Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 1052 van 1088

...  1040 - 1041 - 1042 - 1043 - 1044 - 1045 - 1046 - 1047 - 1048 - 1049 - 1050 - 1051 - 1052 - 1053 - 1054 - 1055 - 1056 - 1057 - 1058 - 1059 - 1060 - 1061 - 1062 - 1063 - 1064 - 1065  ...
[2] Voorbeelden daarvan zijn in grote hoeveelheid op en in de aarde te vinden. Kijk maar naar de verschillende metaalsoorten en de verschillende planten en dieren, dan heeft men dadelijk voorbeelden te over en kan men zien tot welke zeldzame modellen de ziele compendia zich kunnen vormen.
Hoofdstuk 53: De ziel van Satana - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Nog opvallender blijkt deze deelbaarheid in de geestelijke wereld uit talloze zeer zeldzame verschijnselen. Een ziel wier levenswandel op aarde veel te wensen overliet, of wier gedrag niet in stralende paragrafen van het levens boek staat geschreven of niet in alle opzichten door het evangelie werd bepaald, verschijnt in de geestelijke wereld onvermijdelijk in de meest verschillende gestalten, die tot de afschuwelijkste diergestalten terug te voeren zijn. De reden daarvan is dat de ziel door het aardse leven een hoeveelheid specifica, die nodig waren voor haar vorming, verkwist heeft. Deze zijn, nadat de ziel van het lichaam gescheiden is, niet meer aanwezig en daarom is de gedaante van de ziel buiten haar lichaam dan zeer onvolkomen. Ook hebben veel zielen sterke zinnelijke neigingen en krijgen daardoor een overmaat van de voor hun wezen niet meer deugdelijke specifica. Zulke zielen krijgen dan in de geestelijke wereld, zodra ze zich buiten hun lichaam bevinden, heel veel van de zeldzaamste en gruwelijkste uitwassen. De koppigen bijvoorbeeld, want koppigheid is namelijk nog een dierlijke eigenschap, krijgen al naar gelang van de mate van hun koppigheid geweien en horens. Ontuchtigen die zich alleen maar met de vrouwelijke geslachtsdelen bezighouden, zitten vol met vrouwelijke geslachtsdelen en ook omgekeerd het vrouwelijke geslacht vol met mannelijke geslachtsdelen.
Hoofdstuk 53: De ziel van Satana - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[16] Leg een tarwekorrel en een eikel in de aarde en vraag je dan af welk zaad er eerder vrucht zal dragen! De tarwe zal in enkele maanden weer een tarwekorrel voortbrengen; bij de eik zullen vele jaren nodig zijn. Infusiediertjes kunnen in een minuut enige honderden generaties beleven, de olifant heeft twee jaar nodig voor hij een jong ter wereld brengt en tot hij volwassen wordt duurt het wel zo'n twintig jaar. Kijk dan eens naar het verschil tussen de infusiediertjes en de olifant; hoeveel generaties infusoriën zouden er wel in één olifantengeneratie gaan?
Hoofdstuk 53: De ziel van Satana - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Hij verkeert ook werkelijk in de waan dat hij hierdoor zijn gevangen ziel al bijna helemaal bevrijd heeft. Daarom drijft hij voortdurend de psychische specifica uit het binnenste der aarde naar buiten. Dat deze specifica hier dan echter door machtiger geesten opgevangen en tot nieuwe volkomen mensengestalten voorbestemd worden, daar weet hij weinig of niets van af.
Hoofdstuk 54: De wet van de zieledeling - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] Het helse van deze specifica is aan de vele wezens die aan de mens voorafgaan duidelijk te zien. Kijk naar het giftige wezen van bijna alle metalen, het gif van de planten en dan het gif van de dieren, hun grote woede, vooral van de wilde dieren en de vreselijke sluwheid en arglist van de giftige slangen - en het hels boze in deze wezens zal je niet ontgaan. Ja, zelfs in de mensen uit zich het kwaad, dit zuiver helse, vaak nog in zo'n hoge mate, dat tussen sommige mensen en de vorst der duisternis niet zelden weinig of helemaal geen verschil te zien is.
