Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 1047 van 1112

...  1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040 - 1041 - 1042 - 1043 - 1044 - 1045 - 1046 - 1047 - 1048 - 1049 - 1050 - 1051 - 1052 - 1053 - 1054 - 1055 - 1056 - 1057 - 1058 - 1059 - 1060  ...
[12] Deze geesten worden meestal zwerf geesten genoemd, omdat ze van de ene planeet op de andere komen aan welke zwerftochten niet zelden ook geesten van gestorven mensen deelnemen, waartoe zich vooral de zogenaamde natuurfilosofen en astronomen aangetrokken voelen, aan wie deze zwerf geesten, die niet op de wereld incarneerden, gewoonlijk de gewenste diensten verlenen. Want de geesten van gestorven mensen zouden zonder hulp van deze zwervende natuurgeesten op de andere hemellichamen niéts kunnen zien. De natuurgeesten helpen hen daar om in de mensen van andere hemellichamen te komen, zodat zulke geesten dan de dingen op die vreemde hemellichamen kunnen zien door de ogen van die mensen.
Hoofdstuk 34: Lucht -, berg - en zwerf geesten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Bij dergelijke kost zou het lichaam nooit zo dik worden, waardoor het traag, slaperig en sloom wordt, waarbij dan de ziel heel wat te doen heeft om zulk een zware machine in beweging te houden, laat staan dat ze naast zulk werk zich nog met andere dingen zou kunnen bezighouden
Hoofdstuk 35: Heksen en heksenprocessen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Evenals de 'Schockel' hebben nog veel Stiermarkse bergen hun geheimzinnige namen, maar om van alle de herkomst te vertellen zou de ruimte niet toelaten. De 'Razalpe' is van gelijke oorsprong; want het woord 'Rax' is een verkorting van rakker, wat zo ongeveer een halve duivel is. De naam 'Tote Weib' behelst al duidelijk wat deze berg eens was, namelijk een oord vol heksen; een vrouw die door hen werd gevangen, maar zich niet aan hen wilde onderwerpen, werd daar eens in een steen veranderd. Door deze verandering was ze natuurlijk ook dood.
Hoofdstuk 36: Toverbergen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[13] Als zulke natuurgeesten op den duur het rondkijken moe worden, dan keren ze gewoonlijk toch weer naar de aarde terug en laten zich dan de moeilijke incarnatie welgevallen zonder welke nooit aan een kindschap van God te denken valt, want iedereen die een kind van God wil worden moet ook van a tot z de weg van God gaan: dat is de reden dat geesten van talrijke andere hemellichamen naar de aarde verlangen om daar de incarnatie van de Mensenzoon door te maken. Want zoals er ook maar één God, één waarheid en één leven is, zo is er ook maar één weg daarheen; maar het is niet noodzakelijk dat daarom álle bewoners van de andere hemellichamen deze zouden moeten gaan om op hun manier zalig te zijn; evenals er in het menselijk lichaam talloze andere gezonde zenuwen en spiervezels kunnen zijn, zonder dat deze noodzakelijk tot de zenuwen van het hart behoren.
Hoofdstuk 34: Lucht -, berg - en zwerf geesten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] In de Duitse taal bestaat nog een wat verouderd woord. dat hiervan afstamt, namelijk 'schock', bijvoorbeeld een schock mensen of een schock schoven. Men noemde een bepaald groepje mensen daarom een schock, omdat men dacht dat zich onder hen wel iemand bevond, die meer wist dan de anderen, die dus zeker een schögler moest zijn en dat groepje kreeg dus door hen de naam schock. Ook zag men gewoonlijk de mensen op de bergen schockwijze samen, wat in de bergen heel natuurlijk is, omdat het niet aan te raden is dat men hier alleen gaat werken, omdat daarvoor ten eerste één mens niet voldoende kracht zou hebben en ten tweede als zijn kracht al voldoende zou zijn, hij toch gemakkelijk een ongeluk kon krijgen en er dan niemand zou zijn om te helpen. Maar de mensen uit die tijd die in het dal woonden, dachten dadelijk als ze zo'n groepje mensen op de berg zagen en ze toevallig een wolkje boven de berg waarnamen, dat deze mensen zich met tovenarij bezighielden of in elk geval bezig waren het weer te beïnvloeden, Zo ging het vroeger en ook nu nog op jullie schöckel toe, behalve wat betreft het weer maken.
