Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 106 van 215

...  94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119  ...
[17] Degene bij wie Ik zou komen en blijven, zou door Mij worden verzwolgen; want het vuur van Mijn liefde is te oneindig, dan dat een nog sterfelijk, slechts voor de onsterfelijkheid geschapen wezen in staat zou zijn het te verdragen. Maar indien iemand in vrijheid naar Mij toekomt, nadat Hij Mij tevoren in zijn hart gezocht heeft, heeft hij zich bestendig gemaakt en is ook sterk geworden, vandaar dat Ik hem niet meer zal verslinden, maar op zal nemen om Mijn oneindigheid voor eeuwig te aanschouwen en om eeuwig vrij te kunnen genieten van de uitvloeiselen van Mijn oneindige liefde en genade!
Hoofdstuk 142: Over de vrijheid van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En begeleid door vele zegeningen verliet Abedam terstond de heilige plaats en repte zich naar de zijnen, geheel beladen met de heerlijkste schatten uit de hemel. En hij ging vervuld van verheven gedachten en van liefde tot de Heer terug langs dezelfde weg waarover zij allen, komend van de avond, al eerder op zo'n buitengewoon wonderbaarlijke wijze waren gegaan en zie, precies op de plek waar zij allen hadden gerust en hij zich als enige metgezel aan Asmahaëls zijde bevond, kwam een flinke jongeman op hem af en vroeg hem:
Hoofdstuk 146: Abedams ontmoeting met de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[36] Zeg Me en oordeel: zijn wij niet als voor elkander gemaakt, - niet alsof ik al van eeuwigheid af aan er voor jou zou zijn en jou alleen voor Mijzelf zou hebben geschapen?"
Hoofdstuk 147: Abedams gesprek met Abedam, de onbekende - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[26] Zie dus in hoe dwaas je nog bent gebleven! Luister dan en neem er goede nota van: iedere kracht die in wat dan ook of waar dan ook of hoe dan ook werkt, is uit God als de oerbron van alle machten en krachten. God kan echter als God nimmer in Zijn oerwezen door een door Hem geschapen wezen worden gezien en begrepen; want degene die God zou willen zien, zou niet kunnen leven, want God is oneindig, maar ieder wezen is eindig. Hoe zou het eindige ooit het oneindige kunnen aanschouwen en begrijpen?!
Hoofdstuk 151: Seth zoekt het licht in het licht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] "Mijn geliefde vaderen en broeders, en ook Jij, mijn boven alles uit hoogst vereerde en innig geliefde naamgenoot! Het is al een oud gezegde onder ons, dat echt domme mensen en kinderen meestal de waarheid spreken; omdat ik stellig met alle recht bij voorkeur tot de eersten behoor en daar van oudsher al toe heb behoord, ben ik immers als geschapen voor een prediker! Op grond hiervan zeg ik tegen jullie allen en beken ik openhartig dat ik de gelukkigste van jullie allemaal ben, dat wil zeggen op mijn lieve naamgenoot na.
Hoofdstuk 152: Over de eenvoud. Het wonder van Gods liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Als ik een steen in mijn hand neem en deze dertig manslengten van mij afslinger, maar een sterker en vaardiger iemand slingert hem honderd manslengten van zich af - zeg me, wie zal zich daarover verbazen?! En toch is zoiets een even groot wonder als wanneer Abedam in plaats van dit eenvoudige licht door een machtig 'Er zij!' een tweede zon ter verlichting van de nacht zou hebben geschapen!
Hoofdstuk 152: Over de eenvoud. Het wonder van Gods liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Ja, indien iemand in staat zou zijn met één woord vanuit niets anders dan de menselijke zwakheid een met sterren bedekte hemel te voorschijn te roepen, waarlijk, daarover zou ik mij hogelijk kunnen verbazen; maar omdat alleen Gods kracht tot zoiets in staat is, verbaas ik mij daarover weer in het geheel niet!
Hoofdstuk 152: Over de eenvoud. Het wonder van Gods liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Waarlijk, Ik zeg jullie: degene die zegt: 'Ik heb God en mijn broeders lief!', maar als hij iets voor zijn broeders heeft en het niet zodanig met hen deelt dat slechts het kleinste deel voor hem overblijft, die is nog vervuld van eigenliefde en is de Vader niet waardig! Als iemand tien broeders had en hij was in het bezit van twaalf appels, dan zou hij elf appels aan zijn broeders moeten geven en voor zichzelf slechts de helft van de twaalfde behouden, de andere helft zou hij nog voor zijn broeders moeten bewaren, dan zou hij een waar kind zijn van de Vader in de hemel en Hem waardig!
