17481 resultaten - Pagina 1039 van 1166
... 1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040 - 1041 - 1042 - 1043 - 1044 - 1045 - 1046 - 1047 - 1048 - 1049 - 1050 - 1051 - 1052 ...
[8] Daarna trad deze sergeant-majoor dan ook voor de andere soldaten als woordvoerder op, waarbij iedereen hoogst verbaasd was over zijn echt oriëntaals verheven, welluidende toespraak. Hij is nu dan ook een van Mijn vurigste aanbidders.Hoofdstuk 94: De joodse sergeant-majoor, een hartstochtelijke vriend van de Messias in de geest van David. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] De officier zegt na een poos: 'Ik was op aarde en ook hier in deze wereld zijn meerdere. Nu is hij in de wijsheid een serafijn en ben ik met al mijn op aarde verworven theosofische kennis gewoon een ezel! Luister slechts naar deze prachtige beeldspraak. Zelfs al was men een steen, dan zou men bij zo'n rede zo licht als ether worden! Had hij deze toespraak maar opgeschreven; ik zou haar duizend keer achter elkaar kunnen lezen. Hoe prachtig is b.v. de zin:
Hoofdstuk 94: De joodse sergeant-majoor, een hartstochtelijke vriend van de Messias in de geest van David. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Toen de officier echter voor de troep Mijn naam noemde, ging de sergeant-majoor een machtig licht op en hij zei tegen een kameraad, die ook een Jood was en gespannen op de Messias zat te wachten: 'Het wordt me nu maar al te duidelijk dat we Hem dan toch gemist hebben! Op deze Jezus waren de voorspellingen toch het meest van toepassing. Maar de domheid: 'Uit Galilea staat geen profeet op!' heeft miljoenen verblind. De Messias is volgens David Jehova Zelf en hoeft niet onder het mom van een profeet tot zijn volk te komen. Daarom kon Hij juist Galilea kiezen, opdat de domme mensen niet verleid zouden worden om tenslotte ook de Heer van alle profeten voor een profeet te houden, omdat Hij juist kwam vanwaar nooit een profeet had kunnen komen. Om kort te gaan: Jezus, afkomstig van Nazareth in Galilea, was de verwachte Messias! Wij hebben Hem altijd miskend, maar wij beiden zullen Hem nu niet meer verloochenen! Als we voor Hem zullen staan, laat mij dan spreken! Ik zal Hem onze grote blindheid beschrijven en dan namens allen lof betuigen, geheel naar Davids aard.
Hoofdstuk 94: De joodse sergeant-majoor, een hartstochtelijke vriend van de Messias in de geest van David. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Deze sergeant-majoor was op aarde naar zijn geloofsbelijdenis een Jood, die er rotsvast in geloofde dat de Messias nog moest komen en dat volgens een mystieke berekening van de Joodse kabbala juist nu de tijd was gekomen, waarop de Messias in de wereld zou moeten verschijnen om Zijn volk, de Joden, weer bij elkaar te brengen in het beloofde land om het tot het machtigste volk van de aarde te verheffen. Met zo’ n geloof was onze sergeant-majoor dus naar de geestenwereld overgegaan en wachtte daar verlangend op de grote Messias. Toen de officier zijn manschappen echter de uitnodiging voor Mijn rijk overbracht, meende de sergeant-majoor aanvankelijk dat Ik de verwachte, grote Messias van de Joden zou zijn; alleen verbaasde hij zich erover dat Ik ook de anderen die geen Joden waren, bij Mij liet komen.
Hoofdstuk 94: De joodse sergeant-majoor, een hartstochtelijke vriend van de Messias in de geest van David. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Na deze krachtige en bezielende toespraak van de officier leggen allen hun wapens voor zich op de grond en begeven zich met de officier naar Mij toe. Als zij zich in een halve cirkel om Mij heen hebben opgesteld, geef Ik hun allen meteen Mijn zegen, waarop allen Mij eenstemmig loven met ontroerende woorden diep uit hun hart; met name een sergeant-majoor, die bij deze gelegenheid optreedt als een volmaakt woordvoerder.
