Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 1039 van 1112

...  1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040 - 1041 - 1042 - 1043 - 1044 - 1045 - 1046 - 1047 - 1048 - 1049 - 1050 - 1051 - 1052  ...
[11] Nu weten we hoe het ademen van de aarde plaats vindt en waar de long is. Maar waar ademt ze in en waar uit? Dat doet de aarde op dezelfde manier als het dier; het dier ademt namelijk door neus en mond evenals de mens; op de zelfde manier ademt dus de aarde, door dezelfde hoofdmond waardoor ze haar voedsel opneemt. Maar halverwege deze hoofdingang is een zijgang, die zich evenals bij het dier naar believen openen en sluiten kan. Deze grote zijmonding voert naar de grote long. Elke zes uur wordt één keer ingeademd en dan na zes uur weer uitgeademd. Tijdens het inademen sluit zich de slokdarm naar de maag. Is de vereiste lucht eenmaal ingeademd, dan sluit zich als bij een strottenhoofd de luchtpijp en de slokdarm wordt weer geopend. Wordt de lucht weer de long uitgestoten, dan sluit de slokdarm zich opnieuw. Dit alles is zo ingericht, dat de aarde door de long in bovenvermelde perioden wel voortdurend wordt gevoed, maar door de eigenlijke slokdarm naar de maag maar elke twaalf uur. In de tijd waarin de long de ingezogen lucht in zekere zin chemisch ontbindt en de levensstof verwerkt, neemt de maag het voedsel tot zich; en zo kan men aannemen dat de aarde in 24 uur tweemaal in - en tweemaal uitademt en daarbij maar twee keer voedsel in de maag opneemt.
Hoofdstuk 8: Long en ademhaling van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Mens en dier eten spijzen die evenveel dodelijk gif bevatten als leven verwekkende voedingsstoffen. Dientengevolge zou elk mens evenals elk dier na de genoten maaltijd sterven, als zich in het lichaam geen orgaan bevond, dat al deze giftige stoffen, hoofdzakelijk koolstof en blauwzuur, begerig naar zich toetrok, ze gedeeltelijk in een speciaal reservoir verzamelde en deels door de urineleider afvoerde. Dit nuttige orgaan is nu juist de lever. Haar bouw lijkt veel op die van de milt wat betreft de innerlijke constructie, maar de vorm lijkt meer op die van de longen.
Hoofdstuk 11: De lever van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Een tweede soort vaten loopt van de maag naar de lever. Dit soort vaten neemt alle waterachtige bestanddelen op, waarin het zeer verdunde blauwzuur wordt weggeleid en dan in de lever door kleine verbindingsvaten in een juiste verhouding aan het bloed wordt afgegeven. Wat overblijft wordt uit de lever door de nieren afgevoerd naar de urineblaas, die het dan als onbruikbaar materiaal van zich afstoot en door de urineleiders helemaal uit het lichaam verwijdert. Dit is het tweede soort vaten dat door dit orgaan van de ingewanden loopt.
Hoofdstuk 11: De lever van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Na de lever bekijken we de nier. Deze is in drie opzichten een zeer opmerkelijk levenswerktuig in het dierlijk organisme, want het heeft drie essentiële en zeer belangrijke taken, zonder welke het dierlijk leven helemaal niet zou kunnen bestaan en de voortplanting niet denkbaar zou zijn, terwijl ook geen enkel wezen zich zonder dit orgaan ooit in een vrolijke stemming zou kunnen voelen. Want een zekere fysieke opgewektheid komt voort uit de nieren; vandaar dat dit orgaan ook in de heilige schrift vaak aangehaald en genoemd wordt.
Hoofdstuk 12: De nier van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] De nier heeft in de eerste plaats de taak, het uit de lever afgescheiden water, dat voor het organisme niet meer bruikbaar is, op te nemen; wat uit het water nog voor het leven bruikbaar is wordt daar geabsorbeerd en de helemáál ondeugdelijke bestanddelen van het water worden naar de blaas afgevoerd.
