Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 1041 van 1088

...  1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040 - 1041 - 1042 - 1043 - 1044 - 1045 - 1046 - 1047 - 1048 - 1049 - 1050 - 1051 - 1052 - 1053 - 1054  ...
[5] Aangezien deze grootste mensen van de zon geen huizen hebben, is de vraag: Hoe wonen ze dan? - Zij zoeken op de heuvels, die behoorlijk groot zijn, die vlakke en zachte stukken uit. Hierop laten ze een dicht soort gras groeien, dat heel elastisch is en niet zelden een hoogte van verscheidene klafter bereikt. Zo’n grasvlakte, die vaak één tot drie vierkante mijl in beslag neemt, beplanten ze rondom met buitengewoon hoog opgroeiende, reusachtige vruchtbomen. Zo’n vlakte, omringd door zulke bomen, is dus het algemene woonhuis, waarvan een gedeelte door de mannen en een gedeelte door de vrouwen bewoond wordt. Dit soort woonhuizen, of liever woonplaatsen, zijn nooit helemaal regelmatig van vorm, maar richten zich naar de vlakte van zo’n heuvel.
Hoofdstuk 67: Levensomstandigheden en geestesgesteldheid van de bewoners van het zevende paar gordels - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[14] De muziek van de geest moet immers altijd overeenstemmen met de diepste innerlijke lof, die een geest Mij vanuit zijn meest innerlijke, hemels diepte weet te brengen - zoals ook de ‘man naar Mijn hart’ en nog andere bezingers van Mijn eer hebben gedaan en zoals alle engelengeesten van de hemelen altijd doen. - Maar als de muziek beoefend wordt zoals bij jullie, zou het voor heel veel musici beter zijn als ze op de openbare feestelijke gelegenheden met ratelslangen musiceerden in plaats van met hun mooi klinkende muziekinstrumenten, waarvan de klanken, in de geest bij elkaar genomen, niets anders zijn dan een machtige oproep op de bazuin van satan tot de eeuwige dood! - Maar genoeg daarover! - Want tot wat voor ontaarding de muziek tegenwoordig bij jullie gekomen is, weten jullie toch wel.
Hoofdstuk 67: Levensomstandigheden en geestesgesteldheid van de bewoners van het zevende paar gordels - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[3] Om dit verschil nog duidelijker te maken, moeten jullie je de kwestie zo voorstellen: Als jullie de materie en de daaruit gevormde producten van bewoners van de een of andere planeet voor je zien, bewonderen jullie die; en als jullie ze scherpzinnig bekijken, zal iedereen beslist vragen: Hoe ontstaat of ontstond dit of dat? Wat is daar de oorzaak van? - Door dergelijke vragen en eventueel daarop gegeven antwoorden verdiepen jullie je er steeds meer in. En als jullie volgens de juiste regels onderzoeken en zoeken, zullen jullie uiteindelijk noodzakelijkerwijze bij het geestelijke uitkomen, dus bij een zelfstandig leven, doordat jullie de bewegingloze, dode materie tenslotte toeroepen: Ik kan mijzelf toch onmogelijk zelf gevormd en nog minder tot leven gebracht hebben! - Met andere woorden: daarmee gaan jullie de antisolaire weg - vanuit het materiële over naar het geestelijke.
Hoofdstuk 68: Fundamentele opmerkingen over de religie van de zonnebewoners en het wezen van goddelijke openbaringen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[1] Gisteren hebben we al gehoord dat diegene, die vanuit het centrum boort, onmogelijk de bast van de boom kan missen - ten eerste omdat de bast de hele boom omgeeft, en ten tweede omdat er vanuit het centrum altijd een rechtstreekse, zekere weg naar de omliggende ring leidt. - Wie echter het centrum niet heeft, zal dat vanuit de omliggende ring waarschijnlijk niet nauwkeurig vinden, omdat hij vanuit de ring het centrum zal moeten zoeken.
