17481 resultaten - Pagina 1054 van 1166
... 1042 - 1043 - 1044 - 1045 - 1046 - 1047 - 1048 - 1049 - 1050 - 1051 - 1052 - 1053 - 1054 - 1055 - 1056 - 1057 - 1058 - 1059 - 1060 - 1061 - 1062 - 1063 - 1064 - 1065 - 1066 - 1067 ...
[15] Cado zegt: 'Mijn beste vrienden, jullie woorden zijn mij uit het hart gegrepen! Dat moet ook Christus als Heer der oneindigheid diep hebben gevoeld, omdat Hij zo vaak tegen klederpracht heeft geijverd. Hij draagt immers ook hier in het rijk van het licht een allereenvoudigst kleed. Ikzelf ben de grootste vijand van iedere vorm van klederpracht, of ze nu op aarde materieel, of hier in het rijk van de geest geestelijk is. Daarom geef ik jullie volkomen gelijk dat jullie je prachtige hemelsgewaad, dat hier niet op zijn plaats is, verafschuwen. Heeft het nu in jullie ogen geen waarde, dan is alles goed en wel. In mijn ogen heeft zelfs zo'n hemelse opschik nooit enige waarde gehad! Maar wat zullen we nu beginnen zolang de poort nog niet open is? Zullen we beginnen te vragen, te zoeken en te kloppen?'Hoofdstuk 41: Vertrek naar de zaal der voleinding. Robert en Helena, gevolgd door Cado, voor de gesloten hemelpoort. Minerva verschijnt weer ten tonele. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] Robert zegt: 'Eerlijk gezegd zou ook mij een ander gewaad honderd keer liever zijn! Ik vind mezelf nu in dit goddelijke sterrengewaad net een gefopte hemelse ezel. Bij God, een leren broek en een jasje van het grofste laken zouden me liever zijn! Ik heb mij in mijn hele aardse en geestelijke leven nooit zo geschaamd als deze keer in dit ellendige hemelsgewaad. Kon ik het maar ruilen voor een ander!' Helena zegt: 'Ik zou het mijne weggeven voor de vuilste keukenschort, want er is niets zo erbarmelijk als een koningsgewaad te dragen in een weiland voor varkenshoeders. '
Hoofdstuk 41: Vertrek naar de zaal der voleinding. Robert en Helena, gevolgd door Cado, voor de gesloten hemelpoort. Minerva verschijnt weer ten tonele. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Cado zegt: 'Beste vriend, mijn medewerking zal je weinig zegen brengen; wat aan een God is voorbehouden is niet voor een ezel weggelegd! Jij bent geroepen en uitverkoren, ik niet eens geroepen, maar ik zal je desondanks de gevraagde hulp bieden. Je weet immers dat alleen zij het hemelrijk zullen bezitten, die het met geweld naar zich toetrekken! Laten we dus in Gods naam beginnen!'
Hoofdstuk 41: Vertrek naar de zaal der voleinding. Robert en Helena, gevolgd door Cado, voor de gesloten hemelpoort. Minerva verschijnt weer ten tonele. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Robert-Uraniël zegt: 'Beste vriend, jij alleen bent zo vriendelijk geweest ons te begeleiden. Jij hebt ook de opdracht van de Heer aan mij vernomen, waarin ik verzocht werd met mijn vrouw hierheen te gaan en deze poort te openen, maar al onze nog zo krachtige pogingen met deze poort mislukten! Daarom wil ik je hierbij vragen om met mij nog een derde poging te wagen. Misschien lukt het ons gedrieën om deze reusachtige hemelpoort toch te openen. Lukt het echter niet, dan moet de Heer maar met ons doen wat Hem behaagt!'
Hoofdstuk 41: Vertrek naar de zaal der voleinding. Robert en Helena, gevolgd door Cado, voor de gesloten hemelpoort. Minerva verschijnt weer ten tonele. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Jullie verzoek was echter toch terecht, want het werd jullie zo ingegeven, maar Mijn handelen was jullie allang vooruit! Maar nu komt Robert-Uraniël met zijn scharen. Wees daarom allemaal bereid om verder te trekken, want dat is noodzakelijk!'
