Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 1054 van 1112

...  1042 - 1043 - 1044 - 1045 - 1046 - 1047 - 1048 - 1049 - 1050 - 1051 - 1052 - 1053 - 1054 - 1055 - 1056 - 1057 - 1058 - 1059 - 1060 - 1061 - 1062 - 1063 - 1064 - 1065 - 1066 - 1067  ...
[4] Zo'n deling van de ziel vond ook plaats bij de schepping van het eerste mensenpaar, toen uit één ziel twee ontstonden. Want er wordt niet gezegd dat de Schepper ook Eva een levende adem in haar neusgaten blies, maar Eva kwam met lijf en ziel uit Adam voort; en in deze tweede ziel werd ook een onsterfelijke geest gelegd en zo kwamen uit één mens en uit één ziel twee en waren toch één vlees en één ziel. Zo' n deling van de ziel kan men ook bij kinderen en ouders gemakkelijk herkennen; want dat de ziel van de kinderen ook gedeeltelijk uit de ziel van de ouders is genomen, bewijst de fysiognomische gelijkenis van de kinderen met de ouders. Wat daarin vreemdsoortig is, blijft vreemdsoortig en lijkt fysiognomisch niet op de verwekkers. Wat echter van deze afkomstig is, dat is duidelijk te zien aan de gelijkenis met de ouders en de ouders herkennen hun kinderen hierdoor. Uit deze aangehaalde voorbeelden laat zich de deelbaarheid van de ziel gemakkelijk herkennen en begrijpen.
Hoofdstuk 53: De ziel van Satana - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Nog opvallender blijkt deze deelbaarheid in de geestelijke wereld uit talloze zeer zeldzame verschijnselen. Een ziel wier levenswandel op aarde veel te wensen overliet, of wier gedrag niet in stralende paragrafen van het levens boek staat geschreven of niet in alle opzichten door het evangelie werd bepaald, verschijnt in de geestelijke wereld onvermijdelijk in de meest verschillende gestalten, die tot de afschuwelijkste diergestalten terug te voeren zijn. De reden daarvan is dat de ziel door het aardse leven een hoeveelheid specifica, die nodig waren voor haar vorming, verkwist heeft. Deze zijn, nadat de ziel van het lichaam gescheiden is, niet meer aanwezig en daarom is de gedaante van de ziel buiten haar lichaam dan zeer onvolkomen. Ook hebben veel zielen sterke zinnelijke neigingen en krijgen daardoor een overmaat van de voor hun wezen niet meer deugdelijke specifica. Zulke zielen krijgen dan in de geestelijke wereld, zodra ze zich buiten hun lichaam bevinden, heel veel van de zeldzaamste en gruwelijkste uitwassen. De koppigen bijvoorbeeld, want koppigheid is namelijk nog een dierlijke eigenschap, krijgen al naar gelang van de mate van hun koppigheid geweien en horens. Ontuchtigen die zich alleen maar met de vrouwelijke geslachtsdelen bezighouden, zitten vol met vrouwelijke geslachtsdelen en ook omgekeerd het vrouwelijke geslacht vol met mannelijke geslachtsdelen.
Hoofdstuk 53: De ziel van Satana - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[13] Ook door het zien van een tijger kan men hierover inzicht krijgen. Dit dier heeft eveneens slechts een aeonste deel van een specificum uit de psychisch specifieke nabijheid van de verblijfplaats van deze meest boze geest in zich en dit specificum is voldoende om dit dier tot het wreedste van alle viervoeters te maken. Dit dier is sluw, kent geen vrees en ontziet niets wat op zijn weg komt.
Hoofdstuk 55: De teruggeleiding en verlossing van Satana - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[11] De zetel van deze boze geest is het eigenlijk vaste middelpunt, waar alles druk op uitoefent, opdat hij zich niet teveel zal bewegen en het wezen van de aarde niet zal verstoren; want als men hem maar een beetje ruimte zou toelaten, zou het in één ogenblik niet alleen met deze aarde, maar met de hele zichtbare schepping gedaan zijn. Want er woont een geweldige kracht in hem, die alleen door de sterkste banden kan worden bedwongen en die Ik alleen kan smeden, daar Ik de Heer ben. Maar al is hij nog zo sterk gebonden, toch laat hij nooit na zijn aartsboosheid in de opstijgende specifica te blazen en deze ademtocht van zijn wil is nog machtig genoeg om de dood in alle zielespecifica in te planten, welke dood nog in alle aardse creaturen te vinden is; want al het organische kan vernietigd worden en alle materie is in staat de dood en de vernietiging te bewerkstelligen. Dit alles is afkomstig van de adem van de wil van de boze, wiens innerlijke boosheid zo onbegrijpelijk verschrikkelijk is, dat men zich daarvan nooit het minste begrip zal kunnen maken. Want het kleinste beetje begrip van het eigenlijke boze van deze geest, zou op zichzelf zo dodelijk zijn, dat geen mens het zich zou kunnen voorstellen en in leven blijven. En zou Ik alleen maar een korte beschrijving van het eigenlijke boze van deze geest geven, dan zou dat jullie dadelijk doden. Alles wat jullie al gehoord hebben over deze geest zijn maar zeer zwakke en ver verwijderde schaduwbeelden en ze zijn aan alle kanten door Mijn beschermende genade omgeven en zijn voldoende voor jullie om zijn bestaan te vermoeden.
