Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 1038 van 1112

...  1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040 - 1041 - 1042 - 1043 - 1044 - 1045 - 1046 - 1047 - 1048 - 1049 - 1050 - 1051  ...
[23] Daar we de aarde nu reeds in zoverre beschouwd hebben, dat we weten hoe haar inwendige bouw in het algemeen is ingericht, willen we hierna juist deze bouw - voorzover dat nodig is - meer specifiek gaan bekijken; of we willen de inwendige vetrekken van de aarde met het geestelijk oog als het ware doorlopen en in elk van de eerder genoemde drie aarden overal even vertoeven, waar zich iets bijzonder gedenkwaardigs bevindt.
Hoofdstuk 6: Over de zwaartepunten en de sappen van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Omdat de aarde als het ware een groot organisch dierlijk lichaam is, moet het als zodanig voedsel tot zich nemen om te kunnen leven. Daartoe zijn - zoals bij elk dier of zelfs bij elke plant óf een mond óf ook meerdere eet - of zuigslurven nodig. Bepaalde dieren, zoals bijvoorbeeld de poliepen en andere soortgelijke dieren, hebben veel van dergelijke zuig - en eetslurven. Een zuigslurf onderscheidt zich van een eetslurf daardoor, dat de zuigslurf alleen maar vloeibaar voedsel opneemt en dat ter verdere voeding van het dierlijk lichaam in de daarvoor bestemde verteringsorganen leidt; maar een eetslurf neemt ook lichamen zoals allerlei insecten en ook bepaalde kleine planten met wortels in zich op, wrijft ze fijn door zijn over elkaar heen wrijvende stevige spieren en brengt ze dan pas fijngewreven in de verdere verteringsorganen.
Hoofdstuk 7: Voeding en rotatie van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Datzelfde is ook min of meer het geval met alle planten, bomen en struiken, omdat vooral hun wortels niets anders dan poliepachtige zuigsprieten zijn. Hun bloemen en vooral hun meeldraden zijn grotendeels als eetsprieten te beschouwen, die - hoewel voor korte tijd - de bevruchte stuif deeltjes in zich opnemen, ze kneuzen en dan het bevruchte sap naar de komende vrucht leiden om deze tot leven op te wekken en te voeden. Tegelijkertijd echter is elk dierlijk evenals elk plantaardig lichaam met heel veel kleine zuighaartjes bedekt, die er speciaal voor dienen om de elektrische en etherische levensstof uit de vrije lucht door zich heen naar binnen te zuigen.
Hoofdstuk 7: Voeding en rotatie van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] Daar echter alle dingen, zoals planten en dieren, kleine overeenkomstige voortbrengselen van het aardelichaam zijn, is het begrijpelijk dat dit alles op grotere schaal ook in het aardelichaam moet worden aangetroffen. De aarde heeft daarom evenals elk dier een aan haar wezen aangepaste grote hoofdmond, waardoor ze ook het voornaamste voedsel in zich opneemt. Naast deze hoofdmond heeft ze echter nog overal talrijke grote en kleine zuig - en eet slurven, waartegenover ze dan tevens een overeenkomstig hoofdafvoerkanaal heeft en daarnaast ook nog talloos vele kleinere afvoerkanaaltjes.
Hoofdstuk 7: Voeding en rotatie van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] De maag van de aarde ligt vlak onder het hart, tamelijk in het midden van de aarde. Het is een ongeveer 10 vierkante mijl omvattende holle ruimte, die in alle richtingen door kleine en grotere dwars zuilen - vele met een doorsnede van wel 200 klafter (** Oude lengtemaat (vadem). 1 Weense klafter = 1,9 m.) als het ware in alle richtingen deels groter wordt gemaakt, deels wordt ondersteund. Deze maag en de zich daarin bevindende dwars stutten, die er uitzien als ovale stroken en ook als ovale zuilen met bovengenoemde doorsnede, bestaan niet uit een vaste massa, maar ze hebben ongeveer dezelfde hoedanigheid als een grote elastische gummizak, waarvan de binnenwanden ook met dezelfde gummi achtige massa verstevigd zijn, zodat ze niet door een van buitenaf werkende zwaartekracht samengedrukt kunnen worden.
Hoofdstuk 7: Voeding en rotatie van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] De aarde zuigt de lucht in zich op. Dan zet zich de wekere buikstreek van de aarde, die gewoonlijk door de zee bedekt is, meer uit en het zich daarboven bevindende zeewater stijgt omhoog bij de vaste oevers. Stoot de aarde of liever de aardlong de adem weer uit, dan zinkt de buik weer dieper omlaag en het zeewater loopt dan van de vaste oevers ook weer terug.
Hoofdstuk 8: Long en ademhaling van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] Nu vraagt men zich af: Waar bevindt zich de aardelong, waar haalt ze haar adem naar binnen en waar stoot ze hem weer uit? En tenslotte: Hoe ziet die long eruit?
Hoofdstuk 8: Long en ademhaling van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Als de buizen uitzetten, worden de kamers vernauwd en als het ware samengedrukt en daardoor wordt de lucht uitgestoten. Trekken de buizen zich weer samen, dan zetten de kamers natuurlijk weer uit, waardoor het inademen tot stand komt.