Hoofdstuk 94: De joodse sergeant-majoor, een hartstochtelijke vriend van de Messias in de geest van David. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] De officier zegt echter, van grote liefde vervuld, tegen Mij: 'Heer, wij zijn nu zo gelukkig als maar mogelijk is, maar kijk, daar staan mijn soldaten nog in het gelid! Wat moet er nu met hen gebeuren?' Ik zeg: 'Laat hen de geweren afleggen, want Voortaan zullen zij deze wapens niet meer gebruiken. In Mijn rijk strijdt men alleen met de wapens der liefde!'
Hoofdstuk 93: De genade en barmhartigheid van de Heer. Twee gescheiden zielen mogen elkaar in het bijzijn van God terugvinden. Zaligheid van de hoogste hemel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] De officier gaat nu naar de in het gelid staande krijgslieden en zegt: 'Geef acht, broeders! Tot nu toe was ik nog steeds jullie kapitein en jullie gehoorzaamden mij zoals het eerzame en rechtschapen krijgslieden betaamt. Omdat jullie groot waren in de deugd van de gehoorzaamheid, heeft het God de Heer behaagd jullie na je lichamelijke dood ook in de geestenwereld zo lang onder mijn commando te laten, totdat jullie door mijn lessen en vermaningen op een niveau werden gebracht, waarop jullie tot een vrijere levensbeschouwing in staat zouden zijn.
Hoofdstuk 94: De joodse sergeant-majoor, een hartstochtelijke vriend van de Messias in de geest van David. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Ik zeg tegen Migatzi: 'Mijn vriend en broeder, dat doet niet de wijsheid, maar alleen de liefde! Houden jullie je daarom aan de liefde, als jullie in de hemelen bij Mij willen zijn! Jullie zullen weliswaar in elk van de drie hoofdhemelen bij Mij zijn en wandelen voor mijn aangezicht, maar evenals hier enkel en alleen door de liefde. Deze Mathilde heeft de juiste graad van de liefde en zal dientengevolge ook in de hemelen, waar we nu weldra zullen aankomen, bij Mij zijn. Ga en verkondig dit aan allen die hier zijn!'
Hoofdstuk 93: De genade en barmhartigheid van de Heer. Twee gescheiden zielen mogen elkaar in het bijzijn van God terugvinden. Zaligheid van de hoogste hemel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Migatzi dankt Mij innig voor deze leer, gaat meteen naar de grote menigte toe en deelt dit aan allen mee.
Hoofdstuk 93: De genade en barmhartigheid van de Heer. Twee gescheiden zielen mogen elkaar in het bijzijn van God terugvinden. Zaligheid van de hoogste hemel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Mathilde richt zich nu op, kijkt vreugdedronken om zich heen en herkent in de officier haar leraar Peter. Nog met haar knieën op de grond rustend, roept ze uit: 'O God, o Vader, U bent toch werkelijk al te goed en liefdevol! Niet alleen hebt U mij hier als onwaardige zondares onuitsprekelijk zalig gemaakt door een overvloed van Uw genade, liefde en erbarming, maar ik mag hier ook voor Uw heilige aangezicht de leraar ontmoeten, die mij reeds op aarde de wegen naar U heeft getoond. Ik word nu door U voor mijn verdere ontwikkeling aan deze leraar toevertrouwd. Hoeveel heerlijks en verhevens zal ik door hem ervaren; ik zal steeds zuiverder worden om waardiger Uw goddelijk mooie aangezicht te aanschouwen! Nog ben ik weliswaar hier in de stad, waarin ik naar lichaam en ziel ongelukkig ben geworden, maar de plaats maakt mij niets uit, want Uw zichtbare, heilige aanwezigheid is voor mij de hemel. Waar V bent, o Heer, daar is ook de hoogste hemel! Mijn hart, mijn hele wezen zij alleen aan U, o Vader, gewijd! Uw heilige naam Jezus worde geheiligd!'
Hoofdstuk 93: De genade en barmhartigheid van de Heer. Twee gescheiden zielen mogen elkaar in het bijzijn van God terugvinden. Zaligheid van de hoogste hemel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] De officier zegt: 'Ja, beste Vader, Heer en God, Uw woord zal eeuwig het leven in het centrum van mijn hart zijn! Er is te veel liefde en genade van U, o heilige Vader, over ons gekomen; wij zijn in ons gemoed nog veel te zwak om zo'n overvloed van zaligheid te kunnen verdragen, maar de heilige tijd van Uw rijk zal ons wel meer vertrouwd maken met Uw overgrote liefde en genade. Moge mijn hele wezen echter van een eeuwige dank getuigen voor Uw liefde en genade aan ons, arme zondaars, voor grote bewezen wijsheid zijn wij weliswaar niet geschikt, want daarvoor hebt U, heilige Vader, engelen geschapen uit de vlammen van Uw licht, opdat zij de oneindige majesteit van Uw werken bezingen en loven, maar wij willen V bovenal loven vanuit de deemoed van onze harten, want U alleen bent al onze liefde en ons leven!' Daarop wendt hij zich tot Mathilde en zegt: 'Lieve zuster Mathilde, sta op en kijk hoe goed, liefdevol en zachtmoedig onze waarachtige heilige Vader toch is!'