Hoofdstuk 55: De teruggeleiding en verlossing van Satana - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[12] Het nader leren kennen van dit wezen zou heel verderfelijk zijn. Van zijn onverbiddelijkheid en zijn afschuwelijke wrede boosaardigheid kan men zich wel een zeer vaag schaduwbeeld vormen door sommige verschijnselen op aarde. Kijk eens naar de zeer giftige planten uit de tropische landen. Hoe huiveringwekkend is hun werking, niemand kan er dicht bij komen om zo'n plant te vernietigen. Want wie maar enkele ogenblikken dicht bij zo'n boom of plant komt, valt dadelijk dood neer. En toch heeft zo'n plant maar een oneindig klein specificum in zich, dat uit de nabijheid van de verblijfplaats van deze boze geest naar de oppervlakte opstijgt en in de ordening van zo'n boom naar binnen dringt. Bij het zien van zo' n gewas dat buiten zichzelf geen leven duldt, kan iedereen zich een begrip vormen, hoe het boze van de satan, hoewel in de kleinste omhulde potentie, er uitziet.
Hoofdstuk 55: De teruggeleiding en verlossing van Satana - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] Maar zoals men weet: omdat deze geest de eindeloos grootse roeping had een tweede God naast Mij te zijn, moest hij ook een daarmee overeenstemmende vrijheidsproef afleggen, die hij echter niet heeft doorstaan, omdat Hij zich boven de Godheid wilde verheffen en deze aan zich wilde onderwerpen.
Hoofdstuk 56: Wezen en naam van Satana - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] In deze positie heet deze geest dan niet meer' Satana', maar omdat hij zich in zekere mate zelfheeft losgemaakt uit de eeuwige goddelijke ordening, heet hij 'Satan' hetgeen zoveel wil zeggen als gelijke pool met de Godheid. Maar men weet dat gelijke polariteiten elkaar nooit aantrekken maar altijd afstoten. Daarin ligt ook de oorzaak, dat dit wezen ook het verst van de Godheid verwijderd is en de grootste tegenstelling met Hem vormt en daarin ligt ook zijn aards boosheid. Nu weet men, waarom deze geest dus 'Satan' wordt genoemd.
Hoofdstuk 56: Wezen en naam van Satana - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] Men moet dat niet op deze manier begrijpen, alsof zulke geesten letterlijk in een school van de Satan werden opgeleid, maar ze vormden zichzelf door middel van die specifica, die ze uit de band met deze geest in zich hebben opgenomen. Deze geesten heten, omdat ze ook het aards boze in zich hebben wel 'duivels' of wel 'leerlingen van de Satan', maar onderscheiden zich in hoge mate van hem. Bij hen is alleen maar wat tot de ziel behoort homogeen met de boze geest, maar hun geest is, hoewel stevig gevangen, toch zuiver, terwijl de geest van Satan het eigenlijke kwade is. Daarom zal en kan het gebeuren, dat alle duivels nog gered worden voordat Satan in zichzelf wordt genoodzaakt de grote reis naar zijn eeuwige val te ondernemen.
Hoofdstuk 56: Wezen en naam van Satana - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Een strijd om de rangorde was dus het eerste, wat deze geest tegen de Godheid heeft misdreven. Daar de Godheid er niet in kon toestemmen hem de voorrang te verlenen en Zich volledig aan hem te onderwerpen, ontbrandde hij in zijn woede en wilde de Godheid letterlijk vernietigen; aan kracht daartoe had het hem werkelijk niet ontbroken, als God in Zijn eeuwige wijsheid deze muiter niet te rechter tijd geheel en al stevig had gevangen. Het klinkt wel wat raadselachtig, dat er in deze geest zo'n grote kracht voorhanden zou zijn geweest, om de eeuwige Godheid zo te weerstaan, dat deze tenslotte voor zijn kracht had moeten bezwijken en Zich uiteindelijk volledig had moeten laten gevangen nemen en daardoor voor alle eeuwigheid lamgelegd zou zijn, wat eigenlijk gelijk zou staan met vernietigd te zijn. Maar de zaak wordt begrijpelijker als men bedenkt, dat de Godheid juist in deze geest, om zo te zeggen een volkomen tweede 'Ik' had geplaatst dat, hoewel in de tijd geschapen, toch wel in alle ruimten van de oneindigheid met gelijke kracht tegenover de Godheid werd gesteld.
