Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 1055 van 1112

...  1043 - 1044 - 1045 - 1046 - 1047 - 1048 - 1049 - 1050 - 1051 - 1052 - 1053 - 1054 - 1055 - 1056 - 1057 - 1058 - 1059 - 1060 - 1061 - 1062 - 1063 - 1064 - 1065 - 1066 - 1067 - 1068  ...
[15] Wil zo'n iets minder boosaardige, tijdelijke emigrant uit de hel goed doen, dan kan hij genade en erbarming deelachtig worden, die zo'n onschuldig mens voortdurend ondervindt. Gedraagt hij zich echter niet zoals het hoort en houdt hij lelijk huis in het lichaam dat hij bezet, dan wordt hij al gauw naar buiten geworpen of op een andere manier daarbinnen tot rust gebracht.
Hoofdstuk 58: Spoken en bezetenheid - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[16] Vaak kan één lichaam door verschillende geesten in bezit genomen worden, maar dan moeten ze van tevoren vrijwillig aankondigen dat ze daar alleen maar genezing zoeken - en dan wordt hun toegestaan wat ze wensen. Dat gebeurt, omdat zulke geesten de raad van de engelen, zich liever dadelijk tot de Heer te wenden niet opvolgen, maar gewoon hardnekkig zijn en erbij blijven volhouden dat ze alleen maar langs deze weg tot de Heer kunnen komen. En dan wordt hun toegestaan wat ze willen; want de engelen onderwijzen steeds volgens de weg van de ervaring.
Hoofdstuk 58: Spoken en bezetenheid - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[19] Over bezeten zijn moet men zich niet te veel verontrusten, want bijna elk mens heeft zulke gasten in zijn vlees. Waarom en hoe wordt in het volgende uiteengezet.
Hoofdstuk 58: Spoken en bezetenheid - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] Veel studenten bekommeren zich dan helemaal niet meer om hun studie. Menigeen bestudeert daarna in plaats van de wetenschap het brood, om maar zo snel mogelijk met zijn lieflijke danspartner een paar te worden - er mag van komen wat het wil. En wordt zo' n paar dan ook inderdaad een echtpaar, dan is dat een echtpaar dat op een wezenlijk echtpaar net zoveel lijkt als de dag op de nacht.
Hoofdstuk 59: Over de lusten van het vlees en de zinnen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] De Satan, die al een groot aantal zeer slechte aanhangers heeft, stuurt zijn handlangers op bepaalde tijden onder de mensen, met de opdracht om iedereen te vangen, die maar te vangen is en geen middel onbeproefd te laten, om een of andere ziel voor de hof staat van de vorst van alle verdorvenheid en leugen te vangen. Met zo'n opdracht begeven de slechte handlangers zich dan op allerlei sluipwegen naar de bovenwereld; ze weten hun kwade bedoelingen daar zo goed als maar mogelijk is te camoufleren, zodat geen betere geest die ze eventueel tegenkomen, argwaan tegen hen zal krijgen. Wordt er rekenschap van hen verlangd, dan geven ze altijd een respectabele reden op en smeken de wachters, die meer macht hebben dan zij, ze naar boven te laten gaan, zodat ze meer ervaring zullen krijgen en gelegenheid hebben veel vroegere fouten goed te maken, zich te verbeteren en dan langzamerhand in het ware levenslicht binnen te gaan.
Hoofdstuk 58: Spoken en bezetenheid - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] Als dan zo' n kwaadaardige bewoner van het oude kasteel weldra merkt, dat hij de mensen door zulke loze spookverschijnselen heeft aangetrokken, dan is hij de bezweerders vaak terwille en toont hun door allerlei verschijnselen aan, waar zo' n schat is begraven; en dan gaan de mensen graven en vinden meestal niets, waardoor ze echter vaak niet wijzer worden, maar hun werk met nog grotere ijver voortzetten. Bij zulke gelegenheden gebeurt het dan, dat zo’n helse makker als een tijgerkat een prooi uitzoekt, die beetpakt en zich op alle mogelijke manier in zijn vlees indringt, wat het gemakkelijkst gebeurt via tot zich genomen spijzen of dranken, vooral als zulke naar schatten hunkerende werkers hun spijzen of dranken niet eerst in Mijn naam zegenen. Heeft zo'n boze spookgeest zijn doel bereikt, dan is gewoonlijk ook het spoken in zo'n oud kasteel afgelopen.
