Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 1060 van 1112

...  1048 - 1049 - 1050 - 1051 - 1052 - 1053 - 1054 - 1055 - 1056 - 1057 - 1058 - 1059 - 1060 - 1061 - 1062 - 1063 - 1064 - 1065 - 1066 - 1067 - 1068 - 1069 - 1070 - 1071 - 1072 - 1073  ...
[10] Dit soort dromen worden noch door helse en nog minder door hemelse geesten in de ziel opgeroepen, maar ze zijn geheel en al eigen producten van de ziel en ze herinnert zich deze nu eens beter, dan weer slechter en soms helemaal niet. Bij een nog heel natuurlijk mens is dat afhankelijk van de gesteldheid van de zenuwgeest. Richt die zich meer naar de ziel, dan zal de mens zich bijna elke droom precies herinneren; keert die zich na zijn slaap echter meer naar het vlees, dan zal de mens ook weinig of geen herinnering van zijn droom hebben - wat gewoonlijk bij die mensen het geval is, die erg zinnelijk en grofmaterieel zijn.
Hoofdstuk 67: Dromen en hun betekenis - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[11] Maar heel anders is het gesteld met bepaalde heldere dromen, waarin het degene die droomt voorkomt, als was de verschijning werkelijkheid, zodat hij daarna bij het ontwaken zichzelf er nauwelijks rekenschap van kan geven of het een droom was of werkelijkheid. Dergelijke visioenen of dromen behoren niet tot de ziel, maar tot de hem omgevende geesten die van goede of slechte aard kunnen zijn. Zijn ze boosaardig, dan zal de ziel en daardoor ook het lichaam, geheel uitgeput uit zo'n droom ontwaken; zijn deze visioenen echter een werk van goede geesten, dan zullen ziel en lichaam zich bij het ontwaken gesterkt voelen.
Hoofdstuk 67: Dromen en hun betekenis - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[13] Deze visioenen zijn daarom zo levendig, omdat de geesten die ze tot stand brengen, eerst de zenuwgeest van materiële dienstverlening vrijmaken en hem met de ziel verbinden. In zo'n toestand heeft de ziel het gevoel van natuurlijkheid, omdat ze in verbinding staat met de zenuwgeest en daardoor krachtiger is om de sterkere en de meer betekenisvolle beelden in zich op te nemen en vast te houden.
Hoofdstuk 67: Dromen en hun betekenis - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[16] Men moet het zich zo voorstellen alsof iemand van jullie in een vreemd huis zou komen. Dan zou hij wel niet weten wat de huisheer vandaag, morgen en overmorgen zal doen; maar de heer des huizes zal dat wel weten, omdat hij van de stand van zaken op de hoogte moet zijn. Als hij jullie dan zegt wat hij zal doen, weten jullie het ook. Zo kunnen jullie ook niet weten wat de geesten in dit jaar nog allemaal tot stand zullen brengen, omdat jullie in het huis van de geesten nog vreemdelingen bent. Als de geesten het echter aan een ziel vertellen, dan zal ook zij weten wat er gaat gebeuren. Opdat de geesten echter aan de ziel zoiets kunnen meedelen, moet ze daartoe voorbereid worden en de voorbereiding is wat hierboven werd aangegeven.
Hoofdstuk 67: Dromen en hun betekenis - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[17] Aan zo'n visioen kan men veel waarde hechten; toch moet niemand daaraan vasthouden als aan een onveranderlijk noodlot, zoals eens de heidenen; want niemand zal daardoor in zijn vrije wil belemmerd worden. Wil iemand in ernst iets anders dan wat de geesten hem in het visioen hebben getoond, dan hoeft hij zich alleen maar tot Mij te wenden, opdat de zaak anders zal lopen, en ze wordt anders, als diegene gelooft en vertrouwt op datgene waarmee hij zich tot Mij heeft gewend, want alleen Ik kan alle dingen op elk ogenblik veranderen.
