Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1040 van 1490

...  1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040 - 1041 - 1042 - 1043 - 1044 - 1045 - 1046 - 1047 - 1048 - 1049 - 1050 - 1051 - 1052 - 1053  ...
[4] Wij willen ons intussen liever tot een andere monnik wenden en zien wat onze behandeling van de prior voor uitwerking op hem heeft gehad. We hoeven niet te zeggen: kom en vertel wat je op je hart hebt, want hij kooit, zoals jullie kien, al tilt zichzelf met zijn probleem naar ons toe en stelt mij zojuist de volgende vraag (de monnik): beste vriend en broeder, ik heb jouw les over de biecht van begin tot eind met grote nauwlettendheid en innerlijke waardering gevolgd en daaruit opgemaakt dat deze hoofdfunctie van de katholieke kerk jammer genoeg meestal op een geheel verkeerde interpretatie van het goddelijk woord berust. Men kan daarom tegen jouw woorden, die de zuivere waarheid zijn, niets inbrengen; dat zien wij nu wel in. Desondanks wordt deze functie in deze kerk toch gehandhaafd zoals ze sinds eeuwen heeft bestaan en ook verder bestaan zal.
Hoofdstuk 87: Het onderscheid tussen het juist en verkeerd handhaven van de biecht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Ik moet bovendien nog bekennen dat heel wat mensen op aarde juist door deze biecht klaarblijkelijk grote lievelingen van de Heer zijn geworden en dat Hij ook verschillende keren in levende lijve aan hen is verschenen. En voorzover ik mij kan herinneren, heeft de Heer zich bij geen van Zijn lievelingen over deze functie afkeurend uitgelaten.
Hoofdstuk 87: Het onderscheid tussen het juist en verkeerd handhaven van de biecht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Ik ken daarentegen verscheidene gevallen waarbij de Heer op deze wijze door middel van Zijn lievelingen aan andere mensen heeft meegedeeld dat zij rouwmoedig biechtend voor de door hen begane zonden, ware boete ter vergeving van die zonden moesten doen. Ik ken ook verscheidene gevallen waarbij mensen die deze raad echt ter harte namen, na zo'n eerlijk afgelegde biecht, in geest en waarheid volkomen wedergeboren werden en vanaf dat ogenblik waarachtige hoogstaande vrienden van de Heer zijn gebleven.
Hoofdstuk 87: Het onderscheid tussen het juist en verkeerd handhaven van de biecht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Wanneer het echter met deze functie zo gesteld is als jij ons zojuist hebt geleerd, dan moet ik je eerlijk zeggen dat de leiding door de Heer van het menselijk geslacht op aarde voor mij een onoplosbaar raadsel is. Voor zover ik mij kan herinneren, is de biecht toch zo ingesteld dat de zondaar door deze boetedoening alleen dan vergeving van zijn zonden verkrijgt, wanneer hij de priester meedeelt dat hij zich ernstig heeft voorgenomen om deze zonden, die hij oprecht betreurt, in de toekomst nooit meer te begaan.
Hoofdstuk 87: Het onderscheid tussen het juist en verkeerd handhaven van de biecht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Als aan deze voorwaarde niet door de biechteling wordt voldaan, wordt bovendien zo vaak mogelijk en vooral vóór de algemene biechttijden vanaf de preekstoel bekendgemaakt dat, zoals gezegd, iemand die niet volledig aan deze voorwaarden voldoet, zijn zonden niet kunnen worden kwijtgescholden.
Hoofdstuk 87: Het onderscheid tussen het juist en verkeerd handhaven van de biecht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Derhalve wordt zowel van de preekstoel als in dc biechtstoel heel nauwgezet gepredikt en geleerd dat niemand een zonde door de Heer kan worden kwijtgescholden, als de biechteling niet van tevoren uit de grond van zijn hart met al zijn schuldeisers tot een vergelijk is gekomen. Als er misschiet ergens misbruik wordt gemaakt van deze functie, alhoewel de algemene kei kelijke regel vereist dat deze functie in de zuiverste zin wordt gehandhaafd dan kan zo'n misbruik toch niet in z'n algemeenheid aan de kerk ten last worden gelegd.
Hoofdstuk 87: Het onderscheid tussen het juist en verkeerd handhaven van de biecht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Kijk, ik wil in deze kwestie helemaal niet ingaan op het feit of het voor schrift van de Heer betreffende deze bekende tekst door de kerk juist c onjuist werd opgevat, maar het is toch wel zeker dat de Heer het tenminste op aarde niet voor zo heel onbillijk aanziet, omdat Hij ten eerste deze func- tie heeft laten ontkiemen en ten tweede deze opgegroeide boom nog steed in Zijn wijngaard duldt, terwijl deze boom Hem ook, zoals bekend, steed een overvloedige oogst heeft opgebracht.
Hoofdstuk 87: Het onderscheid tussen het juist en verkeerd handhaven van de biecht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] Als het absoluut niet als verkeerd kan worden beschouwd dat men d naakten kleedt, de hongerigen voedt, de dorstigen laaft, de bedroefder troost, de gevangenen verlost enzovoort, en de Heer Zelf in het voorbeek van de ware naaste, de barmhartige Samaritaan als hulp naar de geslagen stuurde, hoe kunnen dan de geestelijke werken van erbarming en liefde var de Heer, die door de geestelijke artsen worden uitgevoerd, in de bestaand vorm voor de Heer een gruwel zijn? Al zijn zij niet, zoals ze zouden moeten zijn, volkomen in overeenstemming met dit zuivere rijk der waarheid, kon den wij als latere generatie dienaren van deze kerkelijke hoofdregels er niet onderuit om deze regel, zoals ze is, ter vergeving van de zonden en ter ver betering van de mensen te gebruiken.
