Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 105 van 263

...  93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118  ...
[14] Overigens schaadt het een ziel die door goede daden edel en zuiver is niet, als ze vreugde beleeft aan historische voorwerpen; alleen moet ze zich onthouden van een overdreven verering van dergelijke dingen, die, omdat het op zichzelf dode voorwerpen zijn, geen waarde kunnen hebben voor haar innerlijke leven.
Hoofdstuk 121: De bezichtiging van het oude koningshuis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Wie zulke dingen te zeer zou vereren, zou daarmee een soort schadelijke afgoderij bedrijven en tenslotte gemakkelijk tot allerlei bijgeloof vervallen. En dat zou gelijk staan aan het duistere heidendom dat, ter wille van het rijk Gods dat nu tot alle mensen komt, in alle opzichten tegengegaan moet worden, opdat het geen wortel schiet in de nieuwe leer , want het zou die verontreinigen en bederven. Dan zou de innerlijke betekenis van de aan jou uitgelegde psalm voortijdig werkelijkheid worden, doordat de mensen door allerlei bijgeloof van de ene goddeloosheid in de andere zouden vervallen.
Hoofdstuk 121: De bezichtiging van het oude koningshuis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Wat daar geschreven staat luidt als volgt: (De Heer is koning en rijk getooid (met liefde, wijsheid en macht) ; de Heer is getooid en heeft een rijk (het rijk Gods op aarde) gevestigd, zover de wereld reikt, en zodanig ingericht, dat het eeuwig moet blijven, Van die tijd afstaat de zetel (van de waarheid en het leven) stevig; U, o Heer, bent eeuwig! De waterstromen verheffen zich, de waterstromen verheffen hun gebruis, de waterstromen heffen de golven omhoog. De baren der zee zijn groot en bruisen geweldig,' maar de Heer in de hoogte is nog groter! Uw woord is een juiste leer, en de heiligheid is het sieraad van Uw huis ten eeuwigen dage, ,
Hoofdstuk 122: De Heer verklaart psalm 93 - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Dat duidt op de komende grote gevechten tussen licht en duisternis; maar de waarheid van de Heer staat boven hen en zal uiteindelijk zegevieren over alles wat vals en slecht is. Het wapen zal het zuivere woord uit Gods mond zijn, een juiste levensleer die eeuwig zal blijven; want zoals God eeuwig is en machtig, zo is Zijn woord dat ook! En zoals de heiligheid het Gods licht en sieraad is, zo is ze dat ook van Zijn woord en Zijn leer.
Hoofdstuk 122: De Heer verklaart psalm 93 - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] Maar het huis van God is niet de dode tempel in Jeruzalem, maar de mensen die Gods woord horen, het met vreugde in zich opnemen en ernaar leven. -Nu heb Ik jullie dan ook deze psalm voorgelezen en toegelicht; maar het is nu aan jullie om Mij openlijk te zeggen of jullie die psalm ook op de juiste manier begrepen hebben.'
Hoofdstuk 122: De Heer verklaart psalm 93 - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Johannes heeft in de woestijn met scherpe woorden boetedoening gepredikt ter vergeving van de zonden en heeft zijn leerlingen, die zijn woord aannamen en boete gedaan hebben, in de rivier de Jordaan gedoopt en hij heeft allen de weg naar Mij getoond, aan Wie het alleen toekomt om de mensen hun zonden daadwerkelijk te vergeven! Maar hoe komt het dan, dat jullie je zoals jullie nu voor Mij staan gedragen alsof jullie boven Mij en boven Mijn leerlingen verheven zijn? Heeft Johannes jullie dat ook geleerd?'
Hoofdstuk 124: De opwinding van de leerlingen van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] Ik zei: 'Doe, wat Mijn leerlingen doen, en oordeel de mensen niet naar de uiterlijke schijn, maar naar hun innerlijke waarde! Veeg altijd alleen voor jullie eigen huisdeur en kijk niet eerst naar de deur van de buurman, of de weg daarheen al geveegd is! Pas wanneer jullie de weg voor jullie eigen deur schoongemaakt hebben, kunnen jullie ook tegen de buurman zeggen: 'Vriend, kijk, ik heb de weg voor de deur van mijn huis al schoongemaakt, maar jij nog niet; als je tijd en gelegenheid hebt, maak dan ook de weg naar de deur van jouw huis schoon! Maar als je een andere dringender bezigheid hebt, sta mij dan toe dat ik ook jouw weg schoonmaak!' Wanneer de buurman dan tegen jou zal zeggen: 'Doe die liefdesdienst voor mij!', dan kun je de weg voor de deur van je buurman schoonmaken; maar maak eerst die van jezelf schoon!
Hoofdstuk 124: De opwinding van de leerlingen van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Toen in vroeger tijden op bepaalde bergen nog de ware profetenscholen bestonden, moest degene die een echte profeet wilde worden zich volledig terugtrekken van alles en iedereen en in zichzelf het levende woord van God zoeken; als hij dat gevonden had, werd hij ook vrijgelaten en was zó pas in staat om de wereld waarachtig in nuttige zin te dienen.