Hoofdstuk 58: Spoken en bezetenheid - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] De ziel wordt echter met de haar inwonende geest door de engelen in zulk een toestand gebracht, waarin ze langzamerhand erkent hoe het met haar wereldse gedrag was gesteld. Wil ze zich bekeren dan komt ze steeds hoger, maar als ze hardnekkig is dan zinkt ze steeds dieper tot in de gevoeligste straffen. Maar als deze dan nog geen terugkeer kunnen bewerkstelligen, dan pas mag ze volgens haar eigen vrije wil een proef tocht in de hel maken. Bevalt het haar daar, dan blijft ze daar volgens haar eigen liefde, bevalt het haar niet, dan mag ze weer terugkomen, wat zelden gebeurt, omdat de hel volgestopt is met de meest bedrieglijke, veel belovende maar niets realiserende lokmiddelen. Want daar heerst op grote schaal bedrog dat erop berekend is, zo'n ziel steeds dichter bij het eigenlijke wezen van de Satan te brengen, opdat ze een geheel overeenstemmend deel van hem zal worden, wat echter nooit kan gebeuren omdat elke ziel al een eigen geest in zich heeft en daar niet van kan loskomen - die geest is tegenovergesteld aan die van Satan.
Hoofdstuk 58: Spoken en bezetenheid - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[12] Als deze verbetering steeds verder gaat kan ze ook zalig worden, als ze wordt zoals haar geest is. Want dat is het verschil tussen zaligheid en verdoemenis. Bij zaligheid gaat de ziel helemaal in de geest over en de geest is dan het eigenlijke wezen. Bij de verdoemenis wil de ziel echter de geest uitstoten en een andere aannemen, namelijk die van Satan. In dit geval wordt ze totaal ongelijk aan haar geest, omdat de geest in haar van een volkomen tegenovergestelde polariteit is. Als zodanig oefent hij dan een tegenovergestelde kracht uit, die de Satan voortdurend met veel geweld afstoot; hoe meer een ziel het wezen van Satan nadert, des te heviger is de reactie van de geest in haar tegenover de geest van de Satan. Deze reactie nu is voor de ziel het allerpijnlijkste gevoel en daarvandaan komt ook het meest het lijden en de helse pijn, en het is dan ook deze reactie, die zich kenbaar maakt als het onuitblusbare vuur. En dat is ook de worm in de ziel, die niet sterft en wiens vuur niet dooft; en het is dan één en hetzelfde vuur, dat in de engel de hoogste zaligheid en in de duivel de grootste ongelukzaligheid teweegbrengt.
Hoofdstuk 58: Spoken en bezetenheid - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[18] De voornaamste fout van de ziel - eigenlijk afkomstig van de influisteringen van de Satan - bestaat daarin, dat als het haar wat beter gaat, ze zich verwijten maakt - maar geen berouwvolle -, dat ze zich door de pijn heeft laten bang maken en terugdrijven. Had ze de pijn uitgehouden, dan zou ze met de macht van Satan één zij n geworden en met de heerlijkheid van de Heer was het gedaan geweest. Door zulke waandenkbeelden keert ze dan gewoonlijk weer tot nog grotere verdorvenheid terug en in de onderste hel zijn er werkelijk zulken, die deze waan tegen een voortdurende, steeds groter wordende kwelling en pijn in, niet laten schieten en als het ware hun triomf erin vinden om de Heer ook onder de grootste pijn weerstand te bieden. Maar dat doet niets ter zake; er zal nog wel een tijd komen die hen in het nauw zal drijven. En bij wie de hardnekkigheid zo groot is, dat ook de volle maat van het toornvuur hem niet tot terugkeer kan brengen, die zal het zich dan eens moeten laten welgevallen om met zijn centrum, nadat zijn geest is weggenomen, de bekende reis naar het eeuwige verderf te maken, wat werkelijk geen groot verlies zal zijn; want Ik kan voor Abraham ook uit stenen veel betere kinderen verwekken!
Hoofdstuk 58: Spoken en bezetenheid - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[9] Dit bezeten zijn uit zich weliswaar aanvankelijk niet met de zelfde hevigheid als bij degenen, die door opzwepende dranken dergelijke onreine geesten in zich hebben opgenomen. De geesten uit de ophitsende dranken worden gemakkelijk door een krachtig gebed van de ziel door zijn geest verwijderd, waarop dan weer de normale toestand van het vlees kan intreden. Maar de bezetenheid langs de weg van de openbare dansgelegenheden is niet zo gemakkelijk te herstellen en er zal daarvoor veel vasten, bidden en zelfverloochening nodig zijn, waardoor de ziel zich meer en meer met haar geest verenigt, die het boze tuig dan door middel van haar grijpt en het uit het huis van de ziel verwijdert.
