Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1037 van 1490

...  1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040 - 1041 - 1042 - 1043 - 1044 - 1045 - 1046 - 1047 - 1048 - 1049 - 1050  ...
[3] Met steeds meer vuur en donder gaat deze scène gepaard. Zoals jullie kunnen zien en horen, slaan machtige vlammenbundels onder luid gekraak als hagel op deze hemelse parterre neer. Waar zo'n bundel vlammen neervalt, steekt hij de materie in brand, waardoor het laaiende vuur steeds verder om zich heen grijpt. Wat zeggen jullie van deze scène?
Hoofdstuk 81: Derde akte op het tragikomische podium - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Jullie zeggen nu wel: lieve vriend en broeder, dat is wel een verschrikkelijke manier van genezen. Ik zeg jullie: dat moet wel zo zijn, willen deze ernstig zieke mensen genezen, want dergelijke wezens behoren in geestelijk opzicht tot de `jichtlijders' en deze kwaal kan alleen door een flink geestelijk `vuurstoombad' genezen worden. Jullie hebben op aarde toch ook stoombaden die vooral voor jichtaandoeningen geneeskrachtig zijn; waarom zouden er in het rijk van de geesten voor zulke gevallen dan niet ook soortgelijke geestelijke stoombaden zijn?
Hoofdstuk 81: Derde akte op het tragikomische podium - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] lk zeg jullie: er bestaat op aarde geen enkele verschijningsvormer die niet ook in heigeestenrijk op overeenkomstige wijze te vinden zou zijn. Daarom is ook dit verschijnsel lang niet zo vreemd als jullie aanvankelijk misschien dachten. Alleen moeten jullie dit vuur niet vergelijken met jullie aardse vuur, want hier betekent vuur, wanneer het zichtbaar wordt, niets anders dan grote `ijver'. Zoals jullie hebben gezien, wilden deze hemelbewoners in hun grote ijver, die een product van hun waanideeën en het daaruit voortkomende kwaad is, zich als het ware op ons wreken en ons op de vlucht jagen.
Hoofdstuk 81: Derde akte op het tragikomische podium - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Kijk nu, deze meer dan duizendkoppige menigte hemelbewoners schrompelt nu tot haar vroegere gedaante ineen, hetgeen bewijst dat zij als gevolg van hun ijver nu een terechte verdeemoediging hebben ondergaan. Ook de hele, voorheen nog sterk opgeblazen hemel schrompelt nu eveneens tot zijn vorige gedaante ineen. Het vuur dooft, en onze hemelbewoners staan nu als het ware geheel naakt voor ons. Zoals jullie kunnen zien, overvalt hun een heilzaam gevoel van schaamte, hetgeen er altijd duidelijk op wijst dat de overwonnene uit zichzelf zijn dwaasheid en het daarmee verbonden onrecht begint in te zien.
Hoofdstuk 81: Derde akte op het tragikomische podium - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] De pseudo-Petrus zegt: luister nu naar mij. Ik en dit hele gezelschap waren en zijn nog met veel waanideeën behept. We zien nu echter duidelijk in dat het met deze werkelijk hopeloze hemel, waarin wij allemaal heel pijnlijk onder handen werden genomen, wel totaal anders gesteld moet zijn. Ook zien we in dat, wanneer dergelijke scènes zich in deze zeer bedenkelijke hemel vaker zouden herhalen, deze evengoed voor een eerste klas hel kan worden aangezien en - mocht hij dat niet zijn - dan toch op zijn minst voor een goed onderhouden `vagevuur'. Daarom vraag ik je nu in naam van al mijn broeders, bevrijd ons, als het jou mogelijk is, uit deze werkelijk fatale hemel! Met dit verzoek leg ik ook mijn valse petrusschap aan jouw voeten. Ik zie heel goed in en beken openlijk uit de grond van mijn hart dat ik niet alleen als Petrus niet deug en nooit gedeugd heb, maar ook dat ik nog veel te slecht en te dom ben om zelfs maar de minste varkenshoeder te zijn op een of andere geestelijke weide, vooropgesteld dat er ergens in deze omgeving zo'n bezigheid bestaat.