Hoofdstuk 8: Long en ademhaling van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Zo'n locomotief is menselijk bekeken erg kunstig samengesteld. Vullen we de ketel met water, maar stoken we er geen vuur onder, waardoor het water omgezet wordt in stoom die drijfkracht heeft, dan zul je dadelijk zien dat dit hele mechanisme, tot niets dient. Het vuur is dus de eigenlijke drijfkracht; het zet eerst het water om in stoom en die stoom grijpt dan pas met haar kracht het mechanisme aan en het stoomvoertuig komt dan in zijn bekende snelle beweging.
Hoofdstuk 9: De milt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Soortgelijke, weliswaar oneindig kunstiger locomotieven, zijn de dierlijke lichamen; maar hun hele mechanisme, dat uit talloos vele delen en organen bestaat, zou tot niets dienen als de vuurhaard zou ontbreken. Pas deze zet al de tot zich genomen voedselbestanddelen om en drijft ze door zijn eigen kracht in de vaten verder, waar ze in bloed overgaan en dan eerst naar het hart worden gevoerd en hiervandaan naar hun eigenlijke bestemming.
Hoofdstuk 9: De milt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] We hebben dus hieruit gezien, dat de milt een van de noodzakelijkste organen van het dierlijk lichaam is, omdat ze de eigenlijke drijfkracht voor alle andere dierlijke mechanismen in zich opwekt, bewaart en aan andere delen afgeeft.
Hoofdstuk 9: De milt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] Wanneer het als eiwit uitziende sap vanuit de maag in de milt overgaat, dan blijft het een bepaalde tijd in de parelsnoerachtige bloedadertjes zitten en verplaatst zich met elke polsslag een parel verder. Tegelijkertijd wordt met elke polsslag een wrijving van de miltkamers opgewekt. Daardoor vullen deze kamertjes zich met elektrisch vuur, dat bij de maagstreek een positieve en bij de hartstreek een negatieve pool vormt. Vandaar dat de kamertjes in de streek van de maag meer scherpe kanten hebben, terwijl ze naar de streek van het hart meer eivormig worden.
Hoofdstuk 10: De opbouw van de milt en de vorming van het bloed - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[11] Degene die ooit de gelegenheid heeft zich over de aardoppervlakte naar het hoge Noorden te begeven en daarbij ook kennis van de natuur bezit, zal in deze noordelijke poolstreek verschijnselen ontdekken, die men op geen enkele andere plaats van de aarde zal aantreffen. Ten eerste is het een zeer koude luchtstreek, die vooral 's winters een voor jullie instrumenten nauwelijks meetbare hoge graad bereikt. Met deze zware, koude lucht verenigt zich in de richting van de Noordpool een steeds dichter wordende nevelmassa, waar vooral in de winter ontelbare lichtkluwens als vallende sterren doorheen schieten; verder zal de reiziger rondom de wijde poolrand een ontzaglijke dijkachtige opeenhoping van sneeuwkristallen aantreffen en zo nu en dan ook nog enorme hoge pieken van ijs.
Hoofdstuk 7: Voeding en rotatie van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[12] En kijk, daar hebben we het voedsel al; de aardmond trekt deze sneeuwen ijsmassa's met grote magnetische kracht naar binnen en leidt ze in de grote maag, waar dit voedsel in de vorm van kristallen afzet op de wanden, de dwarsstutten en de steunen van de maag. Als de maag als het ware gevuld is, komt daarbij de warmte van het aardehart en deze zet de maagwanden in een vibrerende beweging. De dwarsstutten in de maag trekken zich dan ook spoedig nauwer samen en zetten zich dan weer uit. Daardoor wordt de kost fijngewreven en vermalen en door deze actie wordt een nieuwe elektrische stof opgewekt, die in de maag de voedzame waterdelen ontleedt en in de talloze voedingskanalen leidt. Dan grijpt een negatieve elektrische stroom de onverteerbare resten uit de maag en drijft ze met grote kracht weg door het schroefachtig gevormde afvoerkanaal. Op deze weg moeten deze excrementachtige voedingsresten ten gevolge van voortdurende, krachtige wrijving nog het laatste wat er van de voedzame substantie overblijft afgeven, waardoor dan ook het noordelijk halfrond veel compacter is dan het zuidelijk halfrond, omdat op dit zuidelijk deel ook merendeels de laatste en slechtste voedingsstoffen aankomen.
Hoofdstuk 7: Voeding en rotatie van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] Deze aardelong, die wel een inhoud van 1000 kubieke mijlen heeft, bevindt zich vlak onder de harde, vaste aarde en begrenst een oppervlakte van iets meer dan 5000 vierkante mijl. (* 1 Duitse mijl is 7.420 km) Deze long is een zeer groot celweefsel waarin zich veel holle ruimten (kamers) bevinden, die door kleinere en grotere buizen met elkaar zijn verbonden. Deze buizen hebben twee eigenschappen: ten eerste leiden ze de lucht in de kamers en voeren die weer af; ten tweede kunnen deze buizen zich vanwege hun gevoelige elasticiteit, net zoals spieren en pezen bij dieren, samentrekken en weer uitzetten, deze samentrekking en uitzetting wordt bewerkt door een voortdurende beweging van de polen of door wisseling van de positieve in de negatieve pool. De oorzaak van deze wisseling ligt in de zielensubstantie, zonder deze wisseling zou de vrije beweging in de lichamen niet mogelijk zijn.
Hoofdstuk 8: Long en ademhaling van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
...  1026 - 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040 - 1041 - 1042 - 1043 - 1044 - 1045 - 1046 - 1047 - 1048 - 1049 - 1050 - 1051  ...