Hoofdstuk 67: Dromen en hun betekenis - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[16] Een derde afweermiddel, vooral tegen opkomend onweer, is hoofdzakelijk het zogenaamde weerluiden, dat nu weer erg in zwang komt, vervolgens het schieten met gewijd kruit, dan het verbranden van de zogenaamde palmtakken, het verbranden van gewijde kaarsen, het bekendmaken van de echte Tobiaszegen, het besprenkelen van de velden met wijwater en tenslotte, behalve allerlei meer algemene dwaasheden, het opstellen van reusachtig hoge roodgeverfde weer kruizen, waartegen de weerheksen zich stoten en dan naar beneden vallen.
Hoofdstuk 68: Over bijgeloof 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Die geesten voegen zich bij allerlei mensen, kleven zich aan hun vlees vast en komen met hun heidendom tot in de wortels van de ziel, waar deze met het lichaam verbonden is, waardoor de ziel dan tot dergelijke domme veronderstellingen komt.
Hoofdstuk 69: Over bijgeloof 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Veel mensen zien wel in, dat hier onmogelijk waarheid in kan schuilen; als zich echter zo'n geval voordoet, dan geloven ze er inwendig toch aan en raken in een soort verlegenheid bij de gedachte, dat er toch wel iets van waar zou kunnen zijn.
Hoofdstuk 69: Over bijgeloof 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Een andere soortgelijke dwaasheid bestaat daarin, dat veel onnozele mensen hun toekomst willen te weten komen door bijvoorbeeld lood in water te gieten of een pas gelegd ei in het water te slaan. Dan weer wordt een verborgen schat gezocht met een wichelroede of goud in een glas gehangen, opdat het of de levensjaren van een mens zal aangeven, of ja of nee zal zeggen op een vraag door middel van het aanslaan of niet aanslaan tegen het glas.
Hoofdstuk 69: Over bijgeloof 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[23] Kijk een dergelijk geloof is een kwaad dat de ziel erg kan schaden, omdat ze zich er aan went op zulke ogenblikken het vertrouwen in Mij geheel te laten varen! En hoe meer van zulke twijfels over profetische visioenen op één of andere manier in de ziel wortel schieten, des te meer verzwakken ze het geloof, het vertrouwen, alsook de liefde tot Mij. Hoewel zulke eenvoudige dromen alleen maar tot de ziel behoren, behoren die domme verklaringen aan een boos geestengespuis toe. Dit bekruipt het vlees bij zulke gelegenheden zoals de bromvliegen een mesthoop, zuigen daaruit dergelijke droom visioenen van de ziel en bepraten de ziel dan met zulke domme profetieën, die op zichzelf niets dan uitwerpselen van zulke boze geestelijke bromvliegen zijn, waardoor de ziel niet zelden net zo door vliegen overdekt wordt als sommige ramen, waar tenslotte de zonnestraal niet meer doorheen kan dringen of maar heel flauwtjes. Zo kan ook de genadestraal uit Mijn zon niet inwerken op de ziel, omdat deze te zeer met dergelijke domheden overdekt is.
Hoofdstuk 67: Dromen en hun betekenis - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[12] Dat is ook weer een heerlijke vrucht, die de mensheid in plaats van omhoog naar het licht, regelrecht naar beneden de duisternis in drijft. Dus moeten de almanakmakers in hun kalender datgene schrijven, wat ze met hun wetenschap en voor hun geweten kunnen verantwoorden; maar als ze met dergelijke bedriegerijen het volk voorspellingen doen, kunnen ze beter thuis blijven. En omdat ze in dit opzicht zo aan de oude Egyptenaren, Grieken en Romeinen hangen, en ze hun wichelarij beschouwen als iets historisch, iets verhevens uit de oude tijd, moeten ze zich ook deze oude, niet slechte Romeinse spreuk inprenten en die op zichzelf betrekken, hij luidt zo: 'Quod licet Jovi, non licet bovi', d.w.z. met zaken die God zich alleen voorbehouden heeft, moet de os van een mens zich niet bemoeien, vooral niet zolang hij een puur vleselijke os blijft.
