Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1038 van 1490

...  1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040 - 1041 - 1042 - 1043 - 1044 - 1045 - 1046 - 1047 - 1048 - 1049 - 1050 - 1051  ...
[5] De andere, betere spreker wendt zich tot de prior en zegt: luister vriend en broeder, ik ben van mening dat we niet te vroeg moeten wanhopen, want daarvoor hebben we altijd nog tijd genoeg als we eenmaal werkelijk verdoemd zijn. We kennen toch het oude spreekwoord dat zegt: `Een goed woord vindt altijd een goede plaats'. Laten we daarom op onze bede en onze grootst mogelijke verdeemoediging vertrouwen en niet te vroeg wanhopen aan de grote barmhartigheid van de Heer. Wie weet of deze drie boden ons wel met verschrikkelijke en onverbiddelijke strengheid zullen oordelen, want als ze door God gezonden zijn, zullen ze toch zeker beter en milder in hun oordeel zijn dan wij ooit voor de vermeende zondaars tegen onze alleenzaligmakende kerk waren.
Hoofdstuk 82: Aankomst van de nieuwgewonnen zielen in de 'paradijstuin'. Hun schuldbekentenis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] De ander zegt: ja, broeder, dat is een buitengewoon verschrikkelijke tekst, die op ons ook volkomen van toepassing is. Ik moet jou bovendien nog bekennen dat ik mij nu ook zeker niet te goed voel voor de hel. Als de Heer werkelijk niet barmhartiger zal zijn dan wij het op aarde meestal waren, dan zou deze tekst wel eens op een vreselijke manier kunnen worden toegepast. Want de Heer heeft gezegd: `Wees barmhartig en gij zult barmhartigheid ondervinden!' Maar daar zit hem nu juist de kneep, want met onze barmhartigheid op aarde was het maar droevig gesteld. Als ik bedenk hoe gemakkelijk en triomfantelijk wij vanaf de preekstoel vaak hele volkeren naar de hel hebben verdoemd, dan begin ik zelf echt heel bang te worden, en mijn eerdere aan jou gerichte troostvolle woorden beginnen nu voor mijzelf een holle klank te krijgen.
Hoofdstuk 82: Aankomst van de nieuwgewonnen zielen in de 'paradijstuin'. Hun schuldbekentenis - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] De prior zegt: we hebben ons innerlijk grondig onderzocht en vinden dat we de hellestraf volkomen verdiend hebben, omdat we bij nadere beschouwing hebben ingezien dat jij waarlijk een bode van de goddelijke gerechtigheid bent en bovendien bent toegerust met een macht, waardoor al onze muren en torens als nietig kaf vergaan. Wij zijn en blijven eeuwig bij de Heer in de schuld staan en ieder van ons draagt zoveel van deze schuld op eigen schouders, dat deze hem tengevolge van de goddelijke gerechtigheid nooit meer kan worden vergeven. Daarom hebben we met jou verder niets meer te bespreken maar vragen, als het jou mogelijk is, slechts om zoveel goddelijke genade en erbarming, dat je ons vanwege onze schuld niet verdoemt tot de allerbitterste en allerpijnlijkste graad van de hel.
Hoofdstuk 83: Het eeuwige Woord van God als rechterstoel van Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Nu zeg ik: luister vriend en broeder, als je het woord van God zo opvat, dan is het geen wonder dat je hier de wanhoop nabij bent. Zeg eens, bestaat er wel een grotere dwaasheid dan het volgende. Stel je eens twee elkaar vijandig gezinde mensen voor, dus twee mensen die wederzijds een misstap hebben begaan of schulden hebben, maar bij ieder van hen begon mettertijd deze kwalijke toestand het geweten te belasten. Om zich echter van deze lastige toestand te bevrijden, ging ieder van hen naar een andere persoon om aan hem zijn schuld te bekennen, opdat deze buitenstaander, die toch helemaal niets met hun wederzijdse strubbelingen te maken had, zijn schuld zou vereffenen. Zeg eens, als zo'n vreemde persoon, die de hele schuld totaal niet aangaat, een dergelijke schuldvereffening op zich neemt, wat is hij dan? Is hij dan niet een grove bedrieger? Innerlijk ben je het met me eens. Goed, maar het zal je nog duidelijker worden.
