wilt nemen? Wel, omdat je er zo lief en goedhartig uitziet, schuif ik nog een klein stukje op, maar dan moet je mij niet meer storen in mijn zaligheid, lieve, beminnelijke zuster!'
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Mathilde zegt: 'Maak je daar maar geen zorgen over, ik weet ook wel hoe men moet liefhebben. Kijk maar uit dat jij uiteindelijk niet tekort komt. Ik ben op aarde op een heel merkwaardige manier door zowel zuivere als onzuivere liefde geplaagd, maar heb nergens echte voldoening in kunnen vinden. Maar nu voel ik mij geheel en al voldaan en mijn hart lijdt geen honger meer. Als ik aan tafel ben, weet ik wel hoe ik moet eten en in het bijzonder aan deze, waaraan talloze myriaden zich voeden met leven gevende nectar!'
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Mathilde, die nu haar hoofdje tegen de linkerzijde van Mijn borst heeft gelegd, zegt: 'Nu is het goed! o God, o God, wat een zalige rust! Ja, wie werkelijk rusten wil, die ruste in God! o heilige borst! Och, mijn hart is veel te klein om de rijkdom van deze heilige, grootse ervaring te kunnen vatten! Wie zou echter de diepte van zo'n genade en liefde ooit kunnen begrijpen en doorgronden?'
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Als Mathilde dat ziet, zegt ze: 'Mijn God en Vader, die heeft een moed zoals de aartsengel Michaël nog niet eens bezit! Met welk een heftigheid doet ze nu alsof ze helemaal in Uw allerheiligste borst zou willen binnengaan. O, dat is toch wel wat al te kras! Ik zou dat ook graag willen doen als ik er maar de moed voor had. Nee maar, die maakt het mij toch wel wat al te bont!'
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Ik zeg: 'Nu, Mathilde, kom toch en doe zoals zij!' Nu laat Mathilde zich geen tweede keer roepen en valt eveneens aan Mijn borst. Daar Helena zich echter bijna over Mijn hele borst heeft uitgestrekt, vindt Mathilde iets te weinig plaats en zegt vriendelijk tegen Helena: 'Zeg lieve zuster, laat voor mij toch ook een plekje over! Ik ben toch ook net als jij hierheen geroepen.'
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Helena valt meteen met open armen aan Mijn borst en zegt: 'O, mijn liefste Vader, dat heb ik al onzeglijk gemist! O, lieve Vader, mijn enige liefde! O, hoe zalig is het aan Uw borst te rusten en de hoogste levenskrachten in me op te nemen!' Na deze woorden valt Helena opnieuw aan Mijn borst en bijt er zich, om zo te zeggen, letterlijk uit liefde in vast.
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Maar jij, Mijn lieve dochter, wees niet bang voor Mij omdat ik het allerhoogste Godswezen ben, want juist daarom ben Ik de zachtmoedigste, deemoedigste, vriendelijkste, liefdevolste en allerbeste geest en mens tegelijk. Kom nu maar en wees niet bang!'
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Mathilde beeft van zoete vrees en brandende liefde, maar kan toch niet de moed opbrengen om aan Mijn haar te heilig lijkende borst te vallen. Daarom roep Ik Helena en vraag haar om deze Mathilde te tonen, hoe de uitverkorenen in de hemel dat doen.
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Zie je, Mijn zoon Peter, Mathilde heeft ten overstaan van Mij het best gesproken en is daarom ook het verst gekomen, maar jij wilde wijs worden nog voordat je hart in staat was om de echte wijsheid te verdragen. Daarom blijf je nu tamelijk ver achter bij Mathilde, hoewel je eerst verder was. Zorg ervoor dat jouw liefde voor Mij gelijk wordt aan haar machtige liefde, dan zul ook jij daar komen waar Mathilde nu is.
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Ik zeg tegen Mathilde en de officier: 'Zo is het goed; zo'n gebed bevalt Mij, want daarin is alles naar voren gebracht wat ieder mens, evenals iedere geest en iedere nog zo volmaakte engel, nodig heeft. Kom hier, Mathilde, aan Mijn borst en sterk daar je leven! Want kijk, uit dit hart is alles voortgekomen wat het oneindige heelal vult. Kom ook jij hier, Mijn dochtertje, en drink met volle teugen van het eeuwige leven vol liefde, wijsheid en macht!
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] De officier Peter brengt met deze woorden Mathilde naar Mij toe en zegt: 'Mijn Heer, mijn God en heilige Vader, hier is zij die U verlangde! Ik draag haar met grote vreugde in mijn hart aan U over, want ik weet dat U het beste voor haar eeuwig levensgeluk zult zorgen. Uw alleen heilige wil geschiede.'
Hoofdstuk 98: Over de juiste liefde voor God. Gelijkenis van het smalle poortje en de grote last. Een hemels onzevader. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] De officier zet grote ogen op en zegt na een poosje: 'Als ik de last niet door de smalle poort kan krijgen, zal ik hem vast en zeker voor de poort neerleggen en proberen me er zonder hem door te wringen, want het doel van het leven staat hoger dan elke last, ook al lijkt die nog zo waardevol' Ik zeg: 'Goed, Mijn zoon! Ga heen en handel daarnaar, dan zul je leven!'
Hoofdstuk 98: Over de juiste liefde voor God. Gelijkenis van het smalle poortje en de grote last. Een hemels onzevader. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Als je Mathilde niet uit Mijn handen ontvangt, kan ze jou niet met heil en kracht uit Mij behulpzaam zijn, maar jou wel geleidelijk aan onheil en aanzienlijke verzwakking brengen.
Hoofdstuk 98: Over de juiste liefde voor God. Gelijkenis van het smalle poortje en de grote last. Een hemels onzevader. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040 - 1041 - 1042 - 1043 - 1044 - 1045 - 1046 - 1047 - 1048 - 1049 - 1050  ...