Hoofdstuk 59: Over de lusten van het vlees en de zinnen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] Maar waar vind je zulke dansers of danseressen die dat zouden doen? Gewoonlijk eten ze al tijdens en na de dans nog meer dan daarvoor en willen zich daardoor weer op krachten brengen, wat zoveel wil zeggen als de vleesduivel levenslang pension en onderdak met ziel en bloed garanderen.
Hoofdstuk 59: Over de lusten van het vlees en de zinnen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[11] Velen die dansen gaan ook wat hun lichaam betreft in korte tijd te gronde als ze teveel van dergelijke gasten in zich hebben opgenomen; want als deze verdorven indringers in het vlees geen plaats vinden in de nieren en in de geslachtsdelen, dan gaan ze ook in de milt wonen of in de lever of de longen. Waar echter zo'n emigrant uit de hel zijn intrek neemt, daar doodt hij als het ware het vlees en de gevolgen daarvan zijn verhardingen van milt en lever en in de longen tuberculose en tering, maar als twee of meerderen zich op de longen hebben geworpen, kan ook de zogenaamde vliegende tering optreden.
Hoofdstuk 59: Over de lusten van het vlees en de zinnen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Men weet dat sommige mensen zeer met vleselijke lusten behept zijn, zowel mannen als vrouwen, terwijl er ook mensen zijn, bij wie het zinnelijk vleselijke bijna helemaal gevoelloos is; zulke mensen doet het niets als ze het meest verlokkende lichaam voor zich zien. Een welige vrouwenvoet, een arm, een borst als de gebruikelijke uithangborden van het vrouwelijke geslacht om de zinnelijke driften bij de man op te wekken, beroeren een niet-zinnelijke vaak evenmin als een houten paal - waartegenover weer anderen bij het zien van de vrouwelijke zinneprikkelende uithangborden helemaal onstuimig worden. Ja, er zijn dwazen die bij het zien van een vrouwenarm zo verliefd worden, dat ze gek zouden worden als ze zo' n vrouw niet tot echtgenote of minstens tijdelijk voor hun zinnelijk genot te pakken konden krijgen.
Hoofdstuk 59: Over de lusten van het vlees en de zinnen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] Maar hoe komen deze nu in het vlees van zo'n mens? - Daartoe bieden de mensen zelf gelegenheden te over. Zulke vleesduivels wonen ten eerste in de ophitsende dranken, in wijn, ook in bier en vooral in de gestookte dranken. Als mensen zich met zulke dranken een roes drinken, dan hebben ze door deze dranken zeker één, zoal niet meer vleesduivels in hun vlees opgenomen. Als deze echter eenmaal in het vlees zijn, dan prikkelen en kwellen ze de genitaliën zo sterk, dat de mens er niet onderuit kan zulke prikkels door het zinnelijke genot van het vlees te bevredigen, en wel met vrouwen of soms ook zelfs met dieren. Deze vleesduivels zijn natuurlijk niets anders dan onzuivere zielen van gestorven mensen, die of zich overgaven aan de drank of zeer zinnelijk waren. Ze komen wel om verbeterd te worden in het vlees van een nog levend mens, maar juist omdat het vlees hun element was, gaan ze niet zelden in zulk een mens die ze hebben bezet, nog erger te keer dan vroeger in hun eigen vlees.
Hoofdstuk 59: Over de lusten van het vlees en de zinnen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] De tweede weg, net zo gevaarlijk als de eerste, zijn de openbare dansgelegenheden. Men kan aannemen dat daar of op een bal zich ook altijd tien keer zoveel onzichtbare, vleeszuchtige, onzuivere zielen bevinden als er gasten op zo'n bal aanwezig zijn. Op zo'n manier komen ze het gemakkelijkst in het vlees, dat hier erg opgewonden wordt en daardoor uitstekend in staat is dergelijk onrein ziele gespuis op te nemen. Om deze reden voelen mensen na zo' n bal voor alles wat hoger en verhevener is, gewoonweg een tegenzin, wat in steden, vooral bij studenten gemakkelijk door iedereen kan worden gezien, omdat niet zelden heel vlijtige studenten na een bal, in plaats van dat ze aan hun boeken denken, voortdurend de witte hals, boezem, arm en ogen van degene met wie ze dansten voor ogen hebben en ze zich met bijna niets anders meer bezighouden dan met degene, die op het bal een zo grote lust bij hen had opgewekt.
Hoofdstuk 59: Over de lusten van het vlees en de zinnen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
...  1043 - 1044 - 1045 - 1046 - 1047 - 1048 - 1049 - 1050 - 1051 - 1052 - 1053 - 1054 - 1055 - 1056 - 1057 - 1058 - 1059 - 1060 - 1061 - 1062 - 1063 - 1064 - 1065 - 1066 - 1067 - 1068  ...