Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1042 van 1490

...  1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040 - 1041 - 1042 - 1043 - 1044 - 1045 - 1046 - 1047 - 1048 - 1049 - 1050 - 1051 - 1052 - 1053 - 1054 - 1055  ...
[3] Aan de overkant van deze kloof zie je nog degenen van onze broederschap die het meeste gevaar lopen. De bode van de Heer heeft mij hierheen gezonden om de arme broeders uit deze gevangenschap weg te leiden. Ik deed reeds al het mogelijke om dit gezegende doel met hen te bereiken, maar er is over deze kloof nog steeds geen oversteekplaats te zien. Ik weet echter wat de bode van de Heer me heeft opgedragen en ben er innerlijk ook volkomen van overtuigd dat ik deze arme broeders van ganser harte zou willen helpen als liet eiaar op een of andere manier mogelijk was.
Hoofdstuk 90: De eenvoudige man. Vrijwillige bekentenis van de prior - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] De man zegt: ik denk, als de Heer het vuur reeds zonder jouw toedoen heeft geblust, het ook nog zou kunnen gebeuren dat op het juiste moment, als jij het nodige vertrouwen hebt, deze kloof zich, evenals ze eertijds kon ontstaan, wellicht ook weer kan sluiten.
Hoofdstuk 90: De eenvoudige man. Vrijwillige bekentenis van de prior - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] De prior zegt: o lieve, achtenswaardigste vriend en broeder, deze heerlijke gedachte heeft zich ook volkomen van mijn gevoel meester gemaakt. Ik zie maar al te goed in dat de voltooiing in de Heer zeker zal plaatsvinden, maar daarnaast zie ik ook in hoe eindeloos onwaardig wij allen voor zo'n buitengewoon heilige hulp zijn.
Hoofdstuk 91: De verlossingsvoorwaarde. Het overbruggen van de kloof - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Voor wat jouw geval betreft, denk ik dan nu ook: leg alle liefde voor je broeders en alle zorgen om hen aan de voeten van de Heer neer en omvat deze met vurige liefde in je hart, dan zul jij je er zeker van kunnen overtuigen dat de Heer juist dan actief begint te worden wanneer de mens vanuit zijn deemoedig innerlijk besef alle nietige daadkracht en zwakke wilskracht liefdevol aan de Heer heelt overgedragen. Dat is trouwens ook reeds het geval bij men sen die een wereldlijke leider in hun midden hebben.
Hoofdstuk 91: De verlossingsvoorwaarde. Het overbruggen van de kloof - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Kijk, de eenvoudige man gaat naar onze prior toe. Als deze hem ziet gaat hij hem, zoals jullie zien tegemoet en richt zich al spoedig met de volgende woorden tot hem: vriend en broeder, wees duizendmaal gegroet en van ganser harte welkom! Je bent nog wel een vreemde voor mij, want ik kan me niet herinneren jou ooit in mijn gemeenschap te hebben gezien. Op aarde had ik echter reeds veel mensenkennis, waarvan ik, al is het maar een klein deel, vanzelfsprekend slechts door de allerhoogste onverdiende genade en erbarming van de Heer, mee hiernaartoe heb gebracht. Daarom zie ik dat jij een man met een zeer edele inborst moet zijn. Ik zal je dan ook dadelijk vertellen wat ik op het hart heb.
Hoofdstuk 90: De eenvoudige man. Vrijwillige bekentenis van de prior - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] De bode van de Heer heeft me trouwens voor deze opdracht uitsluitend naar de hulp van de Heer verwezen. O lieve vriend en broeder, ik ben er diep in mezelf wel van overtuigd dat de Heer als niemand anders in de gehele oneindigheid deze broeders en ook mij kan helpen, maar ik weet ook dat ik die hulp van de Heer maar al te onwaardig ben. Wanneer jij me echter bij het redden van deze armen een beetje zou willen en kunnen helpen, dan ben ik ervan overtuigd dat je zeker voor deze allerarmste broeders een goed werk hebt verricht. En als het ons dan gelukt is om in Naam van de Heer deze armen over deze huiveringwekkende kloof te brengen, dan zal ik mij samen met jou voor het eerst in geest en volle waarheid in mijn nietigheid voor de Heer in het stof werpen en zeggen:
Hoofdstuk 90: De eenvoudige man. Vrijwillige bekentenis van de prior - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Om zich daarvan zelf te overtuigen gaat de prior ook kijken. Als hij echter in de kloof heeft gekeken, heft hij zijn armen omhoog en roept de andere broeders toe: o broeders, kom dichter bij de kloof en overtuig jezelf ervan, hoe oneindig genadig en barmhartig de Heer is! Er zijn nauwelijks nog enkele vonkjes in de diepte te zien. Werp je neer en dank onze enige Heer! Hij alleen heeft dit huiveringwekkende vuur verstikt. Verstikken jullie nu deze vonkjes met tranen van berouw en betuig Hem, de heilige almachtige Helper in iedere nood, de grootst mogelijk dank. Wees er volkomen van overtuigd en verzekerd dat de goede, heilige, liefdevolle Vader, die ons tot zover heeft geholpen, ons zeker ook nog verder zal helpen.
Hoofdstuk 90: De eenvoudige man. Vrijwillige bekentenis van de prior - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Wanneer de dwaze mensen op aarde hun materiële vermogen al op die manier goed weten te beleggen om zich daardoor een lijfrente voor een zorgeloos leven te verschaffen, moet dan de veel wijzere geestelijke mens niet nog veel beter inzien, wie de allerbeste beheerder en verzorger van alle levensbehoeften van de geestelijke mens is, wanneer deze vooraf aan Hem zijn gehele levenskapitaal overhandigd heeft.