Hoofdstuk 12: De nier van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[15] Op gelijke wijze zijn de bewegingen van de zee (geen eb en vloed, maar alleen de golvende en stormachtige bewegingen) zoals ook alle zeestromingen afkomstig van dit ingewandsorgaan. Het zout van de zee kan ook alleen maar in het zeewater komen, als bepaalde stoffen van tevoren door het vuur opgelost en ter verzilting van de zee door talrijke organen naar boven worden gedreven. Ook alle meteorologische verschijnselen, die in de dampkring rondom de aarde optreden, zijn uit deze ingewanden afkomstig en niet in het minst ook alle vegetatieve kracht op aarde. Naast deze zijn er nog talloos vele verschijnselen in en op de aarde, die alle uit dit ingewandsorgaan afkomstig zijn; doch honderd schrijvers zouden aan honderd jaar niet genoeg hebben om dit alles op te sommen! Daarom zou het ook een zinloos en belachelijk werk zijn om al deze verschijnselen apart op te noemen en te bespreken en ook des te ondoelmatiger, omdat al deze verschijnselen uit de latere beschouwing van het geestelijke deel toch al veel gemakkelijker kunnen worden begrepen. Daarom is het genoeg dat we dit hier in het algemeen aangeven, hoewel het anderzijds toch ook niemand onverschillig mag zijn, zich vooraf over dit zeer belangrijke punt een wat diepgaandere kennis te verwerven; zonder deze kennis zal hij het geestelijke namelijk niet zo grondig kunnen begrijpen.
Hoofdstuk 9: De milt van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Als jullie een stukje milt van een dier door een goede microscoop bekijken, zullen jullie heel veel kamertjes ontdekken die meestal kubusvormig zijn, doch soms ook driezijdige piramiden vormen; zelden zijn deze kamertjes rond in de vorm van een ei. Deze kamertjes zijn aan de hoeken door cilindertjes organisch met elkaar verbonden. De wanden van deze kamertjes zijn vrij, waardoor een milt zacht en luchtig aanvoelt. Tussen de rijen van de met elkaar verbonden kamertjes lopen talrijke bloedvaten, die niet gelijk van vorm zijn, maar uit gedeeltelijk nauwe, gedeeltelijk wijde buizen bestaan en er voor het oog ongeveer zo uitzien als de draden van een kruisspin, als ze die met haar grijswitte kleverige parels heeft bezet; want je zult al wel hebben gezien hoe dit dier zijn elastische, sterke draden zelf met kleverige pareltjes versiert; die pareltjes dienen er voor dat een insect op het ogenblik dat het de draad aanraakt, als een vogel aan de lijmstok wordt gekleefd en zich nooit meer daarvan los kan maken.
Hoofdstuk 10: De opbouw van de milt en de vorming van het bloed - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Zo is het dus met een bloedvat in de milt gesteld; het zal nog gemakkelijker te begrijpen zijn als Ik het met een zeer fijn snoer van kleine pareltjes vergelijk. Zulke bloedvaten vindt men door de gehele lengte van de milt en ook in grote hoeveelheden in de breedte daarvan. Ze beginnen in een enkel vat, dat in verbinding staat met de maag en ze eindigen in een hoofdbloedvat dat direct met het hart verbonden is. Tevens is het hele miltweefsel door een zachte huid omgeven, waar doorheen de miltkamertjes en de parelsnoerachtige bloedvaten als donkerrode wratjes te zien zijn. Omdat de milt bij dieren echter een uiterst teer weefsel is, is ze nog extra met een laag vet omgeven, waardoor ze beter beschermd is en ook vanwege haar voortdurende wrijvende werking een goede vette stof om zich heeft, zodat ze zich door deze werkzaamheid nergens bezeert.
Hoofdstuk 10: De opbouw van de milt en de vorming van het bloed - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Want wie ooit rechtens geslachtsgemeenschap gehad heeft, weet zich niet te herinneren hoe zich door zijn hele organisme heen een verrukkelijk, heerlijk gevoel van welbehagen verbreidde. Wie weet zich ook niet te herinneren dat - als hij zich gedurende wat langere tijd van de onnodige gemeenschap onthouden had - zich dan een langdurig opgewekt gevoel van welbehagen van hem meester maakte, waardoor hij vaak zonder te weten waarom, zo opgewekt en monter was, dat hij in alles wat hij zag een zalige vreugde ondervond.
Hoofdstuk 12: De nier van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] Ook bij het zogenaamde somnambulisme (helderzien) treedt de ziel meestal in dit orgaan, dat door de zogenaamde Canglioncellen (zenuwcellen) in nauwste verbinding met de maagholte staat, door welke plek de ziel dan in zo' n toestand gewoonlijk ook ziet, hoort, voelt en zich als het nodig is ook met de buitenwereld in verbinding stelt.
Hoofdstuk 12: De nier van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[9] De nier van de aarde ligt tamelijk zuidelijk, ongeveer even ten zuiden van de equator en dus dichter bij de zuid - dan bij de noordpool. Ze heeft - wat haar vorm betreft - een grote gelijkenis met het overeenkomstige orgaan van een zwijn en meer nog met dat van een olifant, die eigenlijk ook tot de familie van de zwijnen hoort. Het aardorgaan heeft bijna helemaal dezelfde taak als dat orgaan bij de dieren en is de hoofdbron, waaruit alle zeeën haar water putten en waaruit ook, beetje bij beetje, al het andere water aan de oppervlakte van de aarde komt.