Hoofdstuk 125: Het verzoek van de leerlingen van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[18] Ik zei: 'Deze wereld is Mijn wijngaard en de mensen die Mijn woord horen en zich eraan houden en in Mij, de ware Zoon van God, geloven, zijn de goede en edele ranken, die Mij door hun goede werken ook veel vrucht zullen opleveren; maar tussen de edele ranken zijn ook heel veel onedele en die moeten ook veredeld worden en daar zijn veel krachtige arbeiders voor nodig. Heil degenen die zich bekwame arbeiders in deze wijngaard van Mij zullen betonen, en wel uit liefde tot God en de naaste!'
Hoofdstuk 125: Het verzoek van de leerlingen van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] De hoofdman zei: 'Heer en Meester! In de grote herberg bij Bethlehem heeft het U maar één woord en wil gekost, en twee zieken, die door alle artsen ongeneeslijk ziek waren verklaard, werden gezond. Aangezien U dat kon, zou het voor U toch ook met hetzelfde gemak mogelijk zijn om te zeggen: 'Luister, duistere zielen! Ik wil, dat het licht wordt in jullie!', en kijk, door zo'n machtwoord, door U met Uw wil uitgesproken, zou er op de hele aarde zeker niet één duister en slecht mens meer bestaan!'
Hoofdstuk 126: De hoofdman van Bethlehem komt naar de Heer toe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Kijk, hoeveel duizendmaal duizend mensen zijn er buiten hun schuld in de diepste nacht van hun ziel terechtgekomen en moeten daarom dan ook allemaal verkommeren en te gronde gaan, omdat ze misschien nog in geen duizend jaar het geluk zullen hebben om van Uw hier uitgesproken leer ook maar één woord te vernemen! Maar hoevelen zijn er reeds sinds zeker vele duizenden jaren op aarde te gronde gegaan, die nooit van Uw leer iets hebben kunnen vernemen! Deze lange lichtloze handeling, tot zekere ondergang van zo talloos vele zielen, komt mij van de kant van Gods aller goedgunstigste en meest wijze voorzienigheid als heel erg triest voor.
Hoofdstuk 127: De bedenkingen van de hoofdman over de leiding van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Maar jij denkt nu - en dat is eveneens volkomen onjuist -dat van nu af aan alleen die zielen een eeuwig leven na de dood zullen hebben, die nu Mijn woord horen, in Mij geloven en volgens Mijn leer zullen leven en handelen, maar dat alle andere zielen voor eeuwig vernietigd zullen worden.
Hoofdstuk 128: De verhouding tussen God en de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] Daarop zei Rafaël: 'In de grond van de zaak heb je wel gelijk, hoewel er hier behalve jij, je metgezellen en de waard uit de buurt van Bethlehem waarschijnlijk niemand is die niet weet met wie hij in mijn persoon te maken heeft. Maar ik heb gehoord dat jij beneden bij de waard in het dal de Heer en Meester stevig hebt toegesproken over het feit dat God Zich weinig om de ontwikkeling van de mensen bekommert en zij tenslotte al het innerlijke levenslicht zouden moeten verliezen. Bovendien verlangde jij dat de zielen van de lichamelijk gestorven mensen zich aan de hier nog levenden zouden tonen, zodat dezen daaruit konden opmaken en echt geloven, dat er na de dood van het lichaam een voortleven van de ziel bestaat en hoe dat er dan uitziet.
Hoofdstuk 131: De vraag naar de persoonlijkheid van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Daarna kwam de hoofdman pas weer aan het woord en zei: 'Ik heb nu al iets bedacht en vraagje om mij een bekende geest te laten verschijnen, zodat ik zelf met hem kan praten en hij mij vrij uit zichzelf antwoord kan geven en mijn geloof doet opleven. Wij hebben immers al veel bekenden, die vóór ons aan gene zijde zijn, ook onze ouders en enkele kinderen; als één van hen aan mij verschijnt, zal ik hem toch zeker wel herkennen?! Wanneer je ook zoiets kunt, doe dat dan; ik zal je er dankbaar voor zijn!'
Hoofdstuk 132: Over het bezweren van geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Maar nu geloof ik niet alleen in een eeuwig voortleven van de mensenzielen na de dood van het lichaam, maar ik ben er zelf feitelijk volkomen van overtuigd en kan daarom ook aan heel veel andere mensen verkondigen, dat het oude geloof in een enig ware God en in het eeuwige voortleven van de ziel na de dood van het lichaam een waarheid is, die volkomen helder door diverse onmiskenbare ervaringen bewezen is, en dat ieder mens, wanneer hij trouw volgens het woord en de geopenbaarde wil van de ene, eeuwig ware God leeft, zich daar zelf van kan overtuigen.
Hoofdstuk 134: De droom van de hoofdman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  93 - 94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118  ...