Hoofdstuk 36: Toverbergen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Deze berg was veel eerder bewoond dan de dalen en zijn eerste naam was 'Freitauwer'. Toen later de dalen bewoond werden door verslapte mensen, begonnen deze dalbewoners de bergbewoners van tovenarij te verdenken en de naam 'Freitauwer' werd weldra veranderd in de naam: 'Schockel' of 'Zauberberg'. Nog honderd jaar geleden was de berg zo berucht, dat geen mens die ook maar enig katholiek christelijke inslag had, het waagde de top van de berg te bestijgen, omdat iedereen van de kerk uit dringend werd gewaarschuwd voor de Schöckelheks. Daarom heeft men zijn hoogste top ontbost, om aan de Schockelheks haar schuilplaats te ontnemen, zodat ze zich niet kon verbergen als van alle kanten met gewijd buskruit op haar werd geschoten. Het weergat is nog te zien; dat daar echter nooit het weer uit voortkwam en er ook nog nooit een heks op de Schockel heeft gewoond begrijpt men wel. Maar dat de berg vroeger en ook nu nog door heel veel zogenaamde berggeesten wordt bewoond, en dat de oude bergbewoners vaak heel natuurlijk met hen omgingen en daarom veel wijzer waren dan de bewoners uit het dal, kan men zeker aannemen en ook dat deze berg eens een vuurspuwende berg was en zijn weergaten niets anders dan dode kraters zijn.
Hoofdstuk 36: Toverbergen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Zo staat de 'Grimmig' ook in dezelfde kwade roep. Maar bijzonder verdacht was het naar alle kanten zich uitstrekkende 'Tragelgebergte', dat de grens vormt tussen Stiermarken, Oostenrijk en Salzburg; dit Tragelgebergte was in zekere zin de hogeschool voor alle tovenaars en heksenmeesters van heel Stiermarken, Oostenrijk en Salzburg. Zelfs tegenwoordig is de naam nog erg verdacht en er is nog geen inwoner van Altaussee of van Ramsau gemakkelijk ertoe te bewegen deze berg te beklimmen, vooral die mensen niet, die meer tot het zogenaamde lagere volk horen. Alleen de stropers, die wijselijk niet meer in heksen geloven, maar des te meer in de vette gemzen, die op deze uitgestrekte bergmassieven eigenlijk helemaal thuishoren, bestijgen deze berg.
Hoofdstuk 36: Toverbergen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Het woord 'Staff was bij deze vroegere bewoners van het gebergte een uitdrukking, waarmee ze de eigenschap van iets buitengewoons aanduidden. Buitengewoon was voor hen datgene, wat zowel voor de elementen, zoals lucht met haar verschijnselen en water met de zijne, voor mensen zowel als voor dieren tot richtpunt diende. Dit was de reden dat men in later tijd deze berg een nieuwe naam gaf, die de eerste naam alleen maar als het ware in een moderner Duits vertaalde.
Hoofdstuk 37: Bergen met beruchte namen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Boven deze Zauberplatz verheft zich meer naar het zuiden nog een ronde rotsachtige bergtop die de naam 'Ruhdnik' draagt; dat was de plaats waar nieuwe toverleerlingen zich konden ontspannen. Onder de Ruhdnik, meer zuidwaarts, lag een groot, vrij terrein, dat de naam 'Gerlize' draagt. Het woord , Gerlize' betekende in de toenmalige domme tovertaal zoveel als: een plaats van de meest uitgelaten vreugde en tegelijkertijd ook een plaats voor tovenarij; want nog heden ten dage bevinden zich in de rotswanden van de Hohen Stadl verschillende bronnen die precies om half twaalf een waterstraal naar buiten stoten; van deze bronnen is er nu nog maar één over, die de 'Halbzwölfbrunndl' heet.
Hoofdstuk 37: Bergen met beruchte namen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[9] Nog zuidelijker verheft zich de tegenwoordige zo genoemde 'Hohe Truth', wiens naam met betrekking tot de vroegere betekenis niet nader kan worden omschreven. Boven deze Hohe Truth verrijst de zogenaamde 'Rote Wand' ook wel 'Blutwand' genoemd en hier zouden ooit door de duivels de afvalligen of verraders van de tovenarij tegenaan zijn geworpen.