Hoofdstuk 81: Derde akte op het tragikomische podium - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Ik vraag je niets anders dan ons te bevrijden uit deze echte 'kartonnen hemel'! Waar je mij en ons allemaal ook maar wilt plaatsen, daar zullen we de Heer zelfs voor de magerste kost van ganser harte dienen. Maar bespaar ons het `vagevuur' en de hel, want hoe vreselijk dat vuur brandt hebben we aan den lijve ondervonden, weliswaar maar heel kort, maar zo gevoelig, dat we het eeuwig zullen onthouden!
Hoofdstuk 81: Derde akte op het tragikomische podium - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Nu zeg ik: welnu, deze taal bevalt me beter dan de vorige. Wees daarom gekleed en volg ons naar het `paradijs' waar verscheidene van jullie broeders reeds wachten op een gelijksoortige `verlossing'! Kijk nu, de naakten zijn plotseling met lichtgrijze linnen gewaden gekleed, en daar we deze plek nu verlaten komen zij, voor het eerst God oprecht lovend en prijzend, achter ons aan. Jullie zeggen: deze linnen gewaden zien eruit als echt stevige, van tijk gemaakte militaire jassen en de hele stoet lijkt op een armzalig militair transport.
Hoofdstuk 81: Derde akte op het tragikomische podium - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] Ja lieve vrienden, de kleding richt zich hier naar het inzicht in het ware en het daaruit voortkomende goede. Hoeveel waars en goeds er in deze geesten aanwezig was, hebben jullie toch duidelijk kunnen opmaken uit hun hemel en uit hun handelwijze. Daarom zijn deze kleren ook volkomen bij hun toestand aangepast. Wat er nu verder zal gebeuren, zullen we bij de volgende gelegenheid heel goed te zien krijgen.
Hoofdstuk 81: Derde akte op het tragikomische podium - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] De prior zegt: o lieve vriend en broeder, jouw troostvolle woorden smaken weliswaar zo zoet als honingzeem en de allerbeste melk, maar dan denk ik weer aan de woorden van Christus in het evangelie, die Christus de Heer tegen `valse profeten' en dus tegen naamchristenen en naampriesters sprak: `Ga weg van Mij, vervloekten, in het eeuwige vuur dat bereid is voor de duivel en zijn engelen, want Ik ken u niet, gij daders van onrecht, gij hebt de Heilige Geest altijd tegengewerkt!' - Vriend, wat zeg jij van deze tekst?
Hoofdstuk 82: Aankomst van de nieuwgewonnen zielen in de 'paradijstuin'. Hun schuldbekentenis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Omdat de hele hemel nu echter verdeemoedigd en overwonnen achter ons aan komt, zegt zojuist de prior tegen zijn gezelschap: luister vrienden, onder deze omstandigheden krijgt de zaak inderdaad een heel ander aanzien. Deze drie zijn beslist door een ons nog onbekende goddelijke macht hierheen gezonden; dat is zonneklaar! Maar wat wij nu met deze verschrikkelijke zekerheid moeten beginnen, is een heel andere vraag. Hoe ziet het er met ons geweten uit? Hoe verhoudt zich ons vroegere gedrag ten opzichte van deze hoge boden? Dat is weer een heel andere vraag. Komen wij, als alles goed gaat, na hun eventuele, zeker rechterlijke uitspraak in het vagevuur of, de Heer sta ons bij, misschien zelfs in de hel? Luister vrienden, dat is een heel andere, ontstellend wanhopige vraag!