Hoofdstuk 93: De genade en barmhartigheid van de Heer. Twee gescheiden zielen mogen elkaar in het bijzijn van God terugvinden. Zaligheid van de hoogste hemel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Als Mathilde daar nu zo goed verzorgd staat, begint ze van dankbaarheid, liefde en zaligheid luid te wenen. Ze is nu al zo mooi als een hemelse bloem en valt voor Mij op haar knieën en zegt snikkend: 'O heiligste Vader, mijn trage tong kan nimmer uitspreken wat ik nu in mijn hart voor U voel. Uw liefde en Uw genade zijn eindeloos groot! Voorzover echter dit mij opnieuw gegeven en door Uw genade opnieuw gewekte leven mij dat laat voelen, ervaar ik V als de heilige, eeuwige, zuiverste liefde, o lieve Vader! Uw heiligste naam Jezus worde geheiligd, eeuwig, eeuwig, eeuwig!' Bij deze woorden overweldigt haar liefde tot Mij haar zo sterk, dat ze met haar gezicht helemaal op de grond neerzinkt.
Hoofdstuk 93: De genade en barmhartigheid van de Heer. Twee gescheiden zielen mogen elkaar in het bijzijn van God terugvinden. Zaligheid van de hoogste hemel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[18] Toen U, O Heer en Vader, vanuit Uw onbeperkte macht, wijsheid en liefde, op aarde de weg van het vlees ging, zei U toch ook slechts als mens: 'Wie Mij ziet, ziet ook de Vader, want Ik en de Vader zijn één!' Als U, o Heer Jezus, destijds in Uw aardse lichaam één was met de Vader, waarom zou U dat dan nu niet zijn? U alleen bent het: mijn hart zegt mij, dat U de eeuwige liefde bent! Neem mij dus genadig op in Uw liefde, o heilige Vader!'
Hoofdstuk 92: Vervolg van Mathildes levensgeschiedenis. Onthullingen van de treurigste soort. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Ik zeg: 'O vrouw, o dochter, je geloof is groot en er woont veel liefde in je hart! Jou geschiede naar je geloof en naar de macht van jouw liefde! Mijn lieve dochter, je staat nu hongerig, dorstig en naakt voor Mij, want datgene waarmee jij op aarde je ziel hebt verzadigd, was een slechte en magere kost. Zou je gedurende de eerste tijd van je leven op aarde niet vooraf geestelijk zijn gevoed en je ziel met haar afgestompte geest in het weerzinwekkende leven van het rioolgedierte zijn overgegaan, dan zou je bijna verloren zijn geweest. Het was dan haast onmogelijk geweest je ooit nog te redden. Zoals het immers onmogelijk is om een vis in de vrije lucht in leven te houden, is het ook onmogelijk om zielen die in de poel des verderfs hebben geleefd, in de luchtether van de hemelen in leven te houden. Want waar de draak een dood leven leidt, daar leeft ook zijn ongedierte voor de dood!
Hoofdstuk 93: De genade en barmhartigheid van de Heer. Twee gescheiden zielen mogen elkaar in het bijzijn van God terugvinden. Zaligheid van de hoogste hemel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] Ik verkeerde toch tot bijna aan mijn zestiende jaar in zo’n zuivere staat van onschuld als misschien maar bij weinigen het geval zal zijn. Waarom moest ik mijn leraar, mijn ware beschermgeest, verliezen? Waarom mocht satan mij dan daarna in plaats van de engel, geesten uit de hel als leraar geven? O God, Gij barmhartige, waarom moest ik dan tijdelijk en misschien wel voor eeuwig zo ongelukkig worden?'
Hoofdstuk 92: Vervolg van Mathildes levensgeschiedenis. Onthullingen van de treurigste soort. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)