Hoofdstuk 12: De nier van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] De aarde heeft weliswaar - voordat de zee aan bod komt - nog een heleboel urineblazen, die zich vooral als grote waterreservoirs tussen de aardkorst en de binnenste vaste aarde bevinden en waarvan enkele groter zijn dan een heel werelddeel, bijvoorbeeld Europa. Uit deze grote urineblazen van de aarde krijgen dan eerst de zee en daarna andere wateren van het vasteland hun voeding en hun steeds gelijkmatige watertoevoer. Dat is de eerste taak van dit aardorgaan.
Hoofdstuk 12: De nier van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] We hebben al gehoord dat de milt met haar bloedvaten met de maag en het hart samenhangt; waarom is dat? Omdat ze de sappen uit de maag, die voor het vormen van het bloed zijn bestemd, in zich opneemt, ze in bloed verandert en dan zo aan het hart aflevert. Daardoor kan het bij mensen, die veel bloed hebben, gemakkelijk gebeuren dat de milt te overvol met bloed wordt, omdat ze niet alles wat in haar gevormd wordt in het hart kan afzetten, zodat het bloed dat zich in de milt ophoopt dan terug loopt in de maag, waardoor die mens bloed opgeeft. Vindt het bloed deze uitweg niet, dan kan daaruit gemakkelijk een ontsteking en mettertijd - wat nog erger is - een verharding van dit orgaan veroorzaakt worden. Daarom gebeurt het opgeven van het bloed meestal vanuit de milt en hoogst zelden uit de longen.
Hoofdstuk 10: De opbouw van de milt en de vorming van het bloed - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[12] Kijk naar de grijsbruine wanden, hoe elk ogenblik ontelbare bliksemflitsen er doorheen schieten. Men hoort hier ook voortdurend een miljoenen voudig gedonder. En kijk, uit de kamers lopen brede kanalen, waardoor zich een geweldige vloed stort. De aanhoudende elektrische vlammen lossen die vloed op in sterk onder druk staande dampen. Met voor jullie niet te meten geweld, dringen deze dampen door andere kanalen verder onder verschrikkelijk geraas. Nieuwe vloedgolven storten weer de kamers binnen; weer is er een zieden, bruisen en sissen als er op de oppervlakte van de aarde nog nooit werd gehoord. Ga uit de kamer naar buiten en bekijk de bloedvaten, die zich op de eerder beschreven manier tussen de rijen kamers uitstrekken. Hoor hoe de geweldige vloedgolven door hen heen stormen, hoe hier en daar deze kanalen op de plaats waar ze nauwer worden, zich als grote reuzeslangen uit de oertijd huiveringwekkend samentrekken en dan weer uitzetten, om de in haar woedende, geweldige vloedgolven verder te stuwen. Zie hoe hier in het groot hetzelfde gebeurt en gebeuren moet als in de dierenmilt in het klein.
Hoofdstuk 10: De opbouw van de milt en de vorming van het bloed - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] Een vierde soort vaten die door dit orgaan heen loopt zijn de kleine gewonden adertjes, die van de long uitgaan en in de verschillende krommingen en windingen worden geleid. Door deze vaten wordt de galblaas gedeeltelijk gevormd en gedeeltelijk op voortdurend gelijkmatige spanning gehouden. Tevens wordt door deze vaten steeds een juiste hoeveelheid atmosferische lucht in de gal gebracht en door die atmosferische lucht zoveel zuurstof, dat de gal niet teveel gaat gisten en daardoor die boosaardige stof in het lichaam opwekt, waaruit hoofdzakelijk allerlei ontstekingen, reumatiek, jicht en dergelijke ziekten ontstaan. Daarom is het voor de mensen ook erg ongezond om zich op zulke plaatsen en in zulke vertrekken op te houden, waar zij in plaats van de tot leven brengende zuivere atmosferische lucht alleen maar bedorven lucht inademen, die maar heel weinig zuurstof bevat maar des te meer giftig stikstof. Dit vind je vooral in die vervloekte kroegen, waarin de gasten door de afschuwelijke tabaksrook zich het allerbeste op de stank van de hel voorbereiden.
Hoofdstuk 11: De lever van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
...  1027 - 1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040 - 1041 - 1042 - 1043 - 1044 - 1045 - 1046 - 1047 - 1048 - 1049 - 1050 - 1051 - 1052  ...