Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 1042 van 1112

...  1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040 - 1041 - 1042 - 1043 - 1044 - 1045 - 1046 - 1047 - 1048 - 1049 - 1050 - 1051 - 1052 - 1053 - 1054 - 1055  ...
[3] Is ze dan misschien een heel merkwaardige beendermassa? Dat is allerminst het geval. Ze lijkt nog het meest op het zogenaamde asbest of steenwol, als dit in vaste massa' s zou zij n samengepakt. Want deze steenwol wordt zowel door vuur als door zuren bijna niet aangetast, hoewel ze wel chemisch oplosbaar is; en daarin toont zich het verschil tussen de ook chemisch onaantastbare massa van de vaste aarde en het asbest, zoals wij dat kennen. Als er ergens op de aarde nog iets bestaat dat nog meer op de tweede vaste aarde lijkt dan asbest, dan is dat een bepaald soort puimsteen, dat echter slechts in de nabijheid van de zuidpool wordt aangetroffen; deze steensoort is tot nu toe nog in geen enkele verzameling van natuurwetenschappelijke voorwerpen de stoot veel steun heeft. Soortgelijke sluitkleppen vind je ook in alle aderen van het dierlijk lichaam. Je hoeft alleen maar een anatomisch werk of bij voorbeeld een houtvezel door een microscoop te bekijken en je zult langs de buisjes een heleboel van zulke sluitkleppen aantreffen.
Hoofdstuk 16: Materiaal en constructie van de tweede aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] We hebben gezien hoe de vloeistoffen uit het binnenste der aarde door de middelste of vaste aarde heen naar boven worden gestuwd. Dit mechanisme is, zoals jullie gemakkelijk uit de beschrijving zult hebben gezien, in de grond zeer eenvoudig, maar daarbij volkomen doelmatig ingericht. De sappen echter, die door dit eenvoudige mechanisme naar boven gestuwd worden, zouden al gauw hun oorspronkelijke kracht, die als substantie met hun wezen vermengd is, verliezen, vooral op een weg die niet zelden verscheidene honderden mijlen (* 1 Duitse mijl is 7,420 km.) bedraagt. Om dit euvel, dat zich gemakkelijk zou kunnen voordoen, te voorkomen, moet van een andere kant met een buitengewoon kunstig mechanisme te hulp worden gekomen en wel als volgt: In de richting noord-zuid lopen talloze fijne mineraaldraden, die van het noorden naar het zuiden meestal zuiver ijzerhoudend zijn en in omgekeerde richting zuid-noord platina - en soms koperhoudend zijn. Deze draden zijn, zoals al werd opgemerkt, buitengewoon fijn en wel zo dat spinrag, als dat gedeeld werd, een aantal van tienduizend van zulke draden zou voortbrengen, wat toch zeker een erg fijn werk is. Deze draden lopen niet gelijkmatig recht door, maar zijn erg gekronkeld, ongeveer zoals de kam van een zaag, en hebben daarbij ook nog veel andere windingen, vooral in de gebieden waar ze in aanraking komen met de van binnenuit naar boven lopende aderen en kanalen. Dat is echter noodzakelijk, want juist op die plaatsen moeten deze leidraden het meest werkzaam optreden.
Hoofdstuk 17: Het krachtig worden van de aardsappen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Dat is dan ook de oorzaak dat de lucht op deze hoogten steeds zuiverder wordt, wat uiteraard natuurlijk is, want hoe minder mengsels zich in een vloeistof bevinden, des te zuiverder moet de vloeistof zijn; zoals ook een mens in zijn hart steeds zuiverder, gezonder en krachtiger wordt hoe meer hij het veelsoortige mengsel van zijn hartstochten, begeerten en behoeften uit zich heeft verbannen.
Hoofdstuk 23: De aardatmosfeer en haar neerslag - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[9] De zo verzadigde wolken, die op deze manier het aardse in zich hebben opgenomen, krijgen gewoonlijk een donkere kleur, terwijl de onverzadigde, zuivere er veel witter en ook lichter uitzien. Deze twee soorten wolken vormen met elkaar een tegenovergestelde polariteit waarbij de verzadigde, donkere negatief en de onverzadigde witte positief zijn.
