Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 1058 van 1088

...  1046 - 1047 - 1048 - 1049 - 1050 - 1051 - 1052 - 1053 - 1054 - 1055 - 1056 - 1057 - 1058 - 1059 - 1060 - 1061 - 1062 - 1063 - 1064 - 1065 - 1066 - 1067 - 1068 - 1069 - 1070 - 1071  ...
[17] Als hun zenuwen dan daarmee zijn opgevuld en een hinderlijke druk op de ziel beginnen uit te oefenen, dan ontwaakt deze of liever gezegd: ze maakt zich los van haar lichamelijke banden en wil de druk van het lichaam ontvluchten. Het lichaam heeft nog een geheel eigen zenuwgeest, die ten eerste sterk verwant is met het magnetisch fluïdum, ten tweede echter net zo innig met de ziel, die weer door deze zenuwgeest verbinding heeft met het lichaam en er mee correspondeert. Als de ziel er tussenuit zou willen gaan, wekt ze ook de innig met haar verbonden zenuwgeest en deze dan natuurlijk weer het lichaam en zo werkt dan de zogenaamde slaaptrein, alsof er drie mensen achter elkaar liepen die aan elkaar zijn gebonden; maar de geest blijft in de ziel, waardoor zij ook leeft. Als dan zo'n slaapwandelaar zijn gezicht naar de maan toekeert en vaak op daken en kerktorens klimt, gebeurt dat omdat hij zich uit de magnetische overvolle diepte van de aarde wil verheffen en daardoor zijn drukkende overvloed van dit fluïdum wil verminderen, zodat het lichaam weer geschikt is zijn ziel met de geest door de zenuwgeest opnieuw op te nemen en te herbergen. Als het lichaam vrij is geworden, brengt de ziel het door middel van de zenuwgeest op zijn vorige plaats terug en verenigt zich dan pas weer helemaal met het lichaam. Natuurlijk weet de ziel niets van die toestand, omdat ze geen geheugen heeft. Dit wordt ten onrechte door de filosofen voor een zielsvermogen aangezien, terwijl het zo is, dat de ziel alleen datgene weet wat ze juist ziet, de herinnering van de ziel in het lichaam is niets dan een herhaald terugzien van de overeenkomstige vormen die de geest in zich draagt.
Hoofdstuk 78: Vier vragen met betrekking tot de maan - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[9] Ik vraag en bezweer u zelfs: Richt u niet naar iemand die uit eigenmachtige keuze rondloopt in alle nederigheid en algehele vergeestelijking als van de engelen in de hemel, waarvan hij echter nooit iets heeft gezien of gehoord, en die daarom alleen maar opgeblazen is in zijn vleselijke gezindheid,
Hoofdstuk 2: Hoofdstuk 2 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
[18] Daarom vermaan ik u dan ook met alle kracht in een ware ijver voor Christus de Heer, dat u naar Nymphas gaat en weer met zijn huis één gemeente wordt
Hoofdstuk 2: Hoofdstuk 2 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
[19] en niet luistert naar degenen die met een huichelachtig, vroom gezicht zeggen: `Raak dit niet aan, eet dat niet, neem dat niet ter hand en doe dit of dat niet!' - welke dingen steeds onder de handen afbreken en op zich niets anders zijn dan menselijke leerstellingen;
Hoofdstuk 2: Hoofdstuk 2 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
[20] maar luister naar wat ik u zeg uit Christus' Geest, die in mij is, opdat u weer vrij mag zijn en zult worden tot waarachtige mede-erfgenamen van Jezus Christus in het Rijk Gods dat in u leeft!
Hoofdstuk 2: Hoofdstuk 2 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
[29] Maar zoals U zou willen vasten, naar de huichelachtige leer van degene die doet alsof hij nog maar met een voet op de aarde staat en met de andere al in de hemel, zo vasten ook alle heidenen, die op hun feestdagen de fijnste lekkernijen eten en daar meer op gebrand zijn dan op een gewone dag, waarop zij hun dagelijkse kost krijgen.
Hoofdstuk 2: Hoofdstuk 2 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
[36] En vermijd in het bijzonder de leugen, want zij is de naaste afstammeling van de satan! Leg de oude mens af en trek de nieuwe in Christus aan, die dan vernieuwd zal worden tot kennis van Diegene die hem heeft geschapen, en wel naar Zijn evenbeeld!