Hoofdstuk 54: De wet van de zieledeling - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] Het zou niemand helpen om te bepalen wanneer dat gebeurt. Want op deze natuurlijke aarde zal wel geen mens het beleven en in de geestelijke wereld zal het iedere volkomen geest wel heel weinig interesseren, wat er met het afval gebeurd is. Net zomin als op aarde op miljoen mensen er nauwelijks één zal zijn die angstig en treurend zou informeren naar zijn uitwerpselen van dertig jaar geleden. Deze afval zou nog beter zijn dan die andere.
Hoofdstuk 55: De teruggeleiding en verlossing van Satana - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[14] Zo ook slangen en de adders; als ze honger hebben grijpen ze alles wat ze zien. Ook een naar beneden vallende steen ontziet niets; met dode blinde woede verplettert hij alles wat hem in de weg staat.
Hoofdstuk 55: De teruggeleiding en verlossing van Satana - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[12] Het nader leren kennen van dit wezen zou heel verderfelijk zijn. Van zijn onverbiddelijkheid en zijn afschuwelijke wrede boosaardigheid kan men zich wel een zeer vaag schaduwbeeld vormen door sommige verschijnselen op aarde. Kijk eens naar de zeer giftige planten uit de tropische landen. Hoe huiveringwekkend is hun werking, niemand kan er dicht bij komen om zo'n plant te vernietigen. Want wie maar enkele ogenblikken dicht bij zo'n boom of plant komt, valt dadelijk dood neer. En toch heeft zo'n plant maar een oneindig klein specificum in zich, dat uit de nabijheid van de verblijfplaats van deze boze geest naar de oppervlakte opstijgt en in de ordening van zo'n boom naar binnen dringt. Bij het zien van zo' n gewas dat buiten zichzelf geen leven duldt, kan iedereen zich een begrip vormen, hoe het boze van de satan, hoewel in de kleinste omhulde potentie, er uitziet.
Hoofdstuk 55: De teruggeleiding en verlossing van Satana - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] Men moet dat niet op deze manier begrijpen, alsof zulke geesten letterlijk in een school van de Satan werden opgeleid, maar ze vormden zichzelf door middel van die specifica, die ze uit de band met deze geest in zich hebben opgenomen. Deze geesten heten, omdat ze ook het aards boze in zich hebben wel 'duivels' of wel 'leerlingen van de Satan', maar onderscheiden zich in hoge mate van hem. Bij hen is alleen maar wat tot de ziel behoort homogeen met de boze geest, maar hun geest is, hoewel stevig gevangen, toch zuiver, terwijl de geest van Satan het eigenlijke kwade is. Daarom zal en kan het gebeuren, dat alle duivels nog gered worden voordat Satan in zichzelf wordt genoodzaakt de grote reis naar zijn eeuwige val te ondernemen.
Hoofdstuk 56: Wezen en naam van Satana - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Wie zal echter zo dwaas zijn om de schone was naar de wasvrouw te brengen? Iedereen bestelt de wasvrouw voor de vuile was; deze schoon te maken is volgens orde en plicht.
Hoofdstuk 57: Het belang Van het onderscheiden van het kwaad - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] Het zou een domme dwaze leer zijn, als men aan een of andere menselijke groepering een gebod gaf om alleen maar voortdurend het goede naar voren te brengen en dat bovenmatig te prijzen; maar over het kwaad zou men nooit moeten nadenken en het zelfs niet afkeuren. Het goede hoeft noch opgehemeld, noch geloofd te worden, het verheft en prijst zichzelf. Wel heel noodzakelijk is het, dat elk mens op zijn slechte gedachten en begeerten en werken jacht maakt en deze als gevaarlijk wild abrupt neervelt in het wereldse woud van de ordeloosheid, opdat in hem de spreuk wordt bewaarheid: 'En als je alles hebt gedaan, beken dan dat je onnutte knechten bent!'