Hoofdstuk 23: De aardatmosfeer en haar neerslag - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] Dat dan de negatieve altijd aan het kortste eind moeten trekken, spreekt vanzelf Want wat zwaar is en steeds zwaarder wordt, moet omlaag vallen. Waarom dan ook mensen, die hun hart met teveel aardse negatieve onbenulligheden volladen, het daardoor steeds zwaarder maken en daardoor ook ondoordringbaarder en dichter en ongeschikt voor het licht; ze zijn dan niet meer in staat in het rijk van het licht op te stijgen, maar maken zich wel steeds meer geschikt om neer te storten in het rijk der duisternis.
Hoofdstuk 23: De aardatmosfeer en haar neerslag - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Hieruit kunnen jullie al enigszins opmaken, hoe bijzonder kunstig dit mechanisme geweven is; maar daar zou weinig mee gewonnen zijn, als deze draden de elektromagnetische stof heen en terug lieten wisselen. Daarom moeten op bepaalde punten - speciaal in de buurt van de omhooglopende kanalen - verzamelruimten zijn aangebracht, waarin deze stof zich kan verzamelen. Is zo' n kamertje helemaal opgeladen, dan werkt het in op de vloeistof in het kanaal en geeft die weer nieuwe kracht. Dat is één taak van deze vele verzamelkamers, die nu eens groot, dan weer klein zijn, nu eens negatief, dan weer positief; als de opstijgende vloeistof door de positieve elektriciteit te warm is geworden, neemt de negatieve dan weer het teveel in zich op en verandert tegelijkertijd, zodat het aan haar gelijk wordt; of duidelijker gezegd: wat de positieve elektriciteit teveel verhit, koelt de negatieve weer af.
Hoofdstuk 17: Het krachtig worden van de aardsappen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Een andere functie van deze nu bekende geleidingsdraden is, om de pompen die de aandrijving in de kanalen verzorgen in beweging te zetten, welke pompen een ondersteuning zijn van de oorspronkelijke drijfkracht van de hartslag der aarde. Zonder deze ondersteuning zou deze eerste kracht noodzakelijkerwijs gauw moeten verlammen, als hij bij elke stoot met vele triljoenen kilo's sappen te doen heeft, welk gewicht de sappen, die met elke hartslag weg gestoten worden, ook op zijn minst wel zullen hebben. Door de boven aangeduide, speciaal in de kanalen aangebrachte pompen wordt de polsslag van het aardehart zozeer geholpen, dat deze nu met een aanzienlijk minder gewicht heeft te kampen. Het zou vergeefse moeite zijn jullie het mechanisme van zo'n pomp nader uiteen te zetten en je zou bij de helderst mogelijke uitleg toch nooit een volkomen inzicht in de zaak kunnen krijgen, omdat dit een te gecompliceerd werk is, waarin slechts een geest - en nooit een vleselijk oog - helemaal kan binnendringen om het te beschouwen; daarom laten dergelijke kunstige preparaten zich bij de geestelijke uiteenzetting over de aarde veel gemakkelijker en beter verklaren dan bij deze slechts materiële uiteenzetting.