Hoofdstuk 82: Aankomst van de nieuwgewonnen zielen in de 'paradijstuin'. Hun schuldbekentenis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] We zijn de groep monniken nu zo dicht genaderd dat we goed met hen kunnen spreken. Daarom zal ik dan ook .meteen mijn vragen aan het gezelschap herhalen, zodat we uit hun antwoord kunnen opmaken in hoeverre zij tengevolge van ons vorige gesprek tot bezinning zijn gekomen. Jullie vragen: moet zoiets in deze geestelijke wereld ook altijd met woorden worden afgehandeld? Is het geesten van jouw volmaaktheid niet toegestaan om bij zulke bedrieglijke geesten zonder een woord te wisselen op het eerste gezicht te beoordelen hoe het met hun innerlijk gesteld is?
Hoofdstuk 83: Het eeuwige Woord van God als rechterstoel van Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Daarom dient ook hier enkel mijn inzicht in het innerlijk van deze geesten op zich nergens toe. Wel kan ik tengevolge van dit inzicht de geesten zo leiden dat zij zich uitspreken, mij noodgedwongen niet kunnen ontwijken en hun innerlijk dan door hun woord naar buiten moeten keren en aan de openbaarheid prijsgeven.
Hoofdstuk 83: Het eeuwige Woord van God als rechterstoel van Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Laten we eens aannemen dat A aan B duizend gulden schuldig is. In plaats van B de duizend gulden eerlijk terug te betalen, laat A zich door een bedrieger, C genaamd, overhalen om aan hem, aan wie A nooit een cent verschuldigd was, de vordering van B volledig te voldoen met slechts honderd in plaats van met duizend gulden. Wat zal B dar), wel zeggen over het aflossen van deze schuld en zal daardoor de schuld die A aan B heeft afgelost zijn? Ik denk, dat zelfs helse geesten dat niet kunnen beweren. Bijgevolg kunnen we dat toch (les te minder van de Heer beweren, daar Hij toch in Zichzelf de allerhoogste liefde en wijsheid is.
Hoofdstuk 83: Het eeuwige Woord van God als rechterstoel van Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Zoals ik nu inzie kan men zich werkelijk niets dwazers voorstellen, dan wanneer twee wederzijdse schuldenaars zich ermee tevreden moeten stellen en over en weer vrij van schulden zouden zijn, wanneer een derde, die noch met de schuld van de een noch met die van de ander iets te maken heeft, de een of de ander zijn schuld kwijtscheldt. Of wanneer zelfs een derde als gevolg van het aannemen van een gering bedrag, natuurlijk volkomen onrechtmatig, de schuldenaar overtuigend verzekert dat hij daarmee de aanzienlijk grotere schuld aan zijn schuldeiser geheel heeft voldaan. 0 vriend, dat is me nu zo helder als deze zo buitengewoon doorzichtige lucht hier. Maar nu komt er een andere vraag.
Hoofdstuk 84: Over de zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Ook naderen ze ons met zeer ernstige gezichten, waaruit voor ons werkelijk niet veel troost kan worden geput. Als ik er ook maar aan terugdenk hoe het met ons priesterleven op aarde gesteld was en bedenk hoe wij, die het evangelie van de Heer goed kenden, maar geen letter ervan daadwerkelijk in ware christelijke zin onder elkaar in praktijk hebben gebracht en hoe wij, in de letterlijke zin van het woord en de betekenis daarvan, de zuiver goddelijke Geest altijd hebben tegengewerkt, o broeders, dan zou ik nooit een treffender opmerking hebben kunnen maken dan door nu te beweren, dat ons allen onder deze hoogst treurige omstandigheden niets anders te wachten staat dan de pure, verschrikkelijke en hete hel! Ik zou bijna willen uitroepen dat de bergen over ons heen mogen vallen, zodat wij niet langer het aangezicht van zulke verschrikkelijke rechters hoeven te zien!
Hoofdstuk 82: Aankomst van de nieuwgewonnen zielen in de 'paradijstuin'. Hun schuldbekentenis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  1025 - 1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040 - 1041 - 1042 - 1043 - 1044 - 1045 - 1046 - 1047 - 1048 - 1049 - 1050  ...