Hoofdstuk 83: Het eeuwige Woord van God als rechterstoel van Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Hoe was het toch in godsnaam mogelijk dat deze verschrikkelijke onzin zo (liep en onuitroeibaar wortel heeft kunnen schieten? O vriend, ik wil voor mijn dwaasheid graag in de hel boeten, maar laat me eerst slechts een jaar of drie met een onsterfelijk lichaam naar de aarde gaan. Ik zal daar voor de kerk een licht ontsteken dat voor haar dwaasheid heel wat gevaarlijker zal zijn dan een stuk witgloeiend ijzer voor een druppel water. Want ik weet maar al te goed, hoe ontzettend hardnekkig het hogepriesterschap van deze kerk met dit alleronzinnigste bedrog doordraaft en ik zie ook in, dat zij deze dwaasheid nooit langs een gewone natuurlijke weg zal laten varen. Daarom zou ik, zoals gezegd, graag met een onsterfelijk en onverwoestbaar lichaam naar beneden willen gaan om aan deze en nog heel wat andere, niet minder belangrijke dwaasheden van deze kerk een eind te maken.
Hoofdstuk 84: Over de zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Nu zeg ik: beste vriend en broeder, dat heeft de Heer niet nodig. Begrijp de zondevergeving hier echter vanuit het ware gezichtspunt, dan zal jou onbeperkt de gelegenheid worden geboden om deze hier onuitsprekelijk beter en nuttiger in praktijk te brengen dan wanneer het jou werd toegestaan op aarde duizend jaar lang met allerlei wondermiddelen daar tegenin te gaan.
Hoofdstuk 84: Over de zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Omdat jij, zoals ik zie, evenals jouw hele gezelschap dit begrijpt en inziet, moet ik je er nu op attent maken dat je mij het eigenlijke antwoord met betrekking tot de teksten in de Schrift over de zondevergeving nog schuldig bent. We kunnen geen stap verder komen voordat deze kwestie uitvoerig en volledig is uitgepraat. Begin dus nu met de beantwoording en begin met de in de Schrift voorkomende stelling over ontbinden en binden, bij Mattheus 18:18 en gelijkluidend bij Johannes 20:23. Als je daarmee klaar bent, gaan we pas over naar Jacobus. Dus, spreek nu maar!
Hoofdstuk 84: Over de zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[18] Kijk, dat betekent: `Ontvang de Heilige Geest', want de Heer heeft geen ander gebod gegeven dan dat van de liefde. Daarom kan Hij ook onmogelijk een andere geest dan die van de liefde aanbieden en geven. Begrijp je deze tekst? Je bevestigt het mij in jouw hart. Goed, dan gaan we verder.
Hoofdstuk 84: Over de zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Kijk, uit deze levende prikkels komt toch juist het mensengeslacht voort en dus ook alle menselijke dadendrang. Als het je nu helemaal duidelijk is dat het uitroeien van het verkeerde en het daaruit voortkomende kwaad bij de mensen op de hemellichamen op geen andere manier mogelijk is dan door het uitroeien van het mensengeslacht zelf, dan zul je toch ook inzien dat het driejarige verblijf op een hemellichaam, waar je denkt wonderen te verrichten, zowel voor het heden als voor de toekomst, nog veel minder vruchten zal afwerpen voor het volledig ten goede keren van al het verkeerde en kwade, dan het aardse leven van de Heer en dat van heel veel van Zijn geest vervulde apostelen en leerlingen gedaan heeft.
Hoofdstuk 84: Over de zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[19] Aan wie jullie de zonden zullen vergeven, hun zullen ze ook in de hemel vergeven zijn', wil zeggen dat: wanneer, wie van jullie dan ook, volgens Mijn geest van liefde en wijsheid zijn broeder de schuld die deze bij hem heeft, zal kwijtschelden, zal ook Ik niet alleen de schuld die zijn broeder bij hem heeft kwijtschelden, maar Ik zal ook hem, die de schuld kwijtschold, elke schuld aan Mij vergeven. Wanneer iemand daarentegen, wat het tweede deel van de tekst zegt, zijn broeder diens schuld niet zal kwijtschelden, dan zal Ik eveneens die schuldeiser zijn schuld laten behouden. Wanneer echter de schuldeiser zich wil verzoenen met degene die tegen hem heeft gezondigd, maar de schuldige wil de verzoening niet aannemen, dan zal ook Ik voor de schuldige zolang onverzoenlijk blijven tot hij zich met zijn tegenstander verzoend zal hebben.