Hoofdstuk 37: Bergen met beruchte namen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] Weer boven de Rote Wand bevindt zich de zogenaamde 'Dreihexenspitze', in de tegenwoordige spraak ook wel 'Dreihexenköffel' genoemd, die permanent door de drie heksen die daar wacht moesten houden werd bewoond.
Hoofdstuk 37: Bergen met beruchte namen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[11] Boven deze Dreihexenspitze verheft zich de tamelijk steile bergrug tot aan de Hohe Stadl toe, onder de naam ‘Hexenstieg', die - zoals al werd opgemerkt - zich tot aan de hoogste top uitstrekt, waarop zich de Stadl of de burcht van de heksenkoning bevond. Noordelijk, evenwijdig met de hoogste top, loopt een tien klafter lange en drie klafter brede rotskam. Deze draagt nu de naam 'Hohebrüstung', maar vroeger heette hij 'Hexentrui'. 'Trui' betekent zoveel als 'Trieb', drift; daar worden ze naar buiten gedreven de vrije lucht in en ze moesten de nevels, die uit de top opstegen, beetgrijpen. Die top heette 'Deuwwand' (in modern Duits vertaald 'Teufelswand').
Hoofdstuk 37: Bergen met beruchte namen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[12] Meer noordelijk van de Deuwwand bevindt zich de 'Deudreispitz'; nog meer noordelijk de hoge Siebenwand, ook wel 'Hohle spitze' genoemd, waarvan wordt gezegd dat hij door de allerergste geesten bewoond werd.
Hoofdstuk 37: Bergen met beruchte namen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[13] Meer zuidelijk van de Hohe Stad! bevindt zich een zeer steile top met de naam: de 'Verdammte Bucht', later ook 'Sandrisz' genoemd. Nog zuidelijker, maar meer dal inwaarts, is de Teufelsgalgen en vandaar af meer zuidwestelijk het Böse Weib.
Hoofdstuk 37: Bergen met beruchte namen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] In de streek Karintië, niet ver van de Drau, bevindt zich een berg met de naam 'Hohe Staff. Deze berg overziet met zijn top het Drauwdal bijna vanaf de grens van Tirol tot aan Klagenfurt toe, dat wil zeggen tot in de nabijheid van deze stad; aan zijn voet ligt aan de zuidelijke kant de zogenaamde 'Weise See'. Hij is 8000 voet hoog en vanaf de top kan iedereen die hem heeft bestegen van het meest betoverende uitzicht genieten. Hij was eens berucht, omdat hij volgens de sage de voornaamste verzamelplaats van heksenmeesters was - natuurlijk volgens de verhalen van de nog levende landlieden, die deze berg aan alle kanten bewonen. Zijn uitlopers hebben de naam van hun vroegere roem als toverberg behouden. Zo heet een noordwaarts gerichte uitloper de 'Goldeck', een noord-west gerichte de 'Siflitz', een naar het westen gerichte 'Barenbuck' en een naar het zuiden gekeerde het 'Silberne Grab'. De loodrechte rots vanaf de hoge top noemt men de 'Hohe Freiung' en een enigszins onder deze liggende wand de 'Unterfreiung', terwijl het zadel tussen de hoge en de lage Staff vaak 'Hexen' - en vaak ook 'Teufelsritt' heet. Zo loopt ook vanaf dit zadel een kale stenen kloof, die de 'Rutschbrett des Teufels' wordt genoemd. Nog een andere kloof die naar het westen loopt, heet het 'Wilde G'jad'. Deze en nog meerdere dergelijke benamingen, die zich hierbij aansluiten, zoals een 'Hexensprung', 'Teufelsritt', 'Wehrwolfsnest' en nog meer andere, laten heel duidelijk zien, welke roep deze berg eens heeft gehad. Maar afgezien van deze namen van de verschillende kanten van de berg, is de naam 'Staff alleen al voldoende om te begrijpen dat het een belangrijke toverberg was.
Hoofdstuk 37: Bergen met beruchte namen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
...  1035 - 1036 - 1037 - 1038 - 1039 - 1040 - 1041 - 1042 - 1043 - 1044 - 1045 - 1046 - 1047 - 1048 - 1049 - 1050 - 1051 - 1052 - 1053 - 1054 - 1055 - 1056 - 1057 - 1058 - 1059 - 1060  ...