Hoofdstuk 91: De verlossingsvoorwaarde. Het overbruggen van de kloof - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Bovendien geeft de Heer in het evangelie toch ook duidelijk aan, tot Wie zij die belast en beladen zijn, moeten komen om de juiste verkwikking te vinden en aan Wie zij al hun zorgen kunnen toevertrouwen. Als je daar goed over nadenkt, zul je ook gemakkelijk en vlug inzien dat jouw zorg voor deze broeders, met al jouw liefde en redelijkheid, een beetje ijdel is.'
Hoofdstuk 91: De verlossingsvoorwaarde. Het overbruggen van de kloof - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Op een andere plaats zegt de Heer echter ook: als gij niet wordt als deze kinderen, zult gij het rijk Gods niet binnengaan. Hoe en waarom dan? Omdat de kinderen werkelijk de geringsten en kleinsten zijn, doordat ze al hun zorgen aan hun enige vader overgeven. Heb jij ooit een kind gezien dat zorgelijk tegen zijn rijke ouders zei: wat zullen we eten en drinken en waarin zullen we ons kleden? Kijk, dergelijke zorgen zijn de kinderen vreemd. Als zij honger of dorst hebben, lopen ze naar hun vader en vragen hem brood en iets te drinken en hun vader geeft het hun. Ze vragen hem zelfs nooit om kleren. Wanneer ze het koud hebben, merkt hun vader dat best en geeft hun niet alleen warme, maar ook mooie en nette kleren, omdat ze zijn lieve kinderen zijn.
Hoofdstuk 91: De verlossingsvoorwaarde. Het overbruggen van de kloof - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[16] Nu gaan beide naar de naakte zielenslapers. Deze komen overeind en kijken met verbazing en ogen vol dankbaarheid en blijdschap naar de plaats, waar zich eerst de huiveringwekkende kloof bevond. De eenvoudige man zegt tegen hen: kijk, de kloof is er niet meer, volg ons dus gerust. Maar de naakten zeggen: o lieve vriend en verheven broeder, wij zijn naakt en durven ons zo nauwelijks naar het lichtere gedeelte van onze vroegere refter te begeven. De eenvoudige man zegt tegen hen: `Maak je geen zorgen over de kleding, want Hij die zich over jullie heeft ontfermd en deze kloof heeft laten verdwijnen, heeft ook reeds voor de juiste kleding gezorgd. Kijk, daar in het midden van dit vertrek bij de tafel zullen jullie vinden wat je nodig hebt. Kom daarom en volg ons!'
Hoofdstuk 91: De verlossingsvoorwaarde. Het overbruggen van de kloof - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[17] Zij komen nu en de prior, gegrepen door zijn grote liefde voor zijn lieve broeders, zegt tegen hem: nee lieve hemelse vriend en broeder, voor deze liefdedienst kan ik jou niet, net als wij, laten lopen; daarom vraag ik je, laat je door mij dragen!
Hoofdstuk 91: De verlossingsvoorwaarde. Het overbruggen van de kloof - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] De eenvoudige man zegt: ja mijn lieve vriend en broeder, alles goed en wel, maar één ding moet je niet vergeten, namelijk dat de hemelbode jou heeft opgedragen om deze opgave op te lossen. Wanneer Ik nu met jou mee naar hem toe ga en de bode ziet dat niet jij maar Ik jouw opdracht heb uitgevoerd, zeg eens, ben je er dan vooraf van verzekerd dat hij tevreden over jou zal zijn? Als je Mij kunt verzekeren dat Ik jou geen schade berokken als Ik met je mee ga, dan wil Ik graag doen wat je verlangt. Maar schaden wil Ik je in geen geval, ja, jou zeker niet tegenover de hemelbode in verlegenheid brengen. Hoe denk je hierover?
Hoofdstuk 92: Drie beproevingen om de dienstvaardigheid van de liefde te toetsen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Kijk, het is best mogelijk dat de hemelbode al deze nu bevrijde broeders door zijn grote macht spoedig weer in hun vorige toestand zou willen brengen, omdat niet jij, maar Ik aan de door de hemelbode gestelde voorwaarde voor hun bevrijding heb voldaan. Maar Ik kan er wel voor zorgen dat de bode niet te weten komt dat Ik jouw arme broeders heb geholpen. In dat geval sta jij dan voor de bode als een volkomen gerechtvaardigd man, die zijn opdracht volgens de gegeven instructies perfect heeft uitgevoerd.
Hoofdstuk 92: Drie beproevingen om de dienstvaardigheid van de liefde te toetsen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] De prior zegt: o lieve vriend en broeder, ik zou nog veel liever naar de hel gaan dan mezelf iets toe te schrijven, waar ik part noch deel aan heb. Ik wil immers zelf openlijk voor de bode bekennen dat het welslagen van mijn zen ding alleen aan de Heer en aan jou te danken is. Zou de bode daarover niet tevreden zijn en daarom de arme broeders weer opnieuw in hun nu verkre gen vrijheid belemmeren, dan zal ik me meteen voor hem in het stof werpen en hem heel deemoedig vragen om in plaats van deze broeders alleen mij naar zijn goeddunken, in Naam van de Heer te tuchtigen. Ik wil immers graag alle schuld op mij nemen.
Hoofdstuk 92: Drie beproevingen om de dienstvaardigheid van de liefde te toetsen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040 - 1041 - 1042 - 1043 - 1044 - 1045 - 1046 - 1047 - 1048 - 1049 - 1050 - 1051 - 1052 - 1053 - 1054 - 1055  ...