Hoofdstuk 56: Wezen en naam van Satana - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] Door het woord 'levithan' wilde men alleen maar zijn kracht en macht aanduiden door hem te vergelijken met dit uitgestorven zeemonster, dat eens het grootste, krachtigste en meest onverwoestbare dier op aarde was. Hij was zo groot als een land, zijn gestalte was die van een reuzendraak die zoveel kracht had, dat hij in staat was in zijn ingewanden een krachtig vuur te verdragen en hier geen nadeel van ondervond, als dit vuur vaak met vreselijke vuurvonken uit zijn muil en neusgaten sproeide. Om deze reden werd onze boze geest ook vaak de 'vuurdraak' of de 'draak van de afgrond' genoemd. Deze geest, wiens ziel geheel ontbonden was, maar wiens geestelijk zuiverder wezen nog zeer gebonden was, liet het verschillende keren voorkomen alsof hij zich wilde beteren, als hem het een of ander zou worden toegestaan. Dat had hij ook zeker kunnen doen daar hij, zover het mogelijk was, van al zijn boze zielespecifica was ontdaan. Nu verlangde deze geest, dat men hem zou toestaan een tijdlang goddelijk vereerd te worden en als hij zou inzien dat deze verering hem niet beviel, dan zou hij helemaal omkeren en een zuivere geest worden. Dat werd hem ook toegestaan. Het hele heidendom, dat bijna zo oud is als het mensengeslacht, getuigt daarvan. Daarom heeft de Heer ook oorspronkelijk een enkel klein volkje op aarde voor Zichzelf uitgezocht; alle andere volkeren konden, wel in volle vrijheid, de wens van deze geest ongestraft opvolgen, zoals ook de dieren.
Hoofdstuk 56: Wezen en naam van Satana - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] Daarom is het ook noodzakelijker de plaats waar het vuil zich bevindt, nauwkeurig te kennen dan de plaats van de reinheid. Want alleen de eerste moet bewerkt worden en is hij eenmaal schoon, dan komt de hemel vanzelf.
Hoofdstuk 57: Het belang Van het onderscheiden van het kwaad - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[9] Of, oordeel zelf wat van beide noodzakelijker is; de grond te kennen waarop men loopt ofhet firmament, waar nog niemand een buil heeft opgelopen door zich er tegen te stoten! De grond is de drager; daarom moet men weten hoe vast die is en of er geen afgronden zijn waar men in kan vallen, en als ze er zijn, hoe men ze kan ontwijken.
Hoofdstuk 57: Het belang Van het onderscheiden van het kwaad - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[12] Het is weliswaar niet aangenaam met hel, duivel en satan kennis te maken, maar als iemand een tijdlang in het huis van deze heren moet doorbrengen om de plaats van zijn toekomstige bezigheid te leren kennen en tevens de slechte heerschappen van dit huis, dan zou het toch zeker de grootste domheid zijn daar bijgelovig een kruis te slaan om zich daardoor als een rups tegen alle duivelse praktijken in te poppen, in plaats van zijn opmerkzaamheid te vertienvoudigen, zodat hem niets in dit huis ontgaat.
Hoofdstuk 57: Het belang Van het onderscheiden van het kwaad - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Maar als men dat toestaat en hen veelvuldig de gelegenheid daartoe biedt, die meestal misbruikt wordt, dan hebben ze daarna ook niets meer in te brengen als ze in een slechtere toestand moeten terugkeren dan die, waarin ze zich aanvankelijk bevonden.
Hoofdstuk 58: Spoken en bezetenheid - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[13] Uit deze gedenkwaardige beschrijving kan men zich een goede voorstelling maken over het wezen van de hel en over de manier van handelen van de Satan. Maar dit is niet de enige manier waarop de Satan de een of andere ziel voor zich probeert te vangen door middel van zijn handlangers, die het meest uit zulke verdorven zielen bestaan.
Hoofdstuk 58: Spoken en bezetenheid - Jakob Lorber - Aarde en Maan
...  1042 - 1043 - 1044 - 1045 - 1046 - 1047 - 1048 - 1049 - 1050 - 1051 - 1052 - 1053 - 1054 - 1055 - 1056 - 1057 - 1058 - 1059 - 1060 - 1061 - 1062 - 1063 - 1064 - 1065 - 1066 - 1067  ...