Hoofdstuk 70: Innigheid met God als grondeigenschap van religie en leven op het zevende gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[8] Nu zal dit beeld dus toch wel begrijpelijk zijn. Weg met de kroon! Weg met de wortels! Splijt de stam! - opdat de eigenliefde naar buiten wordt gekeerd, tot liefde voor de naaste en voor God wordt en, aldus omgekeerd, aan de stralen van de eeuwige levenszon wordt blootgesteld! - Kijk, op deze wijze naar buiten gekeerd wordt de liefde zichtbaar en kan die in zichzelf onderzocht worden; en op welke plaats er ook een boor van innerlijke wijsheid wordt gezet, zal deze van de verlichte grondslag uitgaan en de bast ofwel de uiterlijke ring altijd het meest rechtstreeks raken, zonder die moeizaam te zoeken.
Hoofdstuk 70: Innigheid met God als grondeigenschap van religie en leven op het zevende gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[10] Kijk, dat is wat voor jullie zo buitengewoon noodzakelijk is om goed te begrijpen, als jullie door de letterlijke betekenis heen voordeel willen hebben van iedere uiterlijke, vormelijke geestelijke openbaring. Want het geestelijke is een in zichzelf bepaalde kracht en is in zichzelf in de grootste orde. Wanneer deze kracht echter naar buiten treedt en zich wil uiten, dan moet zij zich toch - aangezien zij zelf de grootste orde is - wel realiseren welke mogelijkheden ze heeft om zich tegenover de uiterlijke omstandigheden te uiten, om in de eerste plaats haar oorspronkelijke, eigen gesteldheid niet uit het oog te verliezen, maar voor het overige zodanig te werken, dat zij ook met de uiterlijke omstandigheden in harmonie verkeert.
Hoofdstuk 68: Fundamentele opmerkingen over de religie van de zonnebewoners en het wezen van goddelijke openbaringen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[11] Kijk, daaruit zal toch wel enigszins duidelijk worden dat Ik, die de oerkracht Zelf ben, wanneer Ik Mij vanuit de allerzuiverste geestelijke, eeuwige orde tegenover de uiterlijke wereld wil uiten, ook steeds deze twee regels uiterst nauwkeurig in acht neem, aangezien Ik ze zelf ingesteld heb; en dat doe Ik, doordat er bij een openbaring aan het eigenlijke Goddelijk-Heilige in Zijn volheid geen afbreuk wordt gedaan, maar Het overal in zijn allerhoogste volmaakte gesteldheid innerlijk aanwezig moet zijn. Wat echter het in een vorm uitdrukken naar buiten toe betreft, dat moet zich op zijn beurt toch voegen naar de uiterlijke omstandigheden en dus noodzakelijkerwijze in de uiterlijke verschijningsvormen in allerlei opzichten tegenstrijdig naar voren treden, terwijl het in zichzelf toch de allerhoogste harmonie overeenkomstig de orde bezit - evenals de eikenbomen als zodanig qua bouw dus toch steeds hetzelfde zijn en, te oordelen naar hun voortbrengselen, steeds op dezelfde fundamentele orde stoelen, ook al schijnen ze qua uiterlijke vorm nog zo tegenstrijdig met elkaar te zijn.
Hoofdstuk 68: Fundamentele opmerkingen over de religie van de zonnebewoners en het wezen van goddelijke openbaringen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[3] Zo zou Ik bijvoorbeeld tegen jullie kunnen zeggen: De afstand van jullie woonplaats tot de volgende stad, bijvoorbeeld in jullie bergland, bedraagt zeven mijl; vervolgens zou Ik tegen jullie willen zeggen: De afstand tot dezelfde stad bedraagt tien mijl; en dan wil Ik weer zeggen: Die afstand bedraagt twintig mijl, en wel langs een en dezelfde weg; ja, Ik zou jullie nog allerlei afstanden kunnen opgeven. Als jullie dit aan de buitenkant beschouwen, kunnen jullie er niet omheen om naar eer en geweten te beweren: Dat is toch klinkklare onzin! - Want een blinde moet toch nog inzien, dat een bepaalde afgemeten afstand van zeven mijl niet vergroot of verkleind kan worden, vooropgesteld dat de maat, waarmee de weg gemeten wordt, steeds hetzelfde blijft. - Uiterlijk bezien is deze tegenwerping gegrond en kunnen zeven, tien en twintig mijl derhalve niet hetzelfde zijn. - Maar wat voor gezicht krijgt deze bewering, wanneer die van binnenuit onderzocht wordt? - Dat is een heel andere kwestie.
