17481 resultaten - Pagina 1042 van 1166
... 1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040 - 1041 - 1042 - 1043 - 1044 - 1045 - 1046 - 1047 - 1048 - 1049 - 1050 - 1051 - 1052 - 1053 - 1054 - 1055 ...
[12] Ik zeg: 'Geliefde zoon, jouw verzoek komt al te laat, want Ik heb hen allen reeds aangenomen, maar jij zult ook in Mijn rijk een leider en leraar zijn en je zult voor eeuwig veel vreugde beleven aan je wapenbroeders. Ze dragen veel schatten in zich, die je pas zult leren kennen als je hen stap voor stap omhoog zult verheffen. Ik zeg je: 'één van hen heeft reeds meer in zich dan alles wat jouw aardse oog ooit heeft aanschouwd!'Hoofdstuk 87: Het diepste verlangen van de officier. De Vader openbaart zich aan hem die Hem liefheeft. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] De vrouw zegt: 'Ziet u, ik ben op aarde op mijn zevenentwintigste levensjaar gestorven en wel in het kraambed, maar ik was niet getrouwd, ik was alleen maar kookster en kamermeisje bij een oude weduwnaar. En' s nachts moest ik de weduwnaar ook tot vrouw dienen. Ik had echter ook een andere, jonge minnaar en heb met hem gedaan wat hij graag wilde. Daarna ben ik zwanger geworden en heb toen de schuld op de oude man geschoven, opdat hij met mij zou trouwen. De oude sukkel geloofde het ook nog, maar Onze-lieve-Heer heeft een geweldige streep door de rekening gehaald. Ik ben in het kraambed gestorven en de oude man heeft naderhand vast een ander genomen.
Hoofdstuk 90: Nog enkele levensgeschiedenissen. Het geduld van de officier wordt wederom op de proef gesteld. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] luitjes, denk eens een beetje na, dan moet jullie de grote ongerijmdheid daarom toch opvallen! Als zoiets mogelijk moet zijn, dan zouden de mensen ineen moeten schrompelen tot de grootte van infusiediertjes om met z'n allen in het dal van Josafat te kunnen staan. De engelen Gods zou dan moeten worden aangeraden zich te voorzien van de beste hemelse microscopen om na het uitspreken van het oordeel de goeden van de bozen te scheiden. Dat zou werkelijk een bijzonder moeilijk karwei zijn voor de goede, lieve engelen van God! Zou echter de hele aarde worden veranderd in het dal van Josafat, dan zouden ze niet allemaal tegelijk de strenge rechter kunnen zien en het verschrikkelijke oordeel ook niet tegelijkertijd kunnen vernemen. De Heer zou het oordeel dan elke seconde minstens één keer moeten uitspreken met een enorm sterke stem, want de aarde verdraait per seconde ongeveer vijf Duitse mijlen. Als men de hele zaak op het materiële vlak wil uitleggen, is er een aardige donderstem voor nodig om op tenminste drie mijlen afstand te worden gehoord.
Hoofdstuk 88: De officier als heilsverkondiger. Hij neemt hun twijfels weg en leidt hen tot de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Na deze woorden staat de officier op, kijkt Mij wazig aan en zegt met grote geestdrift: 'Waarom zou ik bang voor U zijn, nu ik U herken? U bent toch mijn lieve, goede, heilige Vader!' Nu valt hij weer in Mijn armen en roept: 'O, wat een geluk, wat een zaligheid de ware Vader te hebben gevonden! O vaderliefde, o heilig en grootste woord, wat bergt U in Uw ondoorgrondelijke, heilige diepte?!' Daarop weent hij van liefde, maar Ik sterk hem, zodat hij Mijn liefde kan verdragen.
Hoofdstuk 87: Het diepste verlangen van de officier. De Vader openbaart zich aan hem die Hem liefheeft. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Na een poos laat de officier Mij weer los en zegt met betraande ogen: 'O liefste Vader! Gij heilige, eeuwige goedheid! Kijk, ik ben nu weliswaar zo zalig als een wezen maar kan zijn, maar kijk ook genadig naar mijn zeer rechtschapen troep! Neem ook hen aan en denk niet aan hun gebreken! Wees ook hun genadig en barmhartig!'
Hoofdstuk 87: Het diepste verlangen van de officier. De Vader openbaart zich aan hem die Hem liefheeft. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Nu herkent de officier Mij, slaakt een kreet van diepe vreugde, valt voor Mij neer en zegt: 'O mijn grote God! Ik ben immers een zondaar, hoe kan ik aan Uw heilige hart komen?'
Hoofdstuk 87: Het diepste verlangen van de officier. De Vader openbaart zich aan hem die Hem liefheeft. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Maar Ik zeg: 'Sta op, Mijn zoon! Als Ik jou 'zoon' noem, ben je zonder zonden, want wie zoals jij liefde draagt in zijn hart, heeft geen zonden meer! En al zou hij zonden hebben zoveel als er zand is in de zee en gras op de aarde, dan zijn ze hem allemaal vergeven, omdat hij liefde heeft in zijn hart!'
Hoofdstuk 87: Het diepste verlangen van de officier. De Vader openbaart zich aan hem die Hem liefheeft. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Met wijdopen armen zeg Ik echter tegen hem: 'Mijn zoon, jij blijft hier! Je hebt niet voor niets zo'n liefde, die Mij aan jouw hart heeft gedrukt, voor Mij gevoeld. Ik ben immers jouw waarachtige Vader in alle eeuwigheid. De blinddoek die jouw ogen belette om Mij meteen te herkennen, zij voor eeuwig van je weggenomen! Nu verheugt de Vader zich dat Hij zo'n lieve zoon aan Zijn hart kan drukken! De zoon moet vrij zijn, anders verdraagt hij de almacht van de Vader niet. Jij bent nu vrij geworden, kom daarom hier aan het langverwachte hart van je eeuwige, almachtige, enig ware Vader!'