Hoofdstuk 154: Over de ware naastenliefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Het is voor jezelf beter, dat je uit liefde tot je broeders de armste onder hen bent in plaats van de rijkste; want als je je gaven met hen hebt gedeeld en er is nog een gedeelte voor je overgebleven, dan heb je nog voor jezelf gezorgd en eerbiedigt niet de zorg van je Vader in de hemel. Maar heb je uit ware naastenliefde voor je broeders alles aan je broeders weggegeven en hield je niets voor jezelf achter, dan heb je jezelf geheel vrij gemaakt en hebt alle zorg voor jezelf aan de Vader in de hemel overgelaten; zal deze machtige, uitermate goede, heilige Vader zo'n kind gebrek laten lijden?!
Hoofdstuk 154: Over de ware naastenliefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Willen jullie dus waardige, goedverzorgde kinderen van de ene heilige Vader in de hemel zijn, leef dan aldus als broeders en zusters met elkaar! Als je zo met elkaar zult leven, zal de heilige Vader ook te midden van jullie leven en wonen en zal voor jullie allemaal zorgen, - maar waar dat niet gebeurt, zal al spoedig iedereen in de oude vloek terugvallen en in het zweet van zijn aanschijn een zeer hard stuk brood moeten zoeken te midden van doornen en distels!
Hoofdstuk 154: Over de ware naastenliefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Jullie moeten je aldus tegenover elkaar gedragen: indien je broeder iets voor je heeft gedaan, laat hem dan niet vertrekken zonder een goede beloning; maar heb jij je broeder een dienst bewezen, dan moet het zelfs niet in je dromen opkomen dat je broeder je iets verschuldigd zou zijn, maar laat je eigen broederliefde jouw grootste beloning zijn. Dat zal jouw Vader in de hemel met welgevallen aanzien. Maar als de liefde van je broeder hem noopt je een beloning te geven, neem deze dan niet als zodanig aan, maar als een liefdesgave van je broeder en dank hem en kus hem daarvoor; want je moet iedere gave als een zuiver geschenk beschouwen, dan zul je een echte broeder voor je broeders zijn en de heilige Vader zal eeuwig een groot welgevallen hebben aan zulke kinderen! Amen."
Hoofdstuk 154: Over de ware naastenliefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Waarlijk, met zo'n denkbeeld over Mijn macht zou juist door een dergelijke macht van Mij zelfs nooit iets zijn geschapen!
Hoofdstuk 158: De vreze Gods en de liefde tot God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[41] Zoals evenwel het zaad in de aarde verrot en de levende kiem van de liefde voortbrengt, die dan opgroeit en levende vruchten brengt, evenzo zal ook de liefde, deze heilige kiem van het eeuwige leven, uit de vrees voortkomen. De vrees, het oude, zal vergaan; maar juist uit dit vergaan in de goede aarde van Mijn liefde voor jullie, zal een verbazingwekkende vrucht oprijzen, een boom des levens, onder wiens takken dan zelfs de bewoners van de hemel hun woningen zullen bouwen. Neem daar goede nota van!
Hoofdstuk 158: De vreze Gods en de liefde tot God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Hemel en aarde en dus ook alle elementen zet U ter wille van ons zichtbaar in de meest verbazingwekkende beweging en U laat zelfs door de ontstellende donder Uw grote liefde en erbarmen aan onze dove oren prediken; en door de meest felle, krakende bliksem wekt U onze in diepe doodsslaap verzonken ogen, opdat zij de werken van Uw oneindige Vaderliefde zullen aanschouwen, ja opdat zij U, Uzelf, zullen aanschouwen, o heilige Vader!
Hoofdstuk 161: Seths woord van dank - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] O Gij goede Vader! Mijn hart, breid je nu wijd uit, ja breid je verder uit dan de zichtbare hemel! En jij, opnieuw ontwaakte, heilige vlam van de ware liefde, vul mijn wijd uitgedijde hart van onder tot boven, opdat ik toch eindelijk in staat ben U, 0 heilige Vader, vanuit al mijn krachten, ja boven al mijn krachten uit lief te hebben!
Hoofdstuk 161: Seths woord van dank - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  94 - 95 - 96 - 97 - 98 - 99 - 100 - 101 - 102 - 103 - 104 - 105 - 106 - 107 - 108 - 109 - 110 - 111 - 112 - 113 - 114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119  ...