Hoofdstuk 17: Het krachtig worden van de aardsappen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] We hebben op deze manier een heel kunstig mechanisme in deze middelste aarde leren kennen. Er ontbreekt nu nog maar weinig om een volledige kennis over dit deel van het aardelichaam te bezitten, dan zullen we er mee klaar zijn. Dit weinige bestaat uit de zogenaamde terugleidings - of wederopzuigvaatjes , waardoor - zoals bij het dierlijk lichaam het bloed door de aderen - de overvloedige sappen, die nog niet geheel voor de voeding van de aarde voorbereid zijn, weer naar het hart terug worden gedrongen om daar nieuwe kracht en versterking te halen. De terugvoerende kanalen zijn ook voorzien van tegenhoudende kleppen, die zich alleen openen als het aardehart zich samentrekt. Zet het zich weer uit, dan sluiten de kleppen zich en laten de teruglopend.e sappe,n niet verder opstijgen; alleen sluiten deze kleppen met zo precies als die 10 de opwaarts voerende kanalen, wat echter ook niet zo noodzakelijk is. Ten eerste zijn de terugvoerende kanalen doorgaans nauwer dan de opstijgende, daarom heeft de vloeistofkolom, die zich daarin bevindt, niet zo' n groot gewicht. Ten tweede is die vloeistof ook veel trager dan die in de opstijgende kanalen; ten derde moeten bovengenoemde kleppen alleen maar bewerkstelligen, dat deze kanalen bij de opwaartse stoot niet geheel onderbroken, maar vernauwd worden - welke mechanische inrichting men ook in de aderen van dierlijke lichamen kan aantreffen, evenals in de jullie bekende buisjes van het hout, waar echter de terugleidingsvaten tussen de bast en het hout lopen.
Hoofdstuk 17: Het krachtig worden van de aardsappen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] Dat we voor dit doel met een eenvoudige installatie niet gediend zouden zijn, kan men zich gemakkelijk voorstellen, als men alleen maar een enkele plant aandachtig beschouwt; hoeveel delen bezit ze wel niet en wat een oneindige hoeveelheid van elk deel moet in elke plant aanwezig zijn, zoals bijvoorbeeld stekels, haren, randen, hoekjes, vezels, draden, vloeistoffen, vetten en nog meer van dergelijke zaken, en dat alles verbonden door een kunstig mechanisme, dat alleen er toe dient deze ene plant te vormen. Als alleen één plant al zoveel voorzieningen nodig heeft, hoe oneindig veelvoudiger en gecompliceerder geledingen en mechanismen zullen er in dit derde aardedeel dan niet aanwezig moeten zijn, als het ten eerste gaat om het vormen van de veelsoortige en rijke mineraalwereld, daarna om de hele plantenwereld en ten slotte om de talrijke varianten in de dierenwereld!
Hoofdstuk 18: De aardkorst - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[11] Een veel voorkomend verschijnsel op zulke hoogten is, dat mensen die zich de moeite getroosten zo'n hoogte te bestijgen, daar gewoonlijk op de door hen bestegen hoogte zeer opgewekt en vrolijk worden en gemakkelijk alle zorgen vergeten waarmee ze beneden in het dal te kampen hadden.
Hoofdstuk 23: De aardatmosfeer en haar neerslag - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[13] Dit was dan een voldoende uiteenzetting over de tweede luchtregio, die zich meer dan 10000 klafter boven de zeespiegel verheft en die natuurlijk, hoe hoger je komt, steeds zuiverder wordt. Hierna zullen we ons in de derde luchtregio begeven en zien wat daar gebeurt en waartoe deze luchtregio dient.
Hoofdstuk 23: De aardatmosfeer en haar neerslag - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Deze specifiek - etherische substanties grijpen elkaar in deze derde luchtregio aan en vormen samen als het ware een fluïdum, dat met de daar doorheen lopende verschillende stralen uit de talloze sterren, als het ware een chemische affiniteit vertoont, zich met hen verenigt en naar de aarde afdaalt en dan die planten en dieren substantieel vervult, die met de verschillende specifieke grondstoffen van het licht overeenkomst hebben.