Hoofdstuk 84: Over de zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[20] Kijk, dat is nu de enige in de hemel geldende verklaring van deze tekst. De zonden echter die een mens tegen God en derhalve tegen zijn eigen geest begaat, kan toch niemand anders vergeven dan alleen Hij, tegen wiens heilige orde zij werden begaan. En de zonde tegen de eigen Geest kan toch zeker ook niemand anders vergeven of kwijtschelden dan deze eigen geest zelf, dat wil zeggen met een volkomen oprechte wil uit liefde voor de Heer en zichzelf verloochenen en zulke zonden in het vervolg nooit meer willen begaan.
Hoofdstuk 84: Over de zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[22] Zie je, dat is dan de volledige, betekenisvolle uitleg van de teksten over de zondevergeving. Deze teksten worden gelijkluidend en helder, heel in het kort uitgelegd in het meest verheven gebed van de Heer, waarin onherroepelijk geschreven staat: `Vergeef ons onze schuld zoals ook wij vergeven onze schuldenaren. ' Er staat niet zoiets als: vergeef ons onze schuld naar de mate van onze boetewerken, zoals dc biecht, de penitentie, de communie en zoals de biechtvader ons van onze zonden heeft vrijgesproken. Ook op een andere plaats wordt van een algemene vergeving van zonden gesproken, waar staat: `Wees barmhartig en u zult barmhartigheid ondervinden', wat weer niet betekent: biecht, dan zullen jullie zonden worden kwijtgescholden.
Hoofdstuk 84: Over de zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Als dit echter allemaal onweerlegbaar zo is, wat is dan de oorbiecht in de katholieke kerk? Ik zeg je, ze is niets anders dan een rentegevende 'zondenbank' waaraan de mensen hun levensobligaties en schuldbrieven afgeven. Door deze handeling brengen ze door de kerkelijke woeker dubbele rente op. Enerzijds ieder voor zich, en anderzijds omdat men zich door de biecht aan de ogen van zijn broeders en medemensen onttrekt, opdat zij niet zullen weten hoe het innerlijk met hem gesteld is en hem tenminste na het biechten meteen weer voor een doodeerlijk mens zullen aanzien, terwijl hij na de biecht toch precies dezelfde mens blijft die hij daarvoor was.
Hoofdstuk 85: Het woord van de Heer! - De eigenlijke rechter - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Op deze manier worden alle gebiechte zonden bewaard en elke eigenaar krijgt ze met flinke rente terug, naarmate hij eerst zichzelf en vervolgens al zijn medemensen bedroog! Zichzelf omdat hij zich na elke biecht voor een mens aanzag die de goddelijke genade volkomen waardig was, waardoor hij zichzelf altijd opgelucht en met welgevallen bekeek. Zijn medemensen bedroog hij echter omdat deze nooit wisten wat ze eigenlijk aan hem hadden, waardoor zij hem dan ook noodgedwongen voor veel beter moesten aanzien dan hij van oudsher was.
Hoofdstuk 85: Het woord van de Heer! - De eigenlijke rechter - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Ik kan jou verzekeren dat wanneer judas, de verrader, een christelijke gemeente zou hebben gesticht, die zeker beter zou zijn uitgevallen dan deze, welke niet uit het christendom maar uit het heidendom is voortgekomen. Men heeft namelijk het heidendom slechts een beetje met het christendom gezouten. Want zoals het zout bij een gerecht het kleinste onderdeel is, zo is ook het christendom slechts het allerkleinste deeltje in dit heidendom. Dat zou nog te verdragen zijn als het maar goed was, maar als het zout zelf verschaald is, hoe kan het dan het pure heidendom tot een christendom kruiden?
Hoofdstuk 85: Het woord van de Heer! - De eigenlijke rechter - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040 - 1041 - 1042 - 1043 - 1044 - 1045 - 1046 - 1047 - 1048 - 1049 - 1050 - 1051  ...