Hoofdstuk 2: Hoofdstuk 2 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
[24] maar niet in een dode tempel, die van geen enkele betekenis is voor God, de Heer en Gever van het leven, want Hij kijkt alleen naar het hart en de vrede daarin!
Hoofdstuk 3: Hoofdstuk 3 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
[34] Wie van u echter onrecht aan zijn meester doet, die doet dit ook in gelijke mate aan de Heer; de Heer kijkt er niet naar of iemand heer of knecht is, maar alleen naar het werk en de motivatie daarachter.
Hoofdstuk 3: Hoofdstuk 3 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
[39] Laat uw levenswandel tegenover iedereen wijs en eenvoudig zijn - ook ten opzichte van degenen die ver weg zijn, Joden en heidenen! U moet niemand veroordelen - of het nu om een Scyth, heiden, Jood, Griek of niet-Griek gaat -, maar voeg u wijs naar tijd en omstandigheden!
Hoofdstuk 3: Hoofdstuk 3 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
[43] Ik vraag u echter om Gods wil, dat u waardige vruchten zult voortbrengen van een totale ommekeer van uw nieuwe heidendom naar de levende kerk van God, die in u, maar niet in tempels, gewaden en in een of andere ceremonie woont.
Hoofdstuk 3: Hoofdstuk 3 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
[45] Hoe het met mij gaat in Rome zal de trouwe broeder Tychicus u vertellen, die ik nu naar u en naar de Kolossenzen zal zenden, die zich in dezelfde mate als u door de satan hebben laten verleiden.
Hoofdstuk 3: Hoofdstuk 3 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
[47] Groet ook degenen die in Kolosse zijn, als u naar hen toegaat; want er zijn enkelen onder hen die u kent, die te allen tijde oprecht zijn en getrouw in het geloof en de liefde tot God.
Hoofdstuk 3: Hoofdstuk 3 - Jakob Lorber - Brief van Paulus aan de gemeente in Laodicea
[3] 'Na drie dagen vonden ze Hem in de Tempel, waar Hij temidden van de leraren zat, naar hen luisterde en hen ondervroeg. Allen die Hem hoorden waren verbaasd over Zijn schranderheid en over Zijn antwoorden.
Hoofdstuk 0: Voorwoord - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[21] Tot het einde van zijn leven heeft Jakob Lorber op deze wijze een 25-tal dikke boeken volgeschreven. De voornaamste werken zijn: Het grote evangelie van Johannes, De Huishouding Gods, Aarde en Maan, De natuurlijk zon, De geestelijke zon, Jezus' jeugd. Op dit laatste werk vormt dit boekje, Drie dagen in de tempel een logisch compendium. In Duitsland is hiervan reeds de tiende druk verschenen. In het Nederlands zal het spoedig worden uitgegeven (door dezelfde uitgever). Het is wellicht nuttig hier nog te wijzen op een merkwaardigheid van de stijl, die door Het Woord wordt gebezigd. Vele lezers zouden anders misschien verwonderd kunnen zijn over bepaalde uitdrukkingen en zinswendingen. Over deze dingen mag men zich echter niet verwonderen; immers, in laatste instantie is datgene wat de begenadigde Gods waarneemt aan mystieke dingen van het Geestelijk Leven eigenlijk onuitsprekelijk. Daarom is de door God gebezigde taal door het Innerlijke Woord 'aangepast' aan die, welke aan degene die schouwt eigen is! Zoals de profeten uit het Oude Testament de taal spraken van hun tijd, zoals de mystiek van de middeleeuwen de hunne spraken…. zo spreekt en schrijft ook de mystieke ziener Jakob Lorber in de taal van de tijd. Men kan er, om de originaliteit van deze profetische teksten te ijken, dan ook niet mee volstaan slechts de uiterlijke vorm ervan te beoordelen, zoals dat vandaag de dag zo in de mode is.
Hoofdstuk 0: Voorwoord - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
...  1046 - 1047 - 1048 - 1049 - 1050 - 1051 - 1052 - 1053 - 1054 - 1055 - 1056 - 1057 - 1058 - 1059 - 1060 - 1061 - 1062 - 1063 - 1064 - 1065 - 1066 - 1067 - 1068 - 1069 - 1070 - 1071  ...