Hoofdstuk 24: Het oog van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Dat was één hoedanigheid van deze aardkorst; een andere bestaat uit een op zuilen gelijkende ondersteuning, waarop de hele bovenste gevoelloze aardehuid samen met zijn zeeën, meren en bergen rust. Deze zuilen rusten eerst op de vaste binnenste aarde en gaan vandaar uit als een geraamte naar de oppervlakte der aarde omhoog. Ze zijn echter niet zo vast en hard als de stenen op de oppervlakte van de aarde, maar hebben meer een kraakbeenachtige stevigheid, gepaard aan een hoge graad van elasticiteit. Die is ook noodzakelijk, omdat zich niet zelden tussen de gevoelige en ongevoelige huid der aarde gassen zullen vormen, die hele grote ruimten doen ontstaan en het buitenste deel van de aardkorst vaak sterk omhoog heffen en deze niet zelden plaatselijk doorbreken, waardoor aardbevingen en geweldige orkanen ontstaan. Zouden de bovengenoemde steunpilaren heel vast zijn, dan was het gauw gedaan met de aardoppervlakte en nog meer met haar bewoners. Omdat deze steunen evenwel elastisch zijn, kan er verder niets gebeuren dan dat er op bepaalde plaatsen aan de oppervlakte der aarde enkele zandkorrels, soms enkele molshopen en soms ook enkele gemetselde huisjes van de mensen beschadigd worden.
Hoofdstuk 19: De voelende huid van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] Deze meegevende steunpilaren worden in de ongevoelige aardkorst geleidelijk vaster, zoals ook bij de dieren het kraakbeen langzamerhand vaster wordt, en tenslotte helemaal in stevige beenderen overgaat. Deze vaste beenderen van de aarde zijn hier en daar aan de oppervlakte van de aarde als oergesteente zichtbaar onder de naam oerkalk, ook graniet, somtijds kwarts. Deze steensoorten worden echter - naarmate ze hoger liggen - des te meer gemengd, dus ook onzuiverder, grover, harder en brosser. Haar uitlopers zijn gewoonlijk de hoge oergebergten, die zich in alle delen van het aardoppervlak heel duidelijk van de andere, later gevormde gebergten onderscheiden door vorm, hoogte en massa. De andere gebergten zijn later verschenen en hun wijze van ontstaan is jullie al bekend, evenals het feit, dat onder deze gebergten en ook onder andere landstreken zich onderaardse waterbassins bevinden die weer - wat jullie bekend zal zijn door speciale zuilen worden ondersteund, d.w.z. de overkapping boven deze bassins, opdat ze niet op een of andere manier zullen instorten en daardoor een groot stuk vruchtbaar land in een zee zou veranderen, wat reeds hier en daar is gebeurd.
Hoofdstuk 19: De voelende huid van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Nu moet nog worden vermeld, waar vandaan de zee haar hoofdvoeding betrekt. In de eerste plaats krijgt ze haar hoofdvoedsel uit de vele vloeistoffenreservoirs, die in de gevoelige huid liggen en die als het ware de eigenlijke urineblazen van de aarde vormen. Dan krijgt de zee ook een heel aanzienlijke toevoer vanuit de zojuist besproken waterbassins via alle grote rivieren en beken. Dat is zeer noodzakelijk, omdat de uit de eigenlijke urineblaas van de aarde opstijgende vloeistof te zout is en zonder bijmenging van zoet water weldra in een vaste massa zou overgaan, zodat in plaats van de zee niets dan alleen maar naar de hemel reikende zoutbergen zouden ontstaan. Die zouden de lucht in de loop van tijd zo verzuren, dat dientengevolge geen levend wezen zou kunnen bestaan. Tegelijkertijd echter zou dat ook bij de aarde zelf de gevaarlijke ziekte veroorzaken, waarbij de urineleiders worden afgesloten, waardoor de aarde in zeer korte tijd helemaal in brand zou komen te staan en dan volledig zou sterven. In zo' n toestand zou ze niet meer in staat zijn een levend wezen te dragen, evenmin zou het poolijs geschikt zijn een levend wezen voort te brengen en in stand te houden.
Hoofdstuk 19: De voelende huid van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
...  1030 - 1031 - 1032 - 1033 - 1034 - 1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040 - 1041 - 1042 - 1043 - 1044 - 1045 - 1046 - 1047 - 1048 - 1049 - 1050 - 1051 - 1052 - 1053 - 1054 - 1055  ...