Hoofdstuk 68: Over bijgeloof 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[12] Maar een veel bedenkelijker manier om de toekomst te ontraadselen, is het zogenaamde kaartleggen. Door dit bedrieglijke spel zijn al veel mensen voor korte tijd of voor altijd ongelukkig geworden. Daarom moet iedereen zo'n kaartlegster mijden als de pest, want in het huis van iemand die dit beroep uitoefent, bevinden zich evenveel hoofdduivels als kaarten. En als zo' n kaartlegster soms iets goed raadt, dan gebeurt dat alleen maar met behulp van Beëlzebub. Daarom, zoals in het oude verbond al werd gezegd: mijdt zulke profetessen als de pest, anders ben je een gevangene van de hel!
Hoofdstuk 69: Over bijgeloof 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[14] Als een magnetiseur bij deze behandelingswijze de somnambule wil helpen, moet hij haar geen vragen stellen uit eigenbelang, maar alleen datgene noteren, wat de somnambule vrijwillig zegt en hij moet haar niet tot praten dwingen, want dat is voor de somnambule heel nadelig. De magnetiseur moet heel geduldig afwachten totdat de somnambule zelf gaat spreken; dan zal ze wel zoveel zeggen als nodig is. Een vraag moet men alleen dan stellen, wanneer de somnambule zich over iets heeft uitgesproken dat te onduidelijk was of slecht te horen. Over het algemeen kan deze wijze van genezen door handoplegging alleen maar van gelovigen op gelovigen overgebracht worden. Als er echter een of andere ingebeelde dwaas van een arts zonder religie of geloof alleen maar door een kunstige manipulatie een of ander zwak vrouwelijk wezen in een magnetische slaap brengt om van haar bepaalde dingen te ervaren of om bepaalde wetenschappelijke proeven met haar te doen of ook wel voor geld haar door andere mensen te laten aangapen en ondervragen, dan is zo' n magnetiseur een duivel in menselijke vermomming en voor de somnambule zou het even goed, zo niet beter zijn, dat ze door een werkelijke duivel bezeten was dan dat ze zich liet magnetiseren door zo'n ongelovige eer - en gewetenloze magnetiseur.
Hoofdstuk 69: Over bijgeloof 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[19] Iedereen moet er goed aan denken en jullie kunnen iedereen erop wijzen, dat het verkeerd is om ooit met wat voor middel dan ook, de toekomst te willen onthullen zolang de mens daar nog niet rijp voor is. Het is niet alleen voor elke ziel uiterst schadelijk, maar ook onzinnig en dom, omdat er nergens een van te voren bepaalde toekomst bestaat. Deze richt zich altijd naar de vrije wil van de mensen, die daarom op aarde leven, om hun vrije wil te ordenen. Volgens de ordening van de vrije wil van de mens op aarde wordt de toekomst bepaald. Hoe kan zo'n domoor, en bovendien nog iemand zonder geloof, andere zwakke mensen doen geloven wat er gebeuren zal?
Hoofdstuk 69: Over bijgeloof 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[20] Ik heb toch elk mens een vrije geest gegeven, om wiens wedergeboorte elk mens zich moet bekommeren; als deze plaats vindt, dan zal ook de toekomst aan die mensen onthuld zijn. Zolang dat echter niet het geval is, bestaat er voor de mens eigenlijk nog geen toekomst. Waarom dan zo'n dom toekomstonderzoek? Zoek vóór alles het rijk van God, al het andere zal vanzelf toegevoegd worden!
Hoofdstuk 69: Over bijgeloof 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
...  1048 - 1049 - 1050 - 1051 - 1052 - 1053 - 1054 - 1055 - 1056 - 1057 - 1058 - 1059 - 1060 - 1061 - 1062 - 1063 - 1064 - 1065 - 1066 - 1067 - 1068 - 1069 - 1070 - 1071 - 1072 - 1073  ...