Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1039 van 1490

...  1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040 - 1041 - 1042 - 1043 - 1044 - 1045 - 1046 - 1047 - 1048 - 1049 - 1050 - 1051 - 1052  ...
[6] Het heidendom had vele goden, daarom wilde het met het nieuwe zout ook niet bij die ene God blijven, maar maakte er drie van. En na deze in drieën gedeelde God, vergoddelijkte het dan ook mensen die op aarde geleefd hadden, om daardoor een surrogaat te krijgen voor zijn afgedankte `halfgoden' en `huisgoden'. Het oude heidendom was voor zijn priesters heel winstgevend, maar het zuivere christendom stond lijnrecht tegenover zo'n winstbejag want het zegt uitdrukkelijk: `Om niet hebben jullie het ontvangen; om niet moeten jullie het ook weer doorgeven.'
Hoofdstuk 85: Het woord van de Heer! - De eigenlijke rechter - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Dat kon het heidendom niet gebruiken, daarom maakte het liever een `zonderegister'. En omdat er tegen de mozaïsche wet te weinig werd gezondigd, werden er eigenmachtig nog wat moeilijk te onderhouden wetten bij gemaakt. Behalve het zonderegister en het zeer omvangrijke wetboek stelde men de zondevergevende `biecht' in en leidde door deze biecht de mensheid naar allerlei winstgevende boetewerken. Hierdoor heeft het alleenzaligmakende pontificaat zich toen met behulp van nog andere winstgevende godsdienstige ceremoniën opgewerkt tot een werelds aanzien, waarvoor alle koningen beefden!
Hoofdstuk 85: Het woord van de Heer! - De eigenlijke rechter - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] En waaruit bestaat deze winst? Ik zeg je, zij bestaat uit niets anders dan dat alle gebiechte zonden als eigen tegoed voor de kerk worden bijgeschreven, waarmee noodzakelijk het egoïstische bedriegen van mensen verbonden is. Deze worden daardoor immers in de waan gebracht, net zo vaak voor God te worden gerechtvaardigd als ze maar gebiecht hebben.
Hoofdstuk 85: Het woord van de Heer! - De eigenlijke rechter - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] Ik zeg: hier heerst niet mijn willekeur maar de goddelijke ordening! Daarom moet je je ook daaraan onderwerpen, wil je niet door eigen toedoen voor eeuwig te gronde gaan. Daarom zeg ik je nog eenmaal, dat je zult spreken over het jou gegeven thema. Want ik zie in je hart nog een pleidooi voor de biecht en zolang dat nog in je zit, kun je deze plaats niet verlaten; daarom, neem de tijd en spreek dan! Amen.
Hoofdstuk 85: Het woord van de Heer! - De eigenlijke rechter - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Opdat dit alleenzaligmakende pontificaat zich echter nog onafhankelijker en dus ook onbeperkt machtiger kon opstellen, wist het door een voortreffelijk middel een machtig, eigen leger te vormen van meer dan een miljoen man, dat overal de burchten, vestingen, steden en landen van keizers, koningen en vorsten onoverwinnelijk bezette en op die manier alle landen onderdanig en schatplichtig maakte. Dat leger bestaat uit de `priesters' en 'monniken' en het middel is liet `celibaat'. Op die manier was de (nieuwe) heidense, kerkelijke macht onoverwinnelijk gevestigd. Daar echter elke machthebber, als hij wil weten hoe het met zijn onderdanen gesteld is, verspieders moet hebben, waren zulke spionnen voor het pontificaat dan ook echt onontbeerlijk. Wie zijn echter deze verspieders? Wel, het gehele priesterdom!
Hoofdstuk 85: Het woord van de Heer! - De eigenlijke rechter - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] De prior zegt: ja, zo is het. Nu is het oordeel voor de hel al zo goed als gereed, want wat zou ik ten gunste van mijzelf nog kunnen aanvoeren? Ik kan niets anders zeggen dan: Heer, wees ons arme, blinde dwazen en allergrootste zondaars genadig en barmhartig! Ik zie niets anders dan slechts het loodzware gewicht van mijn schuld voor me en daarvoor heb ik werkelijk geen bedenktijd nodig. Het komt er tenslotte alleen maar op neer, dat wij nog langer in deze pijnlijke situatie moeten verblijven om te wachten op het verschrikkelijke oordeel dat mij en zeker ons allen nu al pijnlijker lijkt dan het vuur van de hel zelf. Daarom vraag ik je ook, houd ons niet langer op, maat- geef ons een duw in de richting waar we thuis horen.
Hoofdstuk 85: Het woord van de Heer! - De eigenlijke rechter - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Onze prior heeft tijdens deze nieuwe korte bedenktijd reeds alle hoeken van zijn wezen doorzocht en heeft, zoals jullie weldra uit zijn mond zullen vernemen, gelukkig een verontschuldiging voor zijn probleem gevonden. Daarom willen we hem ook dadelijk de gelegenheid geven om zijn pleidooi te houden en dus zeg ik tegen hem: beste vriend en broeder, ik zie dat je je tijd goed hebt besteed en iets gevonden hebt. Laat daarom maar horen wat je gevonden hebt.