Hoofdstuk 40: De heilbede van de aartsvaders. Antwoord van de Heer. Voorbereidingen voor de wederkomst van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Allen volgen Mijn wil nu snel op. Robert-Uraniël komt en zegt: 'Heer en Vader, alles is geordend volgens Uw wil en Uw heilige orde!'
Hoofdstuk 41: Vertrek naar de zaal der voleinding. Robert en Helena, gevolgd door Cado, voor de gesloten hemelpoort. Minerva verschijnt weer ten tonele. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] Hierop zegt Helena: 'Vrienden, er is werkelijk veel voor nodig om in het hemelrijk van God binnen te kunnen gaan! Mij stoort hier niets zozeer als dit prachtige stralenkleed. Als ik een heel gewone boerenjurk zou hebben, dan zou deze geweigerde entree in het eigenlijke hemelrijk mij veel minder hinderen. Werkelijk, door deze geschiedenis zou men behoorlijk boos kunnen worden op de Heer! Eerst melk en honing van de beste kwaliteit en vervolgens een bittere druppel; en in plaats van hemelbrood, dat men al echt in overdaad heeft genoten, komt nu havermoutpap! Eet smakelijk, dat zal me een eigenaardige hemelse zoetigheid worden! Werd ik, zottin, maar eerst van dit domme kleed verlost, want nu begint het mij echt ontzettend te hinderen. Bevalt jou, mijn lieve Robert, je uraniaanse sterrengewaad nog steeds?'
Hoofdstuk 41: Vertrek naar de zaal der voleinding. Robert en Helena, gevolgd door Cado, voor de gesloten hemelpoort. Minerva verschijnt weer ten tonele. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Robert-Uraniël krabt zich achter de oren en Cado zegt: 'Ik heb je immers gezegd dat het niet zou gaan! Want ik weet dat deze geestelijke zaken heel wat hardnekkiger zijn dan de aardse. Een berg op aarde laat zich gemakkelijker verplaatsen dan zo'n geestenpoort zich laat openen! Ik zou hier aanraden het verdere verloop af te wachten. Het kan niet de bedoeling zijn God de Heer aanhoudend lastig te vallen. Er is ons bijgevolg een plaats aangewezen, waar wij zo lang moeten verblijven tot deze hemelpoort ons door hogere machten wordt opengedaan. Wat we echter zouden kunnen doen, is ons te houden aan de evangelische raad: 'zoekt en gij zult vinden; vraagt en u zal worden gegeven en klopt en er zal worden opengedaan!' Wie weet of de poort dan niet reeds voor ons open zou staan. Wat denk jij, vriend, van deze zaak?'
Hoofdstuk 41: Vertrek naar de zaal der voleinding. Robert en Helena, gevolgd door Cado, voor de gesloten hemelpoort. Minerva verschijnt weer ten tonele. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Robert neemt nu weer de gouden sleutel ter hand en draait hem naar alle kanten, terwijl Helena krachtig tegen de beide vleugels duwt. Deze pogingen gaan nog een hele tijd door, maar zonder resultaat. Als beiden al wat vermoeid zijn, zegt Helena: 'Weet je, mijn lieve Robert Uraniël, niemand kan zich verplicht voelen tot een daad die zijn macht te boven gaat. Wij hebben reeds al onze krachten aangewend, maar deze hemelpoort laat zich volstrekt niet openen, wat toch nauwelijks onze schuld kan zijn. Dan blijft ze maar in naam van de Heer gesloten! Maar we zouden toch vriend Cado om hulp kunnen vragen, misschien weet hij er beter mee om te gaan dan wij beiden.' Robert-Uraniël zegt: 'Je hebt gelijk, dat zal ik meteen doen!'