Hoofdstuk 69: De ware sleutel voor het begrijpen van alle religies en openbaringen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[4] Maar opdat jullie de innerlijke overeenstemming van dergelijke beweringen inzien, zal Ik jullie ook in dit geval met een aanschouwelijk beeld te hulp komen. - Hoe stellen jullie je de stad Bruck voor? - Jullie zeggen: Zoals we haar nog altijd hebben gezien. - Ik vraag jullie weer: Hoe kunnen jullie je dat dan voorstellen? - Jullie zullen zeggen: Ten eerste in onszelf, dat wil zeggen door de kracht van ons beeldend vermogen en onze herinnering van het natuurlijke beeld van deze stad. - Goed, zeg Ik. Zijn jullie bij het je voorstellen van de stad op een bepaalde plaats aangewezen, of zijn jullie in de geest genoodzaakt je deze stad alleen maar daar voor te stellen, waar ze zich bevindt? Jullie kunnen deze stad in de geest toch zeker naar iedere willekeurige afstand verplaatsen. - Welnu, intussen hebben we voldoende en zullen we de kwestie verder nagaan. - Als het van binnenuit bezien voor de geest eigenlijk niet van belang is waar hij zich die plaats wil voorstellen, en dit voorstellen hem ook altijd dezelfde moeite kost, vraag jullie geest dan eens, welk verschil hij tussen de opgegeven afstanden merkt? - Zal hij voor een zeven mijl ver gelegen Bruck minder tijd nodig hebben om het zich voor te stellen dan voor een Bruck, dat honderd mijl weg ligt? - Wie ook maar enigszins de grote vaardigheid van de gedachten kent, zal in zichzelf toch al wel de ervaring hebben opgedaan dat hij geen verschil merkt, wanneer hij zich de afstand van een mijl en direct daarna een afstand van verscheidene triljoenen mijlen voorstelt. Maar als dat voor de ‘geest’, ofwel ‘van binnenuit’ volkomen één en hetzelfde is, zal het toch ook duidelijk zijn dat alle dingen - wanneer ze van binnenuit beschouwd worden, hoe ze van één en hetzelfde punt uitgaan - dus ook in een en hetzelfde punt een en hetzelfde zijn.
Hoofdstuk 69: De ware sleutel voor het begrijpen van alle religies en openbaringen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[19] Hiermee zijn we klaar met het beschrijven van de religie van de mensen van deze gordel; de volgende keer zullen we alleen nog iets over hun voortplanting, geboorte, huwelijk en sterven zeggen en ons daarna naar de innerlijke zon begeven, waar wij in het algemeen en zo snel mogelijk doorheen zullen gaan. - En daarmee is het weer genoeg voor vandaag!
Hoofdstuk 70: Innigheid met God als grondeigenschap van religie en leven op het zevende gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[11] Als dat allemaal voorbij is, begeeft het hele gezelschap zich op die berg en brengt God eenstemmig lof en dank. Daarna gaan ze weer naar huis en zijn blij en opgewekt vanwege de grote genade, die God een broeder van hen heeft geschonken. - Deze handeling van het sterven is hetzelfde op de hele gordel, zowel op de eilanden als op het grote vasteland.
Hoofdstuk 71: Voortplanting, huwelijk en sterven op het zevende gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[13] Dat hetgeen tot nu toe gezegd is op beide gordels hetzelfde is, hoeft nauwelijks gezegd te worden. - En aangezien we derhalve klaar zijn met het gehele bewoonbare oppervlak van de zon, zullen we de volgende keer naar het inwendige van de zon begeven. - Genoeg dus voor vandaag!
Hoofdstuk 71: Voortplanting, huwelijk en sterven op het zevende gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[2] Er is ook al gezegd, dat deze binnen-zonnen ook bewoond zijn. Nu is de vraag: wat voor mensen wonen er dan? - Zijn deze bewoners werkelijk lichamelijke mensen, of lijken ze enkel op jullie aardmannetjes en de zogeheten lucht-, vuur-, water- en aardegeesten? Of is het misschien zelfs een bijzonder soort wezens, die nergens anders dan alleen op de zon voorkomen? - Dat zijn dus drie mogelijkheden, waarvan noch de ene noch de andere verworpen en ook niet helemaal bevestigend beantwoord kan worden. Naar de uiterlijke vorm te oordelen vertonen ze wel overeenkomst met datgene, wat hierboven genoemd is, maar in werkelijkheid en qua innerlijke betekenis bestaat er geen overeenkomst.