Hoofdstuk 57: Het belang Van het onderscheiden van het kwaad - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[9] Maar daarna verloopt de zaak niet meer volgens het plan van de gebieder; want zodra de ziel het vlees verlaat - of ze nu goed is of slecht - wordt ze dadelijk door engelen in ontvangst genomen. De verdorven jager wordt echter gevoelig getuchtigd en moederziel alleen naar zijn heer en gebieder terugverwezen, waar dan weer een zeer sterke tuchtiging plaatsvindt; en een dergelijke geest, die zo onhandig is opgetreden, wordt dan niet zo maar weer in het jachtgebied gestuurd.
Hoofdstuk 58: Spoken en bezetenheid - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] De Satan, die al een groot aantal zeer slechte aanhangers heeft, stuurt zijn handlangers op bepaalde tijden onder de mensen, met de opdracht om iedereen te vangen, die maar te vangen is en geen middel onbeproefd te laten, om een of andere ziel voor de hof staat van de vorst van alle verdorvenheid en leugen te vangen. Met zo'n opdracht begeven de slechte handlangers zich dan op allerlei sluipwegen naar de bovenwereld; ze weten hun kwade bedoelingen daar zo goed als maar mogelijk is te camoufleren, zodat geen betere geest die ze eventueel tegenkomen, argwaan tegen hen zal krijgen. Wordt er rekenschap van hen verlangd, dan geven ze altijd een respectabele reden op en smeken de wachters, die meer macht hebben dan zij, ze naar boven te laten gaan, zodat ze meer ervaring zullen krijgen en gelegenheid hebben veel vroegere fouten goed te maken, zich te verbeteren en dan langzamerhand in het ware levenslicht binnen te gaan.
Hoofdstuk 58: Spoken en bezetenheid - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Wat doen nu zulke boze spitsboeven als ze in de bovenwereld aankomen? Ze grijpen werkelijk alle mogelijke middelen aan om hun geheime voornemens ten gunste van het hof van Satan te realiseren. Enkelen, die in het gunstigste geval van mensen afstammen, die vroeger in hun leven op aarde hoogmoedige en rijke grondbezitters waren, gaan naar hun afschuwelijke burchten die hier en daar nog te vinden zijn, spoken daar rond en willen de mensen erop wijzen dat in zo'n burcht nog een of andere schat begraven ligt. Zijn tengevolge van zulke spookverschijnselen een paar domme mensen werkelijk hierop opmerkzaam gemaakt, dan beginnen ze ook al gauw de boze geest die rondspookt, door allerlei magische tekenen, instrumenten en formules te bezweren, met de bedoeling dat hij hun zal wijzen waar de schat begraven ligt en hoe en waar men moet graven om hem te vinden.
Hoofdstuk 58: Spoken en bezetenheid - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] Als dan zo' n kwaadaardige bewoner van het oude kasteel weldra merkt, dat hij de mensen door zulke loze spookverschijnselen heeft aangetrokken, dan is hij de bezweerders vaak terwille en toont hun door allerlei verschijnselen aan, waar zo' n schat is begraven; en dan gaan de mensen graven en vinden meestal niets, waardoor ze echter vaak niet wijzer worden, maar hun werk met nog grotere ijver voortzetten. Bij zulke gelegenheden gebeurt het dan, dat zo’n helse makker als een tijgerkat een prooi uitzoekt, die beetpakt en zich op alle mogelijke manier in zijn vlees indringt, wat het gemakkelijkst gebeurt via tot zich genomen spijzen of dranken, vooral als zulke naar schatten hunkerende werkers hun spijzen of dranken niet eerst in Mijn naam zegenen. Heeft zo'n boze spookgeest zijn doel bereikt, dan is gewoonlijk ook het spoken in zo'n oud kasteel afgelopen.
Hoofdstuk 58: Spoken en bezetenheid - Jakob Lorber - Aarde en Maan
...  1040 - 1041 - 1042 - 1043 - 1044 - 1045 - 1046 - 1047 - 1048 - 1049 - 1050 - 1051 - 1052 - 1053 - 1054 - 1055 - 1056 - 1057 - 1058 - 1059 - 1060 - 1061 - 1062 - 1063 - 1064 - 1065  ...