Hoofdstuk 87: Het diepste verlangen van de officier. De Vader openbaart zich aan hem die Hem liefheeft. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] De officier volgt Mijn raad op en zegt: 'Allerbeste vriend, het spijt me dat ik je moet verlaten, maar je weet dat de tijd van een krijgsman tot op de minuut is vastgelegd en ik daarom met mijn troep verder moet trekken naar de plaats van onze militaire bestemming. Daarom vaarwel! Het zal mij een grote vreugde zijn je zo spoedig mogelijk weer ergens te ontmoeten!' Nu omarmt de officier Mij nogmaals, kust Mij met tranen in de ogen en wil daarop met een zichtbaar bezwaard hart weggaan.
Hoofdstuk 87: Het diepste verlangen van de officier. De Vader openbaart zich aan hem die Hem liefheeft. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Hé, soldaten, geef acht! Presenteer het geweer voor deze man! Hij draagt weliswaar geen gouden sabelkwast aan zijn gevest, maar in plaats daarvan een tienvoudige in zijn hart. Dergelijke mannen zijn tegenwoordig zeldzaam geworden. Kom hier, rechtschapen man van eer! De borst van een krijgsman voelt weliswaar ruw aan, hij is een ware wetsmachine, maar achter die machine klopt vaak een heel warm hart voor God, keizer, vaderland, recht en orde. En aan zo'n hart in mijn borst druk ik ook jou, edelste der edelen!'
Hoofdstuk 87: Het diepste verlangen van de officier. De Vader openbaart zich aan hem die Hem liefheeft. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Helena zegt: 'Ik heet Helena en ben afkomstig uit het echte Oberlerchenfeld. Dat is het alledaagse 'Ierland' voor de arme Weense zondaars, begrijpt u me?' De officier zegt: 'Alle mensen nog aan toe! Wel donder en bliksem! Dus een onvervalste Lerchenfeldse! O, wat een vervloekte geschiedenis! Maar hoe komt het dan dat u nu zijn vrouw zou zijn, terwijl hij toch bij mijn weten een vrouwen ook verscheidene kinderen in Saksen heeft!'
Hoofdstuk 86: Antwoord van de ongelovige officier. Helena bemoeit zich ermee. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Robert bedankt Mij weliswaar innig, maar heeft toch niet echt de moed om een gesprek met de soldaten aan te knopen voordat zij hem daartoe aanleiding geven. De soldaten merken dat, want zij hebben Mijn woorden, die hun wel aanstonden, vernomen. Daarom zijn ze stil en wachten totdat Robert hen zal aanspreken. En dus kijkt Robert nu de soldaten aan en de soldaten Robert; geen van beide partijen wil het initiatief nemen.
Hoofdstuk 85: Roberts eerste contact met de troep soldaten. Hij probeert hun opheldering te geven over het geestelijke rijk. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Voor Mij als het oervolmaakte Wezen is het beslist minder zalig om onder onvolmaakte wezens te verblijven en hen met alle geduld en zachtmoedigheid te leiden, dan Mij temidden van Mijn volmaakte zonen en broeders in Mijn rijk van de zuiverste liefde te bevinden. Desondanks doe Ik het, omdat Mijn eigen liefde het Mij als een plicht oplegt. Zo moet ook jij je heel wat laten welgevallen en steeds proberen in alles volkomen aan Mij gelijk te worden!
Hoofdstuk 84: Een nieuwe opgave voor Robert. De Heer over de militaire stand. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] De officier zegt: 'Dus deze man zou het zijn? Dat is toch dezelfde die zojuist het soldatenvolk met zeer lovende woorden in bescherming nam! Aha, die man bevalt me heel goed, ook al hoeft hij daarvoor geen God te zijn. Wanneer het hart van een man door woord en daad blijk geeft van gerechtigheid, goede gezindheid, liefde voor orde en recht en oprechte liefde voor zijn naasten, dan is hij, ook al is hij niet direct een god, toch zeker vervuld van een sterke geest uit God. Hij verdient daarvoor de hoogste achting en liefde van ieder rechtschapen denkende man, en deze betuig ik uit al mijn krachten ook aan deze man, bij wie ik zulke eigenschappen met vreugde heb ontdekt.
Hoofdstuk 87: Het diepste verlangen van de officier. De Vader openbaart zich aan hem die Hem liefheeft. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Helena zegt: 'Ik smeek u, spreek niet zo gezwollen! Uw complimenten kunt u wel thuis laten! Denkt u dan dat ik er zo eentje ben, die zich door complimenten laat inpakken? Kijk, dat zeg ik u meteen: dan draait Onze-Lieve-Heer zich om en zegt: 'Dat wordt niets!' Kijk, ik ben een door en door gewiekste! Begrijpt u mij? In Oberlerchenfeld moet men anders praten als men een nog overgebleven gansje wil vangen! Denkt u dan dat ik uw verlangens niet ken? Alleen mijn gezichtje bevalt u, maar mijn hart is in uw ogen voor de poes! Het hindert u natuurlijk dat ik niet zo welbespraakt ben als een opgepoetste stadsjuffer, maar dat is juist goed, want daardoor zorg ik ervoor dat ik door u met rust word gelaten. Spreekt u maar verder met mijn man! Die spreekt beter Hoogduits dan ik, maar geloof wat hij u zegt, anders zult u nog lang geen hemel te zien krijgen!'
Hoofdstuk 86: Antwoord van de ongelovige officier. Helena bemoeit zich ermee. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)