Hoofdstuk 87: Het onderscheid tussen het juist en verkeerd handhaven van de biecht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[21] Dat de katholieke gemeenschap onder leiding van de roomse bisschop reeds al vele de Heer welgevallige vruchten heeft opgebracht en dat deze functie voor een mens vaak een goede verdeemoediging is, weten wij nog beter dan jij. Was dat niet het geval, dan kun je ervan verzekerd zijn dat de Heer zo'n echt misbruik wel weer in goede banen weet te sturen, zoals Hij dat ten tijde van de verschillende kerkelijke reformaties ook heeft gedaan, omdat juist deze functie in die tijd op een onzinnige manier was ontaard. Maar dit alles heeft voor dit rijk van de zuivere waarheid nog geen volledige rechtvaardiging tot gevolg.
Hoofdstuk 87: Het onderscheid tussen het juist en verkeerd handhaven van de biecht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[24] Als het nu, zoals gezegd, met deze functie zo gesteld is, zeg me eens, is ie dan te billijken? Je zegt `nee' bij jezelf, dus zeg ik ook tegen jou, dat jouw vraag ten eerste, gezien het ingenomen standpunt volkomen overbodig is geworden en ten tweede, dat ze daardoor ook al beantwoord is. Het hierna volgende zal voor jullie allen pas veel licht in deze zaak brengen.
Hoofdstuk 87: Het onderscheid tussen het juist en verkeerd handhaven van de biecht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Kijk, tussen mij en hen die huilden en weeklaagden, was een brede kloof, waaruit heldere vlammen omhoog sloegen. Achter deze vlammen probeerden mijn broeders voortdurend om er ergens overheen te komen, maar het was tevergeefs. Ik probeerde allerlei voorwerpen over de kloof te leggen om zo voor hen een noodbrug te bouwen; maar wat ik ook over de kloof legde, het werd onmiddellijk door de vlammen gegrepen en verteerd.
Hoofdstuk 88: De prior voor de kloof in moeilijkheden. Over de ware brug der verlossing. Van de dood naar het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Daar ik dus met al mijn inspanning en met de beste wil niet in staat was om jouw opdracht uit te voeren, dacht ik bij mezelf dat wanneer zelfs God toch van niemand het onmogelijke kan verlangen, een door Hem gezonden bode dat nog veel minder kan doen. Want om over deze kloof een brug te bouwen die bestand is tegen dit huiveringwekkende element, was voor mij absoluut onmogelijk.
Hoofdstuk 88: De prior voor de kloof in moeilijkheden. Over de ware brug der verlossing. Van de dood naar het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[19] Je zegt weliswaar bij jezelf: dat is allemaal juist, maar desondanks zie je niet in hoe de biecht in dit voorbeeld past, omdat jij haar eveneens als een heel korte weg beschouwt. Ik zeg je: het valt inderdaad niet te betwisten dat deze functie niet zelden voor sommige mensen een korte weg is geweest, maar waarom? Omdat de Heer zo iemand, die zijn leven echt wilde beteren, tegemoet kwam en hem dan Zelf langs de rechte en kortste weg leidde. Dat is echter nog geen reden om over deze functie een woord van goedkeuring uit te spreken. Er zijn ook duizenden en nog eens duizenden heidenen die de Heer eveneens tegemoet komt en op Zijn eigen manier langs de rechte weg leidt. Dat is enkel en alleen erbarming van de Heer. Moet men daarom het heidendom goedpraten omdat de Heer zich over zulke heidenen ontfermt?
Hoofdstuk 87: Het onderscheid tussen het juist en verkeerd handhaven van de biecht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[20] Ik heb in de loop van mijn onderricht toch aangetoond, hoe de biecht moet zijn om door de Heer als billijk en zelfs aanbevelenswaardig te worden beschouwd. Ik heb de gelijkenis van de onrechtvaardige rentmeester aangehaald, waarin de Heer aangeeft wat de enige juiste manier is om de bestaande katholieke biecht te rechtvaardigen. Handelt de biechtvader dus zoals de onrechtvaardige rentmeester en vervult hij zijn functie op deze enig ware en te rechtvaardigen manier, dan is de biecht ook evangelisch en dus een twijg aan de ware boom des levens. Is zij slechts een eigenmachtig priesterlijk gericht, dan is ze een van de boom des levens afgescheiden twijg die geen vrucht kan dragen.
Hoofdstuk 87: Het onderscheid tussen het juist en verkeerd handhaven van de biecht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Nu zeg ik: het komt me van jouw kant bezien werkelijk wat vreemd voor dat jij over de brandende kloof geen brug hebt kunnen bouwen, terwijl het opperhoofd van de kerk zichzelf toch de heel indrukwekkende titel van `Pontifex maximus' (Pontifex betekent letterlijk: `bruggenbouwer'.) heeft gegeven, waarna vervolgens ook alle onder zijn bewind staande priesters pontifnces minores zijn. En jij, als zo'n pontifex minor, hebt tijdens jouw aardse leven toch zoveel zielenmissen gelezen, waarvan je dacht daardoor voor de zielen van de overledenen een brug te bouwen van het vagevuur naar het paradijs; maar nu ben je niet in staat om een klein bruggetje over deze smalle kloof te bouwen?
Hoofdstuk 88: De prior voor de kloof in moeilijkheden. Over de ware brug der verlossing. Van de dood naar het leven - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  1028 - 1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040 - 1041 - 1042 - 1043 - 1044 - 1045 - 1046 - 1047 - 1048 - 1049 - 1050 - 1051 - 1052 - 1053  ...