Hoofdstuk 41: Vertrek naar de zaal der voleinding. Robert en Helena, gevolgd door Cado, voor de gesloten hemelpoort. Minerva verschijnt weer ten tonele. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Daarop wordt Robert een beetje bang en zegt tegen Helena: 'Kijk, mijn lieve vrouw, ik moet je eerlijk bekennen dat ik me weer eens heel vreemd voel, zoals iemand die helemaal verlaten is door zijn vroegere helpers in de nood. Kijk eens achterom of jijzelf in de verte iemand kunt ontdekken. Behalve vriend Cado, die ons heel stil gevolgd is, ontdek ik geen ziel en geen geest!' Helena zegt: 'Werkelijk eigenaardig; behalve Cado zie ook ik niemand en de poort is niet open te krijgen. Toch heeft de Heer Zelf ons hiernaartoe gestuurd. Probeer nog eens de deur te openen, ik zal je helpen, misschien zal het dan gaan.'
Hoofdstuk 41: Vertrek naar de zaal der voleinding. Robert en Helena, gevolgd door Cado, voor de gesloten hemelpoort. Minerva verschijnt weer ten tonele. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Ik zeg: 'Laten we dan in oostelijke richting gaan, waar je op een ogenschijnlijk grote afstand twee machtige zuilen ziet. Daar is de vierde grote zaal der voleinding, waar de eigenlijke hemel pas begint. Neem je vrouw nu met je mee, opdat je vanuit Mijn bijzondere liefde volkomen binnen mag gaan in het rijk van jouw liefde en inzicht!'
Hoofdstuk 41: Vertrek naar de zaal der voleinding. Robert en Helena, gevolgd door Cado, voor de gesloten hemelpoort. Minerva verschijnt weer ten tonele. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Wanneer Ik echter naar de aarde kom, kan Ik alleen maar naar de armen komen. Dan pas is er op aarde een juiste vereffening van al het heerszuchtige streven mogelijk en daarnaast ook Mijn tegemoet snellen naar de verlorenen.
Hoofdstuk 40: De heilbede van de aartsvaders. Antwoord van de Heer. Voorbereidingen voor de wederkomst van de Heer. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Nu maakt Robert een diepe buiging voor Mij en begint meteen aan zijn reis. Hij wandelt welgemoed met zijn Helena, die hem onderweg vraagt hoe het hem hier in het rijk Gods eigenlijk voorkomt en of hij zich er al helemaal thuis voelt. Robert-Uraniël zegt daarop: 'Soms komt het me heel vreemd voor, vooral als de Heer zich niet naast mij bevindt, maar als de Heer zichtbaar in mijn nabijheid verblijft, voel ik me weer helemaal thuis. Alleen bevreemden mij al die verschijnselen nog steeds, al begrijp ik ze heel goed, ook omdat ze vaak zo totaal onverwacht optreden. Maar daaraan ben ik ook al gewend geraakt. Daar heb je de poort al, maar hij is gesloten! Wat nu?'
Hoofdstuk 41: Vertrek naar de zaal der voleinding. Robert en Helena, gevolgd door Cado, voor de gesloten hemelpoort. Minerva verschijnt weer ten tonele. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Daarop zeg Ik: 'Amen! Je hebt goed, waar en wijs gesproken voor Mijn aangezicht; en zo zij het, zoals jij nu hebt gesproken voor Mij!'
Hoofdstuk 39: Cypriaan bij de heer. De beste dank. De manier waarop de Heer leiding geeft. De naar het gericht leidende wegen van Rome. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Cypriaan zegt: 'Mijn God en Heer, U bent al te genadig en barmhartig, als U de pure gedachten van ons hart wilt beschouwen als iets dat U welgevallig is! U ordent alle dingen juist en leidt Uw kinderen op de goede weg, zodat ze nooit kunnen verdwalen. Mijn hart klopte tijdens mijn leven in grote droefenis, maar U liet niet toe dat het in zijn nacht verstarde en daardoor niet meer in staat zou zijn geweest om uit liefde voor U te kloppen. U alleen zij daarom eeuwig alle aanbidding en al onze liefde.
Hoofdstuk 39: Cypriaan bij de heer. De beste dank. De manier waarop de Heer leiding geeft. De naar het gericht leidende wegen van Rome. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)