Hoofdstuk 86: Ook in de hel is de Heer puur liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] De prior zegt: ik heb werkelijk iets gevonden dat in het gunstigste geval een redelijk excuus voor de biecht zou zijn. Maar of deze vondst ook ten gunste van mij gerekend kan worden, is een heel andere vraag. Ik moet evenwel oprecht bekennen, dat van alles wat met deze kwestie te maken heeft, dit punt voor mij persoonlijk vooral met betrekking tot de biecht het meest troostrijke was. Maar of deze troost door mij terecht of onterecht werd aanvaard, dat is weer een andere vraag.
Hoofdstuk 86: Ook in de hel is de Heer puur liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Het punt zelf is echter de `gelijkenis van de onrechtvaardige rentmeester', die, wanneer men het goed bekijkt, zich in zijn positie bijna net zo gedraagt als een biechtvader tegenover zijn biechtkinderen. De Heer prees de onrechtvaardige rentmeester en zei zelfs tegen zijn leerlingen dat ook zij zich op dezelfde manier vrienden moesten maken met onrechtvaardig goed, opdat deze dan, wanneer de Heer rekenschap van Zijn rentmeester zal eisen, hem in hun hemelse woningen mogen opnemen.
Hoofdstuk 86: Ook in de hel is de Heer puur liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Hoe vaak heb ik niet de allergrootste schuldenaars van de Heer in de biechtstoel hun schuld uitgewist? Ik schold hun het hoofdkapitaal volkomen kwijt en liet slechts een gering kapitaal voor de schuldenaar over, want de kleine dagelijkse zonden kunnen als een achtergebleven smet van de grote worden beschouwd. Alleen voor deze moest een zuiverende boetedoening verricht worden, waarbij de nodige louterende middelen werden aangereikt, waardoor de schuldenaar zonder enige moeite van zijn kleine schuld af kon komen.
Hoofdstuk 86: Ook in de hel is de Heer puur liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Dat de kerk eigenmachtig zulke middelen heeft voorgeschreven, die niet alleen ik maar elke priester in soortgelijke dagelijkse gevallen van schuld streng verplicht was te gebruiken, daar kon ik evenmin iets aan doen als al mijns gelijken. Hier heb je nu alles wat ik jou kan geven. Jouw wijsheid zal deze zaak beter beoordelen dan al mijn verstand.
Hoofdstuk 86: Ook in de hel is de Heer puur liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Als het hart van een biechtvader werkelijk van liefde vervuld is en hij de biecht gebruikt om bij die gelegenheid de biechteling aan te duiden wanneer en op welke manier hem alleen door de Heer de zonden worden vergeven, en hij hem laat zien dat de biecht op zich, zonder het in acht nemen van deze vriendelijk aangeraden middelen en de volledige toepassing daarvan, niet het minste effect zal hebben, maar dat daarentegen een zondaar, indien hij bij de biecht aan de volledige kwijtschelding van zijn zonden gelooft, door zo'n biecht alleen nog verstokter en onverbeterlijker wordt. Wanneer de biechtvader de biechteling bovendien nog heel vriendelijk en liefdevol de raad geeft, dat hij heel zorgvuldig en ernstig moet proberen om door het voortaan vermijden van al zijn beleden zonden, op de weg die door het evangelie wordt aangewezen, zonder onderbreking voort te gaan - de enige weg die tot de wedergeboorte van de geest leidt - en de biechteling daarop de biechtvader oprecht belooft dat hij al het mogelijke zal doen om die raad op te volgen waarop de biechtvader hem in Naam van de Heer zijn beleden zonden kwijtscheidt, dán alleen is hij een echte biechtvader en kan in dit geval worden beschouwd als een `onrechtvaardige' rentmeester.
Hoofdstuk 86: Ook in de hel is de Heer puur liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Kijk, de prior vertrekt om diegenen die wij voorheen aan de overzijde van de kloof hebben achtergelaten, op te halen. Jullie vragen nu of er al een of andere brug over deze kloof is gebouwd, waarover de zielenslapers zich naar ons toe kunnen begeven. Ik zeg jullie: er is in dit opzicht tot nu toe nog niets gebeurd omdat na ons vertrek onze zielenslapers medelijden begonnen te krijgen met zichzelf, hetgeen echter op een mens, in verband met zijn geestelijke leven, een uiterst slechte uitwerking heeft.
Hoofdstuk 87: Het onderscheid tussen het juist en verkeerd handhaven van de biecht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Bij zelfbeklag rechtvaardigt een mens zich, schuift alle schuld van zich af en stelt zich dus op als een onschuldige, die tegelijkertijd ook nog alle erbarming verdient. Daar dit, zoals gezegd, nu juist bij onze zielenslapers het geval is, kan er ook nog geen brug zijn waarover zij naar ons toe zouden kunnen komen. Dit dient echter ook als een flinke beproeving voor onze prior en we zullen wel zien wat de netelige situatie waarin deze broederschap van zielenslapers verkeert, voor uitwerking op hem zal hebben.
Hoofdstuk 87: Het onderscheid tussen het juist en verkeerd handhaven van de biecht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Wanneer nu juist deze functie zowel voor de biechtvader als voor de biechteling werkelijk zo nadelig is voor het eeuwige leven van de geest, dan kan men zich toch naar eer en geweten afvragen waarom de rechtvaardigste, liefdevolle, hoogst wijze, almachtige Heer en God van hemel en aarde zo'n gruwel in Zijn wijngaard duldt?
Hoofdstuk 87: Het onderscheid tussen het juist en verkeerd handhaven van de biecht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040 - 1041 - 1042 - 1043 - 1044 - 1045 - 1046 - 1047 - 1048 - 1049 - 1050 - 1051 - 1052  ...