Hoofdstuk 72: De inwendige zonnen en hun bewoners. - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[5] Deze dingen kunnen jullie al bij het algemene samentrekken van begrippen vinden. - Onder welke naam kunnen jullie je alle geschapen dingen, zonder onderscheid naar hun uiterlijke gesteldheid, eigenschappen en vormen, verstandig voorstellen? - Jullie zeggen: onder de algemene naam ‘wezens’ of ‘schepselen’. - Goed, zeg Ik. Maar zeg Mij: hoeveel verschillen zien jullie bij zulke algemene aanduidingen in de eindeloze veelheid van de meest uiteenlopende wezens? - Hier moeten jullie toch duidelijk bekennen: Bij deze algemene uitdrukkingen is er absoluut geen verschil zichtbaar tussen al het talloos vele geschapene. Want uit deze twee uitdrukkingen spreekt enkel een synonieme veelheid van geschapen dingen. - Dan vraag Ik weer: Waarom? - Als jullie het voorgaande enigszins overzien, kunnen jullie op dit ‘waarom’ geen ander antwoord geven dan te zeggen: Omdat al die eindeloos vele en uiteenlopende dingen in de grondslag van hun ontstaan volkomen één zijn. - Als Ik daar nog aan toevoeg: Hoe en waarin dan?, dan moeten jullie er toch zogezegd met je neus tegenaan lopen en zeggen: Omdat alle dingen uit de goddelijke liefde voortkomen, moeten ze in deze goddelijke liefde dan ook als volkomen één aanwezig zijn, evenals de goddelijke liefde in Zichzelf volkomen één is.
Hoofdstuk 69: De ware sleutel voor het begrijpen van alle religies en openbaringen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[9] Bezie bijvoorbeeld de boom des levens of het geschreven Woord, zowel van het Oude als het Nieuwe Testament: hoeveel duizenden takken, twijgen en wortels kunnen jullie daar wel niet aan zien? - Niet één wortel, niet één tak, niet één twijg lijkt op de andere. Naar het uiterlijk schijnt alles elkaar tegen te spreken. Leerstellingen over een en hetzelfde luiden verschillend. Profetische voorspellingen over een en dezelfde gebeurtenis zijn door verschillende profeten ook verschillend aangeduid. Zelfs de vier evangeliën vertellen een en dezelfde zaak in andere woorden en verschillen ook in de verschillende aantallen die ze opgeven. Ja, zelfs menige plaats, waar feiten hebben plaatsgevonden, worden dikwijls niet volkomen overeenstemmend aangeduid, en evenzo variëren niet zelden de tijdsaanduidingen. - Wie nu van uiterlijk aanschouwen tot de innerlijke samenhang wil komen, zal de weg toch beslist kwijtraken en het centrum even moeilijk raken als iemand, die van buitenaf in een boom wil boren en wil beweren: zoals hij de boor op de boom heeft gezet, moet die tot de kern doordringen. Maar als hij naderhand de loop van zijn boor onderzoekt, zal toch zeker blijken dat hij met zijn boor de kern met verscheidene duimen gemist heeft. - Maar als hij eerst de boom splijt en dan vanaf de kern naar buitten toe boort, zal hij dan ooit de bast kunnen missen? - En waarom niet? - Omdat in de kern alles in één punt samenkomt. - Maar in het uiterlijke is de kern absoluut niet te vinden. Alleen door een blind toeval, zoals jullie zeggen, zou iemand het centrum kunnen raken. Maar wat zal hem dat baten? Zal hij daarmee nu in staat zijn bij iedere boom, die hij opnieuw aanboort, de kern te raken?
Hoofdstuk 69: De ware sleutel voor het begrijpen van alle religies en openbaringen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
...  1029 - 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040 - 1041 - 1042 - 1043 - 1044 - 1045 - 1046 - 1047 - 1048 - 1049 - 1050 - 1051 